17 September.
N°. 3252
Zaterdag
A°. 1870.
Feuilleton vau liet „Leidsch
Dagblad".
Schuld en Boete.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommersi0.05.
Deze Courant wordt dagelrks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0 15
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
En
Leiden, 16 September.
zoo zal Z. M. de Koning nog a. s. Maan
dag te midden van zijn volk kunnen zeggen Een
gewichtige en onder Hooger Bijstand zegenrijke
stap is ook door het besluit tot afschaffing van
de doodstraf gedaan, een straf die door de. zwaar
wichtige twijfelingen welke daartegen gerezen
zijn, niet verder gerechtvaardigd schijnt.
De meerderheid der Eerste Kamer van de Staten-
Generaal en vooral de onpartijdige en oprechte
houding van haren voorzitter, die, ofschoon vol
gens de stemming tegen de afsehaüing gestemd,
de niet goed gevolg bekroonde poging aanwendde
om de behandeling van het ontwerp niet tot een
volgend zittingjaar aan te houden, hebben daar
toe veel bijgedragen.
Mocht ook vroeger eene vereeniging van min
derheden, vooral versterkt door het orthodox
element, de behandeling van het wetsontwerp
hebben weten te vertragen in de hoop van dien
iveg nog eens te beproeven, zooals eergisteren
is gebleken, en 't zoo op het ad calendas graecas
e schuiven, de kamer was daarmede nu niet
ediend en liet zich niet ten tweede male er toe
irengen om den oorlog te bezigen ter bestrijding
au de afschaffing der doodstraf.
Na eene tweedaagsche discussie heeft de Eer-
te Kamer een grootsch besluit genomen, dat
laar verheft boven alle mogelijke Senaten en
achten die de oppositiepers opsomt, en waar-
nder er wel zijn waartegenover de Nederlandsche
lerste Kamer het beneden zich achten mag aan
e zijde te staan. Immers hoe kan het in iemands
hoofd opkomen, om onze Eerste Kamer te scha-
en aan de zijde van den Franschen Senaat, een
lichaam van hoog bezoldigde oogendienaars van
:en despoot, onze Eerste Kamer wier grootste
Leugd en sieraad juist onafhankelijkheid is.
Met 20 tegen 18 stemmen is de regeeringsvoor-
tacht voor de tweede maal goedgekeurd, die
|et schavot omverhaalt, nadat vroeger alle andere
Jlertuigen als geesel en brandmerk waren ver-
orpen en is de levenslange gevangenisstraf
de plaats getreden.
De grootste strijd die ook in de Eerste Kamer
jevoerd werd, was juist over het punt wat den
isdadiger meer zou afschrikken het schavot of
levenslange tuchthuisstraf. De minister van
Justitie, de heer Van Lilaar heeft ook nu weder
overtuiging en wilskracht den maatregel
rdedigd. En is het zijn eigen wil om niet
ider de uitstekende tegenstanders van de dood-
ral gerekend te worden, hij heeft toch de moed
jner overtuiging gehad en dit is van zijn standpunt
alleen zeer lofwaardig maar als men de
ïemlijst nagaat een blijk van groote standvastig-
eid en onafhankelijkheid van karakter.
Behalve, het afschrikkingssysteem, kwam ook
rechterlijke dwaling zeer ter sprake en niet
vergeefs hebben de voorstanders der afschaf-
ng aangevoerd, dat een onschuldig voltrokken
oodvonnis een smet is die op geheel de natie
leeft.
Wij hebben ons, zoo als uit een en ander blijkt,
slechts bepaald tot een vluchtigen blik over de
discussie. Thans nog over een zoo veelbespro
ken quaestie in beschouwingen te treden, is ook
waar de voorstanders der afschaffing de zege
praal hebben behaald, niet meer noodig. Echter
wenschen wij bij deze gelegenheid gewag te
maken van eene uitstekende doodstraf-faniaisie, die
onlangs bij de firma Nijgh en Ditmar is versche
nen, onder den titel van John Jenkins, de moor
denaar van de familie Marshall. Wil men op echt
populaire, geestig en bevallig geschreven wijze
de quaestie leeren kennen, wat beter voor den
gevallen mensclt is, ouschadelijkmaking door bet
schavot of door den kerker, men leze deze bro
chure. Vooral boeiend is de vergelijking van den
schrijver, tusschen het lot van Troppmann die
stierf als een wild dier spartelend en om
zich bijtend doeh zonder zwijmpje van be
rouw en Dessous-le-Moustier, de eeDige van liet
driemanschap Troppmann, John Jenkin, ie Mous-
tier, dien men lot bekeering den tijd liet en
voor wien 's Konings genade nog jaren lang de
marteling van den moordenaar der gebroeders
Thirion zal zijn.
Inderdaad kon er wel eenvoudiger verdediging
van de vervanging der doodstraf door levenslange
gevangenisstraf zijn dan deze, waarmede de schrij
ver der brochure besluit:
z/Werp thans een blik op den moordenaar van
Hornu. Aanschouw hem, in zijn gepantserde cel,-
waar geen lucht, geen licht, geen voedsel hem
geworden kan, dan door een getralied luikje in
de zoldering. Daar moet hij leven en sterven, ---
Ik weet niet of zijn geweten hem knagen zal.
Maar dit weet ik dat die man hartstochten
bezit: dat wellust, dronkenschap en geldzucht
hem beheerschen, tot waanzin toe. En thans is
hij hier tusschen zes ijzeren wanden zonder
vrouwen, zonder drank, zonder goud alléén
zoo niet met de schimmen van zijn slachtoffers
dan toch met zijn machtelooze woede, zijn nutte-
looze kracht, zijn zinneloos verlangen naar vrij
heid, genot en wraak. Hoor hem roepen tot
Satan, zijn patroon roepen en huilen om een
mes, een strop, een drup vergif! O die man
lijdt: hij lijdt meer dan de gebroeders Thirion
geleden hebben, als hij met éen slag hen neer-
bonste. Hij is onschadelijk en gestrajt. De maat
schappij is veilig; de dooden zijn gewroken; en
de Staat heeft niet gezondigd tegen de wetteu
des heelals. Ha, Dessous-le-Moustier ik wed,
uw slangenoog zal leeren tranen stortenuw
steeuen hart zal medelijden kennen medelijden
met uzelf! Hoor hem brullen in zijn eenzaam
heidHij loeit tot Satan. Maar Satan hoort hem
niet. Wellicht o, wellicht zal hij eindigen,
met schreiend de handen op te heffen tot
God.Laat dan de priester gereed staan
niet de priester des Kiuises maar de priester
van den arbeid. Laat deze zien wat hij doen mag,
om den levend begravene zijn lot draaglijker te
doen zijn. Want waar straf is daar moet ook
genade wezen."
Welnu wij hopen dat door het verkrijgen eener
gunstige ondervinding, Nederland met de andere
staten die ons zijn voorgegaan, de eer zal zijn
voorbehoudeu van een stap te hebben gedaan die
wellicht eenmaal in ruimer kring navolging zal
vinden.
Wij zijn in staat gesteld het volgende mede te
deeleu
Op Diusdag den 20 dezer, zal des morgens te
11 uren in het lokaal de Eensgezindheid te Am
sterdam eene vergaderiug worden gehouden van
leden van het Nederlandsch opvoedingshuis voor
meisjes tot onder wijzerressen, gevestigd te Was
senaar, onder directie van mevrouw E v. Calcar.
Meuigeen verkeerde in den waan dat inen het
plan tot oprichting van dit opvoedingshuis wegens
gebrek aan deelneming had moeten laten varen,
oi dat het te weinig belangstelling had onder
vonden om te blijven bestaan.
Thans echter blijkt uit een kort verslag aan
de leden; van de commissarissen vau het Neder
landsch opvoedingshuis, de heeren G. S. Adauia
van Scheltema, A. G;'demeester en J. A. Van
den Broek, dat alles geregeld loopt, het aautal
meisjes 19 bedraagt, eu dat mevrouw van Calcar
vooréemens is over eenigen tijd meer uitvoerige
uwdpdeelingeu omtreut het opvoedingshuis te
dafcn.
De fiuantieele toesiaud van het opvoedingshuis
iife vau dien aard dat de gegronde hoop wordt
gekoesterd, dat wellicht reeds aanstaande jaar
een begin met de uitlotiug van eenige aan-
deelen kan worden gemaakt.
Volgens een staat van ontvangsten en uitgaven
bedroegen de kost- en leergelden der kweekelingeu
van 1 Jan. tot en met 30 Juni 1870 ƒ3688.60:
Gisteren is alhier aanbesleed het bouwen van de
christelijke school voor ou- en minvermogenden
in lie V leeresteeg. De minste inschrijver was de
heer L. Maas, Mr. timmerman alhier voor/' 13.895.-
Het ,1. D. v. N. verneemt, dat te Amsterdam
spoedig de buitengewone oefeningen der schut
terijen gestaakt zullen worden, daar de regeering,
nu het dreigend gevaar voor het oogenblik gewe
ken is, de burgers uiet langer in nering eu be
drijf wil storen.
Men beweert dat de commissie ter bevordering
van den aanleg en de exploitatie vau de spoor-
wegliju Harlingen—Heerenveen, geineend heeft
hare werkzaam lieden tijdelijk te moeten staken,
ten gevolge der ongunstige tijdsomstandigheden.
Tot d van de Provinciale Staten van Noord-
Brabant in het hoofdkiesdistrict Zevenbergen is
gekozen de heer H. M. Smits te Oosterhout.
Het adres aan den Koning van de meeting te
Goes tot stichting van een Vredebond, is van den
volgenden inhoud:
Aan den Koning,
nGeven niet verschuldigden eerbied te kennen
de ondergeteekenden, allen Nederlandsche inge
zetenen, dat de droevige gebeurtenissen der laatste
weken, de vernielende oorlog tusschen twee-vol
ken, welke in strijd met hunne waaruchtigc
belangen tegen elkander ten strijde zijn getogen,
hunne diepgevoelde Overtuiging hebben bevestigd
van het gevaar, dat er in gelegen is, wanuee
aan éen mi kei persoon, hoe uitneineüd hij ook
moge wezen, liét vreeselijk recht wordt verleend
om oorlog te verklaren;
dat, ofschoon het vermoeden gewettigd schijnt,
dat niet licht eenig vorst uit het huis vaD Oranje-
Nassau het Nederlandsche volk, door aan eenig
ander volk den oorlog te verklaren, in hét Onge
luk zal storten, toch niet uit liet oog mag wordeu
verloren, dat ook vorsten menschen zijn en dat
eene mogelijke dwaling, die zulke vreeselijke
gevolgen voor het gansche vaderland, ja voor de
gansclie maatschappij kau na zich slepen, uiet
wettige middelen moet worden verhoed
dat de ondergeteekenden eerbiedig bij Uwe
Majesteit aandringen om het voorbeeld van Uwer
Majesteits doorluchtigen vader volgende, de alge
meen gevestigde volksovertuiging te gemoet te
komen, door liet voorstellen van eene grondwets
verandering, waarbij hel verklaren van oorlog
zoowel als het sluiten van vrede, wordt opge
dragen aan de wetgevende macht, zoodat voor
taan slechts bij gemeen overleg van den vorst
met de Vertegenwoordiging van bet volk tot zulke
in het volksbestaan ingrijpende uiaatregeleu zal
kunnen worden overgegaan.
'tWelk doende enz.
Goes. September 1870."
In de YVoeusdag te Arnhem gehouden a|ge-
meene vergadering van de Maatschappij tot
van den Javaan bleef ondanks de aangewende pogin
gen, het primitief doel der Maatschappij behou
den, d. i. handhaving en toepassing dér beginselen
vau rechtvaardigheid en liefde tot den naaste, die
de betrekking tusschen Nederland en Java moeten
kenmerken.
Tot leden van het hoofdbestuur werden beuoemd
de heeren Bosch, prof. Veth, Joosten, Van Gor-
cuin, Moens, Van Bemmeleu en Bredius. Dit be
stuur zal tot 1 December in functie blijven.
De nieuwe Dijdrageh', aflevering Augustus, geeft
op dat er vacant zijn30 openbare scholèn voor
gewoon lager-, 8 openb. scholen voor gewoon-
en meer uitgebreid en 1 school voor meer
uitgebreid onderwijs, 1 bijzondere school voor
gewoon lager-, 1 gesubsidieerde bijzondere school
voor gewoon eiPmeer uitgebreid-, 1 gesubs. bijz.
school voor meer uitgebreid onderwijs. Hulpon
derwijzers-betrekkingen waren er 31 vacant.
De telegrafische gemeenschap met Zwitserland
over Frankrijk is afgebroken. Over Duitschland
blijft dat land bereikbaar.
De Rijksteiegraafpost te Numansdorp is, zoo
lang de openstelling daarvan ten behoeve der
militaire autoriteit wordt gevorderd, voor het alge
meen telegrafisch verkeer geopend.
ISTOKISCHE EPISODE UIT DEN DUITSCUEN BEVRIJ
DINGSOORLOG 1812—1814.
NAAR HET HOOGDUITSCH VAN
GOLO RAIMUND.
Vervolg.)
Jerome zweeg; dezen trots, die van haar rein
a't getuigde, maakte haar dubbel schoon. //Gij
u|t u met uw verblijf hier wel verzoenen,"
ide hij na een oogenblik nagedacht te hebben,
k zal alles doeu wat ik kan om den glim-
ch te doen terugkeeren, die gisteren nog op uw
Jaat zichtbaar was." Hij liet haar gaan, gena-
S en vriendelijk, maar zij keerde bezwaard te
il Hoe onervaren en onbekend zij ook was met
verdorvenheid die aan het hof van Jeróme
wschte, zoo gevoelde zij toch, dat deze konink
je genade haar meer ontnam dan schonk. Hoe
rlangde zij naar het hart van baren man, dat
toevluchtsoord tegen nood en verlatenheid, tegen
verzoeking en zonde. Jutusschen kwamen de tijds
omstandigheden haar te hulp. JerÖine had met fijne
tact der bedroefde eenige dagen rust gegund, en
juist gedurende dien tijd, had de hertog van Bruns-
wijk een inval in Saksen gedaan. Het gewicht
van deze gebeurtenis drong zelfs door tot in het
lichtzinnige hart van Jeröme, en drong zelfs de
gedachten aan zijne liefdesavonturen op den ach
tergrond, en terwijl hij zich aan de spits van zijn
leger stelde, had zijne schoone gevangene den
tijd, een besluit te nemen eu teu uitvoer te bren
gen. De koning bad geene bepaalde bevelen ten
opzichte van haar achtergelaten, en hij was ter
uauwernood met zijn staf vertrokken, of zij nam
zonder verder dralen de vlucht. Men had geen
bezwaar gemaakt, om haar een pas uit te reiken,
daar het gerucht haar reeds als het voorwerp
der teedere genegenheid des konings had aan
gewezen; met vroolijken uioed begon zij dus
hare reis.
Maar toen zjj haar huis verliet, bleef zij dra
lend op den drempel staau, hier was zij bemiud
geweest, hier had zij vrede én geluk gevonden
zou zij dat terugvinden in hem, aan wien haar
hart met duizende banden verbonden was?
Mevrouw Von Meringen, de stiefzuster van
Melbach's vader, woonde in eene Zuid-Duitsche
residentiestad, en maakte daar een groot en schit
terend huis. In hare jeugd was zij zeer schoon
geweest eu thans altijd nog eeoe bekoorlijke, sta
tige vrouw, niettegenstaande zij veertig jaren telde;
zij bezat die levendigheid en gratie, die de jeugd
aantrekken, en daarbij die voorkomenheid jegens
iedereen, die tot gewoonte geworden is, en zoo
dikw erf verkeerde'-jk voor werkelijke beminnens
waardigheid wordt gehouden.
Zij was eene zeer geestrijke vrouw, eene vol-
komeue dame der groote wereld, eii haar salon de
verzamelplaats der elegante wereld, der mannen
der kunst en van de wetenschappen. Al gold zij
ook voor een weinig lichtzinnig, zoo wist zij echter
hare fouten onder een zoo beminnelijk kleed te
verbergen, dat men ze haar dikwijls en gaarne
vergaf en de vluchtigheid harer neigingen des
te eerder verontschuldigde, bij de herinnering,
hoe weinig steun en bevrediging deze vrouw bij
haar echtgenoot vond want mevrouw Von Merin
gen was geene weduwe, hoewel men haar echt
genoot nimmer in hare gezelschappen zag, en er
slechts zelden van hem werd gesproken, behalve
bij geleerde verhandelingen of strijdvragen. De
geheimraad Von Meringen, veel ouder dan zijne
vrouw, scheen eenige maanden na zijn huwelijk
geheel vergeten te hebben, dat hij eene jonge en
schoone vrouw bezat, en dat er buiten zijne boe
kenwereld nog eene andere bestond vol vrolijk
heid en levensgenot. De geheimraad keerde na
de wittebroodsweken, naar zijne studeerkamer
terug, tamelijk ontnuchterd omtrent het geluk
der liefde, dat de dichters bezingen, en hartelijk
blijde, dat zijne vrouw, die geen lust betoonde,
om zijDe eenzaamheid te deelen, ten minste zijne
bescherming en zijo gezelschap in dc gezelschap
pen der groote wereld niet verlangde. De eigen
aardige stelling, die zij toen door hare jeugd
innam, maakte het noodig dat zij zich aan iemand
aansloot, en het ontbrak de jonge en schoone
vrouw niet aan beschermers en vrienden onder
de heeren, zoodra zij lust betoonde, den raad of
de hulp van een hunner in te roepen. Maar déze
vriendschap ging niet zelden in een warmer ge
voel over, dat, al bleef het ook binnen de gren
zen der plicht, toch allen schijn van koketterie
en lichtzinnigheid had, die te meer in het oog
viel, naarmate mevrouw V. Meringen ouder werd,
en hare gunstelingen gestadig verwisselde. Zij
zorgde getrouw voor de behoeften naar het lichaam
van haren man en voor zijn gémak, zij liét het
nimmer aan de bewijzen der uiterlijke hoogach
ting ontbreken eu deze oplettendheden en hare
groote goedhartigheid maakte haar tot het bedor-