De Minister van Oorlog heeft zijne tevreden
heid betuigd aan den lsten luit. G. N. De Wendt,
van het Sste reg. inf., wegens de wijze aarop
hij, onder de leiding van den kommaodant in de
8ste stelling der genie, de werkzaamheden be
stuurd heeft bij den aanleg van het aardewerk
op den Kwakkenherg in de steil in bij Nijmegen.
den niuj. J. M. A. Van Hellenberg Hubar; bij
het wapen der kav., 2de reg. huss., aan den ritm.
M. G. Matthes, instruct, bij het korps en aan Sen
ritm. S. J. Von Hugnenin, instruct, bij de rijschool
bij het wapen der art. staf, aan de kapt. C. E. A.
Vigelius, chef der pyloteclinische werkplaatsen,
en M. C. F. Simon, werkzaam bij de kon. mil.
ak. 2de reg. vest.-art., aan den kapt. instruct. J.
G. C. Van Dijk; 3de reg. vest.-art.. aan den kapt.
R. C. Van Onselen; bij het korps ing. min. en
sapp., aan den kapt. A. J. Van Prehu, thans op
non-activiteit.
Dat van XV in XX: bij het pers. der milit.
adm., aan den onderint. der 2de kl. J. W. Muller,
toegev. aan den intend, in de 3de milit. afd.; bij
het pers. van de geneesk. dienst der landm. aan
de ofïic. van gez. der 1ste kl. .T. M. Engelhart, P.
Groeneboom en B. C. L. A. De Ruiter, alsmede
aan deri offic. van gez. der 2de kl. L. J. Duinont
allen van dat pers.; bij bet wapen der inf. staf,
aan de kapits. H. H. Dommers, adj. bij de kon.
Mil. acad., en A. Pompe, bij evengemelde inr.
werkz.; 3ste reg. aan den kap. kwart. J. P. Kos
ter en aan den kap. J. R. Steimnetz; 3de reg.
aan don kap. W. tl. Doorman; 4de reg. aan den
kap. A. Tuckermann en C. L. Walther; 5de reg.
aan den kap. kwart. J. E. Mulder.
De minister heeft verder het onderscheidingst.
voor XV jaren Ned. dienst als offic. toegek.; bij
den gen staf aan den kap. \V. K. L. v. Helden,
adj. chef van den staf en waarn. adj. in de 1ste
mil. afd.; bij de kon. mil. acad. aan den lsten luit.
adm. van kleed, en wapen. J. J. A. van der Weg;
bij het pers. van den gen. dienst der landm. aan
de offic. van gez. der 1ste kl. J. Hellendoorn en
J. Baum, beiden van dat pers. bij het wapen der
inf. aan de kap. L. J. B. Verschoor, J. W. L.
Kamps en A. J. Den Exter van den Brink, allen 1
thans op non-act.; staf, aan den kap. kwart. J.
M. .Janssen, werkz. bij het Dep: van oorlog; reg.
gren. jag., aan de offic. van gez. 2de kl. J. H.
Geritis en C. C. Vigelius; 1ste reg. aan den kap. j
E. F. Kempers, E. J. L. Menter en G. P. P. baron 1
Creutz; 2de reg. aan de kap. W. Vleijsman, H.
F. Borel en A. J. Thijssens; 3de reg. aan den kap.
J. C. Valter, H. v. d. Bosch en A. J. F. van der
Groeven; 4de reg., aan de kap. tl.J.G.Furstner
en F. K. tl. G. Diemont; 5de reg., aan de kap.
J. C. Hartveldt en A. M. v. Rouvray v. Nieu-
waal; 6de reg., aan de kap.-adm. van kleed, en
wapen. J, I-lilberg, alsmede aan de kap. Jhr. F.
v. Spengler, Jhr. L. D. Meijer en J. Huijgens;
7de reg., aan den kap.-kwart. H. C. v. Erp Taal
man Kip; aan den offic. van gez. der 2de kl. J.
W. Kipp, alsmede aan den kap. G. L. Brunings
en S. baron van Lijnden; Sste reg. aan de kap.
J. E. Simon en G. J. Hofstede Crull; inslr, bataill.
aan den kap.-kwartm. C. L. E. C. Westerbaen
Schmiddt; bij het wapen der kav., 1ste reg. huz.
aan den ridm. instr. E. v. Wickevoort Cromme-
lin; 2de reg. huz., aan den kap.-kwart. C. W.
v. Engelen en aan den offic. van gez. der 1ste
kl. C. H. P. Klamberg; 3de reg. huz., aan den
ridm. C. A. L. Breeder a Brandis; 4de reg. huz.
aan den offic. van gez. der 2de kl. J. v. Dorsten
en aan den ritm. Jhr. W. v. Loonbij liet wapen
der art., staf, aan den kap. R. Verschoor, onderdir.
van het wapendep. te Dordrecht; reg. veld art., aan
den kap. H. M. Steenberghe, G.Knoote, D. H. Crom-
hout, Jhr. W. F. G. A. v. Pestel en J. A. v. Otterloo;
1ste reg. vest. art. aan de kap. Jhr. W. A. Alting
von Geusau en H. VV. van Marle; 2de reg. vest.
art. aan den kap. C. L. Doorman; 3de reg. vest.
art. aan de kap. W. Beijerinck en P. B. Koek
bij het korps, ing. min. en sapp., aan den kap.
J. F. Beijen, thans op non-act.; bataill. min. en
sapp., aan den kap. F. 11. Amptjen bij het wapen
der kon. maréch., aan den lsten luit. J. Den
Haan, van de divisie marech. van Noordbrabaut
eu Zeeland.
ner, de pokziekte was uitgebroken en wel in
een zeer herigen graad. Men kan nagaan hoe
liet met de verpleging gesteld moet geweest zijn,
bij gebrek aan ruimte, verschoouing, kortom to
taal van alles.
De Kapoeas, hier ter reede, kreeg het bevel
dien schoener zoo spoedig doenlijk van de bui-
tenreede te verwijderen, daar men natuurlijk
beducht was die zoo gevreesde ziekte zich ter
plaatse zou nestelen.
Die maatregel echter kwam reeds te laat want
uit de verklaring van den gezagvoerder des
schoeners zou gebleken zijn dat circa tweehon
derd dier lieden aan wal gegaan waren ter be
devaart naar Batoe Layangeene kleine kampong,
aan den oever der Kapoeas-rivier gelegen, om
streeks een half uur stoomens van Pontianak
verwijderd, alwaar een begraafplaats is der Ma-
leiers, welke in zekeren reuk van heiligheid staat
bij het Boegineesche ras, zoodat zoowel mannen
als vrouwen derwaarts gaan otn op dc graven
der afgeslorvenen te offeren en te bidden.
Die lieden vonden voorzeker de verblijfplaats
aldaar vrij wat aangenamer dan op den verpes
ten schoener, ten minsse men verwachtte hen te
vergeefs terug, zoodat de Kapoeas, zonder hen>
met den schoener op sleeptouw, koers nam naar
het onbewoonde eiland Poeloe Kebong, schuins
tegenover Singakfawang gelegen en 8 a 9 uren
stoomens van de bnitenreede van Pontianak.
liet vaartuig, dat nog een 500 dier ongelukkige
wezens aan boord had, werd toen onder de vei
lige hoede gesteld eener kruisboot.
Wat er van die menschen moet worden zon
der geneesheer, zonder eenige verpleging hoege
naamd, met die besmettelijke ziekte aan boord,
ie niet twijfelachtig.
Zij zullen suecessivelijk der vraatzuchtige haaien
tot voedsel verstrekken, indien de Voorzienigheid
niet beter voor hen zorgt dan het plaatselijk be
stuur alhier.
In hoeverre hier gehandeld is volgens plicht
en de voorschriften der menschlievendheid laat
ik ter beoordeeling over van den lezer, die met
mij verbaasd zal staan dat zoo iets kan plaats
grijpen waar de Nederlandsche vlag wappert en
dus den inboorling het noodige vertrouwen moet
inboezemen inaar vooral hem beschermen tegen
dergelijke onmenschelijke handelingen.
Bij beschikking van den Minister van Finan
ciën is bepaald dat de navolgende ambtenaren
bij de administratie der posterijeu hunne fune-
tiën zullen uitoefenen als volgt, te wetende
commies 3de klasse J. A. A. Küller, ten post
kantore te 's-Hertogenboschde commies 3de kl.
P. C. Van Aken, ten postkantore te Maastricht.
Z. M. heeft aan de heeren J. Terlaak en W.
N. Van Rest, met ingang van 1 Januari 1871,
eervol ontslag verleend uit hunne betrekkingen,
eerstgenoemden van adjunct-commies en laatst
genoemden van eersten klerk bij het Departe
ment van Binnen). Zaken, en zulks behoudens
hunne aanspraken op pens. of wachtgeld.
Z. M. heeft ouder dankbetuiging voor de door
hem als zoodanig bewezen diensten, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend aan G. A. Willich,
als maj.-komui. der dd. schutterij te Deventer.
Z. M. heeft aan den kapelmeester van het
muziekkorps der dd. schutterij te 's-Hertogen-
bosch H. Bouman, als zoodanig de personeele
rang verleend van 2den luit. bij die schutterij.
DE PERIODIEKE PERS.
De Soerabaiasche Courant behelst het volgend
schrijven uit Pontiauak
Zij, die vernteenen, dat de handel in menschen
behoort tot het verledene, verkeeien in eene
schromelijke dwaling: onlangs verscheen hier ter
buitenreede een schoener, bevracht niet 800 slaveu
en slavinnen van Boegineeschen landaard, waar
schijnlijk afkomstig van de kust van Celebes,
van een dier zoogenaamde onaf hankelijke rijkjes,
welke lieden door den Vorst schijnen verkocht
te worden even als zooveel stuks vee. Ben ik wel
ingelicht dan figureert in dezen handel als tus-
schenpersoon een liadjie dezer plaats, door wiens i
invloedrijke tusscheukomst die menschen van de
hand worden gezet, onder welke benaming is j
mij een raadsel. Werden zij toch als slaven hier j
ingevoerd dan toch zou Pontianak's bestuur zich
daartegen verzetteu. M ie weet of men die men-
scheu niet doet doorgaan onder den naam van
landverhuizers dan wel van pandelingen.
Het vreeselijke echter der zaak is, dat onder
die lieden, als haringen opeengepakt in den schoe
Dc zesde Decemberde geboortedag van wij
len Koning Willem II, geelt het Dagblad van Zuid'
Holland aanleiding om den toestand van Neder
land na te gaan, sedert deze „geliefde en ridder
lijke vorst" ons de Grondwet schonk.
Die Vorst vleidde zich door de uitvaardiging
der constitutie, den band tusschen Vorst en volk
op het hechlst te hebben gebonden en alle in
wendige botsingen en moeilijkheden te hebben
voorkomen, wegens het voortreffelijke mechanisme
der nieuwe staatsregeling.
Die illusie is echter niet verwezenlijkt. De
toeleg, om de vruchten der Grondwetsherziening
te verwerven voor éene toen nog kleine coterie,
voor éene groep, geschaard om éen enkel man,
door en voor vvien de geheele staatshervor
ming moest heeten tot stand te zijn gekomen, is
volkomen gelukt.
„De Thorbeckiaansche partij heeft zich dood
eenvoudig bemachtigd vau alle rechten, vrijheden
en mate van invloed, die de Grondwet aan ver
schillende takken van het Staatsgezag had toege
kend. Zij heeft dit gedaan door twee middelen:
de regeling van hel kiesrecht, zóodat het in handen
moest komen vau een burgerlijke geld oligarchie;
en het concentreren van de parlementaire macht
in haar eminent hoofd. De hoeksteen van de
Grondwet van 1848 is de ininisterieele verant
woordelijkheid. Wel is waar beveelt art. 73 dat
die „geregeld worde bij de wet," en is dit ook
geschied, gedurende het 3jarige tijdvak (1853—56)
waarin de partij niet alvermogend was. Maar prac-
tisch heeft men het zoover gebracht, dat èn die
woorden der Grondwet, èn de wet op de minis-
terieele verantwoordelijkheid zelve als niet ge
schreven zijn, en de feitelijke beteekenis van de
ministrieele verantw oordelijkheid is, dat 's Konings
Ministers moeten aftreden als de partij goedvindt,
hun het regeeren onmogelijk te maken, en dat,
zoolang de partij dit niet goedvindt, of zelve aan
het roer is, zij mogen handelen zooals hun goed
dunkt."
„Waartoe heeft de praktijk der Grondwet, de
volgzaamheid der Kamer, de lichtgeloovigheid der
natie, de wegcijfering van de Koninklijke macht,
waartoe heet dit alles ons nu geleid Dan is het ant
woord: tot stilstand van het geheele raderwerk,
tot onvermogen om voort te regeeren.
„Dit is nu de uitkomst van den tot heden ge-
voigden weg! Zal het nieuwe Ministerie door de
nu nog steeds voortdurende pogingen tot stand
komenZal het den toestand verbeteren? Wij
weten het niet; maar zoo het een waarheid is:
„In 't verleden ligt het heden," dan is van eene
Ministrieele combinatie, door de heeren Fock en
Brocx tot stand gebracht, weinig te verwachten.
„Zij zoude eene voortzetting van het Kabinet-
Thorbecke zijnmiddelmatigheid en volgzaamheid
de eerste vereischten om op eene parlementaire
meerderheid te hopen.
„Nog is er tweeërlei redmiddel, evenals wij
reeds eene maand geleden zeidener trede óf
een geavanceerd-radicaal ót een goed conservatief
Ministerie op, en de census worde krachtig uit
gebreid.
„In beide gevallen komt er nieuw bloed in
het Staatslichaam. Er is evenwel in de twee mid
delen dit verschil, dat in 't eerste geval Neder
land binnen weinige jaren kans heeft een repu
bliek te worden, in het tweede, een monarchie
blijft."
De inwendige aangelegenheden van Duitsch-
land, n. 1. het grondvesten van een nieuwen
Staatsvorm, den nieuwen Duitschen bond, maken
het onderwerp uit van de jongste buitenlandsche
beschouwing van Prof. Quack in de Nieuwe Rol-
terdamsche Courant. Voor zoover meu de gebeurte
nissen van den dag waarneemt, kwam men thans
reeds een blik slaan in de werkplaats waar h< t
groote kunststuk, het gewichtige vraagstuk der
Duitsche eenheid wordt gevormd en voltooid. Het
eerste stadium is in 1866 doorloop,en, toen de
Noord-Duitsche Bond werd gesticht.
Wij beleven thans op dit oogenblik het tweede
tijdperk van het werk; een derde periode zal
later moeten volgen, wanneer rle in 187U opge
richte nieuwe Duitsche Bond zich zal moeten
verstaan met het Duitschland van Oostenrijk.
De schr. gaat het tweede stadium in hoofdtrek
ken na, zooals zich dat voor onze dagen omvouwt.
Het tot stand komen van dien nieuwen Duit
schen Bond is een groote vooruitgang voor de po
litieke ontwikkeling van Duitschland, maar wil
hij heilzaam werken, dan moet hij iets anders
zijn dan de constitutie in 1366 verkregen. Het
specifiek Pruisen moet dan niet gelijk daarin het
overwicht vormen.
Niet de Pruissomanie van Von Bismarck maar
het stelsel van den „vrijheer von Stem, moet ge
volgd worden. Deze gaf, zonder Pruiaeus roeping
te miskennen aan Duitschland een eigen Duitscii
programma „een programma waarbij alles werd
gegrondvest op zelfstandige vrijheid, op ontwik
keling van alle deeleu en op verwijdering van
privileges."
Hij teekende een toekomst, waarbij waarlijk
niet alle heil werd gezocht in de legerorganisatie
en ceutralisatie."
Bismarck daarentegen is van een geheel ander
systeem Duitschland moet geheel Pruisisch wor
den Pruisens centralisatie moet in het geheele
j rijk zegevieren.
Zou Von Bismarck van dat programma (van
j 1866) afwijken? 1 v
j Uit .Ie openingsrede blijkt het maar al te zeer
I van neen; maar dan is liet ook voor Duitschland
geraden „een beslissende keuze te doen tusschen
haar twee groote politieke figuren, tusschen Vou
Bismarck en Von Stein.
Een programma tegenover programma gesteld
gelooveu wij niet dat Von Bismarck dan op den
duur de zege in Duitschland zelf zou wegdragen.
Pruisen moet wijken als Duitschland de plaats
wil innemen."
In zijn tweede artikel over „Interventie
en internationale politie" eindigt het Vaderland
zijn studie over het ontstaan, wezen en de wer
king van het Heilig Verbond aldus.
„Met de laatste interventie van Frankrijk, het
verbond vertegenwoordigdende in Spanje hielden'
de vorstcncongressen op, en de zoo strenge eu
consequente toepassing van het recht van inter
ventie van den eenen staat in de binnenlandsclie
aangelegenheden van een anderen ten voordeele
der reactionaire begrippen, nam in Europa een
einde.
De mogendheden bepaalden zich waar 't non.
dig was, elkander te dienen van raadgevingen
en opmerkingen, die in het oog gehouden of in
den wind geslagen werden, al uaar de raad di n
geradene gepast eu bruikbaar scheen."
Onder dc leus Acht uwen vijand nooit te licht,"
vestigen Eenige goedgezinde liberalen in Nederland,
in een ingezonden stuk van het Noorden, de aan
dacht er op, dat de zwakke conservatieve partij
in Nederlaud beproeft thans een verbond te slui
ten met de clerikaleu, de ultramontanen, de Jc-
zuïten, de hofclique en het militaire element, uit
jonkers en baronnen bestaande. Dit verbond
zal wellicht spoedig gesloten worden en gelukt
hun „vast beraamd" en goed overlegd" plan, dan
wordt het volk, de schatkist, het geweten en de
koloniën met overheersciiing bèdreigd.
Die goedgezinde liberalen," die zich tevens prac
lici" noemen oordeelen, dat het meer dan tijd
wordt onderling ook een vaster verbond te sluiten.
Het komt hen voor, letteude op de teekentn
des tijds, dat het noodig zoude zijn, dat al de
redacteuren van de liberale bladen in Nederland
zich van tijd tot tijd vereenigdeu, zooals zulks
bij onze naburen geregeld plaats vindt. Een
dracht maakt macht. De stad Utrecht kwam hun
voor, daartoe een zeer gelegen punt te zijn.
Zij noodigen dus de heeren redacteuren uit.
om op Maandag 12 Dec. 1S7U een eerste bijeen
komst te houden, des middags ten 12 ure, ten
huize van den heer Veerkamp op het Vrêeburg
te Utrecht.
De heeren redacteuren, directeuren of uitge
vers worden verzocht ten blijk van adhaesie, een
biljet, correspondentie- of visite kaart franco te
willen toezenden voor of op den lOden Dec. aan
den heer Beijers, boekhanuelaar op de Neude te
Utrecht.
Roode Iiruis van hier vertrekken onder de leidii,
van de heer en mevrouw Merkus en ür. Di
mortier. De naaste bestemming is Bordeaux
van daar naar Orleans.
Bkicllu, 6 Dec. De raad dezer gemeente heel
besloten om op de begrooting van 1871 de po»
voor publieke vermakelijkheden met ƒ200 te vet
hoogeri, voor uitgaven ter gelegenheid van dei
j feestdag op I April 1872, op welke het 300jare
j geleden zal zijn dat „Alva zijn bril verloor.
Reeds is het initiatief genomen lot het benoeuiei
van eeu regelings-commissie.
Zwolle, C December. Door den gemeentel
alhier, is ter vervanging van den lieer D. S. A
Naber, die tot hoogleeraar te Amsterdam is 1*
noemd, en derwaarts vertrokken, als lid de
I plaatselijke schoolcommissie benoemd, Dr. P.
i Hubrechts, dir. der Rijks Hoogere Burgersclioo
In den loop der vorige week werd het velt
rundvee in deze omstreken, bijna tot alle prijze
die gevraagd werden, door een aantal buiten
landsche kooplieden en commissionairs opgekoch
Het moest direct afgeleverd en over de Duitscli
j grenzen verzonden worden. Volgens gerucht diet
het zoo duur opgekochte vee, tot voeding ran lit
Duitsche leger.
Gkoningïn, 6 December. Als bewijs dat mei
hier de emancipatie der vrouw zeer in de hae;
werkt, berichten wij, dat het bestuur van
Sociëteit van handwerkslieden besloten heeft, on
in eene vergadering, in Januari te houden, oo
de vrouwen der arbeiders toe te laten
j zoodoeude den lust voor het schoone en yoeJ
ook bij haar op te wekken.
liet landhuishoudkundig congres, in 181
te houden, zal worden geopend op den eerste
dag van Juni en op den lsten Juli worden
sloten. Reeds is eene commissie benoemd vtyj
de regeling vau de expositie der landbouwweri
tuigen
JIherenveen, 6 December. Sedert 42 jaren besta
alhier eene fonds tot ouderlingen bijstand, d iaui
zeer heilzaam werkt en aan menigeen hulp
steun verstrekt. De jaarsvergadering heeft nu oo
wederom plaats gehad en het verslag van den boel
houder kan weder op zeer voldoende uitkomsti
wijzen. De toetreding van niettrekkende lede
blijft natuurlijk in het belang der zaak wenschelij!
Dalfsen, 6 Dec. Door de gevallen sneeuw
bijkomende vorst ondervindt de scheepvaart
de kanalen reeds eenige vertraging; onze rivie
daarentegen is nog goed bevaarbaar, dat voorde
handel vau groot belang is, daar aan de hall
Dalfsen geen vrachtgoederen geladen kunnen m
den, en slechts alléén voor passagiers vervo
dienstig is.
Ruinekwold, 6 December. De heeren Get
eu Broekhuizen, zijn van hier afgevaardigd e
den Minister van Binnenl. Zaken nader bekeo
te maken met het hoog belang van de uitvoerir.
der straatwegplannen in die streken, ten eind
van Rijkswege aanvulling te verkrijgen van
daarvoor reeds verleende prov. subsidie.
Het Bildt, 6 December. St.-Anna en Vrouw
Parochie hebben sinds lang geen predikst
omdat er landeigenaars zijn, die weigeren hu
bijdragen te leveren voor het tractement. D
heer v. Eysinga heeft in der tijd in de Eersl
Kamer gevraagd, of de Staat die landeigenaar
niet kan dwingen aan hun verplichtingen
voldoen. De minister antwoordde toen, dat i
taak onderzocht zou worden. En nu is onlan
aan kerkvoogden een brief van den minister
zonden, waarin deze verklaart dat van Staatswej
niets kan gedaan worden, dat kerkvoogden zelv
een minnelijke schikking moeten bewerken,
een proces voeren, dat, wanneer het door de
Staat werd ingesteld, zeer geringe kans op slage
zou hebben.
Axel, 6 December. Voor eenige dagen had aa
het station Sluiskil van den ijzeren weg Nei
zenGeut het volgende ongeval plaats. Een lau
bouwer had bij het lossen van zijn wagen zijt
paarden afgepannen; een der paarden wordt 1
het vertrek der trein schichtig, springt over de
afsluitingsboom op de rails, zoodat het dier e<
eind door de locomotief wordt medegesleept t
er zoodanig tusschen beklemd raakte, dat me
het geheel in stukken moest hakken, ten eiml
den trein te doen vertrekken.
Breda, 6 December. Den 23,le° dezer zal alhi
de aanbesteding plaats hebben van het sloopt
van een ander gedeelte der gewezen vestingive
ken. De Lunet Coehooru, de Haagpoort, de Cou
tine, Prins-Holland en Bulow en de Poten k over
Leugenaar zullen in het barre seizoen aan vele
arbeid en brood geven.
BIjVNENLAND.
Amsterdam, 6 December. Gedurende de maand
November is van het kosthuis N°. 1, korte Leid-
sclie Dwarsstraat het volgende gebruikgemaakt;
ontbijt 73, middagmaal 3750, avondeten 598, lo
gement 532 personen.
's-Gravbniiage, 6 December. Naar men verneemt
zal dezer dagen weder een expeditie van het
jongste
ote beti
De batterij veld-artillerie, die te Zeist e We de
aan kde Bildt ingekwartierd is, zal, uithoofde
te Utrecht gebrek aan stalling is naar hier vvoi
den overgeplaatst.
Boxtel, 6 Dec. Door het personeel vnn
-VVVJI V O LI UI
aanleg van staatsspoorwegen van de lijn Bommel- groot
Boxtel werd aan den heer sectie-ingenieur N.
Nierstrasz, bij het verlaten van de dienst
staatsspoorwegen en het weder in dienst trede
bij de genie eeu souvenir aangeboden, bestaan
in twee prachtige Engelsche platen sierlijk gei irdende
cadreerd en een album bevattende de portret? 'arschijn
dier heeren. zullen
h
eiti
dil
:bel
«ei
wei
,bü:
ma<
Sp
tel
poet
dei
uil
von
ek
ve
ieksi
vot
jut
ijn c
ove
lede
een
tschi
died
ziji
vat
ngen
ve:
iren
u 5
bui te
mem,
dien:
inleic
me
boek
m<
leid,
l'g ja
ewee
iv. II
den
hij
ing.
harte
tefd.
lie to
zn i
ziel
fzmie,
iom p
eid hi
liever
iever
zooli
tste p
zrdom
oing
aat.
Ho
er goi
ngst ti
uitkon
:n stern
ijs, da
net aol
fat hei
ie Katl
karak
Jaej
eekend
rden, i
voor
lienstig
Leun,
ver is
veriget
uitgev
't Bot
e koope
•eidbn,
I i
ukkige
epen in
zeer i
Het
nauwer
Duitse!
ntes, Cl
:t uitzon