Geffen, L. G. N. Van Dullemen te Drunen en
•Ihr. E. J. C. M. De Kuyper te 's-Hertogenbosch.
Hedenmorgen is met militaire eer, begeleid
door treurmuziek der dd. schutterij, en voorafge
gaan door een gewapend peletou dier schutterij,
te Ortheu plechtig ter aarde besteld het lijk van
wijlen den heer Wouterus van Dijk, oud-sergeaDt
der Pauselijke zouaven, die zoo noodlottig, wegens
zijne hulpvaardigheid, zijn dood in het water vond.
Het lijk werd gevolgd door 100 Pauselijke zouaven,
waarvan 42 in uniform warende slippen van
het lijkkleed waarop de uniformen en wapenen
van den overledene waren neergelegd, benevens
het kruis van Mentana, in welken veldslag de
overledene zich bijzonder onderscheidde, werden
gedragen door oud-zouaven en onderofficieren van
alle wapenen uit dit garnizoen.
Aan het graf werden door den kapit.-adj. der
schutterij don heer Winter eenige toepasselijke
woorden gesproken.
Hkkgen-oi'-Zoom, 28 November. Wegens plaats
gebrek in de respectieve garnizoenen zal, naar men
verneemt, een batterij veld-artillerie naar hier
worden verlegd, waarvoor overvloedige ruimte
bestaat in de drie groote cavalerie-stallen met
manége en in de door de directie der militaire
genie goed onderhouden kazeruen.
De in de vorige maand van hier gedeser
teerde ouder-officieren zijn, volgens hun schrij
ven aan hunne kameraden, na een alles behalve
aangename reis in Frankrijk aangekomen en
zooals zij beweren, in hun vroegeren rang bij
een korps franc-tireurs ingedeeld.
Limburg, 28 November. Bij het door de com
missie uit het prov. gerechtshof afgenomen exa
men van candidaat-notaris zijn geëxamineerd en
toegelaten de heeren H. A. H. Van Beelen van
Nederweert, en R. M. J. De Cleyn Bron van
Meerssen.
BUITENLAND.
Dultscliland.
In een brief van Hans Waehenhusen, in de
A'ö/n. Zeil. voorkomende, wordt erkend dat de
francs-tireurs meer en meer verdwijnen en de
mobile garden talrijker worden. Het gehalte van
die soldaten telt hij zeer weinig; in het open
veld deugen zij niet; alleen als zij gedekt staan
doen zij den Pruisen afbreuk; maar er vertoo-
nen zich ook regimenten, uit oude, geoefende
manschappen bestaande, en bij deze openbaart
zich groote bewegelijkheid, die de Pruisen tot
eeu ouophoudelijk heen en weer trekken nood
zaakt en dagelijks «alle plannen van het koin-
mando in duigen werpt." Waar men daags te
voren den vijand nog had gezien, daar was ner
gens eenig spoor meer van hem te ontdekken.
Waehenhusen schrijft dit toe aan de gejaagd
heid vau die korpsen en de vrees om ingesloten
te worden, maar men kan als de oorzaak er
van ook beschouwen het plan, om de Pruisische
bewegingen te verijdelen en te verlammen, waarin
de Franschen dan vrij wel zouden zijn geslaagd.
Julius van Wickede schrijft in het zelfde blad:
Het groot aantal vestingen dat Frankrijk bezit,
stelt het volk ook in staat den defensieven strijd
te rekken. De beide gewichtigste wapenplaatsen
Metz en Straatsburg zijn ons na maanden krachts
inspanning en met opoffering van veel menschen-
levens in handen gevallen; en ook zijn Schlettstadt,
Breisach, Toul, Verdun, Soissons, Laon en Thion-
ville overmeesterd, hetgeen naar men zich vleit,
ook weldra met Longwy, Jlontmédy, en Mézières
het geval zal wezen. Maar.een groot aantal vestiu-
gen, voornamelijk Belfort, Bésanjon, Ryssel, Lyon,
Arras, Cherbourg, Brest om van de zuidelijke
vestingen niet te gewagen zijn nog in het
bezit der Franschen. Ze te beschieten en in te
nemen, zou veel offers en veel tijd vorderen.
Zoolang de Franschen nog vestingen bezitten
in de landstreken, die door ons bezet zijn, en
die den franc-tireurs zekere steunpunten aanbie
den bij hunne ondernemingen, vleit de bevolking
van zulke landstreken zich steeds met overdreven
hoop Het insluiten vau die vestingen kost ons
vele troepen; de Franschen gelooven niet aan
onze volkomen zegepraal, zij geven zicb aan
verderfelijke illusiën over en zoo wordt de strijd
ongemeen lang gerekt. Ten einde de vestingen,
die nog niet in onze macht zijn, zoo spuedig
mogelijk tol eeue capitulatie te bewegen, moeten
de voorwaarden zoo gunstig en eervol voor de
Fransche bezetting gesteld worden als de omstan
digheden 't slechts veroorloven. Dezen weg is
men reeds en terecht ingeslagen om Verdun tot
de overgave te bewegen. De gestelde voorwaar
den waren veel gunstiger dan die voor andere
vestingen bedongen waren. De Fransche officie
ren van de bezetting van Verdun mogen, indien
zij er de voorkeur aan geven en als zij hun eere
woord verpanden dat zij in dezen oorlog niet meer
tegen ons strijden zullen, in Frankrijk blijvenal
het krijgsmaterieel dat ons bij de capitulatie in
handen viel, wordt bij het sluiten desvredesaan
Frankrijk teruggeven de stad zal zooveel mogelijk
worden ontzien, en zoo weinig mogelijk lasl van
inkwartiering hebben. Volgens de meening des
schrijvers moet er op dezen ingeslagen weg
worden voortgegaan. Hoe gunstiger en eervoller
voorwaarden wij den Franschen bevelhebbers
stellen, des te spoediger zullen de vestingen ons
in handen vallen. 'tZal tamelijk onverschillig
zijn of het aantal krijgsgevangenen in Duitsch-
land nog wordt vergroot; en van groote betee-
kenis is het niet, of Duitschland het in de ves
tingen aanwezige oorlogsmaterieel na het sluiten
van den vrede teruggeeft. Van veel meer ge
wicht is het dat alle vestingen ons zoo snel mo
gelijk in handen vallen, opdat de Fransche be
volking leere inzien dat tegenstand nutteloos is,
en dat de onzen steeds meer Fransch grondge
bied bezetten. Het insluiten der vestingen kost
ons ook vele troepen, die wij beter kunnen ge
bruiken, voornamelijk om dieper in het Zuiden
door te dringen. Wij allen in Duitschland dus
zegt Julius van Wickede ten slotte wenschen
thans dat de vrede spoedig gesloten worde; hoe
sneller en hoe meer Fransche vestingen ons in
handen vallen, hoe zekerder wij dezen wensch
zullen vervuld zien.
België.
In de gemeente Lier heeft een concours plaats
gehad voor tooneelgezelsehappen (dillett.anten).
De Vereeniging Vrede en Vriendschap van Rotter
dam werd bij hare aankomst aan het spoorweg
station begroet door de mededingende maat
schappijen en de harmonie St.-Cecilia, waarna
men zich in optocht naar het stadhuis begaf,
waar de Burgemeester een heildronk instelde ter
eere van de „Noord-Nederlandsche Broeders.'' In
eene vrij uitvoerige rede, door hem bij die ge
legenheid uitgesproken, bracht hij dank aan de
drie Nederlandsche gezelschappen, die de uit-
noodiging, om aan den wedstrijd deel te nemen,
hadden aangenomen. Hij riep den Nedei'landers
van ganscher harte het welkom toe.
«Wij zijn gelukkig," zoo sprak hij onder meer
«de handen te mogen drukken van de stamge-
nooten van een volk, dat dezelfde taal, dezelfde
zeden, hetzelfde karakter bezit, en wiens belan
gen zoo innig met de onzen verbonden zijn.
«Onze voorvaders, mijne heeren, deelden eertijds
met elkaar lief en leed, nood en roem, geluk en
tegenspoed.
«Te samen stonden zij op tegen onderdrukking
en gewetensdwang, eu op de bloedige velden
van Quatre Bras en Waterloo, stonden zij naast
elkaar, streden zij hand aan hand voor de ver
dediging van den vaderlandschen bodem.
«Thans begroeten wij elkander als trouwe na-
bureu. Onze wenschen eri ons streven zijn we
derom dezelfde. Wij willen wederzijds noch
krijgsroem, noch oorlogstropheën. Wij vragen
enkel den eerbied voor ons grondgebied.de hand
having onzer wederzijdsche onafhankelijkheid,
het behoud onzer grondwettelijke instellingen en
vrijheden.
Algemeens toejuichingen).
«Mijnheeren, uwe toejuichingen bewijzen mij
dat ik de tolk ben uwer vaderlandslievende ge
voelens, ik atirzel dus niet er bij te voegen, dat
indien het noodlot het mocht gebieden, Neder
landers en Beigen, Belgen en Nederlanders, be
reid zouden zijn goed en bloed op te offeren,
hel goud te geven, het staal te grijpen voor het
beschutten dier kostbare panden. Toejui
chingen
«Uwe vereeniging, Mijnheeren, draagt in haar
schild eene zinspreuk, welke heden de uitdruk
king is van een ieders vurigst verlangenVrede
en Vriendschap.
«Op onze twee landen en natiën toegepast,
beteekent deze zinspreuk: Dat tusschen Neder
land en België de vrede nimmermeer mag ge-
stooid worden, en dat de vriendschap tusschen
Nederlanders en Belgen meer en meer moet aan
groeien, hoe meer zij elkaar leeren kennen en
waard eeren."
De voorzitter van Vrede en Vriendschap ant
woordde op korte maar krachtige wijze, waarna
de stoet zich in beweging stelde naar het feest
lokaal.
Ook later, gedurende het concours, werd in
coupletten gezinspeeld op de toenadering van
Holland en België, hetgeen door het publiek met
veel geestdrift werd toegejuicht.
TJiL.EGrR.AMM ETN-
Clirlstlanla, 28 November. Een luchtballon uit
Parijs met twee passagiers is alhier neergedaald,
en acht mijlen van hier zijn postduiven aange
komen.
Florence, 2S Nov. Alle Ministers zijn herkozen.
De uitslag der verkiezingen in zijn geheel is voor
de regeering zeer gunstig.
Berlijn, 28 Nov. De Staatsameiger behelst het
Bondsverdrag met Beieren. De voornaamste bepa
lingen komen voor in de artikelen 6168. Daaruit
blijkt dat tie Boudsconstitulie niet op Beieren van
toepassing ie. Beieren blijft eene zelfstandige mili
taire Mogendheid, ouder het beheer van zijn koning.
De organisatie en formatie van het leger geschie
den evenwel in overeenstemming met den Noord-
Duitschen Bond. De veldheeren van den Bond
hebben het recht en de bevoegdheid om op het
militaire wezen in Beieren toezicht te houden.
In oorlogstijd zijn de Beiersche troepen onbeperkte
gehoorzaamheid aan de veldheeren van den Bond
verschuldigd. De manschappen leggen te dien einde
een eed van gehoorzaamheid af.
Het blad behelst eveneens het Bondsverdrag en
de militaire conventie met Wurtemberg.
Brussel, 28. Nov. Uit Rijssel wordt gemeld:
In eene proclamatie van den prefect der Sointnc
wordt gezegd, dat in weerwil van alle pogingen
Amiens in de macht des vijands is gevallen. In
een gehouden raad is besloten tot den terugtocht
van het Noorderleger en de ontwapening der natio
nale garde. Versigny nabij la Fère is geheel ver
brand. De Ardennen zijn vrij. Dc berichten om
trent het leger in Bretagne zijn gunstig, liet
gerucht loopt dat de koning van Pruisen en zijn
staf Versailles hebben verlaten, om naar Meaux
te gaan. De weg tusschen dc Loire en de Seine
is buiten gebruik gesteld, uitgezonderd voor de
actieve troepen.
Wecnen, 2S November. Het voorstel vauPiui-
sen om een conferentie te houden betreffende
het door Rusland opgeworpen conflict, is ter
kennis van het Weener Kabinet, even als van
de overige Kabinetten, gebracht. Men is hier in
beginsel voor het aannemen van dit voorstel.
Doch eerst wil men eenige daarmede in verband
staande quaesticn opgelost zien( en daarvan zal
de aanneming van het voorstel afhankelijk ge
maakt worden.
Londen, 28 November. De Times meldt uit
Versailles van gisteren, dat de schikking van het
door Rusland opgeworpen conflict waarschijnlijk
is. Men verwacht dat te Londen eéne conferentie
zal worden gehouden, nadut Rusland bevorens
zijne nota zal hebben ingetrokken. Men meent
te weten dat Rusland zich in het algemeen ten
aanzien van een en ander zal aansluiten bij de
voorstellen van Pruisen.
Versailles, 28 Nov. Bericht van den Honing aan
de Koningin.) Gisteren heeft ten zuiden van Amiens
een zegevierend gevecht plaats gehad van den
generaal Manteuffel met eeu gedeelte van de
eerste armee. Het verlies des vijands bedraagt
eenige duizenden7Ü0 man zijn gevangen genomen
een vaan van de mobile garde is veroverd. Het
9de regiment huzaren heeft een bataljon marine
soldaten over hoop geworpen. Ons verlies is niet
Onbelangrijk.
Prins Frederik Karei meldt heden Het 10de
legerkorps is door een veel talrijker strijdmacht
des vijands aangevallen; het korps concentreerde
zich bij Bcaunc la Rolande, waar het zich zege
vierend staande hield en in den namiddag in mijne
tegenwoordigheid door de 5de divisie en 1ste ca-
velerie-divisie ondersteund werd. Ons verlies be
droeg ongeveer 1000 man; liet verlies des vijands
is zeer aanzienlijk; eenige honderde gevangeuen
zijn in onze handen gevallen; de strijd eindig.ie
na 5 uren.
Van de 1ste armee is bericht ontvangen, dat
ten gevolge van den zegevierenden slag op den
2 7 s te li Amiens den 28sten door den generaal
Güben is bezet.
Londen, 29 November. De Times zegt, dat het
antwoord van Engeland op de laatste nota van
Prins Goitschakoff een vasten toon ademt. Het
Ministerie zal zich niet laten van den weg bren
gen door het uitzicht op eeti conferentie. Is een
maal de houding van Engeland vastgesteld, dan
zou het over de mogelijkheid van de conferentie
in overleg kunnen treden. Engeland begeert den
vrede, maar het is noodzakelijk, dat Gortseha-
koff de eerste nota terugtrekt.
De Morning Post zegt dat de pogingen vau
Pruisen ten gunste van een conferentie tengevolge
vau de bemoeiingen van Odo Russel, ondersteund
worden door den Kroonprins van Pruisen.
New-York, 2S November. De heer Boutwell,
minister van financiën, heelt gelast, dat gedu
rende de maand December eiken Woensdag
1.000.000 dollars goud verkocht en eiken Donderdag
1.000.000 dollars bonds ingekocht zullen worden.
Gremeenteraad van Leiden.
Rapport van do commissie van financiën op het
voorstel van don heer H. C. Hartevolt, tot in
voering van eene belasting op het inkomen.
Na uitvoerige beraadslagingen besloot de meerder-
derheid van Uwe Vergadering iu hare bijeenkomst
van 27 October 11 zich niet te vereonigen met het
advies van onze commissie, om het voorstel van den
heer Uartevolt tot invoering van eene belasting op
het inkomen, voor 1871 buiten bebaudeling te laten
en af te wachten welke beslissing door den algenn e-
nen wetgever ouitrent bet aanhangig ontwerp van
een Rijks incometax zonde genomen worden. Naar
aanleiding van dit besluit ontviug de commissie het
voorstel van den beer Ilartevelt terug, met de uit-
noodiging nu omtrent het plan zelf en zijne bijzondere
bepaliugen van bericht en raad te dienen.
De commissie, voldoende aan die opdracht, gaat
daarbij uit van de onderstelling, dat het niet in de
bedoeling licht van Uwe Vergadering nog eens eau
breed betoog te ontvangen van de voordeelen en be
zwaren welke aan bet beginsel zelf van een income-
tax verbonden zijn.. Immers dat. beginsel is in de
laatste jaren ook te dezer plaatse zoo binnen als bui
ten den gemeenteraad dikwijls genoeg besproken om
te mogen aannemen dat daaromtrent bij de verschil
lende leden van Uve Vergadering nn eene gevestigde
overtuiging bestaat. Liefst zoude zij dan ook de quaes-
tie van bet hoofdbeginsel der voorgestelde belasting
verordening nu geheel laten rusten, ware het niet
dat de taak baar opgedragen, natuurlijk de verplich
ting met zich bracht om althans in korte woorden
te constateren, weike ten aanzien van dit beginsel
bare eigen overtuiging is.
een
b
ge
rrijk'
wc
legin
men
(te
mei
ilijke
loorc
van
val
laad
ink
lUWC
Aa
ir ir
op
in;
ma
niet
afgt
derm
laar
issie
deze
haa
elsel
ijdra
luide
,en
og,
st c
it
tat
van
t.
dat
30i
een
:en
iter!
ncoi
men
ken
at i
misj
1
alt
leer
iang<
:mg
d
efi
Ook al ware de finantieele commissie omtrent
beginsel van de incometax gunstiger gestemd
werkelijk het geval is, dan nog zoude zij op gr
van de argumenten, in haar eerste rapport onh
keld, geen vrijheid kunnen vinden U aan te ra
om het aanhangig voorstel met Uwe go dkeurin
bekrachtigen. Zij eerbiedigt natuurlijk volkomen
afwijkeud oordeel van de meerderheid Uwer Ye
dermg, maar zij vraagt dau ook dienzelfden eer
voor hare eigen overtuiging en deze belet haar
te werken tot een besluit, dat de strekking h
om reeds iu het volgende jaar invoering van
mkomsten-bölastiug tc beproeveu. Haar gevoele
het vorige rapport uitgesproken, dat het jaar
bij uitnemendheid ongeschikt is voor dergelijke pro
werd door de gevoerde diqcussiën, hoe belangrijk
op zichzelve ook mogen geweest zijn, in geen ei
opzicht geschokt.
Maar geheel afgescheiden van deze nu trom
uitgemaakte quaestie, zijn de bezwaren van
commissie tegen eene belasting van het inkomen,
rustende op het stelsel van eigen aangifte, zooals
wordt voorgedragen, vele en gewichtig. Zij betwi
vooreerst of men langs dien weg werkelijk kan i
ken tot eene eenigszins zuivere kennis van elks it
men, eu zij betwijfelt ten andere, of dat inkon
aangenomen dat men er in slaagde het juist te lee
kennen, wel inderdaad mag doorgaan voor een
zuiveren maatstaf van belasting, als zeer velen vo:
in den tegenwoordigen tijd schijnen te rnecnen
I. Er bestaat geen waarborg dat men werki
het zuiver inkomen van de burgers zal leeren keni
daar men teu slotte om tot die kenuis te gen.
over geen anderen weg beschikken kan dan dien
eigen aangifte. Dat deze weg nu een zeer gebrek
is omdai eigen aangifte den belastingschuldige in
verleiding brengt door onjuiste opgave van zijn ie
men zich zeiven tc bevoordeelen, behoeft zelfs
betoog. Optimisten en pessimisten mogen twi
over de vraag, of er inderdaad velen zijn die
dergelijke verleiding zwichten, dit staat m elk
vast, dat althans niet weinigen hun inkomen
zullen aangeven dan het werkelijk bedraagt, en
doende uitwerken dat de belasting op ongelijke w
drukt, 't Is waar, die ongelijke druk vmdt men
ongeveer alle andere belastingen eveneens terug,
toch met dit zeer gewichtig verschil, dat terwijl eld
het toeval bepaalt wie te veel en wie te weinig
brengt, hier de onzedelijken altijd de bevoordeel;
en de eerlijke lieden altijd de benadeelden zijn,
bezwaar, zeker de hoofdbedenking tegen een in
metax met eigen aangifte, kan door geen beto
hoe welsprekend of spitsvondig ook, immer won
weggecijferd.
Toch wil men eene zekere controle van de ei;
aangifte, te weten die van de openbare meening ze
maar het blijft zeer de vraag of deze controle
eer een ongerief dan eene deugd zou moeten heet
Uwe commissie waagt namelijk de stelling, dat t
eene groote gemeente als deze, er maar zeer wein
ingewijden zijn bij wie men eenige serieuse
van het inkomen hunner medeburgers mag aannem 4
't Is zoo, het groote publiek is met zijne schatl
van elks inkomen altijd gereed, maar in negen
de tien gevallen berust die schatting op geene
wezenlijken grondslag. Dit nu is geeu ongerief, w
altijd zijn er velen in de gemeente wier zuiver in
men werkelijk veel lager is dan het groote publ
oordeelt. Deze personen mogen met de meeste gen
delijkheid hun juiste inkomen aangeven, toch zul
zij de verdenking van de wet te willen ontduii
niet knnnen ontgaan.
Burgemeester en Weth. aan wie, hetzij dai
eerste instantie hetzij in hooger beroep, de uit]
moeilijke taak wordt opgedragen om de meerdei
mindere juistheid van ae gedane aangiften to beo]
deelen, zullen in het volle bewustzijn van hun
slagen onvermogen oen het inkomen der burgers
beoordeelen, zich wel in den regel bij de eigen ai
gifte neerleggen, wanneer deze zich althans nietdc
hare buitensporigheid kenmerkt. Eene wezenlijk
doende controle oefenen zij niet uit en kunnen
niet uitoefenen. Toch zullen zij in zeer vele geval
wel gedwongen worden om zichzelven aan eene
ming van het inkomen te wagen. Immers het is
kend genoeg, dat niet weinig ingezetenen door o
overwinnelijken afkeer gedreven, er niet toekunn:
worden gebracht om zeiven aan te geven in wel
klasse zij naar bun inkomen behooren te worden aa
geslagen. Bestaat die afkeer altijd, ze is te sterk
bij de directe gemeente-belaseingen omdat de wett
lijke voorschriften het publiceeren van de kohiert
bevelen. Liever dan tot die eigen aangifte over
gaan, zullen deze personen den ambtelijken aansli
willen afwachten. Komt het daartoe dan een va
beiden, of de schatters [zullen, zooals ook de he
Llarlevelt verlangt, enkel letten op den uiterlijk
staat van de belastingschuldigen, en zoo doende
plaats van het inkomen de verteringen ramei
of zij zullen eenvoudig in het blinde en zonder ha
van eenigen bruikbaren maatstaf naar het inkome
gissen. In het eene geval zoo wel als in het ande:
moet de uitkomst in liooge mate onvoldoende zijn
Maar er is meer; ook daar waar men te doen i
hebben met personen, die er gemoedelijk naar strere
om de nieuwe verordening stipt na te leven, is
zelfs nog geenerlei zekerheid, dat het gemeentebestui
werkelijk het zuiver inkomen zal kunnen aanslaai
Wie eenigzins met de praktijk bekend zijn, wete
dat er onder de kleine burgerij honderden en nu
schien duizenden voorkomen, die zooals het heet //vï
de hand in den tand" leven, en of in het geheel nit
of althans hoogst gebrekkig boekhouden. Het bedit
van hun zuiver inkomen is aan deze personen zelvt
dikwijls niet veel nauwkeuriger bekend dan aan
groote publiek daar buiten. Bij de hoogere klaas)
van de maatschappij, renteniers, industrieelen, hand
laren enz., bestaat dit bezwaar niet, althans niet dü
hoogst zeldenmaar bij deze klassen doet zich eec
andere moeilijkheid voor, welke in verband staat mt
de vrij wat uiteenloopende wijzen van boekhouder;
Zoo zal bijv. de meer of minder belangrijke som, wel!
de industrieel jaarlijks van zijne winst afschrijft,
dadelijk grooten invloed hebben op de bepaling v*
het zuiver inkomen, dat ter zijner beschikking blijf
Men voege daarbij eindelijk dit, dat er r
dagelijksch leven honderde gevallen voorkomen, waari
de beste deskundigen twisten over de vraag, of di
of dat voordeel bij de bepaliug van het zuiver mko
men al of niet in rekening moet worden gebracbi
en men bedenke dan dat deze vragen hier ter besla
sing worden opgedragen aan menschen, die over kt
algemeen zelfs geen flauw begrip zullen hebben val
hetgeen de verordening eigenlijk bedoelt, 't Is waat,
in de meeste gevallen zal eene meer of minder juisl
beslissing van dergelijke moeilijke vragen ter bepaliai
van het juiste inkomen zeer weinig afdoen; maar het
kan ook anders zijn. Om maar een enkel voorbeek'
te noemen. Wat zal de handelaar doen, die aan ei
gelukkig geslaagde speculatie plotseling een zeer groofc
winst verschuldigd is? De een zal die winst on<k'
zijn inkomen opnemen, de ander niet, onder voor
wendsel dat hij het gewronnen geld dadelijk tot aam
koop van kapitaal gebezigd heeft.
it
och
;ene
on
in i
and'
men
slag
ai ei
lach
ire c
de
Q dt
en i
1
;en
iUOl
ai i
te
eze
:aill<
ub
best;
me
'omi
ghen
and
!en
vai
e e
om
neer
a a
nng
dan
•en.
oor
it li
;en
eer
:omi