Woensdag 12 October. Schuld en Boete. i\°. 3273. A®. 1870. feuilleton van liet Leidscli Dagblad". PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandeniƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, net uitzondering van Zon- en Feestdagen, utgegeven. PRIJ8 DER ADVERTENTIEN, Voor iederen regel.0.15. Grootere lettere naar de plaatsruimte die zij beslaan. Li Lelden, 11 October. Het bericht dezer dagen in de bladen medege ld betrekkelijk een ontkennend antwoord van Minister van BinnenlaDdsehe zaken op de of iemand die twee jaren in pauselijken [ijgsdienst is geweest mocht worden toegelaten het akte-examen voor het lager onderwijs? dit wel op grond dat de betrokken persoon staat als Nederlander had verloren, gaf aanleiding er bij te voegen dat de Minister ontkennend antwoord „te recht" gegeven had. ;t Haagsche Dagblad van heden kan zich met ie bijvoeging niet vereenigen, en is zelfs teleur- iteld dat „het Leidsche professoraal orgaan" oordeel velt. Wij kunnen die teleurstelling zeer goed begrij- o, omdat het ons en iedereen, die het geleerde loog van het Dagblad heeft gelezen, duidelijk is, het blad 't bericht totaal verkeerd opvat, al ms eene opvatting heeft die met de onze lijn- :ht strijdt. De bedoelde vraag aan den Minister toont ons ichtens voor een ieder, die niet oppervlakkig si, aan, dat de adspiraDt voor het akte-examen, twee jaren in pauselijken dienst en dus vreem- ng was, zich had aangemeld zonder de vergun - ig te bezitten, welke de tweede alinea van ikel 6 der Schoolwet vereischt van vreemde- jen, die examens wenschen af te leggen om ;er onderwijs te geven. De toedracht der zaak komt ons zoo logisch (gelijk voor: Zij die den Minister ongetwijfeld wegens het liizame van het geval, de vraag deden, beschouw- ,b te recht den adspirant als te vallen in de ter- én van de wet van 28 Juli 1850, Staatsblad ■14. De Minister beaamde natuurlijk dit ge- «len en antwoordde dus te recht dat de bewuste isoon niet kon toegelaten worden tot het akte- -Wmeu, omdat hij zijn staat als Nederlander ver laten had, m. a. w. vreemdeling was. Y/ij bunnen dan ook niet de domheid van het igbtad begrijpen, om aan iets, waarbij het ver- d tusschen oorzaak en gevolg zoo helder is, artikel te wijden, waarin het antwoord van Minister niets meer of minder dan wetsver- chting wordt genoemd. Het zal nu ook aan helderziende Dagblad niet vreemd voorkomen, larom de ministerieele pers, „die zoo uitne- md de kunst verstaat om uit de wet te lezen zij er in vinden wil", geen oordeel over dit nesmdend!" bericht gaf. ia dit een en ander gelooven wij dat het ge il' overbodig is de verdere redeneeringen van Dagblad, waarbij het de artikelen 42, 43 en li Schoolwet interpreteert, te volgen. Hechts dit. Wij geven aan het wetgeleerde Mad de Verzekering, dat noch een „professor in Staatsrecht" het deze oppervlakkigheid onder Oog brengt, noch „de professoren in het Staats- nt in hun orgaan lieten verklaren, dat de Bister van BinnenlandscheZaken „„terecht"" ik gehandeld." Het Dagblad weet veel te goed sedert de wederlegging van de 17 professoren in den onvergetelijken ontbindingstijd, geen professor in het Staatsrecht zich zou durven, vermeten met iemand die 17 hoogleeraren uit zijn mouw schudt, enz. enz., in polemiek te treden. YY ij besluiten met het Dagblad den raad te geven; alvorens betoogen als van heden publiek te ma ken, die eerst nog eens onder de oogen te brengen van den meester in de rechten, die steeds de poli tieke artikelen nagaat om te waken dat ze binnen de perken der wet blijven. Op het onlangs door de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier aan den Minister van Binnen landsche Zaken ingediend adres tot het verleenen van vrijstelling, onder zekere voorwaarden, van het verbod van invoer van onbewerkte wol, (welk adres is opgenomen in het nummer van ons blad van 3 October 11.) is door bovengenoemden Minis ter de volgende beschikking genomen: Dat de Commissaris des Konings in deze pro vincie gemachtigd is, onder de door de Kamer voorgestelde en verder noodig te achten voorwaar den, de bedoelde ontheffing ook voor den invoer van ongebloote drooge schapenhuiden te verleenen aan fabriekanten en handelaren in wol en laken, alsmede aan vellenblooters in deze provincie, voor zooverre zij zich daarvoor bij den Commissaris des Konings zullen aanmelden. YVij vernemen dat 't hoofdplan der aanvraag van de heeren Kaptijn en Knijf, voor de spoor- weglijn LeidenUtrecht is, om te Leiden van het station van den Hollandschen Spoorweg uit te gaan en te U trecht aan te sluiten aan het station der Rijnspoorweg-Maatschappij, met het voorne men lusschen-stations te vestigen, te Koudekerk, Alphen, waarschijnlijk te Aarlanderveen, en ver der te Bodegraven, YY7oerden en Harmeien. Het overtalrijk publiek dat gisterenavond de Stads-Gehoorzaal vulde, bewees opnieuw dat de commissie voor de Volksvoorlezingen wij zouden ze liever Volksvoordrachten noemen) aan velen eene welkome tijding brengt wanneer zij de her opening dier bijeenkomsten aankondigt. Even als in 't vorig jaar zal het er ook dezen winter wel aan ruimte, niet aan bezoekers ontbreken. De 700 kaarten die de commissie jaarlijks uitgeeft zijn nagenoeg geheel geplaatst zoodat de verkoop daarvan waarschijnlijk reeds bij de eerstvolgende bijeenkomst zal worden gestaakt, 't Is jammer dat de commissie daartoe zoo spoedig zal moeten overgaan, maar de beperkte localiteit maakt dien maatregel gebiedend noodzakelijk. Van 8 tot 9 uren deed zich het van vroeger welbekend harmonie-orchest hooren en voerde een zestal muziekstukkeu uit, zeer tot genoegen der hoorders, die, zooals meermalen is gebleken, op die muziekuitvoeringen bijzonder zijn gesteld. Daarna trad de nieuw benoemde Voorzitter der Commissie, Prof. Van Geer, op die alle aan- wezijen, zoowel oude als nieuwe bezoekers, een hartriijk welkom toeriep en hun als naar gewoonte meddeelde welke verandering de samenstelling der pommissie had ondergaan en welke maat- regefen in 't belang der goede orde door haar genonen waren. Hi. herdacht daarbij de afgetreden leden der Comnissie, de heeren Baron Van Heemstra, Reyst en Yferst, die bij zoo menige gelegenheid hadden getornd hoeveel zij voor de zaak der Volksvoor lezing over hadden en waarvan de laatste vooral, zich als Voorzitter der Commissie zoo bijzonder verdiinstelijk had gemaakt. Ook ter vervulling eenei plaats die in 't vorig jaar onbezet was ge- bleva werden tot leden der Commissie benoemd de hteren Bakker en Schaap, oud-Commissarissen en Die en Seelig voor het eerst iD die betrekking vverlaaam, van wier diensten de Commissie, op goede gronden, de beste verwachting koestert. De voorgestelde maatregelen van orde zijn, twee daarvan bij wijze van proef, ook reeds in 't vorig jaar genomen. Evenals toen heeft er ge legenheid bestaan om, tegen betaling van 10 cents, voor len geheelen winter eene plaats te bespreken doch daar het blijkt dat velen die gelegenheid hebben verzuimd, zal zij, bij den aanvang der volgende bijeenkomst nogmaals worden aange boden. 11a 9 uren zullen de besproken plaatsen die ontezet zijn gebleven, ook door andere bezoekers kulneD worden ingenomen. De bovengaanderij zal, evenals in de laatste bijeenkomsten van 't vorig jaar, om welbekende redenen gesloten blij ven Ook het verbod om te rooken blijft gehand- haa.d, zoowel ter wille van de sprekers die ge heel belangeloos en, zooals voor den aanstaanden winler op nieuw bleek, met de meest mogelijke bereidvaardigheid hunne krachten leenen als ter wills der vrouwen, die, de voorzitter merkte het met genoegen op, in steeds toenemend getal de bijeenkomsten bijwonen. Yi'an lieverlede het huishoudelijk gebied verla tende, wees de voorzitter, die voor dezen avond tevens de spreekbeurt had op zich genomen, op verschillende gebeurtenissen van den laatsten tijd, die door hem in hunne beteekenis voor de alge- meeue volksbelangen beschouwd werden. Lever den de verschijnselen die zich in den laatsten tijd biDneu deze. gèmeente hadden voorgedaan een gunstig getuigenis voor de behartiging dier belangen, blijkbaar overal uit hetgeen tot verbe tering der gezondheidstoestand werd ontworpen of lot stand gebracht, daarbuiten, in den feilen en verwoeden strijd die tusschen twee der groot ste mogendheden van Europa werd gevoerd, leden de volksbelangen gevoelige verliezen en werden hun slagen toegebracht, waarvan de sporen in geen jaren zullen worden uitgewischt. Spreker toonde de treurige gevolgen van den oorlog aan, nie; door eerst en meest de aandacht zijner hoerders te bepalen bij het akelig tooneel dat eeD slagveld aanbiedt, maar door hen te wijzen op de blijvende ellende die er door ontstaat en, ook voor den overwinnaar, eerst recht begint wanneer de oorlog is geëindigd. Dan trekken vorsten en veldoversten, met meer macht, meer aanzien en meer rijkdommen bekleed, aan het hoofd hunner zegevierende legers de hoofdstad van hun rijk binnen, dan juicht en jubelt de menigte, in de hoofdstraten maar daarginds, in de achterbuurten heerschen rouw en bekommering want het gemis of de verminking van den kost winner, slechts luttel vergoed door een karig pen- sioen, doet een geheel huisgezin eene sombere toekomst tegengaan. Onze ruimte laat niet toe uit de gehouden toe spraak meer op te teekenen. Zij die prof. Van Geer het vorig jaar hoorden en de eigenaardige en gemakkelijke wijs kennen, waarop hij zich met zijne hoorders weet te onderhouden, zullen begrijpen dat de rij der volksbijeenkomsten voor dezen winter waardiglijk is geopend en de meeste bezoekers als naar gewoonte hoogst voldaan huis waarts keerden. De kapitein P. J. J. Stoop is van het 4de reg. bij het 7de reg. infanterie en de kapitein J. Laui- merse van het 1ste bij het 4de reg. alhier over geplaatst. Burgemeester en YVethouders alhier, gezien het adres van P. Loeber, meubelmaker, wonende al hier, waarbij hij andermaal vergunning verzoekt tot het plaatsen van eene vuring, ter uitoefening van zijn beroep, in het huis in het Noordeinde, doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naast bijgelegene en belen dende panden, ten opzichte der informatiën de commodo' et incommodo, door B. en YVs. zal worden gevaceerd op het Raadhuis, op Donderdag den 13de" October, aanst., 's voormiddags te elf ureu. In de eerste helft der maand September zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven die wegens onbekendheid der adressanten niet bezorgd zijn kuunen worden: L. N. S. Teverner, Cenijn, Surie en Co., Staal, D. Schramade, C. A. Sehefler, J. Prins allen te Amsterdam; F. L. Maes te Beek; lleuman te Delft; E. O. Houtsma te Doesborgh; Mej. v. Lo mereu te Ginneken; M. v. Gelderen, M. C. Vis, S. Cohen, Mej. A. v. YVijk allen te 's-Gravenhage A. Meijer te Groningen; F. v. Putten te Haarlem; A. B. Soeter te Harmeienv. d. Meer te Leiden P. Jonker te St.-Maarten; H. Beijels te Maar tensdijk; Hoek te Noordwijk; Mej. Geenen te Oegstgoest; G. Ternate te Ouwerkerk; J. v. d. Meer te Soetermeer; Mej. J. v. Noort te Soeter- woude; D, v. Santen te Stompwijk; Mej. A. Bie- kart, YVed. Sakkers beiden te Utrecht; A. v. YVaalwijk te YVaalwijk; A. YV. v. Kluijve te Zwolle. Naar het Algemeen Dagblad van Nederland verneemt zal bij de aanstaande garnizoensverandering en in het volgend jaar ook in de bezetting voor de verschillende legerkorpsen het beginsel worden toegepast, dat bij de laatste verzameling van troe- pen-afdeelingen is gevolgd, waardoor de depots 187 Beln in 6 19.65 rtng* Q. av gtfil 1 t Rtf Dir. I0RISC11E EPISODE UIT DEN DUITSCHEN BEVRIJ DINGSOORLOG 1812—1S14. NAAB HET HOOGDU1TSCH VAN Gr L O hts BAIMUND. Vervolg.) t heb o veracht er mij niet dieper om heb den grriaf op mijne knieën gebeden tot zijne vrouw te maken." Ik wilde de korten tijd totdat mijn kind het le- g zoo heeten; het was mijn vurigen osch dat het althans een naam en een vader he hebben, dan wilde ik gaaD, ik en mijn kind. zou geen last, geen verdriet van mij hebben, wilde niet aan zijne zijde leven; als hij het slechts een naam schonk. Hij heeft het ge- Sïr :erd, zoo ga ik dan verre van hier vaarwel -tl Ach, ik kan niet van u scheiden, uhiet ■ten, zelfs niet in dezen brief. Mijn God! mijn God! de gedachte is zoo vreeslijk voor altijd \au u geseheiden te zijn. Gij zijt zoo dicht bij mij en toch zal ik u nimmer weerzien, nimmer uwe stem hooren, u zelfs nimmer om verge ving kunnen smeeken,God scheuke u vrede, rust, geluk; Hij moge u doen vergeten dat gij eene vrouw bezat, die u niet waardig was! Zoo arm maakt God geen mensch, dat Hij hem niet een enkel vonkje der hoop laat in zijne ellende, en mijne hoop is uw geluk. Vaarwei! Y7aarwei! Elizabeth. Mevrouw v. Meringeu had bevende, met een door tranen onderdrukte stem ten einde toe gelezen en zag nu haar neef aan, die onbeweeglijk het gelaat met de handen bedekt, tegenover haar zat. „De on gelukkige zeide zij smartelijk bewogen „nog zoo jong en reeds alles voorbij, wat zij van het leven verwachtte!" Zijne breede borst verhief zich met geweid, men zag den strijd die hij in zijn bin nenste voerde, maar hij sprak niet, zijne tante trok zijne handen van het gelaat en zag toen dat tranen uit zijne oogen stroomden, dat zeld zame nat in de oogen van den man, en dat zijne smart zulk eene geweldige uitdrukking geeft. Mevrouw v. Meringen snikte luid en langza merhand smolt de ijskorst van Melbach's hart; de sterke man weende hevig. „Het was te veel" zeide hij zich bedwingende, „de slag was te groot ik heb haar zoo ontzachlijk lief gehad en heb te vast op haar gebouwd. Zij was jong, bijna nog een kind, ik weet het en ik was zoo lang van haar verwijderd, maar geen dwaasheid of genoegen scheidden ons, het was eene grootsehe zaak die mij riep, het heiligste, waarvoor den man strijden kan. En ik heb alles met vrolijken moed ver dragen, hare liefde was de heldere star die met mij ging, de levende bron, waarin ik de stervende hoop opnieuw deed herleven, haar beeld verge zelde mij op de dagenlange, vermoeiende marschen; de gedachte aan haar verlichte de treurige don kere nachten vol koorts en smart toen ik doode- lijk gewond daar .neder lag, het verlangen naar haar deed mij niet sterven. En nu, nu eindelijk was ik aan het doel,en het is mij voor eeu wig ontrukt, alles leugen, alles bedrog!" Mevrouw v. Meringen vond geen woord tot antwoord, voor deze diepe, rechtmatige smart. Mel- bach zat lang in diepe verslagenheid, totdat hij eindelijk het woord nam. „YVaarheen mag zij nu wel dwaleD, alleen, zonder middelen, zonder doel? Haar verblijf moet uitgevorscht worden, ik mag haar niet verlaten, opdat zij niet nog dieper zinke. Ik kan haar nimmer weerzien, maar zij zal zoo lang ik leef geen gebrek lijden, en zeg mij nu, waar ik graaf Buhl vind?" Mevr. v. Meringen sprong verschrikt van haar stoel op. „Om Godswil, Albert!" riep zij, „gij wilt toch niet„Ik doe wat ik doen moet," viel hij haar ongeduldig in de rede, en ik bid u, tante, heb zooveel achting voor mijn naam, dat gij deze treurige geschiedenis niet door nut teloos opzien te baren ruchtbaar maakt, zoolang ik hier ben." Mevr. v. Meringen waagde het niet tegen te spreken, en terwijl Melbach zich naar een be kende begaf, den eenigen die hij uit vroegere dagen hier bezat, om zijn bijstand en zijne tusschenkomst te verzoeken, bleef zij met een kloppend hart en in bange verwachting in de kamer. Maar Melbach keerde reeds na verloop van een half uur terug. Wordt vervolgd). Te Zutfen heeft een oppasser, een krankzinnige die het raam uitsprong, zoolang bij de bee- nen vastgehouden tot dat er hulp kwam. Onder Laren is een werkman van een in aan bouw zijnde huis gevallen, hij bezeerde zich zoodanig dat hij onmiddelijk overleed. De schroefstoomboot Martinus Henrielle van Dordrecht op Londen heeft bij Dordrecht, een aak met hooi aangevaren, waardoor de opperlading overboord ging en de boegspriet brak. Men vermoedt tevens dat er een varensgezel bij overboord geraakte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1