if. - e S'lj Den heer Dumortier (interpellant.) Er loopen r«: op dit oogenblik geruchten door het land, die groote bezorgdheid baren. Men zegt dat vele onzer soldaten aan de grenzen door Pruisische soldaten "la zijn gedood. zelf|j Voorts zegt men, dat België zijn grondgebied rz>i heeft opengesteld voor Pruisische gewonden. Die geruchten zijn niet alleen in Belgie verspreid, maar het blijkt dat de Fransclie en alle Parijsche bladen die overnemen. Daar het uu van het grootste belang is, dat aan geheel Europa de overtuiging worde ge schonken, dat Belgie zijn onzijdigheid zoo stipt mogelijk handhaaft, richt ik tot den minister van Ibuitenlandsche zaken de vragen, of'die geruchten waarheid behelzen; indien zij gegrond zijn, welke maatregelen dan zijn genomen en als zij dit niet zijn, dat hij ons dit dan ten .stelligste verzekere. Ziehier toch wat ik in een dagblad van Parijs at, lees; „Hel Belgisch grondgebied is geschonden door Pruisische troepen. Vele Belgische cavaleristen zijn aan de grenzen door Pruisische verkenners gedood." Dit blad is de Gaulois. In andere bladen is dit bericht herhaald. De heer Orts. Ook in de Patrie. De heer Dumortier. Ik herhaal dat het voor België van het grootste gewicht is of deze feiten waar zijn. Ik verzoek dus ophelderingen of er werkelijk Belgische soldaten zijn gedood en over het toelaten van gekwetsten op ons grondgebied. De heer d'Anethan, minister van buitenland- iche zaken. Ik ben bereid te antwoorden op de interpellatie van den heer Dumortier. Het geacht lid vraagt of het waar is dat er op Belgisch grondgebied botsingen hebben plaats gehad tus- schen Pruisische en Belgische troepen, en of er werkelijk Belgische soldaten zouden zijn gedood. Mijne heeren. Ik moet dit ten eenemale ont kennen. Het Belgisch grondgebied is in geen en kel» opzicht geschonden; er hebben hoegenaamd geen vreemde troepen het Belgisch grondgebied betreden; er heeft geen botsing plaats gehad, en bij gevolg is geen enkele manschap gedood. Dc tweede quaestie die de heer Dumortier ge opperd heeft is, of Pruisische gekwetsten verlof hadden bekomen om zich over ons grongebied naar Aken te begeven. Daaromtrent kan ik het volgende mededeelen De heer gezant van den Noord-Duitschen Bond is mij komen vragen of de Belgische regeering er bezwaar in zag om Fransche of Pruisische gekwetsten over ons grondgebied te laten reizen, die zoo talrijk waren dat er eene opeenhooping was ontstaan, waardoor gevaar voor besmettelijke ziekten te duchteu was. Hij verzocht ons grond gebied te mogen bezigen om gekwetsten naar Aken te verzenden, waar hospitalen en genees kundigen aawezig waren. Ik antwoordde dat er geen bezwaren beston den om dit toe te staan, maar dat ik alvorens de toezegging te geven, de Fransche regeering wenschte te raadplegen om te vernemen of zij zich daarmede zou kunnen vereenigen. Ik verklaarde voorts, dat indien de andere oorlogvoerende partij er zich niet tegen verzette, ik volstrekt geen bezwaar zag om zijn verzoek in te willigen. Maar de Fransche regeering was van eene andere zienswijze. Zij liet ons verklaren, dat zij het toestaan van doortocht aan Pruisische ge kwetsten als een schending van ons grondgebied zou beschouwen. ■Tengevolge van deze stellige verklaring der Fransche regeering, was het mij onmogelijk aan mijn vroeger geuitte zienswijze gevolg te geven. Er zijn dus geen Pruisische gekwetsten over ons grondgebied vervoerd. Hierop werd het incident gesloten. VAN HST OORLOGSTOONEEL. Men vleit zich te Parijs nog altijd met de hoop dat het verlaten van het kamp van Chalons door Mac-Mahon, en zijn voortrukken naar Reims in verband staat met operatiën die de maarschalk in vereeniging met Bazaine zal ten uitvoer bren gen. Men koestert met klimmende lichtgeloovig' heid de verwachting dat of Mac-Mahon, op weg is om Bazaine ter hulp te snellen, om alsdan in vereeniging met hem een sterke stelling in te nemen die zich van Metz over Verdun en Thion- ville tot Montmédy uitstrekt en waardoor de legers van prins Frederik Karei en generaal v. Steimnetz tussen twee vuren zouden komen; of dat Bazaine volstrekt niet ingesloten is en juist de nieuwe bewegingen van Mac-Mahon in ver band staan met de operatiën die Bazaine op het oog heeft. Het is zeer goed te begrijpen dat men in Frank rijk zoo denkt. Daartoe werkt niet weinig mede de dubbelzinnige houding der regeering, die gis teren opuieuw door de afgevaardigden van de linkerzijde in het juiste daglicht is gesteld. De sieraden van de linkerzijde, Jules Favre, Picard eu Kératry hebben in taal, blakende van vader landsliefde, de regeering opnieuw doen gevoelen hoe sedert haar optreding, haar eenig streven was, de belangen van een dynastie, die Frankrijk in een poel van jammeren heeft gestort, te behartigen. De regeering moest de beschuldiging hooren op zettelijk de waarheid te verzwijgen om die be langen te dieuen. Kortom moge de bevolking zich in den strik laten vangen die ook dit ministerie haar spant, de afgevaardigden van de linkerzijde zullen steeds de zelfvoldoening mogen smaken haar in tijds gewaarschuwd te hebben. Wat er intusschen van de goede verwachtingen der Parijsche bevolking en van de optimistische verzekeringen der regeering zal worden, is een quaestie, die spoedig genoeg door den onverbid- delijken loop der gebeurtenissen zal blijken, maar van die illusiën blijft toch al zeer weinig over met de voorhauden oflicieele feiten van giste ren en heden die maar al te zeer aanduiden dat de kroonprins van Pruisen al meer en meer Parijs nadert met die verbazingwekkende snel heid en geheimzinnigheid, waarmede hij van den eersten dag af werkzaam was en de Fransche legers verrast heeft. En wat blijft er over vau de Fransche lucht- kasteelen bij de oflicieele tijding in de Slaats-An- zeiger dat het hoofdkwartier van koning Wilhelm van Pont-ii-Mousson naar Bar-le-Duc, altijd voor waarts, verlegd is, en dat korpsen van het e»rste en tweede legerkorps tegenover het leger van leger van Bazaine blijven staan, terwijl het an der gedeelte naar het leger van den kroonprins rukt, die vastbesloten is op Parijs aan te trekken. Dat dit aan geen twijfel onderhevig is blijkt uit de Fransche berichten, die melden dat de Pruisen hun verkenningen reeds tot het depar tement der Marne hebben uitgestrektja dat zelfs het noordelijk gedeelte van het arrondissement Vassy door de Pruisen bezet is. Uit een en ander blijkt zeker dit, dat de legers spoedig op elkander zullen stooten. Van dit treffen zal naar onze be scheiden meening zeer veel afhangen. Volgens de Figaro heeft er reeds een treffen plaatsgehad. Ge- teekend, door den secretaris der redactie, behelst dit blad, dat gisteren te Parijs is uitgekomen, de volgende mededeeling: Een persoon hedenavond te 8 uren te Parijs aangekomen, komende van Epernay, bericht ons dat men in deze stad ver nomen heeft dat de Pruisen heden zijn geslagen tusschen Verdun en Chalons. Pruisische troepen, ruiters en verkenners zijn in de grootste wanorde te Chalons aangekomen. Het gevecht zou een aanvang hebben genomen des morgens te drie uren en de tijding is te Cha lons en Epernay te drie 's namiddags aangekomen. Meu weet niet het aantal manschappen dat aan het gevecht heeft deelgenomen, Volgens ge ruchten op het platte land zou het gausche leger van prins Frederik Karei er aau hebben deelge nomen. Orde is gegeven om Epernay te ontruimen." Behalve dat de telegraaf noch van Fransche noch van Pruisische zijde tot op dit oogenblik hier omtrent niets naders gemeld heeft, moeten wij op eene groote onwaarschijnlijkheid van het bericht wijzen. Hoe komt toch nu het leger van prins Karei tusschen Verdun en Ch&lons verzeild, daar dit nog voor Metz staat, eu hoe is het mogelijk, dat als dit leger verslagen is, de Pruisische troepen volgens de oflicieele mededeeling van de Fransche regeering reeds te Chdlons ja zelfs reeds verder zijn. Voorts zal het den lezer niet ontgaan dat de mededeeling berust op een vertelsel van een per soon die te acht uren des avonds te Parijs is aan gekomen. Wij kunnen dus voorloopig aan dit bericht geen geloof hechten: De Zuid-Duitsche troepen zetten het beleg van Straatsburg onafgebroken voort, en volgens het heden ontvangen telegram met goed gevolg. Valt Straatsburg, dan zal wel spoedig de beurt aan Metz komen. De slotsom van ons betoog kan veilig zijn, dat het Duitsch leger al meer en meer grondgebied van Frankrijk bezet, terwijl het Fransch leger werkeloosheid aan den dag legt, den slag ont wijkt of grootsche plannen in de dikste nevelen gehuld, tracht ten uitvoer te leggen. Maar dan wordt het meer dan tijd om ons gelegenheid te geven de werking van die grootsche plannen te bewonderen. Wat de keizer van Frankrijk aangaat, men moet werkelijk medelijden met hem hebben. Hij speelt de rol van le juif errant. Dan is hij hier en dan daar en overal wordt hij varwenscht. Berlijn, 25 Augustus. De Staats-Anzeiger behelst het volgende: Het Koninklijk hoofdkwartier is van Pont-i-Moussou naar Bar-le-duc verlegd. Te genover Bazaine zijn korpsen van het eerste en tweede leger blijven liggen. Het overige gedeelte der Duitsche legers heeft vastbesloten den marsch naar Parijs aangenomen. KarUmhe, 25 Augustus. Gisteren had te Straatsburg den geheelen dag een artillerie-strijd plaats die, gedurende den avond en den nacht, tot hedenmorgen vijf uur werd voortgezet met steeds vermeerderenden goeden uitslag. De rech terzijde van de citadel en het arsenaal zijn afge brand. Uitbarstingen van brand in de stad zijn waar te nemen. Een batterij mortieren is tot zwijgen gebracht. Aan onze zijde zijn geen ver liezen, In Kehl zijn onlangs twintig huizen afge- brandt en andere aanmerkelijk beschadigd. Parijs, 26 Augustus. Het Journal Ofjiciel bericht heden het volgende aangaande het leger van den kroonprins van Pruisen: Sterke afdeelingen Prui sische cavalerie bezetten Doulevant (dep. Haute- Marne) en de omstreken, en omstreeks 150 cava leristen hebben zich gisteren te Chfilons vertoond, dóch zijn tegen den avond met overhaasting te ruggetrokken. Pruisische kurassiers bivakkeerden nabij Saint- Remy (dep. Marne). Het geheele garnizoen van die plaats, twee bataljons mobiele garde sterk, deed een uitval eu bracht den vijand belangrijke verliezen toe. Vijandelijke éclaireurs zijn mede gezien te Brienne (dep. Aube); ook wordt de tegenwoor digheid] van uhlanen bericht in het arrondisse ment Landres (dep. Haute-Marne), die terugtrok ken op het legerkorps dat naar Chêlons voort- marscheerde. De kroonprins bevond zich, zooals men vertelde, den 23rtM1 te Saint Dizier (dep. Haute-Marne). De helft der troepen die Toul belegerden zijn naar Nancy getrokken. Toul wordt heldhaftig verde digd. Het bombardement heeft niet meer dan vijftien manschappen buiten gevecht gesteld, ter wijl de belegeraars groote verliezen leden. De vijand trekt naar Varennes. De bevolking van Stenay omstreken (dep. Meuse) verdedigt zich krachtig tegen de Pruisen, wien zij veel nadeel toebrengt. Mundolshelm, 26 Aug. ('s rnorg. 9 uur.) De stad en citadel van Straatsburg zijn sedert den den avond van den 23sten vau de zijde van Kehl met belegering geschut beschoten. De voorposten staan 500 a 800 schreden van de vesting af. De schade is er aanzienlijk, kleine kruitmaga zijnen ziju gesprongen; de citadel, magazijn en veel andere gebouwen staau in brand. Unze ver liezen zijn zeer gering. TELEGRAMMEN. Pary», 26 Augustus. Iu het Wetgevend Lichaam (zitting van Donderdag) heeft de heer Guyol- Montpeyroux voorgesteld de mobiele garde op te heffen, al haar manschappen bij het leger in te deelen en honderd nieuwe regimenten te vormen uit mobiele gardes eu oud-militairen. Het voor stel werd urgent verklaard. Nog gispte dezelfde spreker in sterke bewoor dingen de proclamatiën vau den maire van Cha lons en van den prefect te Nancy, die de bevol king hadden aangemaand de Pruisen goed te ontvangen. Hij verlangt dat de regeering die amb tenaren afzetten zou, daar een dusdanig gedrag alle vaderlandsliefde vernietigt. De minister van binneulandsche zaken ant woordt, dat de prefect te Nancy is ontslagen; doch dat naar de handelingen van den maire van Chalons, waarvan hem nog niets bekend is, een onderzoek zal worden gedaan. De Kamer kan verzekerd zijn dat de regeering haar plicht zal doen. Het wetsvoorstel van Jules Ferry tot intrekking der wet van 1834 betreffende de fabrikatie vau wapenen door particulieren is, na discussie, met 181 tegen 61 stemmen verworpen. Gambetta heeft voorgesteld dat liet Wetgevend Lichaam morgen eene geheime zitting zal wijden aan het beraadslagen over den toestand des lands, zooals die in de proclamatie van generaal Trochu van heden wordt blootgesteld. Op voorstel van De Kératry is de vergadering terstond overgegaan in comité-generaal. Pary*, 26 Augustus. Géneraal Trochu heeft een besluit afgekondigd, waarbij de verwijdering uit Parijs word gelast van alle personen die geen middelen van bestaan hebben en wier tegen woordigheid gevaarlijk zou kunnen worden voor de algemeene orde eu voor de veiligheid van personen en goederen, of die zich schuldig maken aan handelingen strekkende om de genomen maatregelen tot verzekering der verdediging en der algemeene veiligheid te verzwakken of le belemmeren. Men verzekert dat de commissie vtln het Wetg. Lichaam, met het onderzoek der militaire regee- riugsvoordrachteti belast, zou voorstellen de op roeping der weerbare manschap uit te strekken tot alle mannen van 20 tot 35 jaren oud. De prefect van het departement Meurthe, de heer Podevin, te Nancy, is ontslagen. HANDEL. OVERZICHT DER WEEK. Rotterdam, 26 Augustus. Koffie. De aanslag der veiling bij de Ned. Handel-Maatsch. op 31 dezer en bestaande uit 105,400 balen, heeft eenig leven in dit artikel teweeg gebracht en werden eenige knopen tot goede prijzen van de markt genomen. Met verlangen wordt de afloop der veiling tegemoet gezien. Vooral daardoor is deze lijn sterk, wijl de ruimte, welke zij omsluit, zeer goed eene versterkte le gerplaats voor 200,000 man troepen kan vormen. 2°. De zuidelijke lijn. Tegenover het fort van Cha- rentou, op 4000 schredeu afstands, aan den lin keroever der Seine, begint de zuidelijke verster- kingslinie, met het iets hooger liggend fort van lvry. In de richtiDg van het oosten naar het westen, iu bijna rechte lijn, liggen achtereen volgend, met schier gelijke tusschenruimten van gemiddeld 3000 schreden, de forten van Bicêtre, ilMontrouge, Vanves en Issy. Het laatste ligt on- "geveer 50 voet boven de Seine, die hier het ste- til el ijk gebied weder uitstroomt. Tusschen de Seine en Issy loopen de spoor wegen naar Limours en Sceaux, en die naar Versailles (Route gauche). De drie laatstgenoemde werken worden na de invoering van het getrok ken geschut, waaraan men toen ze aangelegd werden, nog niet dacht, door de daar achter lig gende hoogten van Bagneux en Meudon beheerscht. 3°. De westelijke lijn. Deze lijn is door de natuur bijzonder sterk daar de Seine bij Meudon en Sèvres in noordelijke en noordoostelijke rich- ting, bij St.-Cloud, langs Boulogne, Suresnes, Puteaux, Courbevoie (Kaserne), Neuilly, Asnières, Clichy eu Ouen, welke plaatsen rechts en links van de rivier liggen, naar St.-Denis loopt. Tus schen de rivier en de stad ligt het beroemde bosch van Boulogne. Vijf bruggen voeren in de opgegeven richting over de Seine, en bij het spoorwegstation Asnières, op den linkeroever ver- eenigeu zich de spoorwegen, loopende vau Dieppe, die uit Normandië, van Saint-Germain en van Versailles (route droite), als éen band om de rivier. Slechts een enkel fort, maar het grootste en sterkste van allen, dat van Mont-Valérien, 415 voet boven den waterspiegel gelegen, en van waar men een prachtig uitzicht op Parijs heeft, beheerscht de geheele streek. Een geplaveide straat eu de brug van Suresnes verbinden Mont- Valérien met het bosch van Boulogne. Het is vau het nabijliggende fort, bij St.-Denis, in rechte lijn 16,500 schreden verwijderd, alzoo 1H mijl en van het fort Issy 10,000 schreden, of 1 mijl. Het loopt in het oog, dat het vestingstelsel hier eene groote gaping heelt. Hierop schijnt dan ook in het rap port des ministers van oorlog, dd. 8 Aug., gedoeld te worden, waar men leest: „dat het speciale comité tot wapening der Parijsche vestingwerken in de verdedigingslinie een gewichtige gaping heeft geconstateerd, en dat de uitvoering van groote werken, waarvan de plannen reeds vast gesteld zijn, den volgenden dag zou beginnen." Le Soir en le Conslitutionnel zijn zoo bescheiden, deze belangrijke gaping nader te omschrijven, als liggende aan de dalzijde der Beneden-Seine, en voegen er bij //dat tusschen Mont-Valérien en de hellingen van Meudon een groot werk gebouwd zal' worden, dat de dalen van Sèvres en Ville d'Array beheerscht; het daartoe gekozen punt is Montretout." Dit ligt vlak over het station St.-Cloud. Hiermede wordt de reeks versterkingen geslo ten. De grootste afstand is tusschen Mont-Valé rien en het fort van Nogent, bedragende 27,000 schredeu of 2& mijlen, terwijl in de richting van den meridiaan de grootste afstand tusschen de forten St.-Deuis en het fort Bicêtre 2000 schreden of 2 mijlen beloopt. De omgevingslijn, die ge vormd zal wezen zoodra men alle gedetacheerde forten met elkander verbonden heeft, zal 7.4 of 12 1/3 uur gaaDS lengte hebben. Sommige gede tacheerde forten zijn gebastionneerd. Bovendien hebben die van Noisy, Rosny en Nogent hoorn werken voor zich. De escarpen en contra-escar- pen zijn zoo hoog als bij de omwalling der stad. Bedekte wegen met gemetselde loopgraven en bomvrije kruitmagazijnen zijn overal aanwezig. Al de forten zijn onderling en met Parijs tele grafisch verbonden. Het is dus buiten twijfel dat Parijs de grootste, maar ook een der sterkste vestingen der wereld is. De belegering zou een buitengewoon kolos saal leger vorderen en als een voorbeeld daar van zou men kunnen opgeven, dat eene enkele lijn van soldaten, die men buiten het bereik der kanonnen en evenwijdig met het buitenste ves tingwerk wilde opstellen, schouder aan schouder niet minder dan 96,000 man zou vorderen. Daarbij blijft het de vraag, of een ingesloten bevolking, van meer dan 2,000,000 zielen, wel voor slechts éene maand vooruit te proviandeeren zou zijn en in hoeverre men bij de verdediging staat zou kunnen maken op de Parijzenaars, die altijd tot oproer geneigd zijn en vooral op de trouw van het Fransche leger, onder zekere omstandigheden Uit Brielle wordt gemeld, dat bij de proeve aldaar met de torpedo's genomeD, een ongeluk is gebeurd, waarbij vier officieren zijn gewond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3