N°. 3271. Maandag A°.r!870. ÏO October. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". Schuld en Boete. ïllt CIJL I.EIItSCII DAGBLAD F»RIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVERTENTIKN. Voor iederen regel.ƒ0.15. Grootere letter, naar de plaatsruimte die lij beslaan. at' 27 Lelden, 8 October. HDat wij dezer dagen en ook gisteren niet urn» izien hebben, hoe bij 't uitstrooien van praatjes ntrent Luxemburg door het Haagsche Dagblad, de [hoen wrong bij de verkiezing te Middelburg, lijkt heden onomstootelijk. Graaf Van Zuylen wordt met overboord-wer- Dg van den conservatieven caudidaat Jhr. Tets in Goudriaan in een artikel vol logen en mis- iiding door het Dagblad aan de kiezers van Mid- ilburg aanbevolen. Wij zullen ons niet de moeite geven al de on- irlijke argumenten, o. a. wat de inkomsten-belas- betreft, in het licht te stellen, maar wij moe- in opkomen tegen de vermetele wijze waarop t Dagblad durft volhouden dat „graaf Van Zuy- n de Luxemburgsche quaestie zóo deed oplos- d, dat alle gevaar voor Nederland verdween." De geschiedenis van die dagen ligt nog te ftrsch in het geheugen, om dit zoo maar neer schrijven en dan nog de onbeschaamdheid hebben, van de natie te komen vragen„dat de smet uitwissche, die door de afstemming [jner begrooting in de Tweede Kamer, voorafge- ian door eene miskenning vau hetgeen hij ver- enstelijks in de Luxemburgsche zaak had ver- Icht, op hem geworpen is." De natie, noch het district Middelburg, heb- n vergeten dat de stemming over het lilde loofdstuk op den 21'"° November 1867, eene chtvaardige afkeuriDg was van de voor ons land vaarlijke inmenging der toenmalige regeeriDg de Luxemburgsche zaken. Het district Middelburg zond immers bij de oedig daarop gevolgde ontbinding zijne afgevaar- gden met ovorgroote meerderheid terug. En zouden diezelfde kiezers van het Zeeuwsche |strict nu den man afvaardigen, die in het Noord- itsche parlement is uitgelachen, omdat hij zelfs ver ging van te beweren, dat in het buitenland erkend, dat men aan zijn beleid den vrede in iropa verschuldigd was! feouden de verlichte kiezers van het district ddelhurg den graaf nemen, wien Thorbecke die bijna rampzalige dagen voor Nederland levoegde „Wat minder geestelijke hoogmoed, wat meer Uiplomatieke hooghartigheid en beleid zouden u et kwaad hebben gestaan." Neen, dat zullen de Zeeuwen niet doen. De Zeeuwsche rondheid is niet van het allooi s die van het Haagsche schendblad. De Zeeuwen ibben door de toenmalige herkiezing van Mr. an Eek en Mr. G. A. Fokker de politiek van raaf Van Zuylen veroordeeld. Er hebben zich sedert volstrekt geen omstan- gheden voorgedaan, die aanleiding hebben gege- fcn om over het rechtvaardige vonnis berouw hebben, al noemt het Dagblad dit „schandelijke Üidankbaarheid." De Zeeuwen zullen dus graaf Van Zuylen lilletjes den winter te St.-Petersburg laten door mengen. Daar zit Z. Exc. warm. Hun afgevaardigde wordt hoogstwaarschijnlijk de heer Mr. R. Tak. Te Harlingen heeft de jongelingschap een adres aan den Koning opgesteld en ter teekening ge legd, dat onder de burgerij veel bijval vindt. Wij achten dit een verblijdend verschijnsel, omdat het bewijst dat ons jeugdig geslacht tot goede staatsburgers zal opgroeien. De gezegende wer king van de Hoogere Burgerschool komt hierin vooral uit. Het adres is van den volgenden inhoud: Aan den Koning „geven de ondergeteekenden, allen Nederiand- sche ingezetenen, die den leeftijd van 19 jaren hebben bereikt, met verschuldigden eerbied te kennen, „dat de droevige gebeurtenissen der laatste weken wederom hunne overtuiging hebben be vestigd, dat de oorlog, die vloek voor de volken, zooveel mogelijk moet worden voorkomen; „dat het gevaar van oorlog grooter is, als de macht om dien te verklaren, berust in de han den van een enkel persoon, hoe uitnemend hij moge zijn, dan wanneer de beslissing afhangt van een groot aantal menschen. „Daarom dringen zij eerbiedig, maar met den meest mogelijken nadruk aan, bij Uwe Majesteit, om eene grondwetsverandering voor te stellen, waarbij het verklaren van oorlog zoowel als het sluiten van vrede wordt overgedragen aan de Wetgevende Macht, zoodat voortaan slechts bij gemeen overleg van den Vorst met de Vertegen woordiging des volks tot zulke veel beslissende stappen kan worden overgegaan. ,,'t Welk doende enz." Door den minister van binnenlandsche zaken is volgens de N. II. Ct. ontkennend geantwoord, op eene vraag gedaan in de bijeenkomst van de inspecteurs van liet lager onderwijs in de resi dentie gehouden, of een candidaat voor een akte van lager onderwijs, die twee jaren in pauselij ken krijgsdienst was geweest, tot het examen mocht worden toegelaten. Terecht heeft de minister dit ontkennnend ant woord gegrond op het feit, dat de betrokken per soon zijn hoedanigheid als Nederlander had ver loren. Eergisterenavond is in de vergadering van het Leesmuseum, tot commissaris benoemd de heer W. Pleijte, in de plaats van Mr. 8. C. Snellen Van Vollenhoven, die als zoodanig had bedankt. De heeren C. Colpa en L. Marks te Leiden, hebben gisteren te 's-Gravenhage met goed ge volg examen als hulponderwijzer afgelegd. Omtrent de voorlezing ten behoeve van het Roode Kruis door onzen geachten stadgenoot, Ds. Koop- mans van Boekeren gisterenavond te Rotterdam gehouden, lezen wij in de N. H. G't.het volgende: liet Roode Kruis en humor, waarlijk, er wordt al een zeer bijzondere tact vereischt, om die twee goed bij elkander te passen. Evenwel, wij heb ben hedenavond een voordracht gehoord, waarin zij op eene uitmuntende wijze samen gingen. Het was de aangekondigde voordracht van Ds. R. Koopmans van BoekereD, van Leiden, waarin hij ten voordeele van hel Roode Kruis, een mede- deeling had toegezegd van zijne bevinding in eenige lazareths. Dit was nu niet om iets nieuws te vertellen, of om de hoorders op de hoogte te brengen, van de werkzaamheden van hel Roode Kruis; och neen, hij begreep zeer goed dat wanneer zijne voordracht die strekking had, sij voor de meesten toch overbodig en voor de overigen onvolledig zou zijn. Hij wilde eenvoudig eens een kijkje geven in liet lazareth, zoo als hij datir, op het exercitieveld en in twee nonnenkloosters te Dusseldorf, de werking van de zaak had nagegaan. Het lag dan ook volstrekt niet in zijn doel vreesse- lijke tafareelen te schilderen. Dat er nu en dan iets treurigs onder door zou loopen, nu ja dat lag geheel in den aard der zaakmaar overigens wilde hij, in plaats van over de akelige gevolgen des oorlogs te spreken, zich liever uitsluitend bepalen tot het gezegende werk der liefde. En dat deed hij n.aar hoe? Waarlijk, het zou te veel gevergd zijn, dit in een paar vluchtige trek ken weer te geveü. Het geheel toch was overto- gen met een tiDt van dien echten humor, die die dikwijls de lachspieren in beweging brengt, maar zoodanig, dat men daarmede de snaren des gevoels doet trillen, wier naklank den toon van diepen ernst en weemoed in het binnenste ach terlaat. Dit te beschrijven is niet gemakkelijk, doordien de persoonlijkheid van den spreker in deze eigenlijk alles afdoet." Hierop geeft het blad eeD beknopt verslag van de voordracht. In de maand September zijn binnen de ge meente LeideD geboren 100 kindereu, als: 46 zoons en ói dochters, waaronder zijn begrepen 2 tweelinggeboortenoverleden 55 personen, al;S niannnen, 15 vrouwen, 13 zoons en 19 dochters; daarenboven als levenloos aangege ven 6; gehuwd 21 paren. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 133 tot 157 volwassen personen en van 51 tot 6-1 kinderen Volgens het Vaderland zou de nieuwe Postwet met 1 Januari 1871 in werking treden en zonden de voorbereidende werkzaamheden genoegzaam gevorderd zijn om eene geheele invoering te ver oorloven. Zooals men weet, is aan de RegeeriDg de bevoegdheid voorbehouden om die invoering geheel of bij gedeelten te doen plaats hebben. Men zal dus o. a. met 1 Januari op elk postkan toor correspondentiekaarten kunnen bekomen, bestemd om korte correspondentiën, waarvan de inhoud niet geheim behoeft te blijven, voor 2H, cents door het geheele rijk te verzenden. De Tijd beklaagt zich dat door eenige postkan toren de grootste ongeregeldheden worden ge pleegd ten aanzien der bezorging van de dag bladen, die niet door hunne bemiddeling, maar door boekverkoopers of langs andere wegen wor den geleverd. Men meent dat hieronder het doel zou verborgen zijn om het publiek te nopen alle abonnementen bij de postkantoren te hestellen. Zoodoende zou eene ongeoorloofde concurrentie geopend worden tegen de gepatenteerde boekver koopers, en hetgeen aan de postkantoren ver gund is als een recht ten gerieve vau het publiek zou ontaarden in een monopolie tot- schade vau derden. De Tijd wordt versterkt in de overtuiging dat dit doel werkelijk bestaat omdat er postkantoren zijn, die, als de geahonneerden over het te laat of in het geheel niet ontvangen van eakele num mers reclameeren, tot antwoord geven of doen geven, dat men beter deed zich bij hen te ahon- neeren, dan zou het wel geregelder gaan. Ande ren drijven hunne industrie nog openlijker en zenden aan de geahonneerden, in plaats van het exemplaar hunner courant, alleen het adresstrookje af met- een briefje, houdende uitnoodiging liet abonnement door tusschenkomst van het postkan toor te nemen. Het blad zegt de schriftelijke bewijzen van een en ander te bezitten, en ze te zullen be waren om ze, mocht het later noodig blijken, met een adres aan den Minister van Financiën te zenden. Nog gaat het hiertoe niet over om de betrokken personen niet aan groote ongele genheden bloot te stellen; maar bij verdere onre gelmatigheden zou het Diet verzuimen zijne klach ten bij de bevoegde autoriteit te brengen en met de voorhanden bewijzen te staven. Tot zoover De Tijd. Wij hebben ons eveneens te beklagen. Eenige dagen geledeu hadden wij nog een abonnement op de Augsburger Allgemeine Zeitung bij het postkantoor. Het bleek ons dat indien wij dit blad rechtstreeks bij de uitgevers hestel den, het minstens 12 uren tijdiger bezorgd werd. Wij bestelden het exemplaar aan het postkan toor met ultimo October af en ontvingen reeds eenige dagen voor dien datum geregeld het blad vau den uitgever te Augsburg. Sedert den 2d,"of 31™ October hebben wij geen exemplaar ontvan gen, ofschoon 't ons uit andere bladen blijkt dat de Allgemeine Zeitung nog dagelijks in ons land aan komt. Klagen wij aan het postkantoor, dan is het„daar kunnen we niets aan doen, dan moet er maar geschreven worden", maar ophelderingen worden niet gegeven. We hebben dan ook eeD onderzoek ingesteld, langs een geheel anderen weg, dan men misschien aan het postkantoor zou vermoeden. De Nederlandsche Maatschappij tol bevordering van nijverheid heeft aan het uitgedrukt verlangen van het onlangs te Tilburg gehouden congres der Maatschappij voldaan, om eene commissie te be noemen die rapport zou uitbrengen over de quaes tie van het middelbaar onderwijs ten dienste vau hen, die zich in onze O. I. bezittingen op land bouw en nijverheid wenschen toe te leggen. Die commissie bestaat uit de heerenDr. A. Vrolik, te 's-Hage, als voorzitter; professor E. H. Von Baumliauer. te Haarlem; J. P. A. Francis, directeur der hoogere burgerschool te Rotterdam pG II 1 t m 31* o. w. I* kcit Los- dj 12. Flati tadho .Be- pott 1ST0RISCHE EPISODE UIT DEN DUITSCEEN BEVRIJ DINGSOORLOG 1812—-1814. naar het uooodu1tsch van Gr O Li O RAIMUND. Vervolg Elizabeth deed de kaarsen uit en opende het unster; de frissche, versterkende lucht stroomde tór tegen en verkoelde haar brandend voorhoofd. Meer dan ooit gevoelde zij in die diepe heilige ilte daar buiten, wat zij verloren had en hoe Dzaam zij daar stond. Het rollen van een ,agen, dat zich op de straatsteenen in de nog to nzame straat zoo ver deed hooren, wekte aar uit hare smartelijke overpeinzingenzij moest scheiden. Hare tante was op dit vroege uur iet opgestaan, slechts een der bedienden was bij hand om haar behulpzaam te zijn, op zijn ge- 1 was zijne groote verwondering duidelijk zichtbaar, toen hij voor dat kleine ridje een koffer naar beneden moest dragen. Elizabeth volgde hem, maar de scheidiug viel haar zoo zwaar. Herhaaldelijk keerde zij terug, zij viel op een stoel neder, haar arm hart was in opstand tegen deze kwelling, en wilde de schaamte die haar van hier verdreef niet gehoor zamen. Zij viel op de knieën en bad vurig dat God toch de smart en de droefheid van haren man mocht verzachten en dat hij haar mocht vergeven. Zij kuste de bloemen die zij met be vende handen voor hem geplukt had, zij strek te met een onbeschrijfelijk gevoel de armen uit naar de plaats, die binnen weinige uren dat gene zou bevatten, waaraan haar hart op aarde hing, dat haar het dierbaarste was. Zij drukte luid snikkend het portret van haren echtgenoot aan haar hart en verliet het huis dat zij met een rein hart was binnengetreden en waarin haar geluk en hare liefde hun graf hadden gevonden. De postiljon deed zijn lied door de heldere lucht weergalmen. Elizabeth lag wanhopend in een hoek van het rijtuig, het was den zwanenzang van haar gebroken hart. Vóór haar lag de wijde, wijde wereld en er was geen plaats daarin voor haar, waar zij rust zou kunnen vinden! Intusschen was het in het huis van mevrouw Van Meringen levendig en bedrij vig geworden. Het gewicht en de vrolijke betee- kenis van dezen dag dreef de beminnelijke huis vrouw vroeger uit de veeren dan gewoonlijk. Zij vernam met genoegen dat Elizabeth vroeg op den bepaalden tijd vertrokken was; dat vurige ver langen, was haar een gunstig teeken en mevrouw v. Meriugen bezat, hoewel zij lichtzinnig was, toch werkelijk een goed hart. De trouwe liefde van haren neef trof haar, zij wenschte hem van harte een hartelijke, teedere ontvangst toe. De morgen ging voorbij, de middag kwam; eindelijk klonk een posthoorn en hield er een rijtuig stil. Mevrouw van Meringen spoedde zich naar het venster, een trotsch, lang heer met een door de zon verbrand maar edel gelaat sprong er uit en spoedde zich met rasse, veerkrachtige schreden de breede steenen trappen op die voor het huis lageD. Mevr. v. Meringen gaf zich den tijd niet om te zien of Elizabeth hem volgde, zij spoedde zich om haar neef te gemoet te gaan. Boven aan den trap ont moete zij hemMelbach sloot haar in zijne armen, drukte een vluchtigen kus op hare wangen en vroeg toen met eene van aandoening bevende stem: „waar is zij, waar is Elizabeth!" Mevrouw v. Meringen zag hem verwonderd aan: „Hebt gij elkaar gemist? Elizabeth is u reeds in de vroegte tegen gereden" „Ach" riep de rid- meester op teleurgestelden loon, „ik moet dus nog al weer wachten, nog altijd en dat, nu ik het doel hebt bereikt, dan wordt iedere minuut onver- dragelijk lang. Ontvang echter voorloopig mijnen dank, lieve tante, voor de grootmoedige bescher ming die gij mijne geliefde Elizabeth hebt bewe zen." Zeide hij terwijl hij haar in de kamer volgde. „Vertel mij toch, of zij gezond en vrolijk is, of zij mij nog lief heeft en of zij zich ook har telijk op mijne komst verheugd heeft." Mevrouw v. Meringen glimlachte „hare gezondheid zult gij op het sehoone gelaat lezen, dat lieflijker is als ik er ooit een gezien heb, en dat met iederen dag schooner is geworden." En de liefde en het verlangen, de onrustige verwachting hebben haar geheel stil gemaakt en veranderd de laatste tijd; maar hare oude leven digheid en opgeruimdheid zal nu wel weder te voorschijn komen na de eerste vreugde des weder- ziens. Laat ons in hare kamer gaan, totdat zij komt, daar zijt gij ten minste op een plaats waar zij geleefd, bemind en gedacht heeft; daar zijt gij reeds half bij haar." Hij ging met haar naar bin nen; lieflijk uitlokkende stilte en rust wenkte hem daar. Zonnenstralen wiegden zich daar op de bloemen waarmede deur en vensters bekranst waren als de kamer eener bruid en eene zoete ontroering vervulde zijn hart, toen hij bedacht dat het hare woning was, dat hij in dit sehoone

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1