!v°. ms.
A». 1870
10 November.
Donderdag
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEH ADVIKTENTIEN.
Voor iederen regelj 0.15.
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 9 November.
De volgende zinsnede uit het voorloopig verslag
[ju de Tweede Kamer der Staten Generaal op
let VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting, in de
\imwe Rollerdamsche Courant van heden is het uit-
jngspunt van een even krachtige als hoogst noo-
lige waarschuwing tegen aanranding van de
Mslagen nan den constitutioneelen Regeeringsvorm.
De zinsnede is deze:
„De houding der Regeering ten aanzien van
ie vrijwillige scherpschutters, gaf in meest alle
tfdeelingen tot eene meer of minder scherpe kri-
iek aanleiding. Die houding scheen toch van
lekere weifeling en zwakheid niet vrij te pleiten.
Fooral had men daarbij het oog op de circulaire
raD den Commissaris des Konings bijdenNeder-
andschen Weerbaarheidsbond van den 22sten
ëptember jl., waarbij zijdelings een blaam ge
worpen werd op de wijze vau oefening der militie,
e verantwoordelijke Minister van Oorlog moest,
eide meD, dergelijke inmenging van nietverant-
oordelijke personen, op de zaken zijn Departe-
ent betreffende, niet toelaten. De grondslagen
den constitutioneelen regeeringsvorm worden
:or zoodanige inmenging aangetast. En dit vooral
as te bedenkelijker, omdat het niet het eenige
an dien aard was, hetwelk zich in den laatsten
ijd had voorgedaan."
Men zal zich herinneren dat wij reeds bij de
ededeeling van het in de bovenstaande zinsuede
bedoeld feit de opmerking niet konden weerhou
den dat daarin iets onregelmatigs was gelegen
en min of meer zweemde naar de bekende af
keurenswaardige circulaire vau den directeur vaD
bet Kabiuet des Konings aan de gemeentebe
sturen.
Met de uieest mogelijke instemming ontleenen
wij dan ook aan den inhoud van het artikel in
4e N. R. Ct. het volgende:
Dat gedeelte van de Nederlandsche natie,'t welk
onze constitutioneele instellingen lief heeft, en
prijs stelt op de voortdurende zuivere toepassing
van de beginselen waarop die instellingen rusten,
zal gewis met hooge ingenomenheid kennis heb
ben genomen van de flinke wijze, waarop die
afkeurende opmerking door de Volksvertegen
woordiging wordt uitgesproken. De eerbied voor,
het vertrouwen in de Kamer is daardoor in
niet geringe mate toegenomen. De natie zal
daarin vinden het bewijs, dat de Kamer steeds
beeft een open en waakzaam oog voor alles wat
in Nederland voorvalt, en, wat meer zegt, den
moed om iedere afwijking van den constitutio
neelen weg, door wien ook gepleegd, in 't open
baar aan te wijzen en te veroordeelen.
Te bedenkelijker is zoo zegt het Verslag
dit voorval, omdat het niet het eenige van dien
aard is, hetwelk zich in den laatsten tijd heeft
voorgedaan. Kennelijk wordt daarbij gedoeld op
de circulaire van den Directeur van het Kabinet
des Konings, waarbij die ambtenaar de Com
missarissen des Konings, uitnoodigt, aan de ge
meentebesturen de hooge tevredenheid van Zijne
Majesteit te betuigen, omtrent den spoed waar
mede de miliciens bij de laatste buitengewone
tproeping der lichtingen zijn opgekomen.
De lof was gewis verdienden wie zon het
niet toejuichen, dat het geëerbiedigd hoofd van
den staat openlijk lof toekent, wanneer in moei
lijke tijden, door een gewichtig onderdeel van
ons Staatsbestuur, het algemeen belang met meer
dan gewonen ijver is behartigd en bevorderd?
Haar, goedkeuring zoowel als af keuring der han
delingen van hen, die als ambtenaren van den
Staat geroepen zijn om 's lands wetten uit te voe
ren, wanneer die komt van den Koning als de
uitvoerende macht, is een regeeringsdaad, die slechts
ban geschieden door tusschenkomst van de ver
antwoordelijke ministers en onderworpen is aan
de controle van de volksvertegenwoordiging. De
circulaire van den directeur van 's Konings Ka-
binet was de eerste stap op een gevaarlijken,
een inconstitutioneelen weg.
«Beperkt men zegt Thorbecke in de narede
op zijne parlementaire redevoeringen blad XII
door vooropstelling van een persoonlijken wil van
den vorst, de ministerieele verantwoordelijkheid,
dan legt men een brug voor autocratie, en tast
men het wezen van den constitutioneelen Staat
aan, dat op volle, onverdeelde aansprakelijkheid
van het bewind berust."
Die eerste stap werd alras door een tweeden
J gevolgd. De circulaire van den Commissaris des
Konings bij den Nederlandschen weerbaarheids-
bond van 22 September jl., met welke goede be
doeling ook uitgevaardigd, is alweder een regee
ringsdaad, die slechts van een verantwoordelijken
Minister had mogen uitgaan, niet slechts omdat
daardoor een zijdelingsche blaam wordt gewor
pen op de wijze van oefening der militie, maar
omdat een onverantwoordelijke titularis in naam
van Z. M. spreekt.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
het noodig geacht aan de circulaire van den
Koninklijken Commissaris een officieelen en tevens
beperkenden uitleg te geven.
De verantwoordelijke raadsman des Konings
achtte zich dus verplicht zin en strekking in
zijnen geest aan te wijzen, van hetgeen namens
zijne Majesteil door een onverantwoordelijk titu
laris was aangeschreven en die aanschrijving op
deze wijze zijdelings af te keuren
Men ziet waartoe die schijnbaar kleine afwij
king van den constitutionelen weg leidt.
De uitvoerende macht berust, volgens art. 54
van de Grondwet, bij den Koning. Die macht
echter oefent de Koning niet zelf uit, maar door
zijne verantwoordelijke ministers.
Dat is het hoofdbeginsel onzer constitutie, dat
nimmer uit het oog mag worden verloren. „Het
geven van bevelen -n zegt de hoogleeraar De
Bosch Kemper (Handleiding tot de kennis van
het Nederlandsch Staatsrecht en Staatsbestuur,
bladz. 109) door eenen Koning aan zijne ge
neraals en ambassadeurs, met voorbijgaan zijner
Ministers, schijnt mij inconstitutioneel en zeer
geschikt, om de Koninklijke onschendbaarheid in
de waagschaal te stellen."
De afwijkingen die wij bedoelden zijn schijn
baar gering, althans niet van dien ingrijpenden
aard als de hoogleeraar op het oog had. Maar,
hier waar het de hoeksteen van ons staatsgebouw
de ministerieele verantwoordelijkheid, geldt, past
het ons te letten op het „principiis obsta"
moeten wij met zorg vasthouden aan de meest
zuivere toepassing en handhaving van onze staats
instellingen.
Er is bij ons eene kleine, maar woelige en
moedige partij, die geene gelegenheid laat voor
bijgaan, om, met wegcijfering van de onbeperkte
ministerieele. verantwoordelijkheid, het persoou-
lijk gouvernement op den voorgrond te plaatsen
en OQder allerlei schoonschijnende leuzen ingang
te doen vinden bij het volk.
De geschiedenis van 1S66/6S is daar, om de
waarheid van die stelling te bevestigen. Wij wer
ken dit denkbeeld niet verder uit, maar bepalen
ons bij het onderwerp dat wij behandelen^ en
dan noemen wij de aanstelling van een Konink
lijken Commissaris bij een Weerbaarheidsbond
een ongelukkig denkbeeld. Het besluit van 12
Mei 1S67, waarbij de vereenigingen voor de vrij
willige oefening in den wapenhandel worden ge
organiseerd, kent noch Weerbaarheidsbond, noch
Koninklijken Commissaris. Integendeelin art. 18
worden duidelijk tot tusschenpersonen tusschen
de vereenigingen en Z. M. aangewezen: de bur
gemeesters der gemeenten, de Commissarissen
des Konings in dë provinciën en de minister van
oorlog. Tusschen de vereenigingen, bij dit besluit
erkend en georganiseerd, is nu een Weerbaar
heidsbond geschoven, in dat besluit niet genoemd,
tusschen welken on Z. M. niet staan de verant
woordelijke ambtenaren in de verordening aan
gewezen, maar een onafhankelijk en onverant
woordelijk persoon onder den titel van Commis
saris des Konings, die buiten de verantwoordelijke
ambtenaren om, mamens Z. M. tot de Weerbaar
heid spreekt!
Daardoor is aan een hoogst nuttige instelling
eene kleur gegeven, die aan een van de overige
strijdkrachten van den Staat afgescheiden legertje
doet denken, dat zonder tusschenkomst van den
verantwoordelijken minister, onder het onmid
dellijk bevel en toezicht des konings werkzaam is.
Is dat overeen te brengen met ons constitutio
neel stelsel?
Alle daden van bestuur zijn ter verantwoording
der ministers, het doen van benoemingen daar
onder begrepenal wat daaraan afbreuk doet,
is beperking van de ministerieele verantwoorde
lijkheid. De dagelijks uit de inmenging van on
verantwoordelijke personen voortspruitende has-
pelarijen, doen groote schade aan de zoo onmis
bare kracht van iedere regeering en mitsdien
aan het waarachtig belang des lands.
Dat kwaad ontstaat, wordt althans in geen
geringe mate bevorderd, doordien bij ons tusschen
den koning en zijne verantwoordelijke ministers,
officieel erkende titularissen staan, die, onverant
woordelijk als ze zijn, toch dagelijkschen invloed
op 's lands zaken uitoefenen. Daarom geen Ko
ninklijke Commissaris bij den Weerbaarheidsbond.
Daarom geen Directeur van het Kabinet des
Konings, die, staande tusschen den koning en
diens regeering, met voorbijgang van de verant
woordelijke ministers, grijpt in het raderwerk
van den Staat.
Waartoe zulke tusschenpersonen Ieder Minister
handele zelf met den Koning af, wat tot zijn
departement behoort, of, als men dit niet wil,
men bettoeme dan een Minister, onder welken
titel ook, die verricht, wat nu aan den Directeur
van het Kabinet is opgedragen, maar die als lid
van het Ministerie de verantwoordelijkheid voor
zijne handelingen zoowel tegenover de volksver
tegenwoordiging, als tegenover zijne ambtgenooten
draagt."
Aan het Ulrechtsch Dagblad wordt uit 's 11 age om
trent de ministerieele crisis medegedeeld Geruch
ten omtrent allerlei combinatiën zijn hier in om
loop, ten einde een nieuw kabiuet bijeen te bren
gen. Elk uur haast verneemt men andere nameu.
Onder de serieuse candidaten voor het minister
schap worden echter genoemd professor Vissering,
te Leiden, voor de portefeuille van financiën, en
professor Asser, te Amsterdam, voor die vanjas-
titie. De beer Gericke zou bepaaldelijk voor bui-
tenlandsche zaken bedankt hebben. Voorloopig
schijnt ook in aanmerking gekomen te zijn de
heer Leclerq, hoofdofficier, tegenwoordig aan het
departement van oorlog gedetacheerd.
Z. M. de Koning heeft benoemd tot ridder
grootkruis der orde van den Nederlandschen
Leeuw, den heer C. Baudin, onlangs afgetreden
buitengewoon gezant en gevolmachtigd Minister
van den ex-keizer der Franschen bij ons Hof.
Den lsten November jl. zijn door HH. Curatoren
der Leidsche Hoogeschool op hun verzoek eervol
ontslagen: Dr. S. Van der Horst als adsistent bij
de geneeskundige kliniek en Dr. B. J. Winkelman
als prosector aan het Anatomisch kabinet en is
benoemd als adsistent bij de geneeskundige kliniek
Dr. B. J. Winkelman en tot prosector aan het
Anatomisch kabinet Dr. C. K. Hoffmann, thans
geneesheer in het gesticht te Meerenberg.
De heer Van Hees te Leiden, is in de ver
gadering van het Ned. Rederijkers Verbond
jl. Zaterdag aan den Kinderdijk gehouden, be
kroond met de zilveren medalje als de schrijver van
het ingezonden stuk, getiteld Stilzwijgende kwaad
sprekendheid" als antwoord op de in de vorige ver
gadering uitgeschreven prijsvraag: het leveren
van een oorspronkelijk blijspel. Daar van de 16
antwoorden volgens het verslag der jury slechts
twee, aan de gestelde eischen hadden voldaan,
werd ook de heer Fransen te Egmond-Binnen,
als schrijver van den ring van Gygesmet de
zilvereD medalje bekroond.
den allen echter gered, en bekwam alleen een
der passagiers een lichte kneuzing aan den pols.
Ook het rijtuig werd spoedig uit. het water ge
haald. De koetsier was nog tijdig van den bok
gesprongen.
In de zitting van de Tweede Kamer van gis
teren zijn ingekomen adressen van de lieeren
Mrs. T. G. H. Reitsma, commies ter provinciale
griffie te Groningen enz., Jhr. G. De Bosch Kem
per, adjunct-commies ter provinciale griffie van
Noord-Holland, en Jhr. J. M. Van Beyma thoe
Kingma, advocaat en ambtenaar, waarnemende
-het openbaar ministerie bij het kantongerecht te
Heereuveen, die in aanmerking wenschen te
-komen voor de vacante betrekking van commies-
griflier der Kamer.
De opvoering van Mozart's Don Juan op Maan
dag-avond aangekondigd, zal zeker de talrijke
vereerders van de muziek van een der grootste,
(zoo niet de grootste,) Duitsche toondichters een
genotvóllen avond verschaffen.
In de Don Juan bood de voorstelling van zoo
vele hartstochten, de groote tegenstelling van vaak
uitgelaten humor en het diep ingrijpende van
tooneelen uit de geesten wereld, den grooten
componist een ruim veld aan om een indrukwek
kend geheel te vormen. We hopen, dat het per
soneel van den heer Saar, de niet gemakkelijke,
maar bij verdienstelijke uitvoering dankbare taak,
die het Maandag-avond wacht, op eene wijze
zal vervullen, die onze aanbeveling tot eene druk
bezoek zal rechtvaardigen. De verhoogde entree
prijs, waarvan we bij de opening van het tooneel
met de Tannhauser gewag maakten, is ten gevolge
van nadere overwegingen weder teruggebracht
tot de prijzen van het vorige jaar. Zeker een re
den te meer om een talrijke opkomst te ver
wachten.
Gisterenavond omstreeks halftien, geraakte
even buiten de Zijlpoort alhier, een van Voor
schoten komend rijtuig, waarin zich vier per
sonen bevondeD, hij het oprijden der brug in
het water. Door spoedig toegesnelde hulp wer
Prof. Dr. M. Salverda, schoolopziener te Gro
ningen, deelt in de Schoolbode, als een bewijs,
hoeveel er aan de eenheid in de afneming der
acte-examens in de verschillende provinciën des
lands ontbreekt, mededat bij het najaars-examen
tot hoofdonderwijzer in de provincie Groningen
op éen na de hoogste punten werden behaald
door een candidaat, op de voorjaars examens van
ditzelfde jaar in Noord-Holland afgewezen. Het
in alle vakken uitmuntend examen van dien
candidaat had in hooge mate de aandacht ge
trokken. De bedoelde candidaat is iemand, die
aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te
Haarlem den hulponderwijzers-cursus heeft hij-
gewoond.
Men deelt aan de Tijd mede, dat op eene zamen-
komst van eenige aanzienlijke Katholieken uit
verschilleude provinciën, den 4den ivovemiber jl.
te Utrecht gehouden, een adres aan Z. M. den
Koning is ontworpen, ten einde voorziening te
vragen tegen de overweldiging van den Kerke-
lijken Staat. Dat ontwerp is thans in circulaire
en zal weldra ter algemeene kennis;,worden ge
bracht.
Met 1 Jan. aanst. zal 't formaat der Landbouw
courant aanmerkelijk worden vergroot.
De redactie zal den 25sten jaargang aanvan
gen, met papier te gebruiken per bladz. 8 centim.
langer en 2 centim. breeder dan 't tot nu toe
voor dit blad gebezigde. Daardoor zal ook den in
houd aanzienlijk uitgebreid en minder kleine
letter gebruikt worden.
Deze vergrooting van formaat, gepaard met
uitbreiding van inhoud, zal plaats hebben zonder
verhooging van prijs.
Volgens bericht van den hoofdcommissaris
van politie te Amsterdam, is dep 2Gsten Oct. II.
door J. A. Rlokker, huisknecht bij den heer
J. M. T. Tiedeman te Amsterdam, op het post
kantoor aldaar bezorgd een aangeteekenden brief,
door dien heer afgezonden en geadresseerd aan
mevr. de wed. De Fremery, wonende te Venlo,
waarin gesloten zou zijn geweest een bankbiljet
groot driehonderd gulden, lit. B., n*. 4814, lsten
October 1859. Deze brief is aan liet adres bezorgd,
maar bij opening ontbrak het bankbiljet. Eene
der korte zijden van de enveloppe bleek open
gesneden ep toegeplakt. te zijn geweest. De hoofd
commissaris van (politie voornoemd verzoekt op
sporing, aanhouding en bericht.
„Blijkens een bericht van den Nederlandschen
consul te Mobile, in Alabama, van 17 October,
is aldaar de gele koorts uitgebroken, en worden
mitsdien geene zuivere gezondheidspassen uieer
uitgereikt aan de van daar vertrekkende schepen."
Op den 5den dezer is door Z. M. den Koning
in een bijzonder gehoor ontvangen de heer F. Von
Niethammer, ten einde aan Hoogstdenzelven te
overhandigen zijne geloofsbrieven als buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M.
den Koning van Beijeren bij het Nederland
sche Hof.
Bij Koninklijk besluit van 6 October, is aan
de vereeniging ter bevordering van's lands weer
baarheid Heiligerlee, te Scheemda, toestemming
tot oprichting verleend.
Z. M. heeft goedgevonden den kapitein A. C.
T. Gevers Leuven, van het regiment grenadiers
en jagers, op zijne aanvrage op pensioen te stel
len, en het bedrag van dat peDsioen te bepalen
op 1005 'sjaars.