Gedurende zijn oponthoud alhier, onderhield b de heer Favre slechts met Graaf Von Bis- isrck, niet met generaal Von Moltke. Wiesbaden, 26 September. Voor den maar- ihalk Mac-Mahon is hier ter stede een woning huurd. Londen, 26 September. De Standard zegt: Graaf n Bismarck heeft een grooten misslag begaan, t het voorloopig Fransch Gouvernement zoo [t de hoogte te behandelen. Hij had het. moeten ;chouwen als het meest geschikt element tot m bevredigend einde van den oorlog. De voor arden van Pruisen moesten wel worden ver- ,rpen door een Gouvernement, hetwelk zich njvert 0111 de eer van Frankrijk te handhaven. De Morning Post beschouwt de weigering van ankrijk om een wapenstilstand aan te nemen, een politieken zelfmoord. Eergisteren is in St. James-Hall en gisteren in Irdepark eene meeling gehouden, ten gunste der -jDSche Republiek. «oenen, 26 Sept. Met groote meerderheid en aanwezigheid van alle partijen, is de heer ipfeu tot president, en zijn de heeren Vidulich graaf Kuenburg tot vice-presidenten van den iksraad gekozen. Het adres-ontwerp van den |er Pascotini is met een meerderheid van éepe m aangenomen. e heer Reichbauer verklaarde namens de con- utioueelen, dat dezen niet aan een meritori- he behandeling van de voorstellen des Rijks- ids konden deelnemen, zoolang niet alle pogin- waren aangewend tot regeling van den lieemschen Rijksraad. Hij proponeerde de ur- ot verklaring van een voorstel, strekkende om Regeering uit te noodigen tot het verdagen |n den Rijksraad. De urgentie van dit voorstel rd verworpen. orgen is aan de orde de bespreking van het Itwerp-adres. erlijn, 26 September. In het Duitsche leger- mp rondom Metz is niets bekend van aanbie- igen tot capitulatie van Bazaines zijde, it Mündolsheim wordt gemeld, dat, ten ge lige van aanhoudenden nachtelijken arbeid, de breeder gemaakt is. Volgens de Iiieler Zlg. is de handelsscheep- |art in de haven van Kiel, bij dag en bij kalme weder toegestaan. Zoo spoedig doenlijk zal k de nachtelijke vaart weder worden open- iteld. russel, 27 September. De Moniteur weerspreekt gerucht, dat de Pruisische regeering bij het gische kabinet vertoogen heeft ingediend, en het ontslaan van eenige lichtingen der vroe- onder de wapenen geroepen militiens, Gemeenteraad van. Leiden. Op Donderdag 29 September 1S70, 's namiddags Itett uren. kderwerpen: 1°. Adres tot ondersteuning van de image om concessie voor een spoorweg Leiden [recht. 2°. Benoeming van een leeraar voor de wis- natuurkunde aan de gemeente-instellingen voor hoo- en middelbaar onderwijs. 3°. Benoeming van een :nt in de geschiedenis aan de openbare school voor r uitgebreid lager onderwijs 1ste klasse, voor lisjes. 4". Benoeming van een lsten hulponderwijzer klasse, aan de openbare school voor meer uitge lid lager onderwijs 1ste klasse, voor jongens, 5°. Be- iming van een tijdelijk 3de hulponderwijzer 4de aan de openbare lagere school Ra. 2 voor ivermogenden. 6°. Voordracht tot machtiging tot tijdelijke waarneming van de leeraarsbetrekking aardrijkskunde en geschiedenis aan de gemeente ltellingen voor hooger en middelbaar onderwijs' Voordracht tot machtiging tot de waarneming der rekking van leeraar in het rechtlijnig teekenen de hoogere burgerschool. STATEN-GENERAAL. STAATSBEGROOTING OVER 1871. üitgaven. Hoofdstuk V .(Departement van Binnenlandsche Zaken) 9.396.788.23 of, na wederzijdschen aftrek der or de spoorwegen uitgetrokken die in 1870, en voor 1871 8 millioen bedraagt, eene ver- oging van uitgaven van ƒ1.110.486.50, wordt entvel de lagere bijdrage voor de spoorwegen millioen in aanslag gebracht, dan verandert vermeerdering in eene mindere behoefte voor de ast van 1871 ter somma van ƒ887.513.50, het- Ik in de Memorie van Toelichting gej ustiüceerd irdt door eene opsomming van de plaats gehad [bbende verminderingen ad. ƒ1.071.446.00, waar- :en overstaan vermeerderingen ad. 181.932.50 en po minder gelijke som als boven ad. ƒ889.513.50. ider de voorgedragen verhoogingen komt voor 317.50 voor de kosten van het onderwijs. Te- iciver de mindere bijdrage van 2 millioen voor 1 Staatsspoorwegen staan aan verhoogingen DOO voor de landsgebouwen; ƒ200.000 voor verbetering der haven te. Harlingen; ƒ276.900 if den Rotterd. waterweg; ƒ541.250 voor uit ering en voorschot aan de Amsterdamsche ka- almaatscbappij, te zameu ƒ1.090.150. Nog vor- ren verbooging de voltooijng der verbouwing van gouvernementsgebouw te Groningen (verhoo- 'g ƒ16.000), aankoop huis tot. uitbreiding van 't bestuur in üverijsel ƒ17,100; uitvoering der Hop het Veeartseuij kundig Staatstoezicht 24,000 voor de kosten van examens ƒ5,500 meer. De 'dementen van het personeel bij de Rijks Hoo- 'e Burgerscholen worden verhoogd met ƒ25,000, 'rnamelijk door uitbreiding der cursussensub- 'ën aan inrichtingen van middelbaar onderwijs 'iOOOj inaterieele behoefte der Rijkskweekschool opleiding van hoofdonderwijzers 9,300 :er. Armwezen ondergaat eene. verhooging 17,300; de bijdrage aan de Rijksgestichten Ommerschans en Veenhuizen bedraagt 30,000, ke som met nog andere daartoe behoorende, eene andere afdeeling vervallen en dus hier slechts zijn overgebracht. Het maakt een onderwerp van overweging uit of ten gevolge der wijzigingen in de armenwet aangebracht, eene veranderde in richting van enkele afdeelingen noodzakelijk is. Door verscheidene collegiën van Ged. Staten is het beginsel door den Minister voorgestaan, om door inkrimping van het getal ambtenaren met de voorhanden middelen eene voldoende bezoldiging aan de overblijvende ambtenaren te verleenen, op hunne griffie in toepassing gebracht, en an dereu hebben zich daartoe bij voorkomende gelegenheid bereid verklaard. Daarom acht hij de verhooging van bezoldiging der provinciale amb tenaren ouuoodig en evenmin het tijdstip geko men om de jaarwedden van 's Konings commis sarissen, van leden van Ged. Staten en de griffiers aan eene herziening te onderwerpen. De Memorie van Toelichting treedt vervolgens in zeer uitvoerige mededeelingen en plannen om trent waterstaat en publieke werken, verdeeld in de volgende rubrieken: Algemeene rivierverbetering; Dalemsche slui zen; verbetering van den Amer; verbetering van den waterweg van Zwolle naar zee; het Zwol- sche Diep; verbetering van den Rotterdamschen waterweg; onderhoud der boorden van den ge- kanaliseerden Hollandschen IJsel; het Zwarte water; verbetering van het Krabbegat en van de haven te Enkhuizeu; het Noord-Hollandsche ka naal; de buitengewone werken aan den weg van Zutphen naar Emmerik; de bijdragen in de kosten van herstel der haven van Middelharnis; idem van een grintweg van Woubrugge naar Hoog- made; idem tot verbetering der bemaling van de polders Heenvliet en Nieuwenhoornvan de haven te Bruinisse; van den weg van Kapelle naar Heinkenszand en de doorgraving van Holland. Met de verzameling van bouwstoffen voor eene algemeene wet op de waterstaat wordt voortgegaan. Voor de kanalisatie der Geldersche vallei is een nieuw plan gemaakt. Er zal een afzonderlijk voorstel deswege worden gedaan. Intusschen zal noch voor dit noch voor andere werken zooals de verbouwing van het Binnenhof, den aanleg van sluizen te Dalem, de verbetering van den Amer eenig nader voorstel worden gedaan, zonder gelijktijdige voordracht van de. middelen tot dek king der kosten. Overwegingen of onderhandelingen zijn voorts aanhangig omtrent de verhooging van den Dron- ther overlaat; het herstel van den dam door het Slaak; de doortrekking van het kanaal van de Axelsche Sassing naar Hulst; het veer tusschen Hellevoetsluis en Dirksland, allen onderwerpen welke bij de behandeling der vorige staatsbegroo- ting ter sprake werden gebracht. Omtrent den ijk is thans voorgesteld het personeel met 4adjunct. IJkers te vermeerderen, waardoor het getal op 34 wordt gebracht. De regeering is ook voorne mens aanvankelijk 4 kantoren te Amsterdam, 's-Gravenhnge, Rotterdam en Utrecht tot het ijken van gazineters te doen inrichten en om dat aan tal later, naar gelang der behoefte uit te breiden. Hoofdstuk VI. Departvan Marine 3,802,292.46. Bij de zamensteltiiig van dit ontwerp zijn de omstandigheden, waaronder zij plaats had, buiten overweging gebleven; het behoeft nauwelijks gezegd, dat die buitengewone toestand zijn invloed zal doen gelden en latere wijzigingen ten gevolge kunnen hebben. Dit begrootingsplan, vindt dus uitsluitend zijn grondslag in de denkbeelden, welke de minister de eer had bij de aanbieding en behandeling der begrooting voor 1S69 en 1870 voor te staan. Daarbij trad de noodzakelijk heid op den voorgrond, om zich vooreerst te bepalen tot den aanbouw van eene gepantserde tlotille voor de verdediging onzer zeegaten en beneden rivieren, zoodat op het einde des jaars 5 monitors gereed en 5 benevens een riviervaartuig in be werking zullen zijn. Aanuemeude dat met dit tiental monitors op weinig na in de behoefte van dit soort materieel zal zijn voorzien en de minister neemt de vrijheid die meening aan te kle ven is het niet langer geoorloofd te wachten met de- aanschaffing van oorlogschepen ter ver vanging van de schroefstoomschepen der Iste klasse tot verdediging van Indië en zich in dit opzicht door linantieele of technische bezwaren te laten afschrikken. De minister wenscht uit dien hoofde in het volgende jaar geen monitors maar een ramtorenschip op stapel te doen zet ten; en tevens de belangen der kust- en rivier verdediging te behartigen door den aanbouw voor te stellen van twee zwaar gewapende stoomka- uonneerbooten, type Staunch. Het totaal der aan gevraagde gelden ad. ƒ8,892,202.46, levert een verschil van ƒ158,000.50 met het eindcijfer der begrooting voor 1870, waaronder begrepen is eene vermeerderde uitgaaf van 80.000 voor het loodswezen. Bij eene beoordeeling van dit eind cijfer zelf, gelieve men daarvan af te trekken de sommen van vorige diensten ten bedrage van ƒ37,270 en de kosten, niet behoorende tot marine- aangelegenheden, geraamd op ƒ1,221,422. Alsdan zal blijken dat voor het zeewezen van den staat wordt aangevraagd 7,543,510. Loodswezen. De meer krachtige aanbouw van loodsvaartuigen, waarop in de memorie van toe lichting tot de begrooting van 1870 werd gewe zen, heeft vijf van de aldaar vermelde kotters voor den dienst gereed doen komen. De zesde is no" in aanbouw op's Rijks werf te Hellevoetsluis. Twee kotters en twee schokkers zijn sedert op particuliere, werven op stapel gezet; terwijl voor het dienstjaar 1871, op den bouw van vijf kot ters en twee schokkers is gerekend, gedeeltelijk om ook de zeegaten van de Eems door loodskot- ters te doen bekruisen, gedeeltelijk tot vervanging van door veroudering voor verderen dienst on bruikbaar wordende kotters en schokkers. Overeenkomstig de denkbeelden, blootgelegd in de memorie van toelichting tot de begrooting van bet jaar 1870, is eene wijziging gebracht in de verdeeling der voor 1871 bestemde strijdkrachten, bestaande uit 44 active schepen en 3 wachtsche pen, welke te zameu eene bemanning vorderen van 5745 koppen. Onder die scheepsmacht zijn niet. begrepen de wachtschepen te Vlissingen en te Rotterdam en de instructie- en opleidingsvaar tuigen, wier bemanningen detachementen zijn van de wachtschepen te Willemsoord, Amsterdam en Hellevoetsluis. In de organisatie van het korps officieren van administratie is eene verandering gebracht, hoofd zakelijk hierin bestaande, dat de rang van adjunct- administrateur is opgeheven en hiervan gebruik gemaakt om het aantal officieren van administratie der 1ste klasse met 4 te vermeerderen en dat der 2de klasse met 6 te verminderen, en om die beide rangen respectievelijk te verdeelen in 3 en 2 ka- tegoriën. Door die wijziging is de sterkte van het korps verminderd van 141 tot 123 officiereu, ge nietende aan vaste tractementen ƒ84,500, in stede van ƒ90,000, die bij de vorige organisatie waren toegekend. De militaire opleidingen voor adel borsten en officieren bij het korps mariniers blij ven goede resultaten opleveren. Steeds heeft bij de toelating eene groote mededinging plaats; in dit jaar melden zich voor 18 vacatures voor adel borst 83 aspiranten aan. Uit eenige opgaven blijkt dat de lust om als zeemilicien te worden ingelijfd steeds toeneemt, doch dat het getal hetwelk zich voor vast aan de zeedienst verbindt, hoogst onbeduidend blijft. Wordt vervolgd.) TWEEDE KAMER. Zitting van heden. De heer Botz, nieuw benoemd lid in het hoofd kiesdistrict Eindhoven, wordt na eedsaflegging toegelaten en neemt zitting. Aan de orde is de voortzetting der beraadsla ging over het Adres van Antwoord op de Troon rede en wel over 5 (onderwijs). In de Troonrede staat daaromtrent: „Het onder wijs, aan welks verbetering alle vlijt wordt be steed, verspreidt in steeds wijderen kring zaden van beschaving en welvaart." Het Antwoord in 5 van 't adres luidt aldus: „Met ingenomenheid vernamen wij, dat het onder wijs in steeds wijderen kring zaden van bescha ving en welvaart verspreidt." Door den heer Saaymans Vader is, in stede daar van de volgende redactie voorgesteld„Met inge nomenheid vernemen wij dat de regeering zich bevlijtigt het volksonderwijs te verbeteren, met den wensch dat hetzelve alzoo door het versprei den van begrippen van volksbeschaving dienstbaar zal worden aan de welvaart des volks." De heer Saaymans Vader licht de strekking van zijn amendement toe. Hij had dezelfde redactie reeds in zijne afdeeling voorgesteld, doch de com missie heeft gemeend haar niet te moeten over nemen. Spr. kan niet aannemen dat het onder wijs, zoo als het thans bestaat, zaden van be- schuving en welvaart verspreiden kan. Hij wil alleen verspreiding van de ware begrippen van beschaving, die op waarheid, op Gods woord en op het Christendom berusten. De heer Jonckbloet (lid der commissie) bestrijdt het amendement, en neemt daarbij tevens op wat de heer v. Katwijk gisteren zeide, die beweerde dat de zinsnede in de Troonrede was oubestemd en aan de grens der onwaarheid, en dus het ant woord, dat daarvan een weerklank is, evenzeer. Daartegen komt spr., namens de commissie op. Hoe kan de zinsnede onwaarheid bevatten, daar gisteren de Minister reeds te kennen heeft gege ven, dat die uitdrukking zoowel slaat op het open baar als op het bijzonder onderwijs. En wat nu betreft het amendement van den heer Vader vraagt spr. is 't aannemelijk? Het is noch duidelijk, noeh verstaanbaar. Er staat dat de Regeering zich bevlijtigt het volksonderwijs te verbeteren, inaar dat staat niet in de Troonrede. Deze is algemeen en omvat alle onderwijs. Dan volgt, „met den wensch dat, enz. Voor ieder die Hollaudsch verstaat, slaat dit in het verband der zinsnede op de Regeering, maar dat zal de voor steller wel niet bedoelen. Dan spreekt de heer Saaymans van „ware be grippen." De commissie meent echter dat het volks onderwijs geen begrippen omtrent beschaving moet verspreiden, maar de beschaving zelve. Het onderwijs moet eene praktische strekking hebben. De heer v. Nispen v. Sevenaar releveert kor- telijk zijne vroeger meermalen geuite meening nopeus het onderwijs op de openbare school, maar kan daarom nog niet zijne stem geven aan dit amendement, dat, zoo als 't luidt geheel onbe stemd is en tot allerlei opvatting en uiteenloopende discussiën aanleiding kan geven. De heer Van Lijnden beaamt alles wat de heer baaijmans gezegd heeft, maar zal juist daarom tegen het amendement stemmen, daar het niet teruggeeft wat die spreker bedoelt De heer Saaymaus-Vader verdedigt nader kor- telijk zijn amendement. De heer Van Loon motiveert ook kortelijk zijne stem. Hij zal stemmen tegen de omdat zij is een terugslag op de Troonrede, die z. i. het open baar en niet het bijzonder onderwijs bedoelt.. De heer Van Wassenear-Catwijck vereenigt zich met den wensch van den vorigen spr. om in het adres geen antwoord op 5 der troonrede op te nemen, omdat dit m zich zou sluiten eene instemming met den lof dien de regeering zich zelve ten aanzien van het onderwijs toeeigent. Hij blij 11 de zinsnede onwaar noemen, en deelt in 't algemeen de godsdienstige beschouwingen van de heer Saaymann. De Minister van Binnenl. Zaken, den heer Fock, protesteert tegen de uitdrukking van den heer v. Loon, dat hij, Minister, een volslagen vijand van het bijzonder ouderwijs zou zijn. In enkele dagbladen heeft hij dit wel eens gelezen, maar in deze Kaïner is die beschuldiging nooit uitge bracht. De regeering heeft met de zinsnede in de Troonrede alleen willen te kennen geven, dat van alle zijden aan de verbetering van net onderwijs alle vlijt wordt besteedt, onverschillig of dit open baar ot bijzonder onderwijs betreft. De heer Heijdenrijck zegt, dat als hij voor de stemt dan doet hij dat onder uitdrukkelijk prutest tegen die houding der regeering en de meerderheid in deze. Maar hij kan de te eerder aannemen na de verklaring van- den Minister, dat in de zinsnede van de Troonrede zoowel het openbaar als het bijzonder ouderwijs wordt be grepen. Nog enkele sprekers voeren het woord. in stemming gebracht wordt het amendement van den heer Saaymans-Vader verworpen met algemeene stemmen op éene na (de heer Vader.) 5 wordt daarop met 68 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen de. heeren Van Loon en Vader. 0. (linancién). De zinsnede in de troonrede luidde: „De toestand onzer geldmiddelen is niet ongunstig te noemen, wanneer men den invloed der tijdsomstandigheden op het loopend dienstjaar in aanmerking neemt." Daarop antwoordt het advies: „Uwer Majesteits verklaring omtrent den toestand onzer geldmid delen wekte onze levendige belangstelling," De heer Zinnicq Bergmann belooft dat de fi- nantieele toestand bepaald ongunstig is. De Minister van Financiën, de lieer Van Bosse, geelt in overweging al die linancieele punten liever uit te stellen tot de behandeling der be grooting zelve, waar zij thuis behooren. Hij maakt slechts enkele opmerkingen n. a. van de rede van den vorigen spreker. 6 wordt daarop aangenomenzoomede 7, luidende: „De Koloniën en Overzeesche Bezittin gen van het Rijk liggen ons na aan 't hart. Met nauwgezetheid zullen wij de betreffende bijzon derheden overwegen, vervat in het reeds bij ons ingediend verslag, terwijl wij de nadere regeling der koloniale aangelegenheden, waarvoor in het afgeloopen zittingjaar de grondslagen door de Wetgevende Macht zijn vastgesteld, met verlan gen tegemoet zien." 8 luidt aldus: „Wij zijn bereid, Sire! onze onverdeelde aandacht te wijden aan alle wets voorstellen, die aan ons onderzoek zullen worden onderworpen, zoowel die, welke in de vorige zitting onafgedaan bleven, als de zoodanige, wier aanbieding wij bovendien mogen verwachten." Hierop is door den heer v. Houten een amen dement voorgesteld, om aan de het volgende toe te voegen. „Hieronder behooren] voordrachten betreffende de hervorming van ons rechtswezen. Deze zullen nogthans op andere grondslagen behooren te rus ten, dan de in het vorige zittingjaar aangebodene." (Per telegraaf. De heer Van Houten heeft bij de toelichting van zijn amendement, uitdrukkelijk te kennen gegeven dat liet had eene politieke strek king, en uitging van de gedachte, dat de minister van justitie de uoodige kracht mistte om dat werk te volbrengen. De commissie van redactie heeft het amendement bestreden op grond dat het de bevoegdheid der Kamer overschreedandere leden waren van hetzelfde gevoelen. De Minister van justitie heeft op eene bepaalde vraag om spoedige indiening der rechtelijke organisatie geantwoord, dat zoolang de grondwettelijke bepaling niet is uitgevoerd op iederen Minister den plicht rust zoodanig ontwerp in te dienen. Ten slotte heeft de heer Van Houten zijn amendement ingetrokken, en een amendement van den heer Gratama om in 't algemeen de hoop op her vorming van ons rechtswezen uit te drukken werd verworpen met 63 tegen 8 stemmen. Het geheele adres is ten slotte aangenomen met 65 tegen 6 stemmen. Morgen heelt het onderzoek van de Indische begrooting in de afdeelingen plaats. LAATSTK BUlllCHTIlN. 's-Gravenhage, 27 September. Bij kon. besluit van 26 September jl. n°. 17 is de heer E. C. Ar cher Houth, op zijn verzoek, eervol ontslagen als directeur van het postkantoor te Velp, behoudens aanspraak op pensioen. De Minister van Binnen landsche Zaken heeft aan de Commissarissen des Konings in de pro vinciën, ter uitvoering afgezonden een afdruk van het Kon. besluit van 20 dezer (jStbl. n°. 163), houdende verbod van in- en doorvoer van buiten 's lands van versche huiden, vleesch en gezouten vleesch enz. Dezer dagen is de aandacht der ge meentebesturen op dat Kon. besluit gevestigd, met aanbeveling op de stipte naleving, zooveel hen betreft, streng toe te zien. Blokzijl, 27 September. De werkzaamheden aan onze haven zijn thans geheel afgeloopen, zoodat nu het Noorder-palenhoofd door een ste vige steenen dijk vervangen is, ter lengte van ongeveer 20 minuten gaans. Met het versterken en verbetereu van den Blankenhammer-zeedijk is men dagelijks nog druk bezig. Groote blokken hardsteen worden aan de glooiing des dijks ge legd. Comité van het ROODE KRUIS te Leiden en omstreken. Tot heden weder onder dankzegging ingekomen bij de commissie voor het materieel, ten huize van den heer A. C. Leembruggen. Van de verpleegden in het Oude Mannen- en Vrouwenhuis op de Heerengracht, een paket pluksel; van de vereeniging voor het Roode Kruis te Warmond, pluksel, compressen, zwachtels, zes hemden en zes doeken; van Mejufvrouw S. gitter charpie, compressen en pluksel. Door tusschenkomst van den heer Bijleveld van Mevrouw H. te Noordwijkerhout, een doos pluksel; van Mevrouw V. alhier compressen; van N. N. geordend en gewoon plukselvan S. zes onderbroeken, drie paar kousen, een pak pluksel en eenige compressen van N. N. zes katoenen kabaaien en twee paketten pluksel; van N. C. G. geruit en gewoon plukselvan N. N. een paket pluksel. Door tusschenkomst van de dames Bonga, Du Buisson de Jonge en Schotel, twee katoenen de kens, een stroozak, pluksel, scheurlinnen, zwach tels, drie linnen hemden, drie borstrokken, drie bed- lakens, gordels enz.; van N. N. een paket pluksel. Door tusschenkomst van den heer Rogge van C. J. B. Ch. v. O. eenig plukselvan N. N., onder de zinspreuk: Laat ons goed doen aan allen," Gala ten VIvers 106., een pak ongeordend pluksel, een rolletje watten, een wollen zwachtel, zeven tien linnen zwachtels, vijfentwintig compressen, twee gitter charpie, een armband en drie paar katoenen kousen. Door tusschenkomst van den Secretaris: van den heer L. A. V. Liebigs extract; van Mejuf vrouw Keyzer een paket pluksel; van de dames V. W. pluksel en compressen. Namens de Commissie voor het Materieel van het Roode Kruis. J. RUTGERS, Secretaris. Heden weder in dank ontvangen Van den heer J. P. Driessen, de opbrengst eener bijzondere collecte, gehouden onder de leden van de vereeniging van den H, Vincentius Paulo te Leiden 21.21. Met de opgave van gisteren ad 5427.03 te zamen ƒ5448.24. Namens het Bestuur: HEIDEN, J. A. F. COEBEEGH, 2 Sept. 1870. Penningmeester.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3