Gedurende zijn oponthoud alhier, onderhield
b de heer Favre slechts met Graaf Von Bis-
isrck, niet met generaal Von Moltke.
Wiesbaden, 26 September. Voor den maar-
ihalk Mac-Mahon is hier ter stede een woning
huurd.
Londen, 26 September. De Standard zegt: Graaf
n Bismarck heeft een grooten misslag begaan,
t het voorloopig Fransch Gouvernement zoo
[t de hoogte te behandelen. Hij had het. moeten
;chouwen als het meest geschikt element tot
m bevredigend einde van den oorlog. De voor
arden van Pruisen moesten wel worden ver-
,rpen door een Gouvernement, hetwelk zich
njvert 0111 de eer van Frankrijk te handhaven.
De Morning Post beschouwt de weigering van
ankrijk om een wapenstilstand aan te nemen,
een politieken zelfmoord.
Eergisteren is in St. James-Hall en gisteren in
Irdepark eene meeling gehouden, ten gunste der
-jDSche Republiek.
«oenen, 26 Sept. Met groote meerderheid en
aanwezigheid van alle partijen, is de heer
ipfeu tot president, en zijn de heeren Vidulich
graaf Kuenburg tot vice-presidenten van den
iksraad gekozen. Het adres-ontwerp van den
|er Pascotini is met een meerderheid van éepe
m aangenomen.
e heer Reichbauer verklaarde namens de con-
utioueelen, dat dezen niet aan een meritori-
he behandeling van de voorstellen des Rijks-
ids konden deelnemen, zoolang niet alle pogin-
waren aangewend tot regeling van den
lieemschen Rijksraad. Hij proponeerde de ur-
ot verklaring van een voorstel, strekkende om
Regeering uit te noodigen tot het verdagen
|n den Rijksraad. De urgentie van dit voorstel
rd verworpen.
orgen is aan de orde de bespreking van het
Itwerp-adres.
erlijn, 26 September. In het Duitsche leger-
mp rondom Metz is niets bekend van aanbie-
igen tot capitulatie van Bazaines zijde,
it Mündolsheim wordt gemeld, dat, ten ge
lige van aanhoudenden nachtelijken arbeid, de
breeder gemaakt is.
Volgens de Iiieler Zlg. is de handelsscheep-
|art in de haven van Kiel, bij dag en bij kalme
weder toegestaan. Zoo spoedig doenlijk zal
k de nachtelijke vaart weder worden open-
iteld.
russel, 27 September. De Moniteur weerspreekt
gerucht, dat de Pruisische regeering bij het
gische kabinet vertoogen heeft ingediend,
en het ontslaan van eenige lichtingen der vroe-
onder de wapenen geroepen militiens,
Gemeenteraad van. Leiden.
Op Donderdag 29 September 1S70, 's namiddags
Itett uren.
kderwerpen: 1°. Adres tot ondersteuning van de
image om concessie voor een spoorweg Leiden
[recht. 2°. Benoeming van een leeraar voor de wis-
natuurkunde aan de gemeente-instellingen voor hoo-
en middelbaar onderwijs. 3°. Benoeming van een
:nt in de geschiedenis aan de openbare school voor
r uitgebreid lager onderwijs 1ste klasse, voor
lisjes. 4". Benoeming van een lsten hulponderwijzer
klasse, aan de openbare school voor meer uitge
lid lager onderwijs 1ste klasse, voor jongens, 5°. Be-
iming van een tijdelijk 3de hulponderwijzer 4de
aan de openbare lagere school Ra. 2 voor
ivermogenden. 6°. Voordracht tot machtiging tot
tijdelijke waarneming van de leeraarsbetrekking
aardrijkskunde en geschiedenis aan de gemeente
ltellingen voor hooger en middelbaar onderwijs'
Voordracht tot machtiging tot de waarneming der
rekking van leeraar in het rechtlijnig teekenen
de hoogere burgerschool.
STATEN-GENERAAL.
STAATSBEGROOTING OVER 1871.
üitgaven.
Hoofdstuk V .(Departement van Binnenlandsche Zaken)
9.396.788.23 of, na wederzijdschen aftrek der
or de spoorwegen uitgetrokken die in 1870,
en voor 1871 8 millioen bedraagt, eene ver-
oging van uitgaven van ƒ1.110.486.50, wordt
entvel de lagere bijdrage voor de spoorwegen
millioen in aanslag gebracht, dan verandert
vermeerdering in eene mindere behoefte voor de
ast van 1871 ter somma van ƒ887.513.50, het-
Ik in de Memorie van Toelichting gej ustiüceerd
irdt door eene opsomming van de plaats gehad
[bbende verminderingen ad. ƒ1.071.446.00, waar-
:en overstaan vermeerderingen ad. 181.932.50 en
po minder gelijke som als boven ad. ƒ889.513.50.
ider de voorgedragen verhoogingen komt voor
317.50 voor de kosten van het onderwijs. Te-
iciver de mindere bijdrage van 2 millioen voor
1 Staatsspoorwegen staan aan verhoogingen
DOO voor de landsgebouwen; ƒ200.000 voor
verbetering der haven te. Harlingen; ƒ276.900
if den Rotterd. waterweg; ƒ541.250 voor uit
ering en voorschot aan de Amsterdamsche ka-
almaatscbappij, te zameu ƒ1.090.150. Nog vor-
ren verbooging de voltooijng der verbouwing van
gouvernementsgebouw te Groningen (verhoo-
'g ƒ16.000), aankoop huis tot. uitbreiding van 't
bestuur in üverijsel ƒ17,100; uitvoering der
Hop het Veeartseuij kundig Staatstoezicht 24,000
voor de kosten van examens ƒ5,500 meer. De
'dementen van het personeel bij de Rijks Hoo-
'e Burgerscholen worden verhoogd met ƒ25,000,
'rnamelijk door uitbreiding der cursussensub-
'ën aan inrichtingen van middelbaar onderwijs
'iOOOj inaterieele behoefte der Rijkskweekschool
opleiding van hoofdonderwijzers 9,300
:er. Armwezen ondergaat eene. verhooging
17,300; de bijdrage aan de Rijksgestichten
Ommerschans en Veenhuizen bedraagt 30,000,
ke som met nog andere daartoe behoorende,
eene andere afdeeling vervallen en dus hier
slechts zijn overgebracht. Het maakt een onderwerp
van overweging uit of ten gevolge der wijzigingen
in de armenwet aangebracht, eene veranderde in
richting van enkele afdeelingen noodzakelijk is.
Door verscheidene collegiën van Ged. Staten is het
beginsel door den Minister voorgestaan, om door
inkrimping van het getal ambtenaren met de
voorhanden middelen eene voldoende bezoldiging
aan de overblijvende ambtenaren te verleenen,
op hunne griffie in toepassing gebracht, en an
dereu hebben zich daartoe bij voorkomende
gelegenheid bereid verklaard. Daarom acht hij de
verhooging van bezoldiging der provinciale amb
tenaren ouuoodig en evenmin het tijdstip geko
men om de jaarwedden van 's Konings commis
sarissen, van leden van Ged. Staten en de griffiers
aan eene herziening te onderwerpen.
De Memorie van Toelichting treedt vervolgens
in zeer uitvoerige mededeelingen en plannen om
trent waterstaat en publieke werken, verdeeld in
de volgende rubrieken:
Algemeene rivierverbetering; Dalemsche slui
zen; verbetering van den Amer; verbetering van
den waterweg van Zwolle naar zee; het Zwol-
sche Diep; verbetering van den Rotterdamschen
waterweg; onderhoud der boorden van den ge-
kanaliseerden Hollandschen IJsel; het Zwarte
water; verbetering van het Krabbegat en van de
haven te Enkhuizeu; het Noord-Hollandsche ka
naal; de buitengewone werken aan den weg van
Zutphen naar Emmerik; de bijdragen in de kosten
van herstel der haven van Middelharnis; idem
van een grintweg van Woubrugge naar Hoog-
made; idem tot verbetering der bemaling van de
polders Heenvliet en Nieuwenhoornvan de haven
te Bruinisse; van den weg van Kapelle naar
Heinkenszand en de doorgraving van Holland.
Met de verzameling van bouwstoffen voor eene
algemeene wet op de waterstaat wordt voortgegaan.
Voor de kanalisatie der Geldersche vallei is een
nieuw plan gemaakt. Er zal een afzonderlijk
voorstel deswege worden gedaan. Intusschen zal
noch voor dit noch voor andere werken zooals
de verbouwing van het Binnenhof, den aanleg
van sluizen te Dalem, de verbetering van den
Amer eenig nader voorstel worden gedaan, zonder
gelijktijdige voordracht van de. middelen tot dek
king der kosten.
Overwegingen of onderhandelingen zijn voorts
aanhangig omtrent de verhooging van den Dron-
ther overlaat; het herstel van den dam door het
Slaak; de doortrekking van het kanaal van de
Axelsche Sassing naar Hulst; het veer tusschen
Hellevoetsluis en Dirksland, allen onderwerpen
welke bij de behandeling der vorige staatsbegroo-
ting ter sprake werden gebracht. Omtrent den ijk
is thans voorgesteld het personeel met 4adjunct.
IJkers te vermeerderen, waardoor het getal op
34 wordt gebracht. De regeering is ook voorne
mens aanvankelijk 4 kantoren te Amsterdam,
's-Gravenhnge, Rotterdam en Utrecht tot het ijken
van gazineters te doen inrichten en om dat aan
tal later, naar gelang der behoefte uit te breiden.
Hoofdstuk VI. Departvan Marine 3,802,292.46.
Bij de zamensteltiiig van dit ontwerp zijn de
omstandigheden, waaronder zij plaats had, buiten
overweging gebleven; het behoeft nauwelijks
gezegd, dat die buitengewone toestand zijn invloed
zal doen gelden en latere wijzigingen ten gevolge
kunnen hebben. Dit begrootingsplan, vindt dus
uitsluitend zijn grondslag in de denkbeelden,
welke de minister de eer had bij de aanbieding
en behandeling der begrooting voor 1S69 en
1870 voor te staan. Daarbij trad de noodzakelijk
heid op den voorgrond, om zich vooreerst te bepalen
tot den aanbouw van eene gepantserde tlotille
voor de verdediging onzer zeegaten en beneden
rivieren, zoodat op het einde des jaars 5 monitors
gereed en 5 benevens een riviervaartuig in be
werking zullen zijn. Aanuemeude dat met dit
tiental monitors op weinig na in de behoefte
van dit soort materieel zal zijn voorzien en de
minister neemt de vrijheid die meening aan te kle
ven is het niet langer geoorloofd te wachten
met de- aanschaffing van oorlogschepen ter ver
vanging van de schroefstoomschepen der Iste
klasse tot verdediging van Indië en zich in dit
opzicht door linantieele of technische bezwaren
te laten afschrikken. De minister wenscht uit
dien hoofde in het volgende jaar geen monitors
maar een ramtorenschip op stapel te doen zet
ten; en tevens de belangen der kust- en rivier
verdediging te behartigen door den aanbouw voor
te stellen van twee zwaar gewapende stoomka-
uonneerbooten, type Staunch. Het totaal der aan
gevraagde gelden ad. ƒ8,892,202.46, levert een
verschil van ƒ158,000.50 met het eindcijfer der
begrooting voor 1870, waaronder begrepen is
eene vermeerderde uitgaaf van 80.000 voor het
loodswezen. Bij eene beoordeeling van dit eind
cijfer zelf, gelieve men daarvan af te trekken de
sommen van vorige diensten ten bedrage van
ƒ37,270 en de kosten, niet behoorende tot marine-
aangelegenheden, geraamd op ƒ1,221,422. Alsdan
zal blijken dat voor het zeewezen van den staat
wordt aangevraagd 7,543,510.
Loodswezen. De meer krachtige aanbouw van
loodsvaartuigen, waarop in de memorie van toe
lichting tot de begrooting van 1870 werd gewe
zen, heeft vijf van de aldaar vermelde kotters
voor den dienst gereed doen komen. De zesde is
no" in aanbouw op's Rijks werf te Hellevoetsluis.
Twee kotters en twee schokkers zijn sedert op
particuliere, werven op stapel gezet; terwijl voor
het dienstjaar 1871, op den bouw van vijf kot
ters en twee schokkers is gerekend, gedeeltelijk
om ook de zeegaten van de Eems door loodskot-
ters te doen bekruisen, gedeeltelijk tot vervanging
van door veroudering voor verderen dienst on
bruikbaar wordende kotters en schokkers.
Overeenkomstig de denkbeelden, blootgelegd in
de memorie van toelichting tot de begrooting van
bet jaar 1870, is eene wijziging gebracht in de
verdeeling der voor 1871 bestemde strijdkrachten,
bestaande uit 44 active schepen en 3 wachtsche
pen, welke te zameu eene bemanning vorderen
van 5745 koppen. Onder die scheepsmacht zijn
niet. begrepen de wachtschepen te Vlissingen en
te Rotterdam en de instructie- en opleidingsvaar
tuigen, wier bemanningen detachementen zijn van
de wachtschepen te Willemsoord, Amsterdam en
Hellevoetsluis.
In de organisatie van het korps officieren van
administratie is eene verandering gebracht, hoofd
zakelijk hierin bestaande, dat de rang van adjunct-
administrateur is opgeheven en hiervan gebruik
gemaakt om het aantal officieren van administratie
der 1ste klasse met 4 te vermeerderen en dat der
2de klasse met 6 te verminderen, en om die beide
rangen respectievelijk te verdeelen in 3 en 2 ka-
tegoriën. Door die wijziging is de sterkte van het
korps verminderd van 141 tot 123 officiereu, ge
nietende aan vaste tractementen ƒ84,500, in stede
van ƒ90,000, die bij de vorige organisatie waren
toegekend. De militaire opleidingen voor adel
borsten en officieren bij het korps mariniers blij
ven goede resultaten opleveren. Steeds heeft bij
de toelating eene groote mededinging plaats; in
dit jaar melden zich voor 18 vacatures voor adel
borst 83 aspiranten aan.
Uit eenige opgaven blijkt dat de lust om als
zeemilicien te worden ingelijfd steeds toeneemt,
doch dat het getal hetwelk zich voor vast aan
de zeedienst verbindt, hoogst onbeduidend blijft.
Wordt vervolgd.)
TWEEDE KAMER.
Zitting van heden.
De heer Botz, nieuw benoemd lid in het hoofd
kiesdistrict Eindhoven, wordt na eedsaflegging
toegelaten en neemt zitting.
Aan de orde is de voortzetting der beraadsla
ging over het Adres van Antwoord op de Troon
rede en wel over 5 (onderwijs).
In de Troonrede staat daaromtrent: „Het onder
wijs, aan welks verbetering alle vlijt wordt be
steed, verspreidt in steeds wijderen kring zaden
van beschaving en welvaart."
Het Antwoord in 5 van 't adres luidt aldus:
„Met ingenomenheid vernamen wij, dat het onder
wijs in steeds wijderen kring zaden van bescha
ving en welvaart verspreidt."
Door den heer Saaymans Vader is, in stede daar
van de volgende redactie voorgesteld„Met inge
nomenheid vernemen wij dat de regeering zich
bevlijtigt het volksonderwijs te verbeteren, met
den wensch dat hetzelve alzoo door het versprei
den van begrippen van volksbeschaving dienstbaar
zal worden aan de welvaart des volks."
De heer Saaymans Vader licht de strekking van
zijn amendement toe. Hij had dezelfde redactie
reeds in zijne afdeeling voorgesteld, doch de com
missie heeft gemeend haar niet te moeten over
nemen. Spr. kan niet aannemen dat het onder
wijs, zoo als het thans bestaat, zaden van be-
schuving en welvaart verspreiden kan. Hij wil
alleen verspreiding van de ware begrippen van
beschaving, die op waarheid, op Gods woord en
op het Christendom berusten.
De heer Jonckbloet (lid der commissie) bestrijdt
het amendement, en neemt daarbij tevens op wat
de heer v. Katwijk gisteren zeide, die beweerde
dat de zinsnede in de Troonrede was oubestemd
en aan de grens der onwaarheid, en dus het ant
woord, dat daarvan een weerklank is, evenzeer.
Daartegen komt spr., namens de commissie op.
Hoe kan de zinsnede onwaarheid bevatten, daar
gisteren de Minister reeds te kennen heeft gege
ven, dat die uitdrukking zoowel slaat op het open
baar als op het bijzonder onderwijs.
En wat nu betreft het amendement van den
heer Vader vraagt spr. is 't aannemelijk? Het is
noch duidelijk, noeh verstaanbaar. Er staat dat
de Regeering zich bevlijtigt het volksonderwijs te
verbeteren, inaar dat staat niet in de Troonrede.
Deze is algemeen en omvat alle onderwijs. Dan
volgt, „met den wensch dat, enz. Voor ieder die
Hollaudsch verstaat, slaat dit in het verband der
zinsnede op de Regeering, maar dat zal de voor
steller wel niet bedoelen.
Dan spreekt de heer Saaymans van „ware be
grippen." De commissie meent echter dat het volks
onderwijs geen begrippen omtrent beschaving
moet verspreiden, maar de beschaving zelve. Het
onderwijs moet eene praktische strekking hebben.
De heer v. Nispen v. Sevenaar releveert kor-
telijk zijne vroeger meermalen geuite meening
nopeus het onderwijs op de openbare school,
maar kan daarom nog niet zijne stem geven aan
dit amendement, dat, zoo als 't luidt geheel onbe
stemd is en tot allerlei opvatting en uiteenloopende
discussiën aanleiding kan geven.
De heer Van Lijnden beaamt alles wat de heer
baaijmans gezegd heeft, maar zal juist daarom
tegen het amendement stemmen, daar het niet
teruggeeft wat die spreker bedoelt
De heer Saaymaus-Vader verdedigt nader kor-
telijk zijn amendement.
De heer Van Loon motiveert ook kortelijk zijne
stem. Hij zal stemmen tegen de omdat zij is
een terugslag op de Troonrede, die z. i. het open
baar en niet het bijzonder onderwijs bedoelt..
De heer Van Wassenear-Catwijck vereenigt
zich met den wensch van den vorigen spr. om
in het adres geen antwoord op 5 der troonrede
op te nemen, omdat dit m zich zou sluiten eene
instemming met den lof dien de regeering zich
zelve ten aanzien van het onderwijs toeeigent.
Hij blij 11 de zinsnede onwaar noemen, en deelt
in 't algemeen de godsdienstige beschouwingen
van de heer Saaymann.
De Minister van Binnenl. Zaken, den heer Fock,
protesteert tegen de uitdrukking van den heer
v. Loon, dat hij, Minister, een volslagen vijand
van het bijzonder ouderwijs zou zijn. In enkele
dagbladen heeft hij dit wel eens gelezen, maar
in deze Kaïner is die beschuldiging nooit uitge
bracht. De regeering heeft met de zinsnede in de
Troonrede alleen willen te kennen geven, dat van
alle zijden aan de verbetering van net onderwijs
alle vlijt wordt besteedt, onverschillig of dit open
baar ot bijzonder onderwijs betreft.
De heer Heijdenrijck zegt, dat als hij voor de
stemt dan doet hij dat onder uitdrukkelijk
prutest tegen die houding der regeering en de
meerderheid in deze. Maar hij kan de te eerder
aannemen na de verklaring van- den Minister,
dat in de zinsnede van de Troonrede zoowel het
openbaar als het bijzonder ouderwijs wordt be
grepen.
Nog enkele sprekers voeren het woord.
in stemming gebracht wordt het amendement
van den heer Saaymans-Vader verworpen met
algemeene stemmen op éene na (de heer Vader.)
5 wordt daarop met 68 tegen 2 stemmen
aangenomen. Tegen de. heeren Van Loon en Vader.
0. (linancién). De zinsnede in de troonrede
luidde: „De toestand onzer geldmiddelen is niet
ongunstig te noemen, wanneer men den invloed
der tijdsomstandigheden op het loopend dienstjaar
in aanmerking neemt."
Daarop antwoordt het advies: „Uwer Majesteits
verklaring omtrent den toestand onzer geldmid
delen wekte onze levendige belangstelling,"
De heer Zinnicq Bergmann belooft dat de fi-
nantieele toestand bepaald ongunstig is.
De Minister van Financiën, de lieer Van Bosse,
geelt in overweging al die linancieele punten
liever uit te stellen tot de behandeling der be
grooting zelve, waar zij thuis behooren. Hij
maakt slechts enkele opmerkingen n. a. van de
rede van den vorigen spreker.
6 wordt daarop aangenomenzoomede 7,
luidende: „De Koloniën en Overzeesche Bezittin
gen van het Rijk liggen ons na aan 't hart. Met
nauwgezetheid zullen wij de betreffende bijzon
derheden overwegen, vervat in het reeds bij ons
ingediend verslag, terwijl wij de nadere regeling
der koloniale aangelegenheden, waarvoor in het
afgeloopen zittingjaar de grondslagen door de
Wetgevende Macht zijn vastgesteld, met verlan
gen tegemoet zien."
8 luidt aldus: „Wij zijn bereid, Sire! onze
onverdeelde aandacht te wijden aan alle wets
voorstellen, die aan ons onderzoek zullen worden
onderworpen, zoowel die, welke in de vorige
zitting onafgedaan bleven, als de zoodanige, wier
aanbieding wij bovendien mogen verwachten."
Hierop is door den heer v. Houten een amen
dement voorgesteld, om aan de het volgende
toe te voegen.
„Hieronder behooren] voordrachten betreffende
de hervorming van ons rechtswezen. Deze zullen
nogthans op andere grondslagen behooren te rus
ten, dan de in het vorige zittingjaar aangebodene."
(Per telegraaf. De heer Van Houten heeft bij de
toelichting van zijn amendement, uitdrukkelijk
te kennen gegeven dat liet had eene politieke strek
king, en uitging van de gedachte, dat de minister
van justitie de uoodige kracht mistte om dat werk
te volbrengen. De commissie van redactie heeft
het amendement bestreden op grond dat het de
bevoegdheid der Kamer overschreedandere leden
waren van hetzelfde gevoelen. De Minister van
justitie heeft op eene bepaalde vraag om spoedige
indiening der rechtelijke organisatie geantwoord,
dat zoolang de grondwettelijke bepaling niet
is uitgevoerd op iederen Minister den plicht
rust zoodanig ontwerp in te dienen. Ten slotte
heeft de heer Van Houten zijn amendement
ingetrokken, en een amendement van den heer
Gratama om in 't algemeen de hoop op her
vorming van ons rechtswezen uit te drukken
werd verworpen met 63 tegen 8 stemmen. Het
geheele adres is ten slotte aangenomen met 65
tegen 6 stemmen. Morgen heelt het onderzoek
van de Indische begrooting in de afdeelingen
plaats.
LAATSTK BUlllCHTIlN.
's-Gravenhage, 27 September. Bij kon. besluit
van 26 September jl. n°. 17 is de heer E. C. Ar
cher Houth, op zijn verzoek, eervol ontslagen als
directeur van het postkantoor te Velp, behoudens
aanspraak op pensioen.
De Minister van Binnen landsche Zaken heeft
aan de Commissarissen des Konings in de pro
vinciën, ter uitvoering afgezonden een afdruk
van het Kon. besluit van 20 dezer (jStbl. n°. 163),
houdende verbod van in- en doorvoer van buiten
's lands van versche huiden, vleesch en gezouten
vleesch enz. Dezer dagen is de aandacht der ge
meentebesturen op dat Kon. besluit gevestigd,
met aanbeveling op de stipte naleving, zooveel
hen betreft, streng toe te zien.
Blokzijl, 27 September. De werkzaamheden
aan onze haven zijn thans geheel afgeloopen,
zoodat nu het Noorder-palenhoofd door een ste
vige steenen dijk vervangen is, ter lengte van
ongeveer 20 minuten gaans. Met het versterken
en verbetereu van den Blankenhammer-zeedijk
is men dagelijks nog druk bezig. Groote blokken
hardsteen worden aan de glooiing des dijks ge
legd.
Comité van het ROODE KRUIS te Leiden
en omstreken.
Tot heden weder onder dankzegging ingekomen
bij de commissie voor het materieel, ten huize
van den heer A. C. Leembruggen.
Van de verpleegden in het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis op de Heerengracht, een paket
pluksel; van de vereeniging voor het Roode Kruis
te Warmond, pluksel, compressen, zwachtels, zes
hemden en zes doeken; van Mejufvrouw S. gitter
charpie, compressen en pluksel.
Door tusschenkomst van den heer Bijleveld
van Mevrouw H. te Noordwijkerhout, een doos
pluksel; van Mevrouw V. alhier compressen;
van N. N. geordend en gewoon plukselvan S.
zes onderbroeken, drie paar kousen, een pak
pluksel en eenige compressen van N. N. zes
katoenen kabaaien en twee paketten pluksel;
van N. C. G. geruit en gewoon plukselvan
N. N. een paket pluksel.
Door tusschenkomst van de dames Bonga, Du
Buisson de Jonge en Schotel, twee katoenen de
kens, een stroozak, pluksel, scheurlinnen, zwach
tels, drie linnen hemden, drie borstrokken, drie bed-
lakens, gordels enz.; van N. N. een paket pluksel.
Door tusschenkomst van den heer Rogge van
C. J. B. Ch. v. O. eenig plukselvan N. N., onder
de zinspreuk: Laat ons goed doen aan allen," Gala
ten VIvers 106., een pak ongeordend pluksel,
een rolletje watten, een wollen zwachtel, zeven
tien linnen zwachtels, vijfentwintig compressen,
twee gitter charpie, een armband en drie paar
katoenen kousen.
Door tusschenkomst van den Secretaris: van
den heer L. A. V. Liebigs extract; van Mejuf
vrouw Keyzer een paket pluksel; van de dames
V. W. pluksel en compressen.
Namens de Commissie voor het Materieel
van het Roode Kruis.
J. RUTGERS, Secretaris.
Heden weder in dank ontvangen
Van den heer J. P. Driessen, de opbrengst
eener bijzondere collecte, gehouden onder de
leden van de vereeniging van den H, Vincentius
Paulo te Leiden 21.21.
Met de opgave van gisteren ad 5427.03 te
zamen ƒ5448.24.
Namens het Bestuur:
HEIDEN, J. A. F. COEBEEGH,
2 Sept. 1870. Penningmeester.