Geffen, L. G. N. Van Dullemen te Drunen en •Ihr. E. J. C. M. De Kuyper te 's-Hertogenbosch. Hedenmorgen is met militaire eer, begeleid door treurmuziek der dd. schutterij, en voorafge gaan door een gewapend peletou dier schutterij, te Ortheu plechtig ter aarde besteld het lijk van wijlen den heer Wouterus van Dijk, oud-sergeaDt der Pauselijke zouaven, die zoo noodlottig, wegens zijne hulpvaardigheid, zijn dood in het water vond. Het lijk werd gevolgd door 100 Pauselijke zouaven, waarvan 42 in uniform warende slippen van het lijkkleed waarop de uniformen en wapenen van den overledene waren neergelegd, benevens het kruis van Mentana, in welken veldslag de overledene zich bijzonder onderscheidde, werden gedragen door oud-zouaven en onderofficieren van alle wapenen uit dit garnizoen. Aan het graf werden door den kapit.-adj. der schutterij don heer Winter eenige toepasselijke woorden gesproken. Hkkgen-oi'-Zoom, 28 November. Wegens plaats gebrek in de respectieve garnizoenen zal, naar men verneemt, een batterij veld-artillerie naar hier worden verlegd, waarvoor overvloedige ruimte bestaat in de drie groote cavalerie-stallen met manége en in de door de directie der militaire genie goed onderhouden kazeruen. De in de vorige maand van hier gedeser teerde ouder-officieren zijn, volgens hun schrij ven aan hunne kameraden, na een alles behalve aangename reis in Frankrijk aangekomen en zooals zij beweren, in hun vroegeren rang bij een korps franc-tireurs ingedeeld. Limburg, 28 November. Bij het door de com missie uit het prov. gerechtshof afgenomen exa men van candidaat-notaris zijn geëxamineerd en toegelaten de heeren H. A. H. Van Beelen van Nederweert, en R. M. J. De Cleyn Bron van Meerssen. BUITENLAND. Dultscliland. In een brief van Hans Waehenhusen, in de A'ö/n. Zeil. voorkomende, wordt erkend dat de francs-tireurs meer en meer verdwijnen en de mobile garden talrijker worden. Het gehalte van die soldaten telt hij zeer weinig; in het open veld deugen zij niet; alleen als zij gedekt staan doen zij den Pruisen afbreuk; maar er vertoo- nen zich ook regimenten, uit oude, geoefende manschappen bestaande, en bij deze openbaart zich groote bewegelijkheid, die de Pruisen tot eeu ouophoudelijk heen en weer trekken nood zaakt en dagelijks «alle plannen van het koin- mando in duigen werpt." Waar men daags te voren den vijand nog had gezien, daar was ner gens eenig spoor meer van hem te ontdekken. Waehenhusen schrijft dit toe aan de gejaagd heid vau die korpsen en de vrees om ingesloten te worden, maar men kan als de oorzaak er van ook beschouwen het plan, om de Pruisische bewegingen te verijdelen en te verlammen, waarin de Franschen dan vrij wel zouden zijn geslaagd. Julius van Wickede schrijft in het zelfde blad: Het groot aantal vestingen dat Frankrijk bezit, stelt het volk ook in staat den defensieven strijd te rekken. De beide gewichtigste wapenplaatsen Metz en Straatsburg zijn ons na maanden krachts inspanning en met opoffering van veel menschen- levens in handen gevallen; en ook zijn Schlettstadt, Breisach, Toul, Verdun, Soissons, Laon en Thion- ville overmeesterd, hetgeen naar men zich vleit, ook weldra met Longwy, Jlontmédy, en Mézières het geval zal wezen. Maar.een groot aantal vestiu- gen, voornamelijk Belfort, Bésanjon, Ryssel, Lyon, Arras, Cherbourg, Brest om van de zuidelijke vestingen niet te gewagen zijn nog in het bezit der Franschen. Ze te beschieten en in te nemen, zou veel offers en veel tijd vorderen. Zoolang de Franschen nog vestingen bezitten in de landstreken, die door ons bezet zijn, en die den franc-tireurs zekere steunpunten aanbie den bij hunne ondernemingen, vleit de bevolking van zulke landstreken zich steeds met overdreven hoop Het insluiten vau die vestingen kost ons vele troepen; de Franschen gelooven niet aan onze volkomen zegepraal, zij geven zicb aan verderfelijke illusiën over en zoo wordt de strijd ongemeen lang gerekt. Ten einde de vestingen, die nog niet in onze macht zijn, zoo spuedig mogelijk tol eeue capitulatie te bewegen, moeten de voorwaarden zoo gunstig en eervol voor de Fransche bezetting gesteld worden als de omstan digheden 't slechts veroorloven. Dezen weg is men reeds en terecht ingeslagen om Verdun tot de overgave te bewegen. De gestelde voorwaar den waren veel gunstiger dan die voor andere vestingen bedongen waren. De Fransche officie ren van de bezetting van Verdun mogen, indien zij er de voorkeur aan geven en als zij hun eere woord verpanden dat zij in dezen oorlog niet meer tegen ons strijden zullen, in Frankrijk blijvenal het krijgsmaterieel dat ons bij de capitulatie in handen viel, wordt bij het sluiten desvredesaan Frankrijk teruggeven de stad zal zooveel mogelijk worden ontzien, en zoo weinig mogelijk lasl van inkwartiering hebben. Volgens de meening des schrijvers moet er op dezen ingeslagen weg worden voortgegaan. Hoe gunstiger en eervoller voorwaarden wij den Franschen bevelhebbers stellen, des te spoediger zullen de vestingen ons in handen vallen. 'tZal tamelijk onverschillig zijn of het aantal krijgsgevangenen in Duitsch- land nog wordt vergroot; en van groote betee- kenis is het niet, of Duitschland het in de ves tingen aanwezige oorlogsmaterieel na het sluiten van den vrede teruggeeft. Van veel meer ge wicht is het dat alle vestingen ons zoo snel mo gelijk in handen vallen, opdat de Fransche be volking leere inzien dat tegenstand nutteloos is, en dat de onzen steeds meer Fransch grondge bied bezetten. Het insluiten der vestingen kost ons ook vele troepen, die wij beter kunnen ge bruiken, voornamelijk om dieper in het Zuiden door te dringen. Wij allen in Duitschland dus zegt Julius van Wickede ten slotte wenschen thans dat de vrede spoedig gesloten worde; hoe sneller en hoe meer Fransche vestingen ons in handen vallen, hoe zekerder wij dezen wensch zullen vervuld zien. België. In de gemeente Lier heeft een concours plaats gehad voor tooneelgezelsehappen (dillett.anten). De Vereeniging Vrede en Vriendschap van Rotter dam werd bij hare aankomst aan het spoorweg station begroet door de mededingende maat schappijen en de harmonie St.-Cecilia, waarna men zich in optocht naar het stadhuis begaf, waar de Burgemeester een heildronk instelde ter eere van de „Noord-Nederlandsche Broeders.'' In eene vrij uitvoerige rede, door hem bij die ge legenheid uitgesproken, bracht hij dank aan de drie Nederlandsche gezelschappen, die de uit- noodiging, om aan den wedstrijd deel te nemen, hadden aangenomen. Hij riep den Nedei'landers van ganscher harte het welkom toe. «Wij zijn gelukkig," zoo sprak hij onder meer «de handen te mogen drukken van de stamge- nooten van een volk, dat dezelfde taal, dezelfde zeden, hetzelfde karakter bezit, en wiens belan gen zoo innig met de onzen verbonden zijn. «Onze voorvaders, mijne heeren, deelden eertijds met elkaar lief en leed, nood en roem, geluk en tegenspoed. «Te samen stonden zij op tegen onderdrukking en gewetensdwang, eu op de bloedige velden van Quatre Bras en Waterloo, stonden zij naast elkaar, streden zij hand aan hand voor de ver dediging van den vaderlandschen bodem. «Thans begroeten wij elkander als trouwe na- bureu. Onze wenschen eri ons streven zijn we derom dezelfde. Wij willen wederzijds noch krijgsroem, noch oorlogstropheën. Wij vragen enkel den eerbied voor ons grondgebied.de hand having onzer wederzijdsche onafhankelijkheid, het behoud onzer grondwettelijke instellingen en vrijheden. Algemeens toejuichingen). «Mijnheeren, uwe toejuichingen bewijzen mij dat ik de tolk ben uwer vaderlandslievende ge voelens, ik atirzel dus niet er bij te voegen, dat indien het noodlot het mocht gebieden, Neder landers en Beigen, Belgen en Nederlanders, be reid zouden zijn goed en bloed op te offeren, hel goud te geven, het staal te grijpen voor het beschutten dier kostbare panden. Toejui chingen «Uwe vereeniging, Mijnheeren, draagt in haar schild eene zinspreuk, welke heden de uitdruk king is van een ieders vurigst verlangenVrede en Vriendschap. «Op onze twee landen en natiën toegepast, beteekent deze zinspreuk: Dat tusschen Neder land en België de vrede nimmermeer mag ge- stooid worden, en dat de vriendschap tusschen Nederlanders en Belgen meer en meer moet aan groeien, hoe meer zij elkaar leeren kennen en waard eeren." De voorzitter van Vrede en Vriendschap ant woordde op korte maar krachtige wijze, waarna de stoet zich in beweging stelde naar het feest lokaal. Ook later, gedurende het concours, werd in coupletten gezinspeeld op de toenadering van Holland en België, hetgeen door het publiek met veel geestdrift werd toegejuicht. TJiL.EGrR.AMM ETN- Clirlstlanla, 28 November. Een luchtballon uit Parijs met twee passagiers is alhier neergedaald, en acht mijlen van hier zijn postduiven aange komen. Florence, 2S Nov. Alle Ministers zijn herkozen. De uitslag der verkiezingen in zijn geheel is voor de regeering zeer gunstig. Berlijn, 28 Nov. De Staatsameiger behelst het Bondsverdrag met Beieren. De voornaamste bepa lingen komen voor in de artikelen 6168. Daaruit blijkt dat tie Boudsconstitulie niet op Beieren van toepassing ie. Beieren blijft eene zelfstandige mili taire Mogendheid, ouder het beheer van zijn koning. De organisatie en formatie van het leger geschie den evenwel in overeenstemming met den Noord- Duitschen Bond. De veldheeren van den Bond hebben het recht en de bevoegdheid om op het militaire wezen in Beieren toezicht te houden. In oorlogstijd zijn de Beiersche troepen onbeperkte gehoorzaamheid aan de veldheeren van den Bond verschuldigd. De manschappen leggen te dien einde een eed van gehoorzaamheid af. Het blad behelst eveneens het Bondsverdrag en de militaire conventie met Wurtemberg. Brussel, 28. Nov. Uit Rijssel wordt gemeld: In eene proclamatie van den prefect der Sointnc wordt gezegd, dat in weerwil van alle pogingen Amiens in de macht des vijands is gevallen. In een gehouden raad is besloten tot den terugtocht van het Noorderleger en de ontwapening der natio nale garde. Versigny nabij la Fère is geheel ver brand. De Ardennen zijn vrij. Dc berichten om trent het leger in Bretagne zijn gunstig, liet gerucht loopt dat de koning van Pruisen en zijn staf Versailles hebben verlaten, om naar Meaux te gaan. De weg tusschen dc Loire en de Seine is buiten gebruik gesteld, uitgezonderd voor de actieve troepen. Wecnen, 2S November. Het voorstel vauPiui- sen om een conferentie te houden betreffende het door Rusland opgeworpen conflict, is ter kennis van het Weener Kabinet, even als van de overige Kabinetten, gebracht. Men is hier in beginsel voor het aannemen van dit voorstel. Doch eerst wil men eenige daarmede in verband staande quaesticn opgelost zien( en daarvan zal de aanneming van het voorstel afhankelijk ge maakt worden. Londen, 28 November. De Times meldt uit Versailles van gisteren, dat de schikking van het door Rusland opgeworpen conflict waarschijnlijk is. Men verwacht dat te Londen eéne conferentie zal worden gehouden, nadut Rusland bevorens zijne nota zal hebben ingetrokken. Men meent te weten dat Rusland zich in het algemeen ten aanzien van een en ander zal aansluiten bij de voorstellen van Pruisen. Versailles, 28 Nov. Bericht van den Honing aan de Koningin.) Gisteren heeft ten zuiden van Amiens een zegevierend gevecht plaats gehad van den generaal Manteuffel met eeu gedeelte van de eerste armee. Het verlies des vijands bedraagt eenige duizenden7Ü0 man zijn gevangen genomen een vaan van de mobile garde is veroverd. Het 9de regiment huzaren heeft een bataljon marine soldaten over hoop geworpen. Ons verlies is niet Onbelangrijk. Prins Frederik Karei meldt heden Het 10de legerkorps is door een veel talrijker strijdmacht des vijands aangevallen; het korps concentreerde zich bij Bcaunc la Rolande, waar het zich zege vierend staande hield en in den namiddag in mijne tegenwoordigheid door de 5de divisie en 1ste ca- velerie-divisie ondersteund werd. Ons verlies be droeg ongeveer 1000 man; liet verlies des vijands is zeer aanzienlijk; eenige honderde gevangeuen zijn in onze handen gevallen; de strijd eindig.ie na 5 uren. Van de 1ste armee is bericht ontvangen, dat ten gevolge van den zegevierenden slag op den 2 7 s te li Amiens den 28sten door den generaal Güben is bezet. Londen, 29 November. De Times zegt, dat het antwoord van Engeland op de laatste nota van Prins Goitschakoff een vasten toon ademt. Het Ministerie zal zich niet laten van den weg bren gen door het uitzicht op eeti conferentie. Is een maal de houding van Engeland vastgesteld, dan zou het over de mogelijkheid van de conferentie in overleg kunnen treden. Engeland begeert den vrede, maar het is noodzakelijk, dat Gortseha- koff de eerste nota terugtrekt. De Morning Post zegt dat de pogingen vau Pruisen ten gunste van een conferentie tengevolge vau de bemoeiingen van Odo Russel, ondersteund worden door den Kroonprins van Pruisen. New-York, 2S November. De heer Boutwell, minister van financiën, heelt gelast, dat gedu rende de maand December eiken Woensdag 1.000.000 dollars goud verkocht en eiken Donderdag 1.000.000 dollars bonds ingekocht zullen worden. Gremeenteraad van Leiden. Rapport van do commissie van financiën op het voorstel van don heer H. C. Hartevolt, tot in voering van eene belasting op het inkomen. Na uitvoerige beraadslagingen besloot de meerder- derheid van Uwe Vergadering iu hare bijeenkomst van 27 October 11 zich niet te vereonigen met het advies van onze commissie, om het voorstel van den heer Uartevolt tot invoering van eene belasting op het inkomen, voor 1871 buiten bebaudeling te laten en af te wachten welke beslissing door den algenn e- nen wetgever ouitrent bet aanhangig ontwerp van een Rijks incometax zonde genomen worden. Naar aanleiding van dit besluit ontviug de commissie het voorstel van den beer Ilartevelt terug, met de uit- noodiging nu omtrent het plan zelf en zijne bijzondere bepaliugen van bericht en raad te dienen. De commissie, voldoende aan die opdracht, gaat daarbij uit van de onderstelling, dat het niet in de bedoeling licht van Uwe Vergadering nog eens eau breed betoog te ontvangen van de voordeelen en be zwaren welke aan bet beginsel zelf van een income- tax verbonden zijn.. Immers dat. beginsel is in de laatste jaren ook te dezer plaatse zoo binnen als bui ten den gemeenteraad dikwijls genoeg besproken om te mogen aannemen dat daaromtrent bij de verschil lende leden van Uve Vergadering nn eene gevestigde overtuiging bestaat. Liefst zoude zij dan ook de quaes- tie van bet hoofdbeginsel der voorgestelde belasting verordening nu geheel laten rusten, ware het niet dat de taak baar opgedragen, natuurlijk de verplich ting met zich bracht om althans in korte woorden te constateren, weike ten aanzien van dit beginsel bare eigen overtuiging is. een b ge rrijk' wc legin men (te mei ilijke loorc van val laad ink lUWC Aa ir ir op in; ma niet afgt derm laar issie deze haa elsel ijdra luide ,en og, st c it tat van t. dat 30i een :en iter! ncoi men ken at i misj 1 alt leer iang< :mg d efi Ook al ware de finantieele commissie omtrent beginsel van de incometax gunstiger gestemd werkelijk het geval is, dan nog zoude zij op gr van de argumenten, in haar eerste rapport onh keld, geen vrijheid kunnen vinden U aan te ra om het aanhangig voorstel met Uwe go dkeurin bekrachtigen. Zij eerbiedigt natuurlijk volkomen afwijkeud oordeel van de meerderheid Uwer Ye dermg, maar zij vraagt dau ook dienzelfden eer voor hare eigen overtuiging en deze belet haar te werken tot een besluit, dat de strekking h om reeds iu het volgende jaar invoering van mkomsten-bölastiug tc beproeveu. Haar gevoele het vorige rapport uitgesproken, dat het jaar bij uitnemendheid ongeschikt is voor dergelijke pro werd door de gevoerde diqcussiën, hoe belangrijk op zichzelve ook mogen geweest zijn, in geen ei opzicht geschokt. Maar geheel afgescheiden van deze nu trom uitgemaakte quaestie, zijn de bezwaren van commissie tegen eene belasting van het inkomen, rustende op het stelsel van eigen aangifte, zooals wordt voorgedragen, vele en gewichtig. Zij betwi vooreerst of men langs dien weg werkelijk kan i ken tot eene eenigszins zuivere kennis van elks it men, eu zij betwijfelt ten andere, of dat inkon aangenomen dat men er in slaagde het juist te lee kennen, wel inderdaad mag doorgaan voor een zuiveren maatstaf van belasting, als zeer velen vo: in den tegenwoordigen tijd schijnen te rnecnen I. Er bestaat geen waarborg dat men werki het zuiver inkomen van de burgers zal leeren keni daar men teu slotte om tot die kenuis te gen. over geen anderen weg beschikken kan dan dien eigen aangifte. Dat deze weg nu een zeer gebrek is omdai eigen aangifte den belastingschuldige in verleiding brengt door onjuiste opgave van zijn ie men zich zeiven tc bevoordeelen, behoeft zelfs betoog. Optimisten en pessimisten mogen twi over de vraag, of er inderdaad velen zijn die dergelijke verleiding zwichten, dit staat m elk vast, dat althans niet weinigen hun inkomen zullen aangeven dan het werkelijk bedraagt, en doende uitwerken dat de belasting op ongelijke w drukt, 't Is waar, die ongelijke druk vmdt men ongeveer alle andere belastingen eveneens terug, toch met dit zeer gewichtig verschil, dat terwijl eld het toeval bepaalt wie te veel en wie te weinig brengt, hier de onzedelijken altijd de bevoordeel; en de eerlijke lieden altijd de benadeelden zijn, bezwaar, zeker de hoofdbedenking tegen een in metax met eigen aangifte, kan door geen beto hoe welsprekend of spitsvondig ook, immer won weggecijferd. Toch wil men eene zekere controle van de ei; aangifte, te weten die van de openbare meening ze maar het blijft zeer de vraag of deze controle eer een ongerief dan eene deugd zou moeten heet Uwe commissie waagt namelijk de stelling, dat t eene groote gemeente als deze, er maar zeer wein ingewijden zijn bij wie men eenige serieuse van het inkomen hunner medeburgers mag aannem 4 't Is zoo, het groote publiek is met zijne schatl van elks inkomen altijd gereed, maar in negen de tien gevallen berust die schatting op geene wezenlijken grondslag. Dit nu is geeu ongerief, w altijd zijn er velen in de gemeente wier zuiver in men werkelijk veel lager is dan het groote publ oordeelt. Deze personen mogen met de meeste gen delijkheid hun juiste inkomen aangeven, toch zul zij de verdenking van de wet te willen ontduii niet knnnen ontgaan. Burgemeester en Weth. aan wie, hetzij dai eerste instantie hetzij in hooger beroep, de uit] moeilijke taak wordt opgedragen om de meerdei mindere juistheid van ae gedane aangiften to beo] deelen, zullen in het volle bewustzijn van hun slagen onvermogen oen het inkomen der burgers beoordeelen, zich wel in den regel bij de eigen ai gifte neerleggen, wanneer deze zich althans nietdc hare buitensporigheid kenmerkt. Eene wezenlijk doende controle oefenen zij niet uit en kunnen niet uitoefenen. Toch zullen zij in zeer vele geval wel gedwongen worden om zichzelven aan eene ming van het inkomen te wagen. Immers het is kend genoeg, dat niet weinig ingezetenen door o overwinnelijken afkeer gedreven, er niet toekunn: worden gebracht om zeiven aan te geven in wel klasse zij naar bun inkomen behooren te worden aa geslagen. Bestaat die afkeer altijd, ze is te sterk bij de directe gemeente-belaseingen omdat de wett lijke voorschriften het publiceeren van de kohiert bevelen. Liever dan tot die eigen aangifte over gaan, zullen deze personen den ambtelijken aansli willen afwachten. Komt het daartoe dan een va beiden, of de schatters [zullen, zooals ook de he Llarlevelt verlangt, enkel letten op den uiterlijk staat van de belastingschuldigen, en zoo doende plaats van het inkomen de verteringen ramei of zij zullen eenvoudig in het blinde en zonder ha van eenigen bruikbaren maatstaf naar het inkome gissen. In het eene geval zoo wel als in het ande: moet de uitkomst in liooge mate onvoldoende zijn Maar er is meer; ook daar waar men te doen i hebben met personen, die er gemoedelijk naar strere om de nieuwe verordening stipt na te leven, is zelfs nog geenerlei zekerheid, dat het gemeentebestui werkelijk het zuiver inkomen zal kunnen aanslaai Wie eenigzins met de praktijk bekend zijn, wete dat er onder de kleine burgerij honderden en nu schien duizenden voorkomen, die zooals het heet //vï de hand in den tand" leven, en of in het geheel nit of althans hoogst gebrekkig boekhouden. Het bedit van hun zuiver inkomen is aan deze personen zelvt dikwijls niet veel nauwkeuriger bekend dan aan groote publiek daar buiten. Bij de hoogere klaas) van de maatschappij, renteniers, industrieelen, hand laren enz., bestaat dit bezwaar niet, althans niet dü hoogst zeldenmaar bij deze klassen doet zich eec andere moeilijkheid voor, welke in verband staat mt de vrij wat uiteenloopende wijzen van boekhouder; Zoo zal bijv. de meer of minder belangrijke som, wel! de industrieel jaarlijks van zijne winst afschrijft, dadelijk grooten invloed hebben op de bepaling v* het zuiver inkomen, dat ter zijner beschikking blijf Men voege daarbij eindelijk dit, dat er r dagelijksch leven honderde gevallen voorkomen, waari de beste deskundigen twisten over de vraag, of di of dat voordeel bij de bepaliug van het zuiver mko men al of niet in rekening moet worden gebracbi en men bedenke dan dat deze vragen hier ter besla sing worden opgedragen aan menschen, die over kt algemeen zelfs geen flauw begrip zullen hebben val hetgeen de verordening eigenlijk bedoelt, 't Is waat, in de meeste gevallen zal eene meer of minder juisl beslissing van dergelijke moeilijke vragen ter bepaliai van het juiste inkomen zeer weinig afdoen; maar het kan ook anders zijn. Om maar een enkel voorbeek' te noemen. Wat zal de handelaar doen, die aan ei gelukkig geslaagde speculatie plotseling een zeer groofc winst verschuldigd is? De een zal die winst on<k' zijn inkomen opnemen, de ander niet, onder voor wendsel dat hij het gewronnen geld dadelijk tot aam koop van kapitaal gebezigd heeft. it och ;ene on in i and' men slag ai ei lach ire c de Q dt en i 1 ;en iUOl ai i te eze :aill< ub best; me 'omi ghen and !en vai e e om neer a a nng dan •en. oor it li ;en eer :omi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2