5 December.
N°. 3319.
Maandag
A°. 1870.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
ndrukken van de belegering
Straatsburg.
EJDSCH
DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PKIJ8 DER ADVBRTENT1EN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
den
Lelden, 3 December.
|et adres aan den Raad over de Inkomsten
lasting zal nog op Maandag den 5den en Dins-
I den 6den dezer ter teekening liggen bij de
I. Boekbandelaars Gebroeders van der Hoek.
een curieus en zeker merkwaardig feit
t het nevensgaand aanbevelirigs-strooibiljet
de kiezers uit hel district Alphen, voor Pro
fiele Staten van Zuid-Holland:
e Kiesvereenigiug Vrijheid en Recht van Alphen
(Omstreken, diep doordrongen van het verder-
ke der moderne beginselen in Staat, Kerk en
ooi, heeft eenparig besloten, om tot Caudidaat
de vacature in het Kiesdistrict Alphen voor
[Provinciale Staten van Zuid-Holland testellen
heerA. Tieleinan, Raadsheer te Leiden
man, die door zijne besliste adviezen in den
(dschen Gemeenteraad en door zijn geheel onaf-
ikelijk bestaan steeds getoond heeft om met
het hoofd te kunnen en te willen bieden
n de moderne beginselen,
iezers! vereenigt U dan a. s. Dinsdag den
|ten November met ons, om vereenigd U we
uit te brengen op den Heer A. Tieleman,
dsheer te Leiden.
e vergadering heeft dezen Candidaat gekozen
de volle bewustheid, dat hij het volkoinene
trouwen heeft, om met Gods hulp onze be-
[selen op eene waardige wijze voor te staan.
Bestuur van bovengemelde kiesvereeniging:
Van Dam, C. Van 't Riet, L. Boon, G. A.
geveen, Jb. Visser, H. Sieling, C. Boer, C. De
in, H. Rollman;" en op dezen Leidschen
Jadsheer hebben zich de meeste stemmen ver-
nigd en van de Orlodoxe en van de R. K. kiezers,
et Noorden deelt heden mede dat de heer
;leman verzocht heeft bij de herstemming niet
aanmerking te komen.
inrg. en Weth. alhier, doen te weten, dat door
naar aanleiding van art. 1 der verordening
het brandwezen, van den 9den Maart 1865
ineenteblad n°. 4), op voordracht van denWet-
ider, Voorzitter der Commissie van Fabricage,
benoemd tot brandmeester aan de stads-spuit n°. 7
heer J. G. Hoefhamer, tbans adjunct-brand-
ester aan dezelfde spuit, en tot brandmeester
de stads-spuit n". 8: de heer J. J. Hasselbach,
,ns adjunct-brandmeester aan de stads-spuit
7.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
irkhuis alhier opgenomen van 161 tot 178
Iwassen personen en van 66 tot 74 kinderen.
nlangs opperden wij twijfel of de vertraging
de bezorging van de Augsburger Allgemeine Zei-
g aan ons bureel, der administratie van dit
d, dan wel aan die van het postkantoor hier
stede moest worden toegeschreven. Die twijfel,
j bekennen het gaarne, konden de ambtenaren
het postkantoor alhier zich allezins aantrek-
wegens de bijvoeging van een soortgelijke
doch meer geaccenlueerde klacht van de Tijd. Dit
is dan ook geschiedt en wij beloofden zoodra de
zaak opgehelderd was, voor het geval wij ongelijk
hadden, dit te bekennen. Wij verheugen ons daarom
thans te kunnen constateeren, dat de activiteit van
de administratie van ons postkantoor wat dit
geval althans betreft, ten onrechte in een twijfel
achtig daglicht is gesteld. Het kantoor had aan
de vertraging volstrekt geen schuld.
In de eerste helft der maand November zijn aan
het postkantoor alhier bezorgd de volgende brie
ven die wegens onbekendheid der adressanten
niet bezorgd zijn kunnen worden
A. F. v. Beers, P. J. Root (2 stuks), Majeu,K.
v. Blijenburg geb. Jongendijk, D. Gerritsen, Wed.
A. Berk, H. F. Kruger, H. De Roode, Mej. Vree-
zen allen te Amsterdam; P. Hopman (2 stuks) te
Arnhem; Mej. A. B. Hiemmink te Bergen-op-
Zoom; J. Langenhuizen te Delft; Wed. J. v. d.
Schelden te Gouda; J. J. Enthoven, F. F. Koenen,
C. E. v. IJsseldijk, J. Meijer, Algemeene Dienst
verrichting allen te 's-GravenhageP. Poelstra te
Heerenveen; J. J. v. Santen te 's-Hertogenbosch;
J. C. P. Deelen te Hoorn; Wed. L. Tink te Kat
wijk; M. F. Schaap te Leiden; B. Vink te Nieu
wer Amstel; A. De Boom te Nieuwerkerk a/d.
IJssel; Juffermans te Oegstgeest; J. De Ruijter te
Oirschot; Giesbers en Cremer te Roermond; Ver-
haegen te Rossum Hoogewerf, G. J. G. J. Schoute
beide te Rotterdam; C. Verdouw te Rhijnsater-
woude; C. Lukken te Soeterwoude; Mietje Van
der Knijff te Noord-Waddingsveen; Mej. A. M.
Z. Ziebrand te Westkapelie; Mej. M. M. A. v.
Leeuwen te Winkel; D. Fonk (niet vermeld).
De KoniDg Groothertog heeft benoemd tot ridder
der orde van de Eikenkroon, de heer F. Merten,
hoogleeraar aan het Koninklijk Athenaeum te
Gent.
Gisteren is na eene ongesteldheid van twee dagen
te Zevenaar overleden Jhr. Mr. C. E. J. F. Van
Nispen van Pannerden, lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, afgevaardigd door de Pro
vinciale Staten van Gelderland.
Door directeuren der Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van Nijverheid is bij Z.
M. den Koning het volgende adres ingediend:
Aan Zijne Majesteit den Koning.
Sire!
Op het Nijverheids-congres, dat in Juli van dit
jaar te Tilburg bijeen kwam, bij gelegenheid van
de 93 algemeene vergadering der Nederlandsche
Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, werd
het voordeel eener onbeperkte algemeene con
currentie besproken, en het beginsel voorgestaan,
dat monopoliën op het gebied der Nijverheid de
prijzen der producten verhoogen, dat vrije me
dedinging daarentegen eene zuivere verhouding
schept tusschen waaide en prijs.
Dankbaar werd erkend dat Uwer Majesteits
Regeering onder anderen bij de verschaffing der
kleedingbehoeften voor het leger, reeds eene aan
merkelijke schrede op den weg der onbeperkte
concurrentie had gedaan; doch tevens werd de
meening uitgedrukt, dat er behoudens uitzonde
ringen, die uit het oogpunt van het krijgsbelang
wel altijd onvermijdelijk zullen blijven, toch nog
meer in deze richting te doen ware.
Tengevolge dezer bespreking en der ernstige
over dit onderwerp gevoerde gedachtenwisseling
droeg het congres aan directeuren der maatschappij
op, om zich tot Uwer Majesteits Regeering te
wenden en haar den wensch van het coDgres
kenbaar te maken
1°. Om, zoo mogelijk nog meer dan tot nn ge
schiedde, de vervaardiging en prijsbepaling van
de kleedingbehoeften voor het leger, aan de open
bare concurrentie over te geven.
2'. Om, zooveel mogelijk de keuring dier be
hoeften aan op elk gebied ervaren keurmeesters
of deskundigen op te dragen.
Directeuren der Maatschappij meenen dezen
wensch van het congres eerbiedig aan Uwe Ma-
steit te mogen overbrengen, overtuigd, dat al wat
met de wenschen en belangen der Nederlandsche
Nijverheid in verband staat, steeds met belang
stelling door Uwe Majesteit zal worden ontvangen.
Sirel
Van Uwe Majesteit enz.
Directeuren der Nederl. Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid,
(w. g.) Vrouk, Vooriitter,
F. W. Van Eeden, Secretaris.
Haarlem, 14 Oct. 1870.
Directeuren mochten hierop van Z. Exc. den
Minister van Oorlog het volgende antwoord ont
vangen
Door den Directeur van het Kabinet des Konings
is vanwege Z. M. aan mij ter beschikking geren-
voyeerd, het door U aan Hoogstdenzelve ingediend
adres, den wensch bevattende om zoo mogelijk, nog
meer dan tot nu toe geschiedde, de vervaardiging en
prijsbepaling van de kleedingbehoeften bij het
leger, aan de openbare concurrentie over te geven,
mitsgaders, om zooveel mogelijk, de keuring
dier behoeften, aan op elk gebied ervaren keur
meesters of deskundigen op te dragen, van welk
stuk ik de eer had met Uw schrijven van den 14den
dezer, n°. 1027, een afschrift te ontvangen.
Als eene beschikking daaromtrent, heb ik uit
kracht van de daartoe door Z. M. verleende
machtiging, de eer, U Mijne heeren, te doen ken
nen dat van mijne zijde zooveel doenlijk zal
worden voortgegaan om bij de voorziening in de
behoefte aan kleeding en uitrusting voor het leger,
op de belangen van de nijverheid in Nederland,
welke bevordering Uwe Maatschappij zich ten
doel heeft gesteld, te blijven letten.
(tv. g.) De Minister van Oorlog,
J. J. Van Mulxen.
's-Gravenhage, 25 Oct. 1870.
Door wijlen S. F. Pieper te Dieren, is aan de
diaconie aldaar, versmakt de som van /"1000 vrij
van successierechten.
De Gemeenteraad te Bodegraven heeft in zijn
vergadering van 30 November 11. besloten de jaar
wedde van een nieuw te benoemen hulponder
wijzer met f 100 te verhoogen, en te brengen op
f 600, op grond dat een eerste oproeping van
sollicitanten naar die betrekking zonder gevolg
is gebleven.
Te Arnhem werd gisteren herhaaldelijk een
luchtverschijnsel waargenomen, dat zich zelden
met zulk een duidelijkheid vertoont. Men beschrijft
dit op de volgende wijze: „Op dezelfde hoogte
boven den horizon als de zon, stonden, ter weers
zijden van dit hemellicht, twee zoogenaamde bij
zonnen, met de kleuren van den regenboog
voorzien, en naar boven en beneden in een boog
uitloopende, die zich nog eenige graden aan den
hemel uitstrekte. Deze boogjes zijn niet anders
dan deelen eener halo (kring om de zon), die
niet in zijn geheel zichtbaar was.
Halo's en bijzonnen worden voortgebracht door
ijskristallen, die hoog in den dampkring zwe
ven; men zegt, dat ze dikwijls voorboden zijn vau
sneeuw."
Van de afzonderlijke uitgave der parlemen
taire redevoeringen van graaf Von Bismarck
(18621870), die natuurlijk gewichtige bouwstoffen
bevatten voor de geschiedenis en als het ware
den geleidelijken gang van denkbeelden in het licht
stellen, welke tot de uitkomsteD in de jaren 1866
en 1870 hebben geleid, zal hij Stilke en Van
Muijden te Berlijn een Fransche uitgave ver
schijnen, getiteld: „Les discours de M. Ie Cotnte
de Bismarck avec sommaires et notes."
Ten behoeve van de diaconie-armen te Leid-
schendam en Wilsveer is door de erven van
wijlen J. W. Van der Schooren, eene gift, aan
geboden van 50.
De minister van binnenlandsche Zaken;
In aanmerking nemende, dat in den bij het Ko
ninklijk besluit van 1 Sept. 1867, n°. 50, behooren
den staat van de perceelen, welke ten behoeve
van den aanleg van een afwatering- en scheep
vaartkanaal van Groningen naar Delfzijl zijn te
onteigenen, misstellingen hebben plaats gehad,
voor zooveel betreft de Gemeente Appingadam
dat die staat te verbeteren is, als volgt:
Gemeente Appingadam:
Achter het nommer van het groudplan n°. 84
a, staat 0,02,54; lees: 0,12,80; terwijl als kadas
trale grootte van het perceel staat 0,02,54 hectare
lees 2,54,00 hectare;
Gezien de Slaats-Courant van 22 en 23 September
1867, n'. 225 waarin het Koninklijk besluit vau
1 September te voren, n'. 50, met den daarbij
behoorenden staat, is opgenomen;
Bepaalt, dat deze misstellingeu met de verbe
tering algemeen zullen worden hekend gemaakt,
op gelijke wijze als ten aanzien van den staat
van aanwijzing is geschied.
Volgens een bij het Depart, van Marine ont-
j vangen telegram is het koloniaal stoomvaartuig
van
(Door een vrouwelijk ooggetuige).
(Slot.)
Men mag de humoristische zijde van zulke
standigheden in 't leven Diet onopgemerkt
en. Bij het ontwaken des morgens wenschte
een troep ganzen goeden morgen en wij be
letten deze nieuwe kennismaking met een
lijk lachje. In de dorpen hebben namelijk
at.iftuschen en dieren nagenoeg dezelfde rechten,
ide wandelen in de gemeenschappelijke huis
nier op en neer (en genieten gelijke rechten.
hebben daar ook eene nieuwe manier om
let te maken geleerd. Waschkom of iets der-
jy ijks was er natuuilijk niet te vinden, zoodat
niets anders overbleef dan het algemeene ge-
hik te volgen, om zich namelijk aan de pomp
te wasschen. Ik kon niet nalaten eens hartelijk
te lachen, toen ik op dat oogenblik dacht aan
de plaats die ik in gelukkiger tijden in de maat
schappij innam, en de velerlei behoeften die de
zelve medebracht, en ik mij zelve nu in die om
standigheden zag. Wat een wonderlijk figuur
zou ik in dat oogenblik, en in die houding in
een mijner geliefkoosde concertzalen gemaakt
hebbeD. Na verloop van eenige dagen gelukte het
ous eeu behoorlijk kwartier te vinden bij boerenlie
den die ons ten minste een afzonderlijke kamer
konden geven, wij waren echter nog niet aan het
einde onzer beproevingen, wij moesten nu ook den
hongersnood nog leeren kennenzelfs voor zeer veel
geld konden wij geen brood krijgen, zoodat
wij ons eindelijk genoodzaakt zagen, bij de Duit-
sche patrouilles om brood te vrageD ons mid
dagmaal bestond slechts uit eene soep van ge
droogde linzen of erwten, en om den honger te
vergeten hebben wij menigen halven dag slapende
doorgebracht. Ik inoet hier nog eenige voorvallen
mededeelen die der vermelding waardig zijn.
Toen ik op een morgeD aan het venster zat en
in mijn Goethe las, hoorde ik eensklaps vlak bij
mij een schot, ik spring op en zie nog den vier
kanten, overmoedigen Badenschen soldaat die op het
huis geschoten had, misschien in de veronderstel
ling dat er zich Franschen iD verborgen hadden. Ik
nam de kogel uit de vensterbank; had daar
niet toevallig een borstel gelegen, die de kogel
eerst doorboord had, dan had ze mij in den lin
kerschouder getroffen en het zou mij onmogelijk
geweest zijn geneeskundige hulp te verkrijgen.
Op een anderen dag wandelde ik voor het huis
op en neer en had een rooden shawl omgeslagen.
Eensklaps vliegen eenige kogels om mij heen,
ik vlieg in huis en ook daar volgden mij eenige
landweer-soldaten, die mij door mijn shawl voor
een Fran«ch soldaat hadden aangezien.
Dagelijks begaven wij ons naar de Duitsche
patrouilles om door hen een verzoek aan generaal
v. Werder over te doen brengen; wij hoopten nog
altijd door zijne tusschenkomst een pas te krijgen,
waarmede wij den Rijn zouden kunnen overtrek
ken. Wij hadden ons reeds bij de soldaten zeer dik
wijls verdienstelijk gemaakt, doordien we hen de
afgetrokken knoopen weder aannaaiden en derge
lijke kleinigheden meer, want ik hoopte nog altijd
dat er zich onder de naastbij gelegen regimenten
eenige officieren van onze kennis zouden bevinden
die ons behulpzaam konden zijn. Vooral hoopte
ik een mijner kunstvrienden te ontmoeten, die
zich bij het zuidelijke legercorps had aangesloten;
maar al onze pogingen bleven te vergeefs.
Eindelijk gelukte het ons om ods verzoekschrift
af te zendeD, maar het antwoord bleef zoolang
uit, dat het ongeduld ons voortdreef tot aan den
eersten Duitschen wachtpost die ternauwernood op
tien miDUten afstand van onze woning lagmen
mocht eenter de grenzen niet passeeren zonder
schriftelijke toestemming, of er werd dadelijk ge
schoten. Een goedhartig Badensch soldaat die
ons ontmoette trok zich onzer aan en bracht ons
naar de nabijgelegene polygone waar wij dooi
de daaraanwezige officieren zeer heusch werden
ontvangen. Zij deelden hun koffie met ons, die
ons overheerlijk smaakte na ze zoo lang ont
beerd te hebben. Wij kampeerden als echte
filles du Regiment een paar uren op het open veld
te midden van het regiment tot dat een hoofd
officier kwam, die ons toestond met onze pakaadje
tot aan den „Neuhojte rijden en vandaar verder
te gaan. Onderwijl dat ik ons goed haalde, moest
een mijner zusters als gijzeling achterblijven.
Later namen wij plaats op een boerenwagen
en kwamen na verloop van een halt uur op den
Neuhof aan waar wij een menigte badeDsche troe
pen aantroffen, daar kwam ons dadelijk een
kapitein te gemoet met groote onvriendelijk
heid, om niet te zeggen barschheid. Ik wil
echter liever ter wille van de voorkomendheid en
hulpvaardigheid die wij later mochten ondervin
den verder daarover zwijgen. Die ongemakkelijke
mijnheer verbood ons dien dag verder te gaan