eil hbSjkt uit de aanbesteding den 17den Nov. te hou noem; >d dat het kanaal tusschen de binnenhaven van eere en de nieuwe Middelburgsche brug, met a, strel oeververdediging, eerst den lslen Juni 1872 op leven! behoeft te worden. Bijna nog geen der tot isver verrichte werken is op den bepaalden d afgeleverd. Breda, 25 October. Dezen morgen arriveerde bier de Commissaris des Konings in dit gewest, et het doel om met het dagelijksch bestuur de ■stemming der gronden, die door de slechtiDg ^el« jr vestingwerken vrijgekomen zijn, te bespreken, et is te wenschen dat de groote verandering de stad heeft ondergaan, gunstig moge werken vermeerdering van handel en nijverheid, waar- W laats zoo gunstig gelegen is. van ibten. in dii ïem U hoef; imeeo; dd lOlstel: rdoot van van en ee t Jz, en he, van t, wei denf vangi echt» wor., r zee ian Vi is des Solo: onit nen zoni ihiei de srd. ft l w'è t di: i Z. i pra :h m nad: ite i ersii ids fi .nwt ntbi ging o r r an Te n bi BUITENLAND. Z. .1 ui srij 5. i atal. vo bef ui n p 1. n ir o enn er he I f ui hl He lts. rnh: ij ;hit tchf iitli led bBI fels >n< Duitschland. Uit het hoofdkwartier van den kroonprins te ersailles wordt dd. 20 October het volgende aan eD Staats-Anzeiger geschreven De moedwillige verwoesting van St. Cloud heeft vrees doen ontstaan voor de vernieling van ndere monumentale werken der bouwkunde den omtrek der belegerde stad. Vooral vreest ien voor de beroemde fabriek van Sèvres, die van erschillende zijden binnen het bereik van het ijandelijke vuur ligt. De directeur van deze dustrieele inrichting, heeft dadelijk bij het bin- enrukken der Pruisen te Versailles, eene mili- lire bezetting verzocht, daar toen reeds eenige oepen franc-tireurs, die voor de poorten van arijs overal schrik verspreidden, een aanval op de ïagazijnen gedaan hadden, om zich met de daar anwezige voorwerpen van waarde te verrijken. Het personeel der beambten, niet bestand tegen e overmacht, had de vlucht genomen en had en kostbaren voorraad, die door de republikei- en als onbeheerd eigendom beschouwd werd, loader bescherming achterlatende. De Pruisische Schildwachten hadden daarop wel orde gesteld; laar daar echter het kanonvuur weer begon en er lijna dagelijks eenige granaten uit de Parijsche erschansingen binnen den omtrek van Sèvres eervielen, was er aan eene geregelde verpakking Ier zeer belangrijke voorwerpen, niet te denken. Het gelukte den directeur niet dan met zeer eel moeite om de afgewerkte porseleinwerken it de bovenste naar de benedenste verdiepingen doen brengen, waar zij beter beschermd wa ren. De fabriek is namelijk tegen den rand van den heuvel gebouwd, die van Bellevue westwaarts aar het dal der linker Seine-oever voert. Zij is ioo gebouwd, dat slechts de beide bovenverdie- u'ngen boven den heuvel uitkomen, daar de inderste in den rotsachtigen grond zijn gebouwd. Het bovenste gedeelte heeft echter reeds zoodanig door de Fransche kogels geleden, dat het zeer twij felachtig is of het overige behouden kan worden. De beambten die tot het laatst zijn gebleven, waren thans genoodzaakt hunne woningen te verlateu en naar Versailles te verhuizen. De heer Regnault, een der meest geachte natuurvorschers van Frankrijk, tevens bekend als de schrijver van een in Duitschland gunstig bekend „Hand boek der Chemie" heeft zich nu tot den kroon prins gewend, en verzocht hem in de gele genheid te stellen 001 thans nog het voornaamste gedeelte der kunstwerken van Sèvres te redden. Hoofdzakelijk betrof dit eene verzauieliug van modellen, die in historische volgorde, de ontwik keling der porselein-industrie voorstellen, bene vens eene daartoe behoorende verzameling van teekeningen, vormen enz. Met het oog op het roote verlies, dat de kunst-industrie daardoor zou lijden, heeft de kroonprins in het verzoek bewilligd, en de noodige bevelen gegeven, dat onder leiding van den heer Regnault en door de tusschenkomst der in de nabijheid liggende troe pen dat alles naar Versailles worde overgebracht. Op last van den kroonprins heeft de Hofmaar schalk Graaf Zu Eulenburg, de bewuste verza meling bezichtigd. Het transport zal door middel van militaire wagens geschieden en men zal reeds morgen daarmede een aanvang nemen, wanneer namelijk de vijand door eene pauze in zijne be schieting het verblijf te Sevres daartoe mogelijk maakt. Tegenover de verwoesting en minachting voor groote kunstwerken van hun vaderland die de Frauschen in dezen oorlog kenmerken, moet inen bekennen dat de Duitscbe legers, zoo vaak van daden van vandalisme beschuldigd, van hunne zijde alles aanwenden, om nuttelooze verwoes tingen voor te komen. Engeland.. De Daily Telegraph zegt, in eene beschouwing over den toestand in Frankrijk, en met betrekking tot een wapenstilstand of den vrede 0. a. het volgende „Men moet de moeilijkheden goed in deoogen zien, als men ze wil overwinnen. Het zou zeer wel mogelijk zijn dat een wapenstilstand op eene wijze werd daargesteld, dat geen der oorlogvoe rende partijen eenig wezentlijk voordeel daarvan bad. Indien de schorsing der vijandelijkheden 8 of 10 dagen moest duren, zou men kunnen bere kenen, hoeveel proviand er noodig was om de bevolking van Parijs gedurende dat tijdsverloop van levensmiddelen te voorzien, men zou niet meer of minder binnen de stad kunnen doen in voeren; zoodat de stad zich zoodoende, naafloop van den wapenstilstand in denzelfden toestand zou bevinden als bij den aanvang daarvan. En toch zien wij in een wapenstilstand de zekerste waar borgen voor den vrede. Frankrijk bevindt zich in eene koortsachtige opgewondenheid, terwijl het bewind de voortzet ting van den oorlog predikt. Daarom zullen, een wa penstilstand, een algemeene verkiezing, eene dis cussie over de vredesvoorwaarden, altijd zeer weinig voordeel aanbrengen aan de oorlogvoerende partij, die meer op de kunstmatig opgewonden geestdrift, dan wel op de materieele, militaire krachten wil blijven steunen. De wapenstilstand, het tijdelijk afbreken der vijandelijkheden, zou eene verademing zijn en tijd geven tot nadenken. De Fransche natie zou beginnen in te zien dat de vrede iets is, dat zij in maanden niet heeft genoten en nu eerst heeft leeren waardeeren. De verkiezingen zouden eene afleiding zijn en hun geest met andere gedachten vervullen. Zij zouden moeten beslissen tusschen de candidates voor en tegen den oorlog, en een staatsregeling moeten daarstellen die genoodzaakt was een einde te maken aan de vijandelijkheden, of ze met kracht voort (e zetten. Men zou dan weten, wat Frankrijk, in zijn geheel, werkelijk verkiest. Dit feit alleen, zou de schaal zeer naar den vrede doen overhellen. „Het is opmerkelijk hoevele verschillende voor slagen Pruisen in de tegenwoordige periode niet reeds zijn toegedicht, terwijl het tevens algemeen bekend is dat er sedert eenigeu tijd onderhandelin gen tusschen Bazaine en Bismarck gevoerd zijn. Het is evenmio een geheim dat de onderhande lingen tusschen dien Franschen bevelhebber en den Pruisischen staatsman, par excellencezich verder uit strekten, dan tot de overgave van Metz. Men heeft aan de Pruisische regeering voorgesteld om niet keizerin Eugènie te onderhandelen, onder het voorwendsel dat zij nog altijd als de regentes van Frankrijk moest beschouwd wordeu. Dien tengevolge zou de keizerin zich naar Versailles moeten begeven. De generaal Boyer, vertrouwd aide-de-camp van Bazaine zou dit voorstel aan de bewoonster van het kasteel Chislehurst heb ben gedaan, en naar wij gelooven, niet geheel vruchteloos. Maar dit voornemen heeft plaats moeten maken voor de uitgebreide combinatie der neutrale mo gendheden, die een wapenstilstand hebben voor geslagen, ten einde de vredespreliminairen vast te stellen, terwijl het doel daarvan tevens de verkiezing der nationale vergadering zou zijn. Daardoor zou Koning Wilhelm niet meer genood zaakt zijn met een factie, een bewind of eene stad te onderhandelen, maar met het Fransche volk. Wij herhalen het, alleen een wapenstilstand geeft ons hoop op den vrede. Frankrijk en Duitsch land kunnen dan in een vreedzame samenkomst breedvoerig hunne wederzijdsche vorderingen be spreken, die dan duidelijk gesteld kuunen worden. Mocht het daarna, nog mislukken om den vrede te herstellen, dau zou Engeland toch zijn plicht gedaan hebben door de toenadering bewerkt te hebben tusschen de oorlogvoerende partijeu die dan tegenover Europa eene nieuwe verantwoor delijkheid op zich zouden laden. Gemeenteraad van Leiden. Zitting van heden. Voorzitter: de heer Burgemeester. Geopend te 2 uren. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Tollens, Hubrecht, Hoog, De Freraery, Hartevelt, Goudsmit, Tieleman, Lezwijn, Le Poole, Eigeman, Buys, Bijlevelt, Verster, Scheltema, Du Rieu, Cock, Dercksen, Van Heuke- lom, Van Outeren, Driessen, Krantz, Van Wensen en WttewaaU. De notulen van het verhandelde in de vorige ver gadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken 1°. dispositien van Ged. Staten houdende goed keuring van onderscheidene raadsbesluiten bevorens genomen, 2°. missive van den directeur der Kon. Ned. Grof smederij, waarbij bij zijn vroeger aan den raad ge daan verzoek intrekt, 3°. een voordracht tot benoeming van een leeraar in de Wis- en Natuurkunde aan de inrichtingen voor Hooger en Middelbaar onderwijs; van 2 hulponderwijzers aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs van de Iste en van een hoofdonderwijzer aan de openbare la gere school voor minvermogenden, der 2de klasse; 4°. Rapport op het verzoek van den Gemeenteraad van Alkemade, om een soliede pont in plaats van een brug over de nieuwe Wetering daar te stellen. 5°. Rapport van de commissie van fabricage op de missive van de firma de Bruyn Kops nopens het Liernurstelsel. 6°. Adres van Yan Gelderen, leerlooier, houdende verzoek om afstand van grond; en 7°. mededeeling dat de heer Cock zich de be noeming van lid van de commissie betreffende den toren van de Mare-kerk heeft laten welgevallen. Tot de onderwerpen van behandeling overgaande, wordt 1°. Benoemd tot leeraar in het Hebreeuwsch aan het Gymnasium, de heer G. C. Steins met 12 tegen 2 stemmen. In de tweede plaats komt aan de orde de kwestie omtrent het al of niet aanbesteden van de gemeente werken, die samengevat wordt in de volgende con- clusien a. van de commissie van finanlien 1°. dat de Raad er vootloopig in berust dat het onderhoud van de bestrating in eigen beheer plaats hebbe, maar zich voorbehoud om, wanneer de ter mijn voor welken de leverantie van keien eu klinkers werd aanbesteed, zal verstreken zijn, nader te be slissen of op den tegenwoordigen voet al of niet be hoort te worden voortgegaan; 2°. dat de Raad het onderhoud van alle andere werken wenscht aanbesteed te zien en daarom het college van dagelijksch bestuur uitnoodigt om in overleg met de Commissie van Fabricage het daar heen te leiden, dat het getal vaste werklieden der gemeente, voor zoover die niet uitsluitend aan de bestrating arbeiden, uiterlijk op 1 Januri 1872 worde teruggebracht tot zeer enkele personen, die belast zullen blijven met het verrichten van die kleine werkzaamheden, welke dadelijk voorziening eischen en niet onder de aanbesteding konden worden be grepen. en b. van de commissie van fabricage, ondersteund door Burgemeester en Wethouders: 1°. om te besluiten tot de openbare aanbeste ding van: a. het onderhoud der houten brugdekken b. het diepen der grachten langs de wallen. 2°. Om het aantal werklieden met zes te vermin deren, waardoor f 1790 op de som van dagloonen wordt verminderd en daarmede de posten van on derhoud der bruggen en van kaaimuren te verhoogen. De heer Scheltema, beantwoordt nader het weder antwoord van de commissie van fabricage op het rap port der commissie van financiën. En dan is hij van meening dat eerstbedoelde, doel en strekking van het voorstel van laatstgenoemde commissie niet heeft begrepen. Volgens haar zou het zwaartepunt gelegen zijn in de quaestie der werklieden. Dit is echter niet het doel en strekking van het voorstel der commissie van finantiën. Zijn voornaam doel is de afschaffing van het geheele eigen beheer. Het geldt hier de vraag of die afschaffing mogelijk en in het» belang der ge meente is. Dat wilde hij vooraf laten gaan ten einde te voorkomen dat er discussie werd gevoerd over iets dat niet recht werd begrepen. De Voorzitter verdedigt met klem het eigen be heer; z. i. is de Commissie van Fabricage m haar voorstel reeds te ver gegaan en hoopt hij dat zij niet verder zal gaan. Hij hoopt dan ook dat de Raad het practisch rapport van de Commissie van Fabricage, waar de Raad zoo groot vertrouwen in stelt, zal aannemen. De heer Hoog adstrueert zijn gevoelen, dat gekant is tegen het denkbeeld van de Commissie van Finan ciën en gestemd is vóór dat van de Commissie van Fabricage. Hij beroept zich daarbij op zijne practi- sche ondervinding. Hij is ook voor het stelsel aanbestedingen, maar gaat niet zoo ver als de Commissie van Financiën. Hij deelt zelfs de beschouwingen van den voorzitter, dat de Commissie van Fabricage reeds te ver is ge gaan, en daardoor reeds tot vermindering van stads- arbeiders is gekomen. Volgens spr. moet men een zeker aantal werklieden behouden, willen de zaken goed gaan. Hij somt de werken op waarbij men stadspersoneel noodig heeft, omstandigheden waarin door het stelsel van aanbesteding niet goed kan wor den voorzien. Een gevaarlijk punt is, dat het belang van de aannemers in strijd is met de richtige uit voering van hun plicht en daarop surveillance uit oefenen, geeft, volgens zijne ondervinding weinig. De heer Buijs vraagt opheldering nopens de uit drukking van den voorzitter omtrent het vertrouwen dat de raad in de commissie vau fabricage stelt, in verband ook met den lof aan het rapport dat dit een praktisch rapport is. Op de wijze zooals de voorzitter dit voordroeg, heeft het den schijn alsof de raad in de commissie van financiën geen vertrouwen zou stel len. Hij verdedigt vervolgens het theoretische rapport van de finantieele commissie, en drukt daarbij zijn verwondering uit over hetgeen de voorzitter en de heer Hoog tegen dit rapport in het midden hebben gebracht. Hun conclusie is niet in 'overeenstemming met hunne motieven. Zij verkiezen n. 1. eigen beheer boven aanbesteding. Nu wordt echter ook door de commissie van fabricage van het eigen beheer het belangrijkste gedeelte afgenomen. Wat overblijft is zeer weinig. En zij dus, die nu zeggen, het eigen be heer is wel goedr en aanbesteding is niet goed, moeten zich nu vereenigen met het voorstel van de commissie van fabricage, dat het stelsel van aanbesteding zeer ver wil uitbreiden. Dit betoog steunt dus op motieven die niet in overeenstemming zijn met de conclusie. Men doet het ook voorkomen, dat de financieele commissie eene revolutie wil tot stand brengen. Hij bestrijdt dit. De commissie van financien doet slechts een stap verder. De commissie van fabricage gaat voor 7/8 op dien weg mede, maar wil het overige 1/8 op dien weg niet afleggen. Ten slotte brengt spr. nog het volgende in het midden. Zoolang wij eigen beheer houden, blijft onze comptabiliteit slecht en gebrekkig. De posten op de begrooting zullen steeds fictief zijn, zoolang het stelsel van aanbesteding niet op ruimer schaal wordt gedreven. Voorts zal niet elk werk dat bij aanbesteding ge maakt wordt, minder zijn als in eigen beheer, maar hij houdt het er voor, dat bij publieke aaubestedmg beter en sierlijker werken zullen verkregen worden.j| Spr' voert ten slotte theoretische gronden aan ter verdediging van het stelsel van aanbesteding en drukt er op dat de commissie van financiën allerminst be doelt totaal te breken met het bestaande. De Voorzitter antwoordt, dat zijne uitdrukking dit bedoelde, dat hij meer vedutie heeft in de prak tische beschouwingen van de commissie van fabricage dan in de theoretische beschouwingen van die voor financiën. De heer Lezwijn zegt naar aanleiding van een argument van den voorzitter, dat in de afdeelingen van den raad stemmen zijn opgegaan om het stelsel van algemeene aanbesteding uit te breiden en de Stadstimmerwerf op te heffen. De heer Hubrecht stelt zich voornamelijk tot taak door argumenten en praktische voorbeelden aan te toonen, dat het zeer goed kan samengaan een deel wel, en een deel niet aan te besteden, hetgeen dan ook het stelsel is door de commissie van fabricage in haar rapport in den breede ontwikkeld. De heer De Freraery wenscht niet mede te gaan met de Commissie van Financiën, maar stil te staan; hij wenscht zoo mogelijk aan te raden nog verder terug gaan en nog meer in eigen beheer te nemen. Dit zijn stelsel wordt meer en meer in practijk gebracht. De Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij heeft onlangs den bovenbouw van de spoorwegen in eigen beheer genomen. Te 's-Gravenbage hebben Burg. en Weth. voorgesteld om na expiratie van het con tract in eigen beheer te nemen het ophalen van de asch en het vuilnis. Als commissaris van den Katwijksclien straatweg kan hij verzekeren, dat door eigen beheer f 300 min der is uitgegeven en de weg beter onderhouden wordt dan vroeger, toen aanbesteding bestond. Dit allen zijn, redenen waarom hij aandringt op eigen beheer. De heer Goudsmit zal zich door de kabinetsquaestie die de commissie van fabricage van deze zaak heeft gemaakt niet laten weerhouden om het stelsel van deze kitteloorige commissie te bestrijden. Haar ver dediging van het eigen beheer heeft allen schijn, dat zij het stelsel wil band haven om te laten arbeiden. Omdat zij werklieden wil behouden, verdedigt ze ge deeltelijk het stelsel. Zij doet hetzelfde als de fabne- kant, wiens zaken stilstaan, maar die niettegenstaande de achteruitgang, zijn werklieden laat voortarbeiden, zeker niet uit winstbejag, maar om ze niet te laten leegloopen. Als dit vaststaat voor den fabriekant, hoe veel te meer zal het dan waar zijn voor een stad die altijd meer philantropisch te werk gaat. Eigen beheer werkt naar spr. volle overtuiging altijd nadeelig. Het zal indien men vergelijkt wel licht uitkomen dat aanbesteden eenige malen duur der is, maar op de massa zal men ontwaren dat het stelsel van aanbesteding de voorkeur verdient. Een stad kan niet goedkooper werken dan een gewoon koopman. Dit is ondenkbaar. En wat de uitbreiding van de contróle betreft, be toogt spr. dat dit in beide gevallen gelijk staat. We leven met meer in den tijd van monumenten, besluit spr. we leven niet meer in een tijd dat jas of rok 30 jaren moet duren. We nemen ieder jaar iets anders, maar betalen het niet zoo duur. Een werk dat minder kost als vroeger behoeft ook zoo lang niet meer te bestaanwant men kan voor hetzelfde geld 't nogmaals vernieuwen. Hij zal dus voor het rapport van de commissie van financiën stemmen. De heer van Outeren zegt, omtrent het woord kabinetskwestie door den heer Goudsmit gebezigd eenvoudig dat hij dit woord niet begrijpt, maar acht het bijvoegelijk naamwoord kitteloorige," niet alleen ongepast, maar zelfs beledigend, te meer, daar do heer Godsmit bij geen enkel persoon die hij verder noemde bijvoegelijke naamwoorden bezigde. ^Voorts weerspreekt hij eenige argumenten van den heer Goudsmit. De heer Goudsmit vraagt het woord voor een persoonlijk feit. De uitdrukking kabinetskwestie ls gebaseerd op de volgende uitdrukking in het rapport der commissie van fabricage. Wordt die meening door den Gemeenteraad gedeeld, dan zul de plaatselijke begrooting voor 1871 dien overeenkomstig kunnen worden ontworpen. Meent de Gemeenteraad dat ook het onderhoud der straten, tot de voor openbare aanbesteding vatbare werken moet behooren, dan zal de Commissie de verantwoor delijkheid niet kunnen op zich nemen van eene be hoorlijke zorg voor al den omvang der bestrating, die zulk eene aanneming vereischt." Daaruit blijkt duidelijk zegt spr., dat als het stelsel van de commissie niet doorgaat, de leden hun ontslag nemen. Wat betreft de uitdrukking ukitteloorigheid" daarmede wilde hij zeggen dat de commissie suscep tible is, in dien zin, dat als zij 7/8 van haar stelsel prijs geeft en l/8 wil handhaven en daarop doordrijft, dat gerust kitteloorigheid kan genoemd worden. Daar is volstrekt geen kwaad in gelegen. Nadat de heeren Scheltema, Hubrecht en de Fre- mery gerepliceerd hadden en de heer Tieleman het eigen beheer niet alleen in bescherming nam, maar zijn leedwezen betuigde dat de commissie van fabri cage reeds zoover was gegaan, werd in de eerste plaats in stemming gebracht de conclusie van het rapport van de financieele commissie en wel het eerste gedeélte (zie hierboven). Deze conclusie werd verworpen met 18 tegen 7 stemmen. Tegen: de heeren Dercksen, Van Outeren, Driesen, Krantz, v. Wensen, Bijlevelt, Tieleman, Hartevelt, Wttewaal, Stoffels, Tollens, Hoog, De Fremery, Le Poole, Verster, Du Rieu en de Voorzitter. Voor: de heeren v Heukelom, Buijs, Lezwijn, Goudsmit, Eigeman, Scheltema en Cock. Het tweede gedeelte van de conclusie verviel nu. Nu kwam in stemming het eerste gedeelte van de conclusie van het rapport van de Commissie van Fabricage (zie hierboven). Dit gedeelte der conclusie werd aangenomen met 17 tegen 8 stemmen. Tegen: de heeren Bijlevelt, Tielemau, Hartevelt, Wttewaal, De Fremery, Verster, Scheltema en Du Rieu. Het tweede gedeelte van deze conclusie werd even eens aangenomen maar met 13 tegen 12 stemmen. Tegen: de heeren Dercksen, Bijlevelt, Tieleman, Hartevelt, Wttewaal, Stoffels, Tollens, De Fremery, Le Poole, Verster, Scheltema, Du Rieu. Ten 3de was alsnu aan de orde de Gemeente- begrooting voor 1871. Algemeene beschouwingen werden niet gehouden. Het eerst werd in behandeling genomen de af- deeling Uitgaven. Drie hoofdstukken daarvan zijn reeds goedgekeurd. Wij kunnen echter niet inde détails treden. De tijd is te beperkt, daar de raad de behandeling der begrooting in eene zitting op heden avond te zeven uren voortzet In ons verslag voor morgen komen wij dus op de détails van de hedenmiddag gevoerde discussie terug, die wegens het vergevorderd uur (4^ uren) op voorstel van den heer Buys beëindigd werd. LAATSTE BER1CHTEIV. De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeen geroepen tegen Woensdag den 2don November aanstaande. Volgens een zooeven ontvangen telegrafisch bericht zou 9fetz heden gecapituleerd hebben. TELEGRAMMEN. St.-Petersburg, 26 October. Omtrent de onder handelingen van de neutrale mogendheden over het sluiten eener wapenschorsing, wordt hier het volgende als authentiek openbaar gemaakt: Toen de onzijdige Staten in het begin van dezen oorlog zich tegenover elkander verbonden, dat ieder, die een andere houding dan aanvankelijk bepaald was jegens de oorlogvoerende partijen wilde aannemen, hiervan vooraf aan de andere Staten mededeeling zou doen, ging men uit van het denkbeeld, om een gunstige gelegenheid af te wachten, ten einde den oorlog te doen ophouden. Zulk een gelegenheid nu was slechts voorhanden, zoodra de bemiddeling door beide parujeu ver langd zou worden. Toen de heer Jules Favre zich naar het Pruisische hoofdkwartier zou be geven, waren de neutrale mogendheden werk zaam om hem den weg daarheen gemakkelijk te maken. De Russische regeeritig droeg inzon derheid het hare daartoe bij, doordien zij ver klaarde, dat de feitelijk bestaande regeering in,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3