Leiden, tot lsten luitenant J. J. Krantz, thana 2de
luitenant; tot 2den luitenant effectief J. P. H- Van
Wensen en J. Leur Jr. beiden thana 2de luitenant
a la suite; bij die te Hellevoetsluis, tot 2den luite
nant C. Van den Ban.
Z. M. heeft C. Schafer benoemd tot kapitein-kom-
mandant van het korps Koninklijke scherpschutters
van de Veluwe en hem tevens vergund in die betrek
king de uniform te dragen van zijnen rang bij het
leger in Oost-Indië.
Texel, 9 September. Gisteren werd alhier van
wege de afdeeling Texel der Holl. Maatschappij
van Landbouw, de tweede jaarlijksche tentoon
stelling van vee gehouden, die getuigde van groote
vooruitgang. Er waren 180 stuks vee aanwe
zig die op iedere tentoonstelling een goed figuur
zouden gemaakt hebben. De burgemeerster reikte
de prijzen uit. Ringrijden en muziekuitvoeringen
besloten het feest.
's-Hage, 10 September. De Minister vau Oorlog,
ontwaard hebbende dat eenige miliciens, wier
diensttijd voor 1 Juni dezes jaars was geëindigd,
nagelaten hebben zich overeenkomstig art. 6 der
wet van 4 April (Slbl. n°. 17) voor de schutterij
te doen inschrijven, uithoofde zij hun paspoort
nog niet ontvangen hadden, heeft goedgevonden
te bepalen: dat jaarlijks op 15 April de paspoor
ten bestemd voor de miliciens-verlofgangers die
voor 1 Juni van elk jaar recht op ontslag hebben,
ingevuld onder den datum der diensteindiging
gezonden moeten worden aan heeren Commis
sarissen des Konings, door wier zorg die pas
poorten aan de Burgemeesters worden overge
maakt om aan de miliciens, die zich met verlof
in de gemeenten bevinden te worden uitgereikt
op den dag waarop hun diensttijd expireert;
zijnde tevens de heeren Commiss. des Koningin
de provinciën uitgenoodigd den minister op den
20"™ April van elk jaar rapport te doen, bij al-
dien op dien dag de bovenbedoelde paspoorten
van eenig korps, gedeeltelijk uit militie samen
gesteld nog niet bij hen mochten zijn ontvangen.
's-Gravenhage, 10 September. H. M. heeft gis
teren een langdurig bezoek gebracht aan het cen-
traal-magazijn van het Nederlandsch hoofd-comité
voor het Roode Kruis in de Ridderzaal alhier ge
vestigd.
Alphen a/d. Rijn, 8 September. De uitslag der
verkiezing voor een lid van den raad dezer ge
meente is geweest dat eene herstemming moet
plaats hebben tusschen de heeren G. C. Schouten
en A. Streng.
Gorkum, 9 September. In de laatste gemeente-
raads-zitting alhier is mededeeling gedaan van een
ontvangen missive van den Minister van Biunenl.
Zaken, houdende mededeeling dat op de staats-
begrooting voor 1871 de subsidie van 7000 ten
behoeve der hoogere burgerschool alhier uitge
trokken en uitbetaald zal worden, te rekenen
van het tijdstip der opening dier inrichting.
Utrecht, 10 September. Op het oogenblik be
vinden zich in het groot Rijkshospitaal niet minder
dan 400 zieke soldaten, voor het meerendeel van
de forten afkomstig.
Gisteren herdachten de heeren J. P. Kipp en
F. P. Van den Bergh den dag, waarop zij voor
25 jaren als regenten van het Oud-Roomsch-Kath.
armbestuur optraden. Ze ontvingen vele bewijzen
van belangstelling; armen en weezen dier klerezy
hebben dan ook groote verplichtingen aan hen.
Amersfoort, 9 September. Een aantal zieke
militairen uit de militaire infirmerie te Harder
wijk, worden voor zooveel vervoerbaar, naar de in
gereedheid gebrachte ambulance in de legerplaats
te Milligen overgebracht.
Nijmegen, 9 September. De heer H. H. Feijt
alhier, heeft zich tot Z. M. den Koning gewend
om vergunning tot het houden eener verloting
van voorwerpen, door hem en andere daartoe
bijeentebrengen, waarvan de opbrengst zal strek
ken ten behoeve van het Roode Kruis.
Zwolle, 9 September. Van goeder hand verneemt
men hier, dat evenals er tusschen den Centraal-
Spoorweg en het Noordernet van den Staats
spoorweg aansluiting bestaat, dezer dagen ook
de aansluiting tusschen eerstgenoemde en het Zui-
dernet der laatste tot stand zal komen. Te Utrecht
zouden te dier zake de directiën der beide maat
schappijen morgen eene vergadering houden.
Schouwen en Duiveland, 9 September. De oogst-
berichten zijn hier over 't algemeen niet gunstig.
Bij goede qualiteit der tarwe laat de quantiteit
veel te wenschen over. Onder de vroege aardap
pelen heerscht veel ziekte, terwijl het beschot
der late soorten ook tegen valt. De meekrap, het
hoofdproduct van 't eiland heeft zeer veel geleden
door de scherpe droogte.
Gemengde Berichten.
Te Utrecht heeft een getrouwde vrouw, moe
der van 8 kinderen sedert Maandag jl. hare
woning heimelijk verlaten. Te Vianen is een
arbeider van 23 jaren die achteruit loopende
het ongeluk had over een kruiwagen en in de
punt van zijn zeis te vallen, tengevolge van
het bloedverlies onder het leggen van het eer
ste verband overleden. Hij was de kostwinner
zijner bejaarde ouders. Voor Schiedam is
Maandag-middag het vaartuig van schipper Meyer
van Druten met straatklinkers geladen, aan de
witte ton op een paal geloopen en gezonken. De
opvarenden hebben zich met eigen boot gered. Men
weet niet of onbekendheid of verlegging van stroom,
of den harden wind de oorzaak was. De moeder
en moordenares van het bij Tilburg gevonden
kinderlijkje is 19 jaar oud en heeft haar misdaad
bekend. Te Arum, beroemd door het dames
proces, was een boer veroordeeld tot twee dagen
gevangenisstraf, wegens het zonder kennisgeving
afgraven van zijn grond; na zijn straf te Harlin-
gen ondergaan te hebben, werd hij door politie
agenten afgehaald om ze nogmaals te Bolsward
te ondergaan; met groote moeite gelukte het hem
toen hij te Bolsward onder dat geleide was aan
gekomen, verlof te krijgen om op eigen kosten
naar den officier van justitie te Sneek te seinen,
die hem natuurlijk in 't gelijk stelde. Een
snoeperig vierjarig meisje van een aanzienlijke
echtpaar te Zutfen viel dezer dagen in de keuken
in een bak met kokend water en is 12 uren
later aan de brandwonden overleden. Een
conducteur van den trein naar Salzbergen stootte
onder het rijden zijn hoofd zoodanig tegen een
paal, dat hij in zorgverwekkenden toestand ver
keert. Te Blokzijl is Zondag, den laatsten ker
misavond in een der koffiehuizen door het om
vallen van een petroleumlamp een hevigen brand
ontstaan, waardoor vele dansende paren met
levensgevaar het hazepad moesten kiezen. In
den slag van Rezouville had een Pruisisch gre
nadier zijn leven aan een gelukkig toeval te
danken. Een kogel trof zijn borst, maar stuitte
af op een lederen zakje, waarin zich vier zilve
ren tbalers bevonden, dat hij om den hals droeg.
De vier thalers zijn door de kracht van dat schot
alten in het midden ingedrukt, en de plat gewor
den kogel draagt duidelijk den stempel van den
voorsten thaler, waarop hij is afgestooten. Hoe
bedaard het Parijsche volk was, toen het in het
stadhuis binnendrong blijkt o. a. uit een schijn
baar nietig voorval. Een der redacteuren vau den
Rappel ging vermoeid zijnde op een tafel zitten.
Een arbeider zeide tot hemVoorzichtig burger,
gij zult den inktkoker omwerpen. Een aantal
vrouwen bevond zich in het stadhuis. Ook eene
menigte kinderen. Een jongetje van 8 jaren liep
in eene der zalen rond. Wat doet gij daar ben
gel, vroeg hem een nationale garde die op post
stond. Het knaapje keek hem schalks aan en
zeide: Ik vergezel mijn broertje.
BUITE NL AIV O.
Frankrijk.
Het Handelsblad behelst heden de volgende be
schouwing onder het opschrift. Een belangrijke
samenkomst, die wij te gewichtig achten om niet
onder het oog van onze lezers te brengen
Voor onze verbeelding heeft de samenkomst,
welke Napoleon III en graaf v. Bismarck in het
vroege morgenuur van 11. Vrijdag met elkander
hadden, iets bijzonder treffends. Wij deelden gis
teren aan het einde van de beschrijving van den
slag van Sedan beknopt mede, wat tusschen hen
beiden plaats had. De Keizer had, na een ver-
schrikkelijken nacht te Sedan te hebben doorge
bracht, vreezende voor zijn oproerige soldaten,
en wel bewust van de onvermijdelijkheid der
kapitulatie, te 6 uren de stad verlaten, om van
den overwinnaar betere conditiën, dan een over
gave op genade of ongenade, voor het Fransche
leger te verwerven. Graaf v. Bismarck wordt ge
wekt, en ontvangt blootshoofds den ongelukkigen
alleenheerscher van Frankrijk, die zoo diep ver
nederd was, dat zijn ergste vijanden een gevoel
van medelijden niet konden onderdrukken. Zij
pogen in het hutje van den wever een vrije kamer
te vinden, doch het vveefgestoelte nam al de plaats
in, en dus brengen de keizer en graaf Von Bis
marck ieder een matten stoel uit het huis, en
nemen in de open lucht plaats. Het was een ver
schrikkelijke najaarsmorgen. De ochtendwind
was frisch en opwekkend, en in het vreedzame
morgenuur was de gedachte aan al die bittere
ellende, welke op het nabijgelegen slagveld door
tallooze gewonden geleden werd, een verschrik
kelijker wanklank dan ooit.
Hier ving het belangrijke gesprek aan, dat
weldra waarschijnlijk in zijn geheel bekend zal
worden. De keizer verzocht vrede, dien de graaf
verklaarde niet de volmacht te hebben om toe
staan; de graaf verzocht de onmiddelijke onder-
teekening der kapitulatie, met welke de keizer
verklaarde niets te doen te hebben daar hij geen
kommando had.
Dit is alles wat tot nu toe van het gesprek
bekend is, doch het belang van den samenkomst
ligt niet in hetgeen gesproken werd, doch in de
samenkomst zelve.
Hier, op eenige passen van het verschrikkelijk
slagveld, waar de keizer volkomen overwonnen
was, ontmoetten de twee staatslieden elkander,
die gedurende tien jaren de eerste rol in de
Europeesche staatkunde gespeeld hebben, en die
geen poging onbeproefd hebben gelaten om elkan
der te misleiden en te overwinnen.
Wat al handige, diplomatische zetten deden
beide in het groote schaakspel, dat zij speelden,
met de heerschappij in Middel-Europa tot inzetl
Welke ingewikkelde bewegingen, welke listen,
welke eerzucht, welk talent om te intrigeeren,
en welke bereidvaardigheid, om, als de diplomatie
te kort mocht schieten, onmiddelijk het zwaard
te gebruiken!
Doch bij al die gelijkheid van beweging en
tactiek, welk verschil in het leidend beginsel!
Graaf Von Bismarck, Duitschlands groote staats
man, had éeo denkbeeld, de Duitsche éenheid,
en met dat groote doel voor oogen, deinsde hij
evenmin voor groote maatregelen en verschrik
kelijke opofferingen van menschenlevens terug,
als Duitschlands groote strategicus, Von Molkte,
dit doet, wanneer hij de overovering van een
heuvel noodig acht.
Von Bismarck toonde zich schijnbaar onverschil
lig voor de meening der meerderheid; hij was
onverdraagzaam jegens de liberalen, die de Duit
sche eenheid zochten langs wegen, die hem onprac-
tisch voorkwamenhij regeerde met ijzeren hand,
doch hij had een groot doel voor oogen, en hij
bereikte dat. Hij bleek de vertegenwoordiger te
zijn van de adspiratiën, de hoop en het verlangen
van het geheele Duitsche volk, hij gaf een lichaam
aau vage theoriën, hij maakte Duitschland tot
een groot geheel, tot een krachtig rijk en als Duit
sche vorsten of Pruisische liberalen hein tegen
werkten, dan verdreef hij ze eenvoudig uil
scherp afgebakende pad, dat hij zich hadl
gesteld te begaan. Op de krachtige breedtl
van een innig nationaal gevoel, van welbed
volksbelang en zuivere theoretische wil^
bouwde hij voor het machtige Duitsche vad.l
een waardig huis, een groot rijk, dat alle IiH
sprekende volkeren bevatten kon.
Naast hem zit de man, die gelijksoortige L
deed, doch wiens leidende gedachte moeitL
begrijpen was, die zeker niet de vertegeiU
diger was van een innig nationaal gevoel
zeker evenmin, de ware belangen van htkj
met geweldige geestkracht trachtte te bevorB
Zijn bestuur was diep demoraliseerend -G
doodeud als de schaduw der U pasboom vB
beste volkskrachten. Door materieele \v4
trachtte hij het volk te verblinden en het °B
te bepleisteren, dat op wankele grondslagenL
en los ineen was gevoegd.
Mei valsche glorie misleidde hij een edeleB
en nooit heeft een bedriegelijker dwaallic'B
ongelukkige in een dieper afgrond doen sB
Wat wilde Napoleon? Hetgeen Von Bi;B
wilde is gemakkelijk te begrijpen, doch wl
de leidende gedachte van Napoleon? Zijni
verheffing en die zijner dynastie? Zeker dil
den grooten invloed op zijne daden, doch h l
niettemin toch een zekeren leiddraad gehtf
ben te midden van den doolhof der Europik
staatkunde.
Laat ons zijn boek les Idéés NapolóonienntM
opslaan, om de reden te zoeken van de schijl
zoo tegenstrijdige daden van den keizer, val
dweepen met het beginsel der nationalitl
van zijn Italiaansche, Mexicaansche en üui
staatkunde.
Hij verklaart zich in de Idees Napoléonienn\
den kampioen, den beschermer, den hervl
van het verminderde Latijnsche ras, dat hl
het oog op de geweldige toename der mac|
het Germaansche ras in Duitschland, Engl
Amerika en Australië, wilde opbeuren ui
betrekkelijke verlaging.
Indien wij als hypothesis aannemen, datl
rehabilitatie van het Latijnsch ras werkelijl
leidende gedachte was, dan kunnen wijl
begrijpen en veel verklaren, doch o, hoe cl
tend is dan de tegenwerking, welke hij ij
zijner plannen ondervonden heeft van zijn i
dere in beleid, die daar op dien schoonen na|
morgen naast hem nederzit buiten de hij
wevers.
De keizer dacht en werkte met Cavoq
vocht met Garibaldi en Victor Emanuel ouil
tot een rijk te maken en daar het Latijns»
van de Alpen tot de Adriatische zee weder U
tig te maken.
Hij is aanvankelijk gelukkig, Solferino e|l
genta zien de nederlaag der Oostenrijkers!
als hij zijn werk wil voltooien en op Vil
aantrekt, wapent Pruisen zich, en zijn geul
houding dwingt den keizer in groote haas
vrede bij Villa-Franca te sluiten.
De keizer slaat de oogen naar het ooslc
tracht daar overblijfselen van het Latijnsch
te hervormen en tot een geheel te brengen
wendt al zijne pogingen aau om Moldai
Wallachije tot een onafhankelijk Rumen
maken en toen hij gereed was, plaatste Pri
een prins van het koninklijk huis, Karei
Hohenzollern, op den troon van het nieuwe
Hij wendt nu de oogen naar Spanje e
nieuwe wereld, en poogt gebruik te maken
den Amerikaanschen burgeroorlog, om het L
sche ras in het westen een nieuwe toekom
openen en in Mexico, aan het Germaanscb
Anglo-Saksisch beginsel een krachtig tegen
te scheppen.
Verschrikkelijk was het ontwaken uit
zoeten droom, vernederend de wijze waaro
gedrongen werd dit plan op te geven.
Onder de bestaande omstandigheden, waarbij
het jonge meisje een krachtige bescherming be
hoefde, wachtte het jonge paar den tijd der rouw
niet af en reeds na verloop van drie weken voerde
Albert zijne jonge vrouw naar Kassei. Het was
in November van het jaar 1808, en aan het hof
van Jeróme begon men die schitterende en weel
derige feesten te geven, die zijne omgeving als
het ware in bedwelming medevoerden. Dejong-
gehuwden namen er geen deel aan, de rouw
kleederen die zij om eene geliefde moeder droe
gen, gold zelfs bij die lichtzinnige menschen voor
eene voldoende reden om zich daarvan terug te
trekken, en Melbach was innerlijk verheugd, dat
hij zijne jonge vrouw nog eenigen tijd van dit
schouwtooneel der lichtzinnigheid kon terughou
den, dat zoozeer met zijne begrippen van eer,
fatsoen en zedelijkheid streed, maar niettegen
staande zijn geluk, niettegenstaande de liefde, die
als eene weldadige toovergodin de eene bloem
na de andere uit zijn hart lokte, was hij dikwijls
droefgeestig. De tijden en de verhoudingen, den
druk van zijn vaderland, bezwaarden hem zeer,
en stemden hem ernstig en bezorgd. Ook van zijne
jongere kameraden trok hij zich terug, en zij
zochten hem niet op hoewel zij hem hunne ach
ting niet ontzeggen konden. Daarentegen vond
hij een waren en trouwen vriend in den bevel
hebber van zijn regiment, den overste Von
Dörnberg.
Deze deelde zijne vurige wenschen en zijne hoop,
en de invloed die dezen held op den jongeren
man uitoefende zou zijn leven onverwacht eene
beslissende wending geven.
De lente van het jaar 1809 bracht tevens nieuwe
hoop en bedrijviger leven onder de patriotten, en
hier en daar maakten oproerige bewegingen
zich lucht, dreigende uitbarstingen der geweldig
onderdrukte hartstochten. De opstand door Katt
te Maagdeburg bewerkt, was ter nauwernood
gedempt, toen men te Kassei het bericht ontving,
dat een regiment cavalerie, dat in Wahlershausen
slechts éen uur van de residentie verwijderd lag, in
opstand was geraakt. Het regiment garde jagers,
waarbij Melbach stond, kreeg bevel de rust en
de orde onder de rebellen te herstellen, en voor
het eerst zag de jonge vrouw den geliefden man
met een bang gevoel scheiden.
En hij, hij was zoo ontroerd, dat hij ter nau
wernood acht gaf op hare tranen. Hij bedacht
niet dat de laatste oogenblikken die hij in zijn
huis doorbracht haar behoorden, hij sloot zich
met Dörnberg op, en schreef in haast nog een
brief. Eerst toen het oogenblik van scheiden daar
was, scheen hij harer te gedenken. Diep gevoelde
aandoening was op ziju gelaat zichtbaar toen hij
haar aan zijn hart drukte, hij hief haar schoon
hoofd in de hoogte, en zeide toen innig en geroerd
„God behoede u, mijne geliefde vrouw I"
„Albert! riep zij verschrikt uit, waarom beveelt
gij mij aan God, daar gij toch nog leeft? Gij hebt
mij gezegd dat het een strijd zonder eenig gevaar
was, dien gij tegemoet gingt en toch denkt gij,
dat het mogelijk kan zijn, dat ik alleen achter
bleef!"
Hij schudde het hoofd, „niet zoo, Elizabeth,"
zeide hij weemoedig gestemd. „Wij hebben God
overal noodig, en Hij kan mij immers in dien
kleinen strijd even goed tot zich roepen als in
een grooten. Bid gij voor mij, voor de goede, hei
lige zaak, voor allen die haar dienen. O, ik ge
loof aan uw gebed, evenals aan mijnen vasten
wil; het zal, het moet anders worden. Vaarwel,
mijne lieve vrouw! de dag zou ten einde kun
nen gaan zonder dat ik terugkwam en nog een,
en nog een een soldaat leidt een wèlbewo-
gen leven. Gedenk mij dan, bewaar mij uwe liefde,
die mijn troost is en mijn geluk; bewaak uw hart,
opdat geene onreine gedachten het heiligdom mij
ner liefde binnentrede, en bedenk, dat ik alles
zou kunnen verdragen, slavernij, verbanning en
dood, maar alleen het verlies uwer liefde niet."
Hij kuste haar herhaaldelijk en rukte zich toen
los, eer dat Elisabeth haar bang voorgevoel en
de angst haars harten lucht kon geven. Zij spo
zich naar het venster om hem na te zieD;
ijlde hij heen en haar roepen verloor zich il
koelen morgenwind die haar brandend hoofd
koelde. Maar bij de kromming der straat ke
hij zich nog eens om, hij bleef een oogei
staan, wenkte nog eens met de hand' es
toen voor hare verlangende blikken verdwe
Hij was weg, en ach voor hoe langl Hoe
wij Is herdacht zij later zijne laatste woordct
zijne liefde, altijd stond hij haar voor den
zooals zij hem het laatst gezien had, toet
licht der zon op zijne hooge gestalte viel en
gelaat als met een zachten glans verhelderd:
Wordt vervolj
In Frankrijk circuleert het volgend vierrf-
versje, dat eene scherpe vergelijking der
Napoleons behelst:
Des deux Napoléons les gloires sont égales,
Quoique ayant pris tous deux des chemins iné
Le premier ét l'Europe a pris ses capitales,
Le second au pays a pris ses capitaux,