zegde haven vertrekken, moet zulks worden aan-
geteekend, en, zoo zij zich naar andere havens
van het schiereiland begeven, zullen zij door de
betredende autoriteiten naar een lazaret worden
gezonden; 3°. op de waren en reizigers, welke
uit Alicante komen en te land verder reizen, zijn
de bestaande wettelijke voorschriften op het open
baar gezondheidswezen toepasselijk.
Gelijk besluit is uitgevaardigd ten aanzien der
haven van Palma de Mallorca"
Amsterdam, 16 October. Uit het afdeelingsverslag
van het onderzoek der gemeentebegrooting voor
1871 blijkt, dat bij hare behandeling onderschei
deue voorstellen worden gedaan door hen die in
vooruitstrevende beginselen het heil der gemeente
zien. Behalve het voorstel van den heer Van
Nierop om eene Hoogere Burgerschool voor meisjes
op te richten, zullen voorstellen worden gedaan
tot vermindering van het schoolgeld der openbare
handelschool van 80 op 9U,en tot aanmerkelijke
vergrooting van de publieke tribune.
Alkmaar, 17 October. De gemeenteraad heelt
op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan Mr.
A. P. De Lange, als leeraar in de eerste gronden
der staathuishoudkunde en van liet Ned. Staats
recht aan de burgeravondschool alhier.
Beverwijk, 15 October. De gisteren gehouden
Raadsvergadering werd door een talrijk publiek
bijgewoond, waartoe de volgende quaestie, in die
zitting behandeld, aanleiding gaf: De gemeente
secretaris, wiens aanstaande schoonouders des zo
mers te Haarlem verblijf houden, had zich gewend
tot Z. M. den Koning, met liet verzoek dat het
hem moge worden toegestaan om zijne woon
plaats te Haarlen te vestigen. Tevens had hij
zich schriftelijk gewend tot den Raad, met ver
zoek een gunstig advies uit te brengen, en daar
toe ten overvloede den raadsleden een bezoek
gebracht aan hunne woning. De Raad besloot
met 4 tegen 2 stemmen gunstig te adviseeren. Al
spoedig echter circuleerde in deze gemeente een
adres aan heeren Gedeputeerde Staten, aandrin
gende op afwijzing van het verzoek, op grond
dat het toestaan er van zou zijn tegen het belang
der gemeente, en met bijvoeging dat er hier eene
woning voor den secretaris te verkrijgen was. Op
dit adres werd het advies gevraagd van den raad,
hetgeen gisterenavond aan de orde was. De voor
zitter begon met te zeggen, dat als men er prijs
op stelde den secretaris als zoodanig te behouden,
men zich aan het vroegere besluit moest houden,
daar hij in het tegenovergestelde geval voor zijne
betrekking zou bedanken. Nadat door verschei
den leden in verschillenden zin was geadviseerd,
werd met meerderheid van stemmen uitgemaakt,
dat de Raad bleef bij zijn voorgenomen besluit.
's-Gravenhage, 18 October. Bij de heden gehou
den examens in de vakken van lager onderwijs
zijn twee dames voor het teekenen toegelaten,
zijnde: mejufvrouvv A. J. F. M. Boll en C. J. C.
Van de Laar, beiden van Rotterdam.
Voor de Engelsche taal werden zes dames ge
ëxamineerd, vijf daarvan werden toegelaten en
éene afgewezen. De toegelatene zijn de dames:
G. J. Gardner en E. J. Vicars van 's-Hagë, P. L.
H. Hudson van Delft, C. A. Thomson en V. Tit-
singh van Scheveuingen.
Voor de wiskunde werden 7 aspiranteu geëxa
mineerd, 5 werden afgewezen en 2 toegelaten,
de heeren: J. H. Van der Hoeven en O. in 't
Veldt, beiden van Dordrecht.
Delfshaven, 17 October. Onze stad gaf heden
door haar feesttooi de algemeene sympathie te ken
nen in de plechtigheid die gevierd zoude worden.
Overal wapperde de driekleur, zag men tal van
wimpels afgewisseld door guirlandes en toepas
selijke versieringen. Van den aanzienlijken tot de
geringste volksklasse, had ieder naar kracht en
vermogen getracht de feestelijkheid luister bij te
zetten. Het raadhuis prijkte met de geliefkoosde
spreuk van den admiraal Piet Hein, en.de Konink
lijke loge op het feestterrein, waarnaast de tribu
nes voor de genoodigden en die voor de muziek
zich bevonden met de wapens van Nassau en dat
van Piet Hein, benevens de Nederl. en stedelijke
opschriften enz.
Bij den ingang van het feestterrein verhief zich
een eerepoort; alles maakte een Hink en smaak
vol geheel. Vooral het schip Oostzee, dat den ge-
heelen morgen kanonschoten loste, trok door het
aantal vlaggen en wimpels algemeen de aaudacht.
Eerst arriveerden de ministers van Binuenlandsche
Zaken en Marine met den commissaris des Ko-
nings in deze provincie, die aan het spoorweg
station te Rotterdam, door den oudsten wethou
der den heer D. J. Kam verwelkomd werden.
Kort daarna deden Z. M. de Koning en Z. K. H.
Prins Hendrik hun intocht op het feestterrein.
De vorstelijke personen werden aan het spoor
wegstation door den heer J. Van Vollenhoven,
burgemeester van Rotterdam, den heer J. W.
Rösener Manz, gewezen burgemeester van Delfs-
haven en Dr. A. L. A. Bruijn ontvangen
en naar het feestterrein geleid, waar H. D.
door den heer Van Duijl burgemeester en de
feestcommissie gecomplimenteerd werd. De pre
sident der commissie de heer Rüsener Manz
opende daarop de plechtigheid met eerie feestrede,
waarin hij o. a. wees op de hulde gebracht aan
een groot man uit een roemrijk tijdperk onzer ge
schiedenis, door het oprichten vbd een blijvend
gedenkteekeu zijner waardig; verder schetste hij
kort dien man zoo groot in daden en toch zoo
nederig van harte, den man uit het volk door
den schranderen stadhouder Frederik Hendrik
uitgekozen om aan het hoofd van Hollands zee
macht te staan. Ten slotte wees hij er op, dat
de hulde aan „den schrik der zee," verre van
een wanklank te brengen in de harmonie van
vrede en eensgezindheid, door de herinnering aan
den oorlogsdemon, te meer de zegeningen van
rust en vrede in ons land deed gevoelen, en dat
waar onze vrijheid of zeltstandigheid bedreigd
mocht worden Nederland zou toouen nog man
nen te bezitten, die met OraDje in 't hart, zich zon
der schaamte tegenover dit standbeeld zullen
mogen stellen, dat de welsprekenste uitdruk
king is van den moed, de standvastigheid en het
krachtig optreden van Neerlauds zeeheld.
Nadat door Z. M. het teeken gegeven was,
viel het omhulsel en vertoonde zich het beeld
in zijne schoone vormen.
Piet Hein staat blootshoofds, met den bevelheb
bersstaf in de rechterhand naar de Maas uitge
strekt, met de linker het slagzwaard grijpende,
den linkervoet vooruit, het teeken gevende tot
deu aanval op een vijandelijk schip. Naast zijn
voet vertoonen zich de attributen van den zee
held, het kanon en anker met kabel.
Z. M. en Prins Hendrik begaven zich naar het
standbeeld, alwaar de heeren J. T. Van der Wilde
en G. Henkes van 's-Hage, die zich zoo door het
architectonische gedeelte als in andere opzichteu
zeer verdienstelijk maakten, en de beeldhouwer
aan Z. M. werden voorgesteld. Z. M. gaf zijne
hooge tevredenheid te kennen over de uitvoering.
De president der Commissie droeg toen met
een korte, toepasselijke aanspraak het standbeeld
aan de gemeente over, waarop de Burgemeester
den daDk der gemeente uitbracht en teveDS aan
Z. M. voor zijne hooge tegenwoordigheid en der
Commissie voor hare bemoeiingen, waarna het
zangkoor onder muziekbegeleiding een feestlied
aanhief en de plechtigheid door den president
met de volgende woorden geiten werd: „Ont
vangt onzen dank, Geëerbiedigd Vorst, Ko
ninklijke Hoogheid, Excellentiën, Hoog-Ed. Ge
strenge Heer Commissaris des Konings in dit ge
west, leden van den Raad dezer Gemeente en
gij allen, die door Uwe tegenwoordigheid, dit
feest hebt willen opluisteren. Moge het nog lang in
eene aangename herinnering bij ons blijven voort
duren en ons eene aansporing zijn tot meerdere
vvaardeering van de daden onzer groote mannoD, die
onder het wijs bestuur van het geliefde Stamhuis
van Oranje, ons kleine Nederland zoo groot hebben
gemaakt."
Nadat de Koning en de Prins vervolgens nog
eeuige oogenblikkeu hadden vertoefd, begaven H.D.
Zich ouder geleide der feest commissie naar het
Raadhuis, voor hetwelk de schutterij als eere-
wacht werd opgesteld. Ook daar deden de muziek
en de liedertafels zich hooren, terwijl aldaar Z. M.
en den Prins een déjeuner werd aangeboden.
Te 5 uren nam Z. M. afscheid en begaf zich,
vergezeld van den Prins en de heeren die HD.
des middags hadden afgehaald, naar het spoor
wegstation. De PriDS echter kwam met genoemde
heeren terug, om des avonds getuige te zijn van
het volksfeest, dat op het programma was aan
gekondigd.
De illuminatie, vooral aan de brug over de
Haven, maakte een zeer goed effect. De gasil-j
luminatie aan het Raadhuis vormde een fraai
geheel met de verlichting der huizen aan d'
overzijde, waar van tijd tot tijd vuurwerken wer
den afgestoken, terwijl bij afwisseling op deh
kerktoren Bengaalsch vuur werd gebrand. Nadat
ook de Prins met de Ministers en deu heer Loudon
geruimen tijd in den kring der volksmenigte
hadden vertoefd, keerde Z. K. H. naar het Raad
huis terug en vertrok tegen halftien.
Ondanks de overgroote menigte die uit Rotter
dam en tichiedam hierheeu gestroomd was, ging
alles ordelijk toe en vond de politie steun in den
goeden geest der burgerij.
Het standbeeld ter hoogte van 3 meters is uit
Uedelfanger steen vervaardigd door deu heer Jos.
Graven uit 's-Hertogenbosch, die voor de gelaats
uitdrukking de portretten van Houbraken uit
Wagenaar's Vaderlandse/te Historie heeft geraad
pleegd. Het beeld staat op een fraai bewerkt
voetstuk, dat aan de voorzijde prijkt met Piet
Hein's familie-wapen en zijne -zinspreuk:
Argentum Auro
Ulirumque
Virluti cedit.
//Goud is meer dan zilver, docli de deugd overtreft
beiden. Aan de achterzijde leest men//Aan den Lui
tenant admiraal Piel Pieterszoon Hein, het dankbaar
nageslacht. Onthuld 17 October 1870. Aan de lin
kerzijde prijkt het wapen van Holland en daar
boven het opschrift: //den heldendood gestorven 20
Junij 1629". Ter rechterzijde het stedelijk wapen
met de woordeD: nGeboren te Delf shaven 27 Novem
ber 1577."
In een der achterhoeken zijn de namen der
technische commissie vermeld.
Het geheel is omgeven met een ijzeren hek,
Nijmegen, 17 October. De uitzichten op een
spoorweg ArnhemNijmegen moeten beter zijn
dan ooit. De directie der Ntjmeegsche Spoorweg-
Maatschappij blijft daartoe dan ook onvermoeide
pogingen aanwendeD, die nu met goed gevolg
bekroond schijnen te zullen worden, waardoor
aan eene lang gevoelde behoefte zal worden vol
daan.
Tiel, 17 October. Door den gemeenteraad is
tot leeraar in de staats- en handelswetenschappen
aan de hoogere burgerschool alhier benoemd, Mr.
W. A. Van Lith de Jeude.
Groningen, 17 October. Ook door heeren cura
toren der Hoogeschool is een adres verzonden
tot behoud der Academie. Tevens zijn uit de ge
meenten Oldenhove en Hoogezand adressen van
gelijke strekking verzonden.
Donderdag a. s. wordt het adres der ingezetenen
dat met een buitengewoon groot getal handtee-
keningen voorzien is, aan Z. M. afgezonden.
KUNSTNIEUWS.
De opvoering van Tannhauser, die gisterenavond
niet voor stoelen en banken plaats vond, maar
die toch niet het talrijk publiek naar den schouw
burg lokte, dat wij ons voorgesteld hadden, moet
eeuigermate eenzijdig beschouwd worden. Een
zijdig in zoover, dat deze opera voor het grootste
gedeelte het werk voor zangers is, en de pries
teressen der kunst, die de heer Saar uit het land
der classieke muziek bij uitnemendheid voor zijne
„Bühne" bestemd heeft, dus niet in de gelegen
heid waren gesteld hare zilveren stemmen door
de gezellige zaal van den Leidschen schouwburg
te doen weergalmen.
Ons oordeel, voor zoover men dit dien naam
kan geven waar men voor het eerst met artisten
kennis maakt, die de hoofdelementen vud een
zangerspersoueel uitmaken, treft dus niet den
geheelen troep, maar een gedeelte, en in dien
zin mag dit kort verslag gevoeglijk eenzijdig ge
noemd worden, te meer daar de eenige artiste
die een niet onbelangrijke rol vervult, een ge-
vestigden naam bij ons publiek bezit. Mevrouw
Saar-Jiiger valt niet in de termen van eene eer
ste kennismaking.
Uit een en ander zal men reeds ontwaard
hebben, dat wij tekst en muziek, die hier vooral
in onderling verband en samenhang zouden moe
ten geanalyseerd worden, onaangeroerd zullen
laten. Dit veld naar cisch te betreden zou veel
plaatsruimte niet alleen, maar ook overdenkingen
vorderen die niet gestoord moeten worden door
dé aan een blad zoo eigenaardig verbonden be
slommeringen een aan de kunst gewijd blad is
daarvoor oneindig beter geschikt. En de alge
meenheden, die men zoo veelzijdig mogelijk kan
opdisschen, weet iedereen.. Iedereen weet dat
Tannhauser een betooverenden indruk maakt, dat
de compositie doorweven is met passages, die
tot in het diepst van de ziel treffendat er over
gangen zijn, die telkens en telkens meer weg
slepen, maar dat er ook oogeublikken zijn, die
den geest vermoeien, en waarop het idealistische
in te hooge sfeeren zweeft.
Indien wij ons verder tot de gevolgtrekking
bepalen, dat Tannhiiuser, naar hetgeen wij meen
den op te merken, door ons kunstminnend publiek
met voorliefde wordt gehoord dat op den tekst, het
onderwerp op zich zelf latende, veel van hetgeen
wij zooeven over de muziek zeiden van toepas
sing is, en dat het orkest een uitstekend geheel
vormt, hier en daar wel niet van vlekjes vrij,
onder de bezielende, misschien voor het oog met
wat te veel con amore-leidiug van den heer Saar,
dan kunnen wij ons tot het werkend personeel
van gisterenavond wenden.
Vooraf houde men zich verzekerd dat wij groote
voorstanders van de Hoogduitsche opera zijn, en
niets liever zouden zien dan dat de heer Saar ons
dezen winter nog vele genotvolle avonden verschafle,
maar dan moeten de „stoute zangeren" ons beter
voldoen dan gisterenavond. Wij matigen ods niet
aan na deze eerste voorstelling het doodvonnis
over den heldentenor en den baszanger te kunnen
uitspreken, maar bij de eerste instructie was alle
schijn tegen hem.
Tannhauser, de heer Hesselbach, is zeker een
jong heldentenor, maar maken de stemmiddelen
van genoemden heer hem bepaald ongeschikt om
het emploi van heldentenor eu vooral in derge
lijke composition te vervullen? Wij beloven dit
uit te maken als wij hem nog eens gehoord zul
len hebben, zoo niet te Leiden, dan te Rotterdam.
Maar gisterenavond, misschien ligt het aan ons,
zong hij alles behalve streelend voor het gehoor
zijne stem was dikwijls zoo scherp, hij zette haar
meermalen zoo bovenmatig uit, dat wij ons ver
heugden als het schoon geluid van mevrouw
Saar de in onze ooren verstoorde harmonie
herstelde.
Herrmann, de heer Fischer, zong, om voor
heden niet te zeggen middelmatig, op eene wijze
die ons onverschillig liet.
Alleen Wolfram van Eschenbach, de heer
Reichmann, zong goed. Hij heeft een vol barvton-
geluid, tevens eene stem die door haren sympa
thieken toon den toehoorder aangrijpt. Van dien
artist kan men nog veel genot verwachten.
Over de talentvolle wijze waarop mevrouw Saar-
Jager speelde, kunnen we na hetgeen hierbovs
aangestipt is verder het stilzwijgen bewaren, t 0<je
koren voldeden gelijk gewoonlijk uitmuntet
Dit is eene uitstekende eigenschap van de Hcnj »rwin
duitsche boven de Fransche opera. De koren v.
de Fransche opera, b. v. die van den Haag,
bijna niet aan te hooren; die van de Duitsche e Hu
hoort men met uitstekend genoegen.
Aan costumes en deu tooneelmatigen toestel
reu de meeste zorgen besteed. Daar de heer Sas vendi;
naar wij vernemen, zich voorstelt in het vera
oruitgi
der d
lachtij
hen
en ve
angrij
Isél ti
opera's te geven, die voor de mise en scène op; jervin
tooneel enorme kosten vereischen, zullen de
hoogde prijzen van gisterenavond, ook voor
volgende voorstellingen gelden. Alleen voor de O]
Tannhüuser had hij 84 personen noodig, waaruit
zelf volgt, dat zijne onkosten verbazend veel zj
Wij gelooveu dan ook niet, dat de prijzen v
gisterenavond zoo hoog zijn, dat zij ons kunj
minnend publiek zullen weerhouden den schom
burg bij volgende gelegenheden te bezoeken.
tweede voorstelling zal dit moeten uitwijzen.
KOLONIËN.
Door den Gouvernements-secretaris is aan
redacteurs der Indische dagbladen de voigenl|
circulaire gericht, dd. 30 Augustus 1870:
„Ook met het oog op de verschillende nation;
liteiten, waaruit zoowel de Europeesche mas
schappij als het Europeesch gedeelte van het lej
hier te lande bestaat, heb ik de eer U namen
Zijne Exc. den Gouverneur-Generaal uit te noi
digen, om zooveel mogelijk te vermijden, dat
eenigerlei wijze in het door U geredigeerde da-
blad blijk worde gegeven van voor- of tegenin
genomenheid ten aanzien van de oorlogvoeren pi*"-!'1
hervo
e mn
vele
heere
(bii
heefl
je kieze
rechl
hei
logstij
.ten,
afb
irtier
iten i
den
meer
min
|atting
er d
de
oodi
ten
edigi
besi
mogendheden, de betrokken Vorsten, national!
teiteu of staatsdienaren."
Uit
ide, d
t, da
v
van
loen
ts ei
veel
de i
;root
iden
wa
|en st
ifte
uwe
;n ei
.782
n aan
Door den Gouverneur-Generaal van Neder,|
Indië zijn de volgende beschikkingen genomeu
Civiel Departement. Verleend: Een tweejar.l
verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan de]
hoofdonderwijzer aan de openb. lagere school
Amboina, W. Beerekamp; aan den schout del
politie te Riouw, J. B. B. Bertels; aan den lstel
comm. bij het postkantoor te Weltevreden (Batavia
H. L. Weiter; aan den klerk op het resid.-kao;
te> Magelang, J. A. Oudorp Kortebant.
Eervol ontslagen: Bij den Raad van Justiti
te Banda, wegens vertrek, als lid A. J. J. L. Prinl
sen, ouder dankbetuiging voor de door hem all
zoodanig bewezen diensten. Benoemd: Tot lii
F. W. Meijer, kapit. der inf., militaire komman]
dant aldaar. Door den direct, van binneul. bestu
is bij het boschwezen op Java en Madura b.
noemdTot opziener 3de kl., M. A. Van KerviWbcdr
ambten, op wachtgeld, laatstelijk chef van b.ndetzoe
postkantoor te Tjilatjap; met bepaling, dat hij a ki
zoodanig werkzaam zal zijn in de residentie#;
Probolingo, Pasoeroeau en Bezoeki, boschdistril
Soerabaya.
Departement van Oorlog. Ontslagen: Op ver
zoek, eervol, uit Zr. Ms. mil. dienst, wegens vol
brachte diensttijd, met behoud van recht op pens.
de maj. der inf. L. De Kroon. Eervol, de direct,
van het groot militair-hospitaal Willem I (mili
tair ambt. der 2de kl.) J. L. De Leeuw. Artillerie
de magazijnm. 1ste kl. E. Mathijsen, onlangs van
verlof uit Nederland teruggekeerd.
Departement der Marine. Op verzoek, eervol, van
de waarneming der betrekking van 2den machin
bij den dienst der gouvernements-marine J. L.
Huijsdens. De 3de comm. bij het departem. der
marine C. IJlstra. Benoemd: Tot 3den comm.
bij het dep. der mar., de klerk bij het dep. van
binnenl. bestuur L. A. Scheller.
BUITENLAND.
Duitschland.
Uit Kiel deelt de Pruisische Staats-Anzeiger het
volgende bericht van 14 October mede:
//Gisteren is Zr. Ms. korvet Elisabeth, die van de
Jahde uitgeloopen was, door het Fransche eska
der aangetast eu levendig vervolgdzij is in de
Elbe binnengeloopen en nog des avonds in de
haven van Glückstadt ten anker gekomen. Drie
vijandelijke schepen naderden tot binnen een ka
nonschot afstands en gaven vuur, hetwelk echter
door de Elisabeth niet beantwoord werd."
In een door hetzelfde blad medegedeeld bericht
uit Helgoland van 11 October wordt gezegd;
„Wat het doel der weder in onze wateren ver
schenen Fransche vloot is, kan natuurlijk niet
gezegd worden. Opnieuw eene blokkade te be
ginnen zal wel niet het plan zijn, want bij het
ver gevorderde saizoen zouden de schepen moei
lijk bestand zijn tegen de hevige najaarsstormen
in de Noordzee. Een korte verkenningstocht schijnt
ook niet in de voornemens te liggen want daar
voor was het niet noodig dat al de schepen zich
volledig strijdvaardig maakte, gelijk zij heden
door het binnenhalen van raa's stengen enz. ge
daan hebben. Uit deze omstandigheid zou men
veeleer opmaken, dat het eskader eenen aanval
ep eenig punt der Duitsche Noordzeekust wil be
proeven. Het bestaat uit tien schepen, waaronder
twee zeer zware gepantserde ramschepeu."
Met het oog op de aanstaande verkiezingen
zegt het hoofdorgaan der Pruisische partij van