hebben, een zeer grooten afstand. Frankrijk is ijdens zijn oorlogsverklaring aan Prnisen en Duitschland zonder Engelsche of andere tusschen- iomst te werk gegaan, en Duitschland zal natuur- ijk iedere interventie van vreemde mogendheden ran de hand wijzen, waar deze zelfs geen poging langewend hebben om het Fransche kabinet de ingegrondheid van zijn oorlogsverklaring onder iet oog te brengen. De vredesonderhandelingen lullen Frankrijk alleen door de Duitsche uiogend- ïeden voorgeschreven worden. Daarmede kan de 1ndépendance Beige zich thans vertrouwd maken Hare weeklachten ten gunste van de iutegri- eit van Frankrijk worden hier niet gehoord n trekken hier ook niet de aandacht. Dat Duitsch- nd in de gunstige stelling is om dit te kunnen doen, ttfl het naast de groole dapperheid van zijn volk, Heen aan Rusland te danken, dat in onzen strijd met rankrijk eene welwillende en nuttige houding heeft ogenomen. De Czaar billijkte met welwillendheid en -orlicht onzen toestand. Door zijn optreden werd Dene- orktn tot eene verstandige politiek tegenover Duitsch- oi gebracht en Oostenrijk verhinderd de velleitei- i van den graaf Von Beust onverantwoordelijk te olgen. De geschiedenis zal ons wellicht in een niet te tr verschiet de meest volkomen opheldering verschaffen, 'at hel niet de verdiensten van den heer Rijkskanselier oren, die den Noord-Duilschen Bond en Zuid-Duilsch- tnd eene vriendschappelijke houding tegenover Oosten- ijk deden aannemen. Zijne uil nooddrang aangenomen nzijdigheid, moet ook op de houding van Italië, dat oor minder kwaden wil beheerschl werd, invloed uit roeiend hebben en aan de regeering te Florenee hebben trhinderd, van hare onzijdigheid af te wijken. Enge- and heeft in den oorlog zijn handelsbelangen voorop ezel. Met geen onzijdige mogendheid behalve Ru- and hebben wij, wanneer hel op vredesonderhandelin- en aankomt, iets te maken. Overigens moet Pruisen zich natuurlijk verstaan et zijn Duitsche bondgenooten en wapenbroe- ers, om hun belangen te waarborgen en hen te eveiligen tegen de ijdelheid, en grondgebiedroof- ucht van de Franschen. Tegenover deze eigenschappen van den Fran chen nationalen geest, moet Duitschland een de- ensieve stelling bezitten, die tevens den vrede n de rust van Europa ten goede komt en daar voor in geen geval gevaarlijk is. Pruisen kan dus geen vrede aannemen die voor de zuidwestelijke grenzen geen strategische waarborgen oplevert. ~it is de algemeene eisch in geheel Duitschland. et Rusland kunnen de Duitsche regeeringen ver de vredesvoorwaarden op vriendschappelijke ■vijze in overleg treden. Wij gelooven tevens, at men van Duitsche zijde bij de onderhande- iugeu, ook op de Russische belangen zal letten n die in bescherming kunnen genomen worden, Ddieu Rusland dit verlangt. Een congres echter, waarop de mogendheden ouden vertegenwoordigd zijn, moet, daarvan zijn vij overtuigd, bij de weinig vriendelijke, bij de angunstige houding van de tot dusver door den ood gedrongen onzijdig gebleven mogendheden, in bet belang van Duitschland formeel van de hand worden gewezen. Men heeft voor ons niet den vrede behouden, men heeft ons in den oorlog niet bijgestaan, men kan dus niet op het recht aanspraak maken den vrede te helpen bevestigen." Hierop laat de Köln. Zeitung haar eigen oordeel over de vredesvoorwaarden volgen. Zij verwerpt ten stelligste eene bloote geldelijke schadevergoe ding. //Wij zullen nemen, hetgeen Duitsch is geweest eu tot hiertoe ten minste overwegend Duitsch is gebleven." Daarom kan de A'. Z. zich het best vereenigen niet het adres vau den eersten burgemeester van Berlijn, waarin alleen van den Elzas wordt gewag gemaakt en niet met de overige adressen waarin van den Elzas en Lotharingen gesproken wordt. Hierin vindt het blad aanleiding om te betoo- geu, dat Lotharingen, sedert 1552 Fransch is en het niet de zucht van Duitschland moet zijn Fransch grondgebied te veroveren. ,/Veel zekerder is het bij nieuwe grensbepalingen zich naar de nationaliteit te regelen; zulke grenzen worden, al zal men in het begin ook bij de Duitsche bevolking op menige zwarigheid stuiten, van jaar tot jaar, steeds zekerder, hechter en onomstoote- lijker en hebben van den beginne af het groote voordeel dat zij den overwonnene den prikkel tot willekeur ontnemen." Het artikel besluit met 4e volgende regelen uit het volkslied, des Deut- schen Vaterland: Also, so weit die Deutsche Zunge klingt Und Gott im Himmel Lieder singt, Das soil es sein, Das, wackrer Deutscher nenne dein België. Men schrijft ons uit Brussel; De regeering houdt zich ijverig bezig met de reorganisatie der burgerwacht. Tot hiertoe be stond zij reeds op het papier, ze zal weldra in twee bans verdeeld, gewapend en tot krijgsoefe ningen verplicht worden. De eerste ban, bestaande uit de jongelingen van 20 tot 35 jaren zou tot werkelijken dienst zijn verplicht; de tweede, uit mannen boven dien ouderdom bestaande, zou eenige malen in 't jaar moeten exerceeren. Ziedaar, zoo verzekert men, den geest van het wetsontwerp waarvan de bestaande voordracht door den minister van binnenlandsche zaken is aangekondigd. HET TOONEEL VAN DEN OORLOG. De overgave van L&on. De Indépendance Beige geeft het volgende op, aangaande hetgeen vóór en na de overgave van Léton geschied is. z/Het volgende verhaal is ons door een oogge tuige medegedeeld Het legerkorps van den generaal Vinoy dat zich ouder de muren van Laon samengetrokken had, verliet die plaats Dinsdag-morgen, om 6 uren. Denzelfden avond omstreeks 6 uren vertoon den zich 30 uhlanen voor de poorten der stad, die onmiddellijk gesloten werden. De mobiele garde die in de citadel waren, schoten op hen. Drie uhlanen werden gekwetst en gevangen ge nomen, de overige namen de vlucht. Een der kogels trof, door een ongelukkig toeval, het been van een der inwoners van Vau*. Den volgenden dag, Woensdag, tegen 6 uren des avonds, vertoonden zich weder drie uhlanen, ditmaal echter als parlementairs. Twee hunner bleven onder aan den berg, de derde werd ge blinddoekt naar het stadhuis en de citadel ge bracht. De militaire en burgerlijke autoriteiten weigerden in onderhandeling te treden, daar de Pruisische parlementair den militairen rang daar toe miste. Donderdag bespeurde men van de wallen der stad eu in de richting van het dorpje Eppeseen gros van 5 a 600 Pruisen, aan beide zijden vau den weg gelegerd. Ongeveer te 6 uren, verschenen 4 hunner, waar onder een luitenant-kolonel voor de stad. Deze werd geblinddoekt naar de citadel gebracht, waar zich de generaal Therémin d'Hame bevond, korn- mandant van het departement, benevens de pre fect. De generaal weigerde om zich over te geven. Vandaar werd de parlementair naar het stad huis gebracht, waar hij door den heer Vinchon, maire der stad werd ontvangen. Men dient hierbij op te merken, dat de stad Lkou aangemerkt is een open stad te zijn. Er was hier dus niet aan het bieden van weerstand te denken. Men was het spoedig eens en weldra verliet de Pruisische officier de stad. „De generaal bleef bij zijne weigering om zich over te geven volharden, totdat men een telegram van den minister van oorlog ontving in den nacht van Donderdag op Vrijdag ongeveer twee uren. De inhoud was dat, de citadel niet in staat van verde diging zijnde, zich over moest geven. Ten gevolge dezer dépêche werden Vrijdag morgen 9 September, tegen S uren twee officiereu van de mobiele garde, naar men zegt, de heeren De Chézelles en De Berthoud, naar het Pruisische kamp gezonden als overbrengers van het besluit der overgave van de stad en de citadel. Tegen 12 uren rukte een korps Pruisische infanterie, ongeveer 1000 man, voorafgegaan en gevolgd door cavallerie en eenige hoofdofficieren de stad met muziek binnen. Een gedeelte begaf zich naar de citadel, door de garde mobiele bezet.) Zij legden hunne wapenen neder eu werden krijgsgevangen verklaard. Op het oogenblik dat de garde mobiele begon te defileeren, deed zich eene vreeselijke uitbar sting hooren. Men zegt dat tal van militairen en burgers die in de nabijheid van de citadel eD de straten waren in meerdere of mindere mate oekwetst zijn. Daken en vensters der huizen zijn verbrijzeld zelfs te Vaux. Tegen 3 uren kwam een nieuw vijandelijk legerkorps van ongeveer 20,000 man ouder de muren der stad, bestaande uit: cavalerie, huza ren, dragonders enz. Een gedeelte bezet de stad, de rest is in de omstreken gecampeerd op den weg naar Reims. TRI .KOHAMVlliN. Parjjs, 12 September. Particulier telegram). De bewering van den Gaulois omtrent eene bemid deling der Mogendheden is onjuist. De toestand is aldus: Oostenrijk, Italië, Engeland en Rusland zijn het eens geworden omtrent het beginsel der bemiddeling. Lord Lyons is officieus de interme diair tusschen de onzijdige Mogendheden en Frank rijk; de Russische gezaut is zijnerzijds belast ge worden met de taak, om per telegraaf voorloopig een wapenschorsing van Pruisen te vragen. Tot dusver is hierop nog geen antwoord ontvangen; maar men acht het niet onmogelijk, dat een gun stig antwoord zal volgen. Door den tragen marsch der Pruisen naar Parijs schijnen deze aan de onzijdige Mogendheden eene gelegenheid te wil len geven, om tusschen beiden te komen. Intus- schen is koning Wilhelm voor het oprukken naar Parijs en voor eene inlijving van den geheelen Elzas en van een gedeelte van Lotharingen. Daar entegen is de heer v. Bismarck ten eenemale tegen eene inlijving. Het denkbeeld, om den Spaanschen gezant te belasten met de taak van bemiddelaar tusschen Frankrijk eu de onzijdige Mogendheden, heeft men laten varen, Parjjs, 12 September. Gisteren hebben de Prui- set, Soisous gesommeerd om zich over te geven, mtar de kouiuiandant heeft geantwoord, dat hij zich liever in de lucht liet springen. De ingeze teren hebben dit antwoord goedgekeurd. Vier uhlanen werden gisteren in de. omstreken van Soaons gezien en met geweerschoten ontvangen. Sédan, 12 September. Particulier telegram). Het aantal der Fransche gevangenen vermeerdert steeds. Het beu raagt reeds meer dan 122,000. De vernielde spoorwegen zijn hersteld, waardoor eene geregelde ontruiming mogelijk is. De Fran sche en Duitsche gewonden zullen tijdens de evacuatie naar België verzonden worden. De Duitscbers geven er in het algemeen de voorkeur aan naar Duitschland te worden opgezonden. Parijs, 12 Sept. (Part. tel.) De bewering van sommige bladen, dat Prim een vertrouwelijken brief aan Olozaga heeft geschreven, ten einde een leger van 50,000 Spanjaarden ter beschikking van Frankrijk te stellen, is uit de lucht gegrepen. Londen, 12 September. Op voorstel van den heer Bancroft, den Amerikaanscheu gezant te Berlijn, heeft de ministerraad te Washington ver leden Vrijdag de quaestie van een bemiddeling tusschen de oorlogvoerende mogendheden in over weging genomen, en den heer Bancroft opge dragen te verklaren, dat de regeering der Ver- eenigde Staten bereid zou zijn, om op het verlangen van de oorlogvoerende mogendheden hare goede diensten voor het tot stand komen van den vrede aan te bieden, doch niet in gemeenschap met an dere mogendhedau, ten einde eiken schijn van inmenging in de Europeesche aangelegenheden te vermijden. Petersburg, 13 September. Over de zending van Thiers sprekend zégt het Journal de St.-Petersb. „Het is te hopen, dat hij, na afloop zijner zen ding, in Frankrijk de overtuiging ingang zal doen vinden, die eene gelukkige oplossing moge lijk maakt. Hiertoe wordt vereischt, dat Thiers zelf menige neiging en overtuiging opoffert. Dit zou voor Frankrijk een voorbeeld van gewicht zijn, waar de invloed van Thiers, zooals deze zending bewijst, grooter dan ooit is." Berlijn, 13 September. Officieel wordt uit Reims gemeld: „Volgens zooeven ontvangen bericht heeft zich Laon den 9den aan de zesde cavalleriedivisie overgegeven. „Nadat de kapitulatie gesloten was, bezette de 4de kompagnie van het jagerbataljon n°. 4 de citadel. „Toen de laatste man der mobiele garde de citadel verlaten had, liet de vijand, in strijd met de overeenkomst, een kruitmagazijn in de lucht vliegen. „In de citadel en in de stad werd eene vree selijke verwoesting aangericht. Hertog Wilhelm van Mecklenburg heeft eene kneuzing bekomen. 95 Jagers Jer kompagnie eu meer dan 300 man der mobiele garde zijn gedood of gewond." Promotiën. Groningen, 12 Sept. Aan onze hoogeschoot werd heden bevorderd tot doctor in de wis- en natuur kunde de heer H. J. Van Aukum,,geb. te Gro ningen, leeraar aan de hoogeie burgerschool te Rotterdam en wel na verdediging van zijn aca demisch proefschrift: Inlandsche sociale wespen." STATEN-GENËRAAL. EERSTE KAMER. Avondzitting van Maanda'g 12 September. In deze te half aebt geopende vergadering herin nerde de voorzitter dat op 19 Juli jl., op voorstel van den heer Van Nispen van Pannerden besloten was, de beraadslagingen over het wetsontwerp tot af schaffing van de doodstraf, uit te stellen tot een nader door den voorzitter te bepalen dag. Uit dien hoofde stelt hij voor de beraadslagingen over dat wetsont werp, nog voor de sluiting van het zittingjaar af te doen en die dus te bepalen op morgen te éen uren. De heer Messchert van Vollenhoven gelooft, met het oog op het votuni der Kamer van 19 Juli jl. dat de tijd nog niet gekomen is om het wetsontwerp te behandelen en op dien grond stelt hij voor de beraad slagingen daarover uit te stellen tot na herstel van den vrede. Dat voorstel geeft tot eenige discussion aanleiding waaraan deelnamen de heereu Duijmaer van Twist, Hein, Van Beeck Vollenhoveu, Cremers én Viruly, die zich om verschillende redenen daartegen verklaar den. Hiervan zij vermeld een van de argumenten van den heer Hein, dat nu het Roode Kruis in het bui tenland op zoo waardige wijs, de zaak der menscbheid dient, en Nederland in dat opzicht met eer wordt genoemd, het ook de plicht der Kamer is, de eer der menschheid op andere wijze op te houden en tot de afdoening van het ontwerp over te gaan. In omvraag gebracht is het voorstel van den Voor zitter, om de beraadslagingen over het ontwerp tot afschaffing van de doodstraf te bepalen op heden te een uur, aangenomen met 28 tegen 6 stemmen. Tegen de heeren: Sassen, Rahussen, Van Meeuwen, Micbiels van Kessenich, Hengst en Messchert van Vollenhoveu. Zitting van heden. (Geopend te halftwee.) [Vermits de plaats der verslaggevers voor de dagbladen nog ondoelmatiger is dan voor de ver andering in de zaal aangebracht, zijn zij buiten de mogelijkheid een behoorlijk en eenigzins samen hangend verslag te geven. Een gedeelte der spre kers is nog minder hoorbaar dan vroeger. Een ander gedeelte is niet eens zichtbaar. De verslag gevers zijn meer nog dan vroeger omgeven door de bezoekers der publieke tribunein éen woord, de plaats in de hoogte, die zij nu innemen, maakt zelfs een behoorlijk résumé onmogelijk.J De heer Schimmclpenninck v. d.—Gije-bestrijdt, naar 't schijnt, en zeer breedvoerig het voorstel tot afschaffing der doodstraf, hetgeen meer bepaald blijkt uit bet gezegde van den heer v. Rhemen, die, de voordracht zeer afkeurende, zegt tot dezelfde conclusie als van den vorigen spreker te komen. Beiden be riepen zich, voor zoover men kon nagaan, op de bekende gronden van onzijdigheid en gevaar voor de maatschappij, het afschrikwekkend vermogen, der doodstraf, enz. (Per telegraaf.) De heeren Van Rhemen, Micbiels van Kessenich en Messchert van Volleuhoven spre ken tegen de afsohaffing. De heer Eijsinga daar voor. Morgen vootzetting. 3Aaj'Jktberich.ten. Amsterdam, 12 September. Rogge, lager ver kocht; Galatz 192, Udessa 192, Petersburg 180, dito 183 c. z/k. Levering, stemming lager; Octo ber 186, 1S5, 1S4, 183. Boekweit vast. Raapolie, vliegend 43ü; Oct. 43tS; Nov. Dec. 4314; voor jaar 12'kLijnolie vliegend 33^; najaar 33 voor jaar 33ü. Koolzaad April S0. LAATSTE BKB1CHTEN. 's-Gravenhage, 13 September. Bij koninklijk besluit van 11 dezer n°. 14, is de heer P. Bou- wens, thans ontvanger der directe belastingen eu accijnsen te Willemstad c. a., benoemd tot ont vanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Middelharnis c. a. Bij koninklijk besluit van 11 dezer n°. 15, zijn benoemd tot directeur van het postkantoor- te Leerdam, de heer H. W. De Ridder, thans in die betrekking te Veenendaal; te Veeneudaal, de heer Jhr. E. T. E. Baron van Asbeck, thans te Leerdam. Z. K. H. de Prins van OraDje is hedenmor gen per Rijnspoor van 7.40 uit de residentie naar Utrecht vertrokken. Advocaat-Generaal Smits heeft heden in de zitting van den Hoogen Raad (kamer van straf zaken) conclusie genomen in de zaak van A. Willeins, huisvrouw van G. Bruinsma en eenige andere vrouwen, die, zoo als wij de vorige week mededeelden, door het kantongerecht te Bolsward tot geldboeten zijn veroordeeld wegens overtre ding van het plaatselijk politie-reglement der gemeente Wouseradeel. De conclusie strekt tot verwerping van de beroepeD in cassatie. De Hooge Raad zal den 4den October uitspraak doen. Ten tweede male werd heden voor den Hoogen Raad behandeld eene zaak van den heer Jhr. Mr. D. J. C. Van Leunep, thans ten opzichte van een arrest van het Hof in Utrecht, waarbij hij tot een geldboete is veroordeeld ter zake van het niet voldoen aan een beslissing van den minister van binnenlandsche zaken, waarbij de plaatsing en het in gebruik stellen van telegraaf toestellen op de stations de Bilt en Putten werd gelast. Het vorige beroep in cassatie was gericht tegen een arrest van het Hof in Noord-Holland, dat door den Hoogen Raad werd vernietigd en die de zaak naar het Hof van Utrecht verwees. Tegen dit laatste arrest werd eveneens cassatie aangeteekend. Ook nu werden door den heer Kap- peyne van de Copello, door het voorstellen en toelichten van twee middelen van cassatie, de gronden ontwikkeld, waarop deze voorziening berust. Het openbaar ministerie zal den 19dun dezer conclusie Demen. Uit 's.Hage schrijft uien aan het U. D. „Wij verwachten veel schoons van de restau ratie der Eerste Kamer. Het doet ons leed het te moeten zeggen, maar de groote sommen, die, naar men ons mededeelt, voor de verfraaiing van de zaal zijn besteed, men zegt f 10,000, zijn niet wél besteed. t Is waar: de Kamer is vergroot, dat wil zeggende plaats voor de 39 leden. Maar waar toef Er was ruimte genoeg in de zaal voor uog 39 degelijke mannen. Evenwel, de ruimte is er na eenmaal. Dat het publiek echter daarvoor naar boven is geschoven, dat is 't, wat we betreuren. Men heeft nu op zichzelf beschouwd, met zeer veel smaak eD zeer keurig in denzelfden stijl van het overige schilderwerk, twee hooge tribaues in de zaal aaugebracht, om niet te spreken van de nieuwe muurschildering, het opmaken vau het plafond, de vernieuwde gasornameuteu en, vooral. de ijzeren traliewerken voor de prach tige schilderijen: Vrede en OorlogI „Wat ons 't minst van alles bevalt, is de plaats, die men den heeren van de dagbladpers heeft aangewezen. Wij begrijpen Diet recht, hoe men op 't idéé gekomen is, hun een zoo ougelukkige plaats dat is 't woord, te gevente midden van 't publiek, bekrompen, laag, op eene plaats, waar men sommige sprekers niet zien en vele niet hooren kan. Ons dunkt, het zal ook wel ver anderen; de huishoudelijke commissie zal, hopen wij, begrijpen, dat de mannen van de pers een betere plaats waardig zijn „Met genoegen hebben wij ontwaard, dat Mr. J. A. Philipse gisterenavond weder voor 't eerst sedert geruimen tijd, de Eerste Kamer heeft ge presideerd." Comité van het ROODE KRUIS te Leiden en omstreken. Heden weder in dank ontvangen: Van de leerlingen der openb. school teSassen- heim (hoofdonderwijzer de Heer J. E. Koning) f 13.9U. Met de opgave van gisteren ad f 5048.23 te zamen ƒ5062.16. Namens het Bestuur: Leiden, J. A. F. Coebebgh, 13 Sept. 1870. Penningmeester

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3