De Minister van Oorlog heeft zijne tevreden heid betuigd aan den lsten luit. G. N. De Wendt, van het Sste reg. inf., wegens de wijze aarop hij, onder de leiding van den kommaodant in de 8ste stelling der genie, de werkzaamheden be stuurd heeft bij den aanleg van het aardewerk op den Kwakkenherg in de steil in bij Nijmegen. den niuj. J. M. A. Van Hellenberg Hubar; bij het wapen der kav., 2de reg. huss., aan den ritm. M. G. Matthes, instruct, bij het korps en aan Sen ritm. S. J. Von Hugnenin, instruct, bij de rijschool bij het wapen der art. staf, aan de kapt. C. E. A. Vigelius, chef der pyloteclinische werkplaatsen, en M. C. F. Simon, werkzaam bij de kon. mil. ak. 2de reg. vest.-art., aan den kapt. instruct. J. G. C. Van Dijk; 3de reg. vest.-art.. aan den kapt. R. C. Van Onselen; bij het korps ing. min. en sapp., aan den kapt. A. J. Van Prehu, thans op non-activiteit. Dat van XV in XX: bij het pers. der milit. adm., aan den onderint. der 2de kl. J. W. Muller, toegev. aan den intend, in de 3de milit. afd.; bij het pers. van de geneesk. dienst der landm. aan de ofïic. van gez. der 1ste kl. .T. M. Engelhart, P. Groeneboom en B. C. L. A. De Ruiter, alsmede aan deri offic. van gez. der 2de kl. L. J. Duinont allen van dat pers.; bij bet wapen der inf. staf, aan de kapits. H. H. Dommers, adj. bij de kon. Mil. acad., en A. Pompe, bij evengemelde inr. werkz.; 3ste reg. aan den kap. kwart. J. P. Kos ter en aan den kap. J. R. Steimnetz; 3de reg. aan don kap. W. tl. Doorman; 4de reg. aan den kap. A. Tuckermann en C. L. Walther; 5de reg. aan den kap. kwart. J. E. Mulder. De minister heeft verder het onderscheidingst. voor XV jaren Ned. dienst als offic. toegek.; bij den gen staf aan den kap. \V. K. L. v. Helden, adj. chef van den staf en waarn. adj. in de 1ste mil. afd.; bij de kon. mil. acad. aan den lsten luit. adm. van kleed, en wapen. J. J. A. van der Weg; bij het pers. van den gen. dienst der landm. aan de offic. van gez. der 1ste kl. J. Hellendoorn en J. Baum, beiden van dat pers. bij het wapen der inf. aan de kap. L. J. B. Verschoor, J. W. L. Kamps en A. J. Den Exter van den Brink, allen 1 thans op non-act.; staf, aan den kap. kwart. J. M. .Janssen, werkz. bij het Dep: van oorlog; reg. gren. jag., aan de offic. van gez. 2de kl. J. H. Geritis en C. C. Vigelius; 1ste reg. aan den kap. j E. F. Kempers, E. J. L. Menter en G. P. P. baron 1 Creutz; 2de reg. aan de kap. W. Vleijsman, H. F. Borel en A. J. Thijssens; 3de reg. aan den kap. J. C. Valter, H. v. d. Bosch en A. J. F. van der Groeven; 4de reg., aan de kap. tl.J.G.Furstner en F. K. tl. G. Diemont; 5de reg., aan de kap. J. C. Hartveldt en A. M. v. Rouvray v. Nieu- waal; 6de reg., aan de kap.-adm. van kleed, en wapen. J, I-lilberg, alsmede aan de kap. Jhr. F. v. Spengler, Jhr. L. D. Meijer en J. Huijgens; 7de reg., aan den kap.-kwart. H. C. v. Erp Taal man Kip; aan den offic. van gez. der 2de kl. J. W. Kipp, alsmede aan den kap. G. L. Brunings en S. baron van Lijnden; Sste reg. aan de kap. J. E. Simon en G. J. Hofstede Crull; inslr, bataill. aan den kap.-kwartm. C. L. E. C. Westerbaen Schmiddt; bij het wapen der kav., 1ste reg. huz. aan den ridm. instr. E. v. Wickevoort Cromme- lin; 2de reg. huz., aan den kap.-kwart. C. W. v. Engelen en aan den offic. van gez. der 1ste kl. C. H. P. Klamberg; 3de reg. huz., aan den ridm. C. A. L. Breeder a Brandis; 4de reg. huz. aan den offic. van gez. der 2de kl. J. v. Dorsten en aan den ritm. Jhr. W. v. Loonbij liet wapen der art., staf, aan den kap. R. Verschoor, onderdir. van het wapendep. te Dordrecht; reg. veld art., aan den kap. H. M. Steenberghe, G.Knoote, D. H. Crom- hout, Jhr. W. F. G. A. v. Pestel en J. A. v. Otterloo; 1ste reg. vest. art. aan de kap. Jhr. W. A. Alting von Geusau en H. VV. van Marle; 2de reg. vest. art. aan den kap. C. L. Doorman; 3de reg. vest. art. aan de kap. W. Beijerinck en P. B. Koek bij het korps, ing. min. en sapp., aan den kap. J. F. Beijen, thans op non-act.; bataill. min. en sapp., aan den kap. F. 11. Amptjen bij het wapen der kon. maréch., aan den lsten luit. J. Den Haan, van de divisie marech. van Noordbrabaut eu Zeeland. ner, de pokziekte was uitgebroken en wel in een zeer herigen graad. Men kan nagaan hoe liet met de verpleging gesteld moet geweest zijn, bij gebrek aan ruimte, verschoouing, kortom to taal van alles. De Kapoeas, hier ter reede, kreeg het bevel dien schoener zoo spoedig doenlijk van de bui- tenreede te verwijderen, daar men natuurlijk beducht was die zoo gevreesde ziekte zich ter plaatse zou nestelen. Die maatregel echter kwam reeds te laat want uit de verklaring van den gezagvoerder des schoeners zou gebleken zijn dat circa tweehon derd dier lieden aan wal gegaan waren ter be devaart naar Batoe Layangeene kleine kampong, aan den oever der Kapoeas-rivier gelegen, om streeks een half uur stoomens van Pontianak verwijderd, alwaar een begraafplaats is der Ma- leiers, welke in zekeren reuk van heiligheid staat bij het Boegineesche ras, zoodat zoowel mannen als vrouwen derwaarts gaan otn op dc graven der afgeslorvenen te offeren en te bidden. Die lieden vonden voorzeker de verblijfplaats aldaar vrij wat aangenamer dan op den verpes ten schoener, ten minsse men verwachtte hen te vergeefs terug, zoodat de Kapoeas, zonder hen> met den schoener op sleeptouw, koers nam naar het onbewoonde eiland Poeloe Kebong, schuins tegenover Singakfawang gelegen en 8 a 9 uren stoomens van de bnitenreede van Pontianak. liet vaartuig, dat nog een 500 dier ongelukkige wezens aan boord had, werd toen onder de vei lige hoede gesteld eener kruisboot. Wat er van die menschen moet worden zon der geneesheer, zonder eenige verpleging hoege naamd, met die besmettelijke ziekte aan boord, ie niet twijfelachtig. Zij zullen suecessivelijk der vraatzuchtige haaien tot voedsel verstrekken, indien de Voorzienigheid niet beter voor hen zorgt dan het plaatselijk be stuur alhier. In hoeverre hier gehandeld is volgens plicht en de voorschriften der menschlievendheid laat ik ter beoordeeling over van den lezer, die met mij verbaasd zal staan dat zoo iets kan plaats grijpen waar de Nederlandsche vlag wappert en dus den inboorling het noodige vertrouwen moet inboezemen inaar vooral hem beschermen tegen dergelijke onmenschelijke handelingen. Bij beschikking van den Minister van Finan ciën is bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijeu hunne fune- tiën zullen uitoefenen als volgt, te wetende commies 3de klasse J. A. A. Küller, ten post kantore te 's-Hertogenboschde commies 3de kl. P. C. Van Aken, ten postkantore te Maastricht. Z. M. heeft aan de heeren J. Terlaak en W. N. Van Rest, met ingang van 1 Januari 1871, eervol ontslag verleend uit hunne betrekkingen, eerstgenoemden van adjunct-commies en laatst genoemden van eersten klerk bij het Departe ment van Binnen). Zaken, en zulks behoudens hunne aanspraken op pens. of wachtgeld. Z. M. heeft ouder dankbetuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend aan G. A. Willich, als maj.-komui. der dd. schutterij te Deventer. Z. M. heeft aan den kapelmeester van het muziekkorps der dd. schutterij te 's-Hertogen- bosch H. Bouman, als zoodanig de personeele rang verleend van 2den luit. bij die schutterij. DE PERIODIEKE PERS. De Soerabaiasche Courant behelst het volgend schrijven uit Pontiauak Zij, die vernteenen, dat de handel in menschen behoort tot het verledene, verkeeien in eene schromelijke dwaling: onlangs verscheen hier ter buitenreede een schoener, bevracht niet 800 slaveu en slavinnen van Boegineeschen landaard, waar schijnlijk afkomstig van de kust van Celebes, van een dier zoogenaamde onaf hankelijke rijkjes, welke lieden door den Vorst schijnen verkocht te worden even als zooveel stuks vee. Ben ik wel ingelicht dan figureert in dezen handel als tus- schenpersoon een liadjie dezer plaats, door wiens i invloedrijke tusscheukomst die menschen van de hand worden gezet, onder welke benaming is j mij een raadsel. Werden zij toch als slaven hier j ingevoerd dan toch zou Pontianak's bestuur zich daartegen verzetteu. M ie weet of men die men- scheu niet doet doorgaan onder den naam van landverhuizers dan wel van pandelingen. Het vreeselijke echter der zaak is, dat onder die lieden, als haringen opeengepakt in den schoe Dc zesde Decemberde geboortedag van wij len Koning Willem II, geelt het Dagblad van Zuid' Holland aanleiding om den toestand van Neder land na te gaan, sedert deze „geliefde en ridder lijke vorst" ons de Grondwet schonk. Die Vorst vleidde zich door de uitvaardiging der constitutie, den band tusschen Vorst en volk op het hechlst te hebben gebonden en alle in wendige botsingen en moeilijkheden te hebben voorkomen, wegens het voortreffelijke mechanisme der nieuwe staatsregeling. Die illusie is echter niet verwezenlijkt. De toeleg, om de vruchten der Grondwetsherziening te verwerven voor éene toen nog kleine coterie, voor éene groep, geschaard om éen enkel man, door en voor vvien de geheele staatshervor ming moest heeten tot stand te zijn gekomen, is volkomen gelukt. „De Thorbeckiaansche partij heeft zich dood eenvoudig bemachtigd vau alle rechten, vrijheden en mate van invloed, die de Grondwet aan ver schillende takken van het Staatsgezag had toege kend. Zij heeft dit gedaan door twee middelen: de regeling van hel kiesrecht, zóodat het in handen moest komen vau een burgerlijke geld oligarchie; en het concentreren van de parlementaire macht in haar eminent hoofd. De hoeksteen van de Grondwet van 1848 is de ininisterieele verant woordelijkheid. Wel is waar beveelt art. 73 dat die „geregeld worde bij de wet," en is dit ook geschied, gedurende het 3jarige tijdvak (1853—56) waarin de partij niet alvermogend was. Maar prac- tisch heeft men het zoover gebracht, dat èn die woorden der Grondwet, èn de wet op de minis- terieele verantwoordelijkheid zelve als niet ge schreven zijn, en de feitelijke beteekenis van de ministrieele verantw oordelijkheid is, dat 's Konings Ministers moeten aftreden als de partij goedvindt, hun het regeeren onmogelijk te maken, en dat, zoolang de partij dit niet goedvindt, of zelve aan het roer is, zij mogen handelen zooals hun goed dunkt." „Waartoe heeft de praktijk der Grondwet, de volgzaamheid der Kamer, de lichtgeloovigheid der natie, de wegcijfering van de Koninklijke macht, waartoe heet dit alles ons nu geleid Dan is het ant woord: tot stilstand van het geheele raderwerk, tot onvermogen om voort te regeeren. „Dit is nu de uitkomst van den tot heden ge- voigden weg! Zal het nieuwe Ministerie door de nu nog steeds voortdurende pogingen tot stand komenZal het den toestand verbeteren? Wij weten het niet; maar zoo het een waarheid is: „In 't verleden ligt het heden," dan is van eene Ministrieele combinatie, door de heeren Fock en Brocx tot stand gebracht, weinig te verwachten. „Zij zoude eene voortzetting van het Kabinet- Thorbecke zijnmiddelmatigheid en volgzaamheid de eerste vereischten om op eene parlementaire meerderheid te hopen. „Nog is er tweeërlei redmiddel, evenals wij reeds eene maand geleden zeidener trede óf een geavanceerd-radicaal ót een goed conservatief Ministerie op, en de census worde krachtig uit gebreid. „In beide gevallen komt er nieuw bloed in het Staatslichaam. Er is evenwel in de twee mid delen dit verschil, dat in 't eerste geval Neder land binnen weinige jaren kans heeft een repu bliek te worden, in het tweede, een monarchie blijft." De inwendige aangelegenheden van Duitsch- land, n. 1. het grondvesten van een nieuwen Staatsvorm, den nieuwen Duitschen bond, maken het onderwerp uit van de jongste buitenlandsche beschouwing van Prof. Quack in de Nieuwe Rol- terdamsche Courant. Voor zoover meu de gebeurte nissen van den dag waarneemt, kwam men thans reeds een blik slaan in de werkplaats waar h< t groote kunststuk, het gewichtige vraagstuk der Duitsche eenheid wordt gevormd en voltooid. Het eerste stadium is in 1866 doorloop,en, toen de Noord-Duitsche Bond werd gesticht. Wij beleven thans op dit oogenblik het tweede tijdperk van het werk; een derde periode zal later moeten volgen, wanneer rle in 187U opge richte nieuwe Duitsche Bond zich zal moeten verstaan met het Duitschland van Oostenrijk. De schr. gaat het tweede stadium in hoofdtrek ken na, zooals zich dat voor onze dagen omvouwt. Het tot stand komen van dien nieuwen Duit schen Bond is een groote vooruitgang voor de po litieke ontwikkeling van Duitschland, maar wil hij heilzaam werken, dan moet hij iets anders zijn dan de constitutie in 1366 verkregen. Het specifiek Pruisen moet dan niet gelijk daarin het overwicht vormen. Niet de Pruissomanie van Von Bismarck maar het stelsel van den „vrijheer von Stem, moet ge volgd worden. Deze gaf, zonder Pruiaeus roeping te miskennen aan Duitschland een eigen Duitscii programma „een programma waarbij alles werd gegrondvest op zelfstandige vrijheid, op ontwik keling van alle deeleu en op verwijdering van privileges." Hij teekende een toekomst, waarbij waarlijk niet alle heil werd gezocht in de legerorganisatie en ceutralisatie." Bismarck daarentegen is van een geheel ander systeem Duitschland moet geheel Pruisisch wor den Pruisens centralisatie moet in het geheele j rijk zegevieren. Zou Von Bismarck van dat programma (van j 1866) afwijken? 1 v j Uit .Ie openingsrede blijkt het maar al te zeer I van neen; maar dan is liet ook voor Duitschland geraden „een beslissende keuze te doen tusschen haar twee groote politieke figuren, tusschen Vou Bismarck en Von Stein. Een programma tegenover programma gesteld gelooveu wij niet dat Von Bismarck dan op den duur de zege in Duitschland zelf zou wegdragen. Pruisen moet wijken als Duitschland de plaats wil innemen." In zijn tweede artikel over „Interventie en internationale politie" eindigt het Vaderland zijn studie over het ontstaan, wezen en de wer king van het Heilig Verbond aldus. „Met de laatste interventie van Frankrijk, het verbond vertegenwoordigdende in Spanje hielden' de vorstcncongressen op, en de zoo strenge eu consequente toepassing van het recht van inter ventie van den eenen staat in de binnenlandsclie aangelegenheden van een anderen ten voordeele der reactionaire begrippen, nam in Europa een einde. De mogendheden bepaalden zich waar 't non. dig was, elkander te dienen van raadgevingen en opmerkingen, die in het oog gehouden of in den wind geslagen werden, al uaar de raad di n geradene gepast eu bruikbaar scheen." Onder dc leus Acht uwen vijand nooit te licht," vestigen Eenige goedgezinde liberalen in Nederland, in een ingezonden stuk van het Noorden, de aan dacht er op, dat de zwakke conservatieve partij in Nederlaud beproeft thans een verbond te slui ten met de clerikaleu, de ultramontanen, de Jc- zuïten, de hofclique en het militaire element, uit jonkers en baronnen bestaande. Dit verbond zal wellicht spoedig gesloten worden en gelukt hun „vast beraamd" en goed overlegd" plan, dan wordt het volk, de schatkist, het geweten en de koloniën met overheersciiing bèdreigd. Die goedgezinde liberalen," die zich tevens prac lici" noemen oordeelen, dat het meer dan tijd wordt onderling ook een vaster verbond te sluiten. Het komt hen voor, letteude op de teekentn des tijds, dat het noodig zoude zijn, dat al de redacteuren van de liberale bladen in Nederland zich van tijd tot tijd vereenigdeu, zooals zulks bij onze naburen geregeld plaats vindt. Een dracht maakt macht. De stad Utrecht kwam hun voor, daartoe een zeer gelegen punt te zijn. Zij noodigen dus de heeren redacteuren uit. om op Maandag 12 Dec. 1S7U een eerste bijeen komst te houden, des middags ten 12 ure, ten huize van den heer Veerkamp op het Vrêeburg te Utrecht. De heeren redacteuren, directeuren of uitge vers worden verzocht ten blijk van adhaesie, een biljet, correspondentie- of visite kaart franco te willen toezenden voor of op den lOden Dec. aan den heer Beijers, boekhanuelaar op de Neude te Utrecht. Roode Iiruis van hier vertrekken onder de leidii, van de heer en mevrouw Merkus en ür. Di mortier. De naaste bestemming is Bordeaux van daar naar Orleans. Bkicllu, 6 Dec. De raad dezer gemeente heel besloten om op de begrooting van 1871 de po» voor publieke vermakelijkheden met ƒ200 te vet hoogeri, voor uitgaven ter gelegenheid van dei j feestdag op I April 1872, op welke het 300jare j geleden zal zijn dat „Alva zijn bril verloor. Reeds is het initiatief genomen lot het benoeuiei van eeu regelings-commissie. Zwolle, C December. Door den gemeentel alhier, is ter vervanging van den lieer D. S. A Naber, die tot hoogleeraar te Amsterdam is 1* noemd, en derwaarts vertrokken, als lid de I plaatselijke schoolcommissie benoemd, Dr. P. i Hubrechts, dir. der Rijks Hoogere Burgersclioo In den loop der vorige week werd het velt rundvee in deze omstreken, bijna tot alle prijze die gevraagd werden, door een aantal buiten landsche kooplieden en commissionairs opgekoch Het moest direct afgeleverd en over de Duitscli j grenzen verzonden worden. Volgens gerucht diet het zoo duur opgekochte vee, tot voeding ran lit Duitsche leger. Gkoningïn, 6 December. Als bewijs dat mei hier de emancipatie der vrouw zeer in de hae; werkt, berichten wij, dat het bestuur van Sociëteit van handwerkslieden besloten heeft, on in eene vergadering, in Januari te houden, oo de vrouwen der arbeiders toe te laten j zoodoeude den lust voor het schoone en yoeJ ook bij haar op te wekken. liet landhuishoudkundig congres, in 181 te houden, zal worden geopend op den eerste dag van Juni en op den lsten Juli worden sloten. Reeds is eene commissie benoemd vtyj de regeling vau de expositie der landbouwweri tuigen JIherenveen, 6 December. Sedert 42 jaren besta alhier eene fonds tot ouderlingen bijstand, d iaui zeer heilzaam werkt en aan menigeen hulp steun verstrekt. De jaarsvergadering heeft nu oo wederom plaats gehad en het verslag van den boel houder kan weder op zeer voldoende uitkomsti wijzen. De toetreding van niettrekkende lede blijft natuurlijk in het belang der zaak wenschelij! Dalfsen, 6 Dec. Door de gevallen sneeuw bijkomende vorst ondervindt de scheepvaart de kanalen reeds eenige vertraging; onze rivie daarentegen is nog goed bevaarbaar, dat voorde handel vau groot belang is, daar aan de hall Dalfsen geen vrachtgoederen geladen kunnen m den, en slechts alléén voor passagiers vervo dienstig is. Ruinekwold, 6 December. De heeren Get eu Broekhuizen, zijn van hier afgevaardigd e den Minister van Binnenl. Zaken nader bekeo te maken met het hoog belang van de uitvoerir. der straatwegplannen in die streken, ten eind van Rijkswege aanvulling te verkrijgen van daarvoor reeds verleende prov. subsidie. Het Bildt, 6 December. St.-Anna en Vrouw Parochie hebben sinds lang geen predikst omdat er landeigenaars zijn, die weigeren hu bijdragen te leveren voor het tractement. D heer v. Eysinga heeft in der tijd in de Eersl Kamer gevraagd, of de Staat die landeigenaar niet kan dwingen aan hun verplichtingen voldoen. De minister antwoordde toen, dat i taak onderzocht zou worden. En nu is onlan aan kerkvoogden een brief van den minister zonden, waarin deze verklaart dat van Staatswej niets kan gedaan worden, dat kerkvoogden zelv een minnelijke schikking moeten bewerken, een proces voeren, dat, wanneer het door de Staat werd ingesteld, zeer geringe kans op slage zou hebben. Axel, 6 December. Voor eenige dagen had aa het station Sluiskil van den ijzeren weg Nei zenGeut het volgende ongeval plaats. Een lau bouwer had bij het lossen van zijn wagen zijt paarden afgepannen; een der paarden wordt 1 het vertrek der trein schichtig, springt over de afsluitingsboom op de rails, zoodat het dier e< eind door de locomotief wordt medegesleept t er zoodanig tusschen beklemd raakte, dat me het geheel in stukken moest hakken, ten eiml den trein te doen vertrekken. Breda, 6 December. Den 23,le° dezer zal alhi de aanbesteding plaats hebben van het sloopt van een ander gedeelte der gewezen vestingive ken. De Lunet Coehooru, de Haagpoort, de Cou tine, Prins-Holland en Bulow en de Poten k over Leugenaar zullen in het barre seizoen aan vele arbeid en brood geven. BIjVNENLAND. Amsterdam, 6 December. Gedurende de maand November is van het kosthuis N°. 1, korte Leid- sclie Dwarsstraat het volgende gebruikgemaakt; ontbijt 73, middagmaal 3750, avondeten 598, lo gement 532 personen. 's-Gravbniiage, 6 December. Naar men verneemt zal dezer dagen weder een expeditie van het jongste ote beti De batterij veld-artillerie, die te Zeist e We de aan kde Bildt ingekwartierd is, zal, uithoofde te Utrecht gebrek aan stalling is naar hier vvoi den overgeplaatst. Boxtel, 6 Dec. Door het personeel vnn -VVVJI V O LI UI aanleg van staatsspoorwegen van de lijn Bommel- groot Boxtel werd aan den heer sectie-ingenieur N. Nierstrasz, bij het verlaten van de dienst staatsspoorwegen en het weder in dienst trede bij de genie eeu souvenir aangeboden, bestaan in twee prachtige Engelsche platen sierlijk gei irdende cadreerd en een album bevattende de portret? 'arschijn dier heeren. zullen h eiti dil :bel «ei wei ,bü: ma< Sp tel poet dei uil von ek ve ieksi vot jut ijn c ove lede een tschi died ziji vat ngen ve: iren u 5 bui te mem, dien: inleic me boek m< leid, l'g ja ewee iv. II den hij ing. harte tefd. lie to zn i ziel fzmie, iom p eid hi liever iever zooli tste p zrdom oing aat. Ho er goi ngst ti uitkon :n stern ijs, da net aol fat hei ie Katl karak Jaej eekend rden, i voor lienstig Leun, ver is veriget uitgev 't Bot e koope •eidbn, I i ukkige epen in zeer i Het nauwer Duitse! ntes, Cl :t uitzon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2