II- 3321 Woensdag 7 December. A°. 1870. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leideu per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nomrners0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DBS ADVBRTBNTIKN. Voor iedaren regel0.11. Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. lb Lelden, 6 December. De N. ft. Cl. verneemt, dat de heeren Fock en Iroxc liet hun door Z. M. opgedragen het hun door Z. sat tot vorming van een nieuw en neergelegd. man- ininiaterie heb- 11 !e in de Stads-Gelioorzaal werd Zaterdag de vierde lgemeene vergadering van onderwijzers en onder- ijzeresaen gehouden uit het district Leideu. Na lat de notulen gelezen waren door den waar- lemendeti secretaris, den heer Van de Vliet, werd vergadering geopend met het uitvoeren van :en paar zangstukken door eenige heeren en da lles uit het onderwijzend personeel van Leiden, lierop kreeg de heer Veenendaal het woord, vlagen, zeide hij, is tegenwoordig aan de orde au den dag; het is dus niets bijzonders, dat ook onderwijzers klachten aanheü'eD. Zij klagen oornamelijk over lage tractementen en over de ergelij kende examens. Naar aanleiding van een tukje iu de Wekker van 4 Nov. door den geacliten choolopzieuer De Goeje wenschte hij iets over lie examens te zeggen. Dit stukje was geschreven naar aanleiding van het vergelijkend examen ort te voren te Leiden gehouden. De heer Vee- sendaal leest daarin: //Het aantal opgekomen ollicitanten (48) was te groot om een degelijk nondeling examen af te nemen. Dit, zegt spreker eroordeelt dergelijke examens ten eenen male vant het is bewezen, dat de een beter schriftelijk ian mondeling werkt, terwijl bij een ander het gekeerde het geval is. Toch was hij in zekeren in met de examens tevreden, want zij bieden en kundigen onderwijzer de gelegenheid aan ene goede betrekking te verkrijgenhij bejammert iet echter, dat zooveel van de gemeentebesturen ifhangt, die toch uit de voorgedragene personen lezen kunnen wie ze willen. Van het denkbeeld in de Wekker geopperd, om tot de verschillende vacaturen in 3 of 4 districten, lor de betrokken schoolopzieners éen examen (ie doen afnemen, verwacht spreker geen ophef- 'fing der klachten, want in dat geval zouden de 'betrokken schoolopzieners zeer met elkander moe ien overeenstemmen en de ondervinding leert, 'Jat dit niet altijd plaats heeft. De voorzitter Prof. De Goeje heeft bij zijn schrij- Iven in de Wekker niet gedaan wat Horalius voor schrijft namelijk deideën negen jaar in portefeuille houden. Hij heeft gevoeld, dat er tegen de geop perde denkbeelden heel wat te zeggen valt; hij wil dan ook alleen verdedigen, dat de vergelij kende examens dienen otn kwade praktijkeD te voorkomen. De lieer Van Dijk acht het zeer moeielijk over vergelijkende examens te spreken. Onlangs werden te Delfshaven sommigen der sollicitanten ten 's avonds te 6 uren verzocht, den volgenden mor gen terug te komen. Te 6 uren was dus reeds al het werk nagezien, dat door 57 heeren van 's morgens 9 tot 's middags 4 uren was geleverd en waaronder voorkwam een opstel over den tegenwoordigen toestand van Nederland verklaard uit de geschiedenis sedert 1789. Spreker acht het ongepast te beweren, dat dit werk niet nauwkeurig zou nagezien zijn, alleen, hij zou het in geen geval voor zijne rekening willen nemen. Wat de knoeierijen der gemeentebesturen aan gaat, spreker meent, dat die niet zoo erg kunnen zijn. Volgens de wet kunnen hoogstens 6 personen worden voorgedragen. Jegens al de overigen kan dus niet geknoeid worden. Spreker betreurt, dat het vergelijkend examen verplichtend is voor de gemeentebesturen en dat ze niet iemand, die bij hun bekend is en alle vereischten bezit om de belangen der school te behartigen, kunnen be noemenwant door een examen mag men over iemands bekwaamheden kunnen oordeelen, zijn larakter leert men er niet door kennen en hierop moet bij den onderwijzer zeer gelet worden. Nadat de discussie over dit onderwerp gesloten was, kwam aan de orde de stelling van den heer Gouwentak: ;/Het kweekelingsysteem werkt nadeelig op onderwijs en onderwijzers." De kweekelingen, zeide spreker, worden wan neer ze van de schoolbanken komeD, gewoonlijk gebruikt om in de laagste klasse te onderwijzen en niet zelden wordt hun bij gebrek aan perso neel eene afdeeling van 5U leerlingen toevertrouwd. Het onderwijs in de laagste klasse is id eene school echter van het hoogste gewicht, want zal men een huis goed opbouwen, dan moeten de fondamenten goed gelegd zijn. Maar hoe kan men van een knaap van 14 of 15 jaren verwachten, dat hij zich bij zijn onderwijs door paedagogi- sclie gronden laat leiden? En behalve dit, voor den toekomstigen onderwijzer is het nadeelig, dat hij reeds zoo vroeg onderwijs moet geven, waut zijne spreekorganen zijn nog niet genoeg zaam ontwikkeld; als gevolg van het forceeren der stem op jeugdigen leeftijd, treft men dan ook maar zelden onderwijzers aan, die een fraaie, heldere stem bezitten. De heer Japikse kon zich niet over het kweekelingsysteem beklagen, hij had van verscheidene kweekelingen, die hij van tijd tot tijd onder zijn toezicht voor eene kleine afdeeling deed onderwijzen, uitmuntende resul. taten gezien. Den heer Gouwentak was het met den vorigen spreker eens, hij had n.ets tegen onderwijzen ouder toezicht, hij achtte het alleen gevaarlijk een geheele afdeeling aan een kwee- keling toe te vertrouwen. Nu was aan de orde: //Het onderwijs in het teekenen op de lagere school" door den heer Van der Harst. Hoewel het teekenen tot het m. u. lager onderwijs behoort, zeide spreker, wordt het ook op de lagere school onderwezen, doch de wijze van behandeling naar de methode van Witte van Citters achtte hij van weinig nut tigheid ook het nateekenen van voorheelden was van weinig belang; naar sprekers gevoelen was het 't best in de 2 of 3 hoogste klassen de methode van Dupuis aan te wenden. Daar de heer Haan- stia op zich genomen had over het Frobelteeke- nen te spreken, verkreeg deze nu het woord. Hij wilde het Frübelteekenen niet veroordeelen. Het stelt zich voor uit drie- en vierhoeken regelma tige figuren samen te stellen en dit kon naar zijn inzien veel tot vorming bijdragen; hij had echter bezwaar tegen geruit papier, dat in de methode van Witte van Citters gebruikt wordt, omdat dit den kinderen niet altijd voor de hand ligt. Hij had daarom bedacht den kinderen alleen een stukje hout in handen te geven, dat dient om afstand te bepalen. Met toestemming van zijn patroon, had hij op deze wijze eenige proe ven gedaan, waarvan de resultaten zeer bevre digend waren. In de pauze legde hij een schets der figuren, over welke hij op die wijze had doen samenstellen. Na de pauze kwam in behandeling: /De resul taten die men verkrijgt bij de op de meeste scho len gebruikelijke wijze van verbetering van schrif telijk werk, staan niet in verhouding tot den tijd en de moeite daaraan besteed" van den heer Japikse. Toen hij zijn loopbaan als hoofdonderwijzer begon, zeide spreker, nam bij het huiswerk der leerlingen ouder gewoonte steeds in handen, om het na alloop der schooltijd te corrigeeren. Daar die arbeid echter zeer tijdrooveud is en de leer lingen gewoonlijk niet anders doen, dan eens even zien, hoeveel fouten er gemaakt zijn, kwam hij er toe, na veel spreken met zijne collega's, om het werk zooveel mogelijk klassikaal te corrigeeren, in dier voege, dat iedere leerling het werk naziet van een ander. Bij deze wijze van doen bevond hij zich zeer goed. Dit onderwerp gaf aanleiding tot een zeer levendige discussie. Ten slotte was men het vrij algemeen met den heer Japikse eens; bij sommige oefeningen zooals liet maken van een opstel kon echter de klassikale methode niet toegepast worden. Vóór en na de pauze en ook na afloop dezer discussie werd de vergadering onthaald op de voordracht van een paar zangstukken. De Voorzitter bracht een woord van dank aan heeren en dames, die daartoe hadden medegewerkt en in het bijzonder aan den heer Van de Vliet, die zich met de leiding had belast, waarop de vergadering uiteen ging. Naar men verzekert zou de Minister van Justi tie tot hoofdonderwijzer in het huis van militaire detentie te Leiden, zonder voorafgaand vergelij kend examen, benoemd hebben S. Haanstra, hulponderwijzer aan eene der openbare scholen aldaar. Naar men vermeent heeft de Minister van Bin- nenlandsche Zaken, op het request der Amster- damsche pharmaceutische studenten afwijzend beschikt, om reden er geenerlei aanleiding be stond om zulks toe te staan. Tevens kregen zij bij dit antwoord de verzekering, dat de splitsing tot nu toe aan de aanstaande artsen toegestaan, ook voor goed een einde zou nemen. De Minister van Oorlog heeft goedgevonden a. te benoemen: tot kapit. der 1ste kl. de kapit. van de 2de kl. A. Suye van het reg. veld-art. F. M. Collard, van het 2de, en R. C. Van Onselen van het 3de reg. vest.-art, alsmede W. Schut, van het korps ing. min. en sapp., tot kapit. der 2de kl. de kapiteins van de 3de kl. E. A. Gelderman, van het Sste reg. inf., A. Van Kerkwijk, van den staf der art., werkzaam bij het depart, van oorlog H. Beijerman en A. Grave, van het reg. veld-art., G. D. Birnie en J. A. De Bergh, van het 1ste reg. vest.-art., en W. F. H. Van Riemsdijk, van het korps ing. min. en sapp.; tot adj. den 1ste luit. H. C. De Korte, van het 2de reg. inf. b. Op non-act. te stellen, op het daartoe door hen gedaan verzoek: den 1ste luit. J. E. W.Van der Mark, van het 1ste, en den 2de luit. H. Mer- kus Wilier van het 7de reg. inf.; den kapit. M. L. V. De Girard de Mieiet Van Coehoorn, van het reg. rijdende-art., en den kapit. J. A. W. D. Van Hasselt, van het korps ing. min. en sapp.; allen voor den tijd van éen jaar, mitsgaders den lste luit. P. G. Van der Ploeg, van het 4de reg. inf., in afwachting van nadere beschikking. c. In active dienst te herstellenbij het 8ste reg. inf., den maj. der inf. op non-act. Jbr. P. F. O. Sickinglie; bij liet reg. rijd.-art, den lste luit. der art. op non-act. Jhr. W. C. Godin de Pesters. d. Over te plaatsenvan Leiden naar Amster dam den lsten luit. F. P. J. Delfos den Doren, plaats, adj. 2de kl.; van Wierikerschaos naar Leiden: deu lsten luit. J. G. F. Wollweber, plaats, adj. 2de kl.; van Geertruidenberg naar Wierieker- schans: den lsten luit. H. C. Rijke, plaats, adj. 2de kl.bij het lste reg. inf., den kapit. J. G. Arensma van het 8ste, en den 2den luit. L. M. J. Wenniger van het 3de reg., tot dusverre gede tacheerd bij het kol. werfdepot; bij het 4de reg. iDf., den kapit. J. Lammerse van het lste, en J. C. T. C. Hackstroh van het 5de reg.bij het 5de reg. den kapit. A. G. F. De Petit van het lste reg.; bij het 6de reg. inf., den kapit. C. Van Maanen, van het 7de reg.; bij het 7de reg. inf., den kapit. P. J. J. Stoop van het 4de reg.; bij het 8ste reg. inf. den kapit. J. P. Jonxis van het 6de reg.; bij het reg. veld-art. den 2de luit. A. J. H. baron van Lijnden van het Sde rog. vest.-art.; bij het lste reg. vest.-art., den lsten luit. J. J. Meijer van het 2de reg. vest.-art.; bij het 2de reg. vest.-art., den kapit. F. H. Usener, van den staf der art., inge deeld bij de pyroteclinische school. e. Terug te plaatsen bij liet leger hier te lande bij het lste reg. inf. den kapit. J. A. De Graaff en den lsten luit. F. J. E. Cokart en L. Schneither, en bij het 4de reg. inf. den lsten luit. A. H. L. BallliDgs; allen van het wapen der infanterie en gedetacheerd geweest bij het leger in Ned. Indië. f. Eervol te ontheffen: van de functiën van chef van den staf in de lste mil. afdeelingden luit.-kol. H. E. W. Rodi de Loo, van den gen. staf, die in verband daarmede tijdelijk wordt toegevoegd aan den chef van genoemden staf in de 3de mil. af deeling, den kapit. M. F. J. Phaff, van den gen. staf, zijnde hij voorts toegevoegd aan deu dir. der militaire verkenningenvan de functiën van onder wijzer op den vvetenschappelijken cursus der on derofficieren te Maastrichtden lsten luit. L. Berk hout, van het 2de reg. inf., en zulks in verband met zijne overplaatsing naar het 7de reg. inf., en uit zijne betrekking bij de Kon. Milit. academie; den kapit. A. Baud, van het korps ing., min. cd sapp.laatstgenoemde te rekenen met 1 Sept. e. k. g. Tc bestemmentot chef van den staf in de lste mil. afdeeling: den maj. J. Schuurman, van de geu. staf; tot chef van den staf in de 3de mil. afdeeling: den maj. J. V. D. Dittlinger, van den gen. staltot adj.-chef van den staf en waarnemend adj. van den bevelhebber in de lste mil. afdeeling: den kapit. W. K. L. van Helden, toegevoegd aan den dir. der mil. verkenningen; tot onderwijzer op den wetenschappelijken cursus der onderoffic., te Maastricht: den lsten luit. W. L. de Petit van het 2de reg. inf.; tot e. a. ing. te Woerden: den kapit. ing. G. L. P. Marcella, en tot e. a. ing. te Weesp: den lsten luit.-ing. P. C. Kool, tot dusverre met die functiën belast. A. Te detacherenbij de stafschool, den lsten luit. W. Roozeboom, van het corps ing., min. en sapp.; bij de mil. verkenningen, den lste luit. D. G. baron Sloet van Zwanenburg, van liet 2de, en de 2de luits. H. A. Russer, van het 4de, en A. F. A. Huberts, van het 8ste reg. inf.; bij de art. stapel en constr. magazijnen, den 2den luit. H. B. van Maaren, van het 3de reg. vest.-art. i. Te bepalen: dat de kapit. J. F. Van Regtc- ren, van het 6de reg. inf., tot dusver gedetacheerd bij het koloniaal werfdepot, zijn korps zal rejoig- neeren. j. Werkzaam te stellen: bij de Kon. Milit. Acadc mie, met 1 September e. k., den kapit. A. J. Voor duin van het korps ingen., min. en sapp. De Minister van Oorlog heeft aan de volgende opper- hoofd- en verdore officieren, machtiging verleend, het cijfer in het vroeger aan lien uit gereikt onderscheidingsteeken voor langdurige Nederl. dienst als offic., te doen verwisselenals Dat van L in LVaan den gen.-maj. W. H. Doorman, lid van het Hoog Milit. Gerechtshof; Dat van XL in XLVaan den gen.-maj. M. D. graaf van Limburg Stirum, van liet corps iDg. min. en sap.; Dat van XXXV in XL: bij den grooten staf, aan den gen.-maj. W. K. J. baron van Dedem, bevelli. in de 2de milit. afd.; bij den plaats, stat, aan den kol. N. C. ViDkhuijzen, plaats, komm. der 2de kl. te 's-Hage; bij het personeel van den geneesk. dienst der landmacht, aan den lsten offic. van gez. der 2de kl. H. L. Wolters en aan den offic. van gez. der 2de kl. G. M. Ingenluijff, beiden van dat personeelhij het wapen der art. (staf), aan den luit.-kol. F. W. J. B. Overreilli en aan den maj. W. J. J. Verkouteren, magazijnmeesters der art. van de lste kl. respect, te Amsterdam en te Geertruidenberg; reg. veld-art, aan den kol. Jhr. A. W. A. Gevers Deynoot, komm. van liet corps; lste reg. vest.-art, aan den kol. F. A. T. Delprat, komm. van liet corps; reg. rijd. art, aan den kol. F. C. H. baron van Tuyll van Serooskerken, komm. van het corps; bij het corps ingmin. en sapp, aan den kol. Jhr. J. F. van Thije Hannes, komm. in de lste stelling der genie, en aan de luit.-kols. S. li. Mossel, chef van het bureau mat. der genie bij liet Dep. van Oorlog, H. Weltink, komm. in de 7de en E. A. Del Campo genaamd Camp, komm. in de 6de stelling der genie; bij liet wapen der kon. Maréchaussée, aan den maj. F. H. Marcella, komm. der divisie maréchaussée van Limburg. Dat van XXX in XXXVbij den prov. staf, aan den maj. W. Reiualda, prov. adj. in Gelder landbij liet personeel van den geneesk. dienst der landmacht, aan den offic. van gez. lste kl. II. Cales, van dat personeel; bij het korps ing. min. en sapp. aan den maj. S. Prince, komm. in de 2de, en F. H. Vaillant, komm. in de Sste stelling der genie. Dat van XXV in XXXbij den gen. staf, aan de luit.-kol. H. E. W. Rodi de Loo, toegevoegd aan den chef van dien staf, en II. J. Enderlein, dir. der milit. verkenningen, alsmede aan den maj. J. Schuurman, chef van den staf in de lste milit. afd.; bij den plaats, slaf, aan den maj. G. H. Van Hoeften, plaats, komm. van de 3de kl. te Arnhem; bij het pers. van den geneesk. dienst der landmacht, aan den lste offic. van gez. der Isle kl. J. H. Van den Broek, en aan de offic. van gez. der lste kl. J. Van Breda Kolff en .1. R. De Brouwer, allen van dat pers.; bij liet wa pen der inf, aan den maj. F. A. 1'. E. De Tour- ton Bruyns, van dat wapen, thans op non-act. 5de reg, aan den maj. C. M. H. Pel; 7de reg, aan den maj. J. Schraver; bij het wapen der art. aan den kapit, M. L. V. De Girard de Mieiet van Coehoorn, van dat wapen, thans op non-act.lste reg. vest.-art, aan deu kapit.-adj. G. J. Van Trojen, 2de reg. vest.-art, aan den kapit. J. J. Collard, komm. der art. instr. komp.3de reg. vest. art, aan de kapit. J. H. Kretzer en J. A. baron Hulert, eerstgen. adj. bij het korps; bij liet korps ing. min. en sapp. aan den kapit. F. P. Klijnsma. Dat van XX in XXV: bij den gen. staf, aan den maj. J. M. Van der Star, dir. der stafschool bij het pers. der milit. administr, aan de onder- intend. der 2de kl. C. Thomas, toegevoegd aan den intend, in de lste milit. afd, en W. F. Meijl, werkzaam bij het dep. v. oorlog, voorts aan den kapt. kwartierm. J. H. Van der Stuijt, mede bij evengemeld dep. werkzaam, bij het pers. van de gen. dienst der landmacht, aan de offic. van gez. der lste kl. M. G. Van Pelt en P. G. Berends, alsmede aan dien der 2de kl. W. C. J. Van der Grijp, allen van dat pers.; bij liet wapen d. inf, 2de reg. aan den maj. W. Roloü; 6de reg. aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1