Beide plannen waren alstoen vervallen, gewis
om de hopge raming van kosten, het laatste plan
zonde althans, zoo als men zegt, eene last voor
de gemeente Alkemade veroorzaakt hebben van
f 3.00Q.^ 's jaarlijks.
Gezegde commissie had als toen aan een lid
van het bestuur te Alkemade een plan voorge
legd dat begroot werd op eene jaarlijk6che last
van 219.99 voor die gemeente.
Dit had plaats nadat er met een zeker lid van
het bestuur te Leiden onderhandeld was om aan
den Kaad dier Gemeente voor te dragen dat
Leiden der aanlegkosten en van het jaarlijksch
onderhoud zoude bijdragen van hetgene ten
laste van Alkemqde zoude kooien, benevens de
geheele kosten zou dragen van het verbeteren der
Zijldijk en het geheele jaarlijksche onderhoud
van dien tot aan het aanslmtingspunt in den
Boterhuispolderbovendien zou Leiden aan Al-
kemade afstaan, de meerdere opbrengst van het
ïijlhek, na het aanleggen van den nieuwen weg.
Bovendien was nog overeengekomen, dat er
na het daarstellen van diep nieuwen weg, een
brug over het kanaal te Niquwe-Wetering zoude
aangelegd worden en dat daarvoor eene nieuwe
bijdrage zoude aangevraagd worden aan de Ge
meente Leiden; dit nu moest bepaald geschieden
en in geval van nalating verviel de eerst gemelde
bijdrage geheel, volgens besluit met bovengemelde
commissie.
Om nu provisioneel de kwestie welke nu ont-
staau is zeer kort te maken', zoo dient het navol
gende hetwelk men uit een zekere bron verno
men heeft.
De dag der besteding van genoemde brug was
bepaald op 15 September j.l. Nadat deze kennis
geving had plaats gehad aan de diverse betrok
kene besturen zooals Rijnland, Leiden en Haar
lemmermeer welke twee laatsten een jaarlijk
sche bijdrage zouden geven eri dit ook zelfs reeds
iD de nieuwsbladen was opgenomen, kwamen
er nog maar weinige dagen voor de besteding
in den Raad te Alkemade bezwaren tegen op;
en in die vergadering werd er besloten, otn in
plaats van die brug een verbeterde pont daar te
stellen, met vrijen overtocht, althans om hier over
te onderhandelen met Leiden en den Haarlem
mermeer.
De bezwaren tegen den brug kwamen hoofd
zakelijk nêer op onvoorziene kosten van herstel
lingen, zooals aan andere bruggen, over den ring
vaart aangelegd heeft plaats gehad, door aanva
ring van schepen of door onachtzaamheid van
brugwachters, dit werd voorgesteld in eenige
duizendeu guldens.
Maar is Alkemade dan op geen andere wijze
te waarborgen tegen zulke onvoorziene kosten?
tien redenere aldus:
De gevallen welke bij andere bruggen hebben
plaats gehad zijn die bij deze niet te voorkomen
Die namenlijk door eene slechte of verkeerde
constructie ontstaan zijn kunnen door eene betere
vervangen worden, dit is bepaald.
Onbepaald zijn diegenen welke door onacht
zaamheid of door aanvaring hebben plaatsgehad
en dan nog wel door schippers waar geen ver
baal op te verkrijgen was.
Hiervoor is evenwel eene som te vinden die
voor begrooting kan dienen, men deele namelijk
het tal jaren vermenigvuldigd met het getal brug
gen bij welke soort gelijke gevallen hebben plaats
gehad om de geheele ringvaart door het geheele
bedrag van kosten, de uitkomst zal vermoedelijk
geen 100.per jaar bedragen.
Aangenomen nu dat de uitkomst deze som be
draagt, is dit dan zulk een groote zaak dat daar
voor de brug door een pont moet vervangen
worden.
Het onderzoek kan tot een andere uitkomst
leideu, doch men zegt, dat reeds vroeger een
onderzoek is ingesteld dat een guDStig resultaat
heeft opgeleverd.
Indien nu Leiden en de Haarlemmermeer eens
mogten goed vinden en genoegen nemen in de
verwisseling van een brug met een pont zal het
voor de commissie hiervoren genoemd toch eene
onaangename herinnering blijven, daar deze wel
is waar den rijweg als hoofdzaak beschouwde,
4och eene vermeerderde doortocht door Alkemade
levens op het oog had, en indien er geen brug
mogt komen zal die vermeerderde doortocht zeer
veinig blijven beteekenen.
Genoemde commissie van 1S62 kan ook niet
anders van oordeel zijn dan dat Leiden het voor
stel zal afwijzen, daar deze zeer goed weet, dat
alle toegezegde bijdragen door Leiden aan den
nieuwen weg op de daarstelling van een brug
gebazeerd zijn.
Welk belang zoude Leiden hebben kunnen no
pen om ƒ3200.— bij te dragen voor aanlegkosten
van eenen weg langs welke niemand rijdt of
loopt dan diegenen welke anders toch te Leiden
komen, daarbij zich te verplichten om de Zijldijk
te verbeteren en in dien staat te onderhouden,
immers geen ander dan de vermeerdering van
«tnnexie met de Haarlemmermeer; dit was het
eenige punt.
Ten opzigte van Alkemade is het niet te ver
wonderen dat men daar op bezuiniging belust is,
wijl de lasten daar nog al merkelijk zijn geste
gen; althans de Hoofdelijke Omslag in 1869
ad f2Q00.is in 1370 geklommen tot ƒ5000.
dat aldaar bij de ingezetenen wel een kleine
sensatie heeft veroorzaakt, en de brugkwestie
welligt ten gevolge had.
Maar indien Alkemade zich nu van de brug
terug trekt zal dit eene ware bezuiniging daar
stellen, evenwel zal de goedhartigheid van Leiden
hier veel kunnen aanbrengen, of dit wel te ver
onderstellen zal wezen, hierou r moest de Raad
dan maar eens genoemde commissie raadplegen
van 1862, die toen de stelligste verzekering heeft
gegeven, dat de brug terstond na het aanleggen
des wegs, zoude komen, en zal dit wel noodig
zijn die commissie te raadplegen. Is het niet uit
alles officieel en confidentioneel, op te maken dat
de Raad alles weet, wat door die commissie is
besproken en voorgedragen.?
Heeft Leiden nu al reeds niet langer dan een
jaar op de besteding gewacht?
En nu, in het begin van September, in dagbla
den gelezen hebbende, dat de besteding op den
15d«" dezer zou plaats hebben.
Nu, beslist de Raad van Alkemade om een pont
en geen brug daar te stellen, iets dat voor Leiden
volstrekt geen waarde heeft.
Geven nu zulke zaken aanspraak, om van Leiden
eene enkele gunst te verwachten
Zoo neen, welke enorme schaden kan daaruit
voor Alkemade niet voortvloeien?
Onmogelijk kan dit tegen de onvoorziene uit
gaven van kosten opwegen.
Want zooals nu de zaken nog staan dekken bijdra
gen nagenoeg de renten en andere uitgaven daar
de aanlegkosten zijn begroot op ƒ15200.en de
jaarlijksche reuten van dien a 414 pCt. bedra
gen 684.
Het gewone jaarlijksche onderhoud 245.
Voor het vernieuwen van het houtwerk
om de 25 jaren, idem van het ijzerwerk
om de 60 jaren, is jaarlijksch een kapi
taal noodig van renten op renten nage
noeg ad120.
Te zamen 1049.
Van de Gemeente Haarlemmermeer
en van Leiden komen ieder eene bij
drage van ƒ500.te zamen ad 1000.
Dus de jaarlijksche last van Alkemade
bedraagt49.
Indien Alkemade nu de brug uiet legt heeft
het bepaald die last minder en de onbepaalde
kosten van buitengewone schaden tevens.
Tot welk eeu bedrag moeten die dan wel niet
loopen om gelijk te staan met de schaden, aan
genomen dat het bestuur van Leiden zich belee-
digd acht en op grond van zaken zich terug trekt
van de meerdere opbrengst der tol aan het Zijlhek
boven de ƒ700 'sjaarlijks.
Deze meerdere opbrengst werd in 1S63 begroot
op ƒ2500 door genoemde commissie en dit toch
was eene begrooting die bij den Raad van Alke
made toch in die voege in aanmerking genomen
is dat het adres der commissie 5 Februari 1863
daarop werd aangenomen.
Zoude het niet te verwachten zijn dat Leiden
het gedeelte van den Zijldijk waaraan nu onge
twijfeld meer dan ƒ1000 is besteed in dien toe
stand liet vervallen zoo als hij voor den aanleg
des wegs bestond.
Zouden er dan voortdurend geen klachten op
gaan over dien toestand en zal Alkemade het
dan voor geene gunst aanmerken om voor eigen
rekening ook datgene te mogen verbeteren.
X. IJ.
Greld.- en Effecteirmn-lrt
Amsterdam, 13 tot 19 September 1870.
Er valt slechts weinig te zeggen over den loop
der beurs gedurende deze week. Er was eenige
handel in vele soorten van fondsen, met afwisse
lende prijzen, die echter niet zeer belangrijk fluc
tueerden, doch groote posten kwamen niet voor
en wat de eene dag verloor haalde er volgende
licht weder in.
Den 14den had de. gewone rescontre der Han-
del-Uaatschappij plaats, die regelmatig is afge-
loopen; de passagekoers werd bepaald op 109
pCt. terwijl voor prolongatie op de rescontre van
15 November 14 a 1 pCt. premie werd betaald.
Het geld is ruim. De Nederlandsche Bank ver
minderde heden de disconlo met 14 pCt. zoodat
die thans 5 pCt. bedragen, terwijl de prolongatie
van 6 op 5 pCt. terug liep.
Ov,er het algemeen draagt de beurs het ken
merk dat zij eene afwachtende houding wil in
acht nemen en let op de dingen die komen zullen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Zondag verspreide zich te Parijs het gerucht
van eene gewichtige arrestatie, men sprak van
eene uitgebreide samenzwering en mengde er
Pruisische spionnen in. Ziehier hetgeen tot een
en ander aauleiding heeft gegeven.
Eenige personen hadden 's middags een grijs
aard opgemerkt die met groote nauwgezetheid de
verdedigings werken in oogenschouw nam bi;
een der bastions herkenden eenige soldaten in
dien grijsaard den maarschalk Vaillant, gewezen
minister van den keizer. Hij werd terstond in
hechtenis genomen eii naar de wacht van een
der bastions gebracht. De menigte was woedend,
uitte allerlei bedreigingen en ware zeker tot
dadelijkheden overgegaan indien de commandant
van de wacht niet krachtig was opgetreden.
De maarschalk was in het bezit van een plan
van Parijs en daar de menigte niet wist dat hij
lid was van liet comité van défensie, kon zij
zich maai met vuorstellen, met welk doel de
maarschalk zich zoo ijverig met de verdediging
bezighield. Zij riep slechts: het is een verrader.
De officier van dienst liet een rijtuig halen, en
stapte er met zijn gevangene in. De menigte
achtervolgde het rijtuig en slechts aan den heer
Gamier Pagès die toevallig in de rue Rivoli voor
bij g'ng> mocht het gelukken de menigte tijdelijk
tot staan te brengen. Toen hij zich echter in het
rijtuig begaf en den koetsier gelaste naar generaal
Trochu te rijden, namen de ongeregeldheden toe.
Men riep: „dood aim dén spion."
Eindelijk naderde men de woning van generaal
Trochu en eerst geruimen tijd daarna kon de
maarschalk ongehinderd het huis verlaten.
In 1856 sprak keizer Napoleon III te Bordeaux
de bekende woordep „Hel) keizerrijk is dé vrede."
De kooplieden dier stad deden toen die woorden
op een marmeren plaat in hei beursgebouw bei
telen. In de vorige «eek is die plaat door een
volkshoop vernield.
Den 15de° is de bevolking van Parijs met een
rood plakkaat verwittigd van de optreding van
een „Centraal Republikeinsch Comité voor 'slands
verdediging", gevormd uit afgevaardigden van de
onderscheidene wijken der hoofdstad en ten doel
hebbende, gelijk het plakkaat zegt, „te zorgen
voor de redding des vaderlands alsmede voor de
definitieve vestiging eener waarlijk' republikein-
sclie regeering door de voortdurende zamenwer-
king van particnlieren en van den volksgeest."
Dat comité heeft dadelijk, uit naam van eenige
in Parijs gehouden volksvergaderingen, een aan
tal maatregelen aan het gouvernement aan bevo
len. Onder die maatregelen béliooren: toepassing
tan het beginsel van verkiezing én van verant
woordelijkheid op de rechterlijke overheden van
eiken rang; afschaffing van alle beperkende, re
pressive en fiscale wetsbepalingenjtegen het recht
van schrijven, van spreken, van vergaderingen
te houden en van genootschappen te vormen; ont
eigening van alle te Parijs bij kooplieden
en winkeliers voorhanden levensmiddelen, en
evenredige verdeeling derzelve onder al de
inwoners van Parijs; verplichting der stedelijke
overheden om aan ieder burger en zijn gezin
huisvesting te verzekereD; verkiezing van de be
velhebbers der mobiele garde door hare man
schappen uitreiking van ver dragende geweren
en van geweerpatronen aan alle burgers; alle
voor de verwering genomen maatregelen onder
het toezicht des volks te stellenin de departe
menten alle Eranschen onder de wapenen te
brengen en alles wat voor de verdediging dienen
kan bij wijze van requisitie aan te schaffen.
Dat plakkaat zegt het Journal des Débats van
den 18den schijnt nergens bijval bij de bevol
king van Parijs te hebben gevonden.
Engeland.
Er is thans iets meer bekend omtrent de hou
ding welke Pruisen in zijn onderhandelingen met
Frankrijk wenscht aan te nemen. Pruisen ver
werpt a priori die onderhandelingen nief, hetgeen
blijkt uit het feit, dat de heer Von Bisuiarck een
onderhoud met Jules Favre heeft aangenomen.
Het is de Times die eeu en ander wereldkundig
heeft gemaakt, in een artikel van den volgen
den inhoud
„Sedert het begin vau den oorlog is er geen
oogenbiik geweest van zoo beslissend gewicht als
het tegenwoordige. Er bestaat thans eenige kans,
wij zouden schier "zeggen eenige hoop, op een spoe
dig einde des strijds. De twee oorlogvoerende par
tijen zijn iu ouderling overleg gebracht. In de
laatste dageu heeft er tusscheu haar eene wisse-'
ling plaats'gehad door tusschenkomst van onzen
gezant te Parijs en van den Pruisischen gezant
alhier, en daarmede is zoo veel gewonnen dat de
heer Favre zich terstond naar het hoofdkwar
tier van het Duitsche leger begeeft; misschien is
hij er op dit oogenbiik.
„Het aanzoek om een onderhoud met den graaf
Von Bismarck kvvaui van Frank rijks voorloopi-
gen minister van buiteulandsclie zaken; en het
feit dat dit aanzoek werd ingewilligd is op zich
zélf reeds genoeg om blijde verwachtingen en
hoop op eenen goedèn einduitslag der vredes
onderhandelingen te doen ontstaan. Daardoor ver
valt dadelijk het door ons steeds ongelooflijk
geachte gerucht dat de koning van Pruisen en
de kanselier van den Duitscheu Bond besloten
hadden zich in geenerlei gedachtenwisseling met
het tegenwoordig bewind van Frankrijk in te laten.
„De heer Favre begeeft zich, of heeft zich be
geven naar den heer Von Bismarck. Welis waar,
de oorlogende partijen zijn niet over eenigen
grondslag voor de onderhandelingen overeenge
komen; ware dit geschied, dan zou het spoedig
ophouden van den oorlog schier zeker zijn. Doch de
twee vertegenwoordigers der krijgvoerende natiën
izullen elkander ontmoeten, en zullen de gesteld-
"•'r'jf' "-ozv.-f nf l TöfffnuinBrt I .«iu»
heid van de tegenpartij en van zichzelven leeren
kennen en begrijpen; dit zal wezenlijk bevor
derlijk voor het herstel des vredes zijn.
„Buitendien hebben wij andere feiten van min
stens evenveel gewicht, welke lot dezelfde gevolg
trekking leiden. Alvorens naar het Duitsche hoofd
kwartier te vertrekken heeft de heer Favre eene
nieuwe circulaire aan de Fransche gezantschappen
uitgevaardigd; en dit stuk kan men niet lezen
zonder zich te verblijden over de oneindig groote
verandering, iu zijne voorstelling van Frankrijks
positie gekomen sédert de uitvaardiging der cir
culaire waarmede hij zijne betrekking aanvaardde.
„De taal die de heer Favre thans voert geeft
grond tot de gevolgtrekking dat er van zijne
zijde geene moeite zal worden gespaard om vrede
te verkrijgen, indien die zonder oneer te verwer
ven is. Maar zij bewijst nog meer dan dat; want
zij toont dat hij nu erkent dat Frankrijk voor
de ondeugden en misdaden der keizerlijke regee
ring verantwoordelijk is en zich zonder schande,
ja met eer, bereid kan verklaren tot de dienten
gevolge rechtmatig verschuldigde boetedoening.
„De heer Favre zoekt een onderhoud met den
heer Von Bismarck; en hij verklaart openlijk
en onbewimpeld, dat hij, den bondskanselier ont
moetend, bereid is om te erkennen dat Frankrijk
verplicht is het door de keizerlijke regeering aan
Duitschland gedane kwaad iu billijke mate we
der goed te maken. Dat is een besluit hetwelk
wij niet genoeg kunnen toejuichen; maar het is
eene hoogst moeielijke en gevaarlijke taak die
hij koen op zich neemt."
TELEaRAMMEA
Brussel, 20 September. Het Journal de Bundles,
ministrieel orgaan, bevat een artikel waarin het
évijst" off de diensten, die België bewijst aan de
Duitsche gekwetsten en uitgedrevenen en de be
schuldiging van de Duitsche pers weerlegt, dat
België zich ten aanzieD van die lieden aan slechte
behandeling en daden van ongastvrijheid zou
schuldig maken. Het artikel besluit aldus: „Wij
verwachten van de loyauteit der Duitsche pers eene
formeele intrekking, maar wanneer zij weigert
de waarheid der leiten te herstellen, zullen wij
in ons recht zijn met haar te beschuldigen van
kwaadwilligheid en Europa opmerkzaam te ma
ken op de vijandelijke bedoeling barer houding
tegenover België."
Londen, 20 September. Berichten uit IJonkong
van den eersten Augustus vermelden ddt een
groote beweging tegen de Europeanen verwacht
werd. Men was er zeer bevreesd, daar de Chi-
neesche tröepeü bij elkander getrokken werden.
De heer Wade, secretaris der Engelsche ambas
sade in China, bevond zich nog te Peking.
De Fransche minister aldaar had verklaard dat
hij zijn vlag zou nederhalen wanneer vóór den
laatsten Augustus de hoofden der aan de moorden
te Tien tsin medeplichtige mandarijnen met wa
pen uitgeleverd.
Orleans, 20 September. In nieuwe berichten
aangaande het gevecht bij Wissous wordt verze
kert dat 25000 Fraiischen die achter Tour-Mont-
lerij eene stelling hadden ingenomen met 15000
man Pruisen hebben gestreden.
De Pruisen móeten door het vuur der Fransche
batterijen veel verliezen geleden hebben en een
riviertje bij Chatillon zijn overgetrokken om op
andere korpsen terug te trekken.
Florence, 19 September. Het officieele blad
deelt het volgende mede: Gisterenavond is aan
generaal Cadorna een briet overhandigd van den
Pruisischen gezant Von Arnim. De heer Von
Arnim debit daarin méde, dat zijn pogingen om
het plkn af te raden tegenstand te bieden aan
het binnenrukken van de Italiaansche troepen in
Rome, mislukt zijn. De Pruisische gezant bedankt
tevens den generaal Cadorna voor het uitstel van
24 uren, door den generaal op zijn verzoek verleeud.
Daar er onder deze omstandigheden, gaat ge
noemd blad voort, geen twijfel meer bestaat, of
de Pauselijke ambtenaren staan onder den druk
van de vreemde troepen, blijft den generaal Ca
dorna niets over, als door middel vau geweld
datgené te verkrijgen wat hij niet door gemeen
overleg Heeft kunnen tot stand brengen.
De troepen van het 4de legerkors met de di
visies' Angioletti en Bixio hebben Rome iugeslo-
teh, 'met Uitzondering van de Citta Leouina. Alle
maatregelen zijn genomen om, indien de troepen
Rohie stormenderhand moeten innemen, de stad
zdo Weinig mogelijk te beschadigen en de streng
ste orde té handhaven.
Ifew-Tork, 20 September. Men zegt dat eenige
honderde Duitschers en Franschen, duorcomité's
ondersteund,naar Europa zijn vertrokkeu om
zich bij de legers aan te sluiten. Het gerucht wil
flat beVèl is gegéven tot gevangenneming van een
aantal Fransche vrijwilligers, omdat hun uitrus
ting en hun transport in strijd is met de neutra-
liteitswèt.
De katoenmarkt in flauwe lustelooze stemming.
llcrlpjn, 21 September. Generaal öteinmetz is
vau het ópperbevel over de eerste armee onthe
ven en tot militair gouverneur van Posen benoemd.
Deze benoeming is geschied, omdat twee opper
bevelhebbers in het leger voor Metz thaus on-
noodig zijn.
Berlijn, 21 September. Volgens een officieele
telegram bevindt zich de kroonprins te Versailles
en is de insluiting van Parijs, van Versailles en
Vinceunes tot stand gebracht; na de verovering
eener schans met zeven stukken was de terug
werping van den vijand volkomen geluktde ver
liezen moeten gering zijn. Volgens een telegram
de^' konings waren de vijandelijke position te Pier-
refitte" op het verschijnen onzer troepen verlaten;
het vijfde legerkorps, en de tweede Beijersche af-
deeling hadden den overgang over de Seine bij
Vjlieueuve en Saint Georges bewerkstelligd, nadat
ze de drie divisiën van generaal Vinoy op de hoog
ten van Sceaux aangegrepen, geslagen en achter d
forten teruggeworpen hadden, ons zevende regirn
had zware verliezen geleden. Te Mundelsheim
was de lunette 53 genomen en het levendig vij
andelijk infanterievuur tot zwijgen gebracht.