van hoofdcommies, de heer J. P. C. 11. Van Hels- dingen, thaus commies aan het bureau van rente betaling; tot commies bij de bureaux ran rente betaling, de heer G. J. Van der Burgh, thans adjunct commies. Z. 11. heeft goedgevonden aan den soldaat B. Öiedler, van het koloniaal werfdepot, vergunning te verleencn tot het dragen van het kruis Fidei et Virtuti, hem door den Paus geschonken. Z. 11. heeft goedgevonden bij het wapen der art. te benoemenbij den staf van het wapen, lot uiaj., den kapit.-magazijnm. der art. van de lste kl. te Nijmegen J. F. W. 11. P. Ninaber; tot kapit., den lsten luit.-magazijnm. der art. van de 2de kl. F. J Hafkemeijer, werkzaam bij het Dep. van Oorlog; tot lsten luit.-magazijnm. der art. van de 2de kl., de 2de luits. T. Arens en T. Yis- seher, magazijntn. der art. van de 3de kl., res- pectivelijk te Brielle en te Woerden; hij het 2de reg. vest.art., tot lsten luit. (naar ouderdom van rang), den 2den luit, J. G. Frankatnp, van hét korps; bij het 3de reg. vest.-art., tot kapit. van de 3de kl. (n. o. v. r.), den lsten luit. J. F. Van Grasveld, van het korps. Z. 11. heeft goedgevondenHoogstdeszell's besluit van den 9deu Augustus j I., n'. 18, houdende benoe ming van den lsten luit. J. barou Taets van Ame- rongeo, van liet 6de reg. inf., tot Hoogstdeszell's ordonnance-officier, bij deze in te trekken en buiten effect te stellen, en zulks naar aanleiding van het door genoemden officier aan Hoogstden- zelve gedaan verzoek, en te benoemen tot Hoogst- deszelfs ordonnance-officier den 2den luit. W. 11. baron Forstner van Dambeuoy, van het korps ingenieurs, mineurs en sapeurs. Haarlem, 22 Aug. Ter vervulling van de open gevallen betrekking van kantonrechter te Bever wijk is door de arr.-rechlbank de volgende aan bevelingslijst opgemaakt: Mr. 11. G. P. del Court, procureur bij de arr.-rechtbank en ambtenaar vau het O. 11. bij het kantongerecht te Beverwijk; Mr. H. W. De Bas, subst.-griffier bij de arr.-rechtb.; Mr. J. W. Mouton, griflier bij genoemd kanton gerecht. Een concert, eergisteren-avond door eenige dilettanten hier ter stede ten behoeve van het Rooie Kruis gegeven, heeft ruim f ii.0 opgebracht. 's-Guavknhagl, 22 Aug. Door de Nederl. Ver- eeniging van het Rooie Kruis wordt nog uit Saar- briicken gemeld, dat, de groote drie verdiepingen hooge Uhlanenkazerne stampvol ligt met gewon den. Dat de hdspitaaltent door den heer Pohl vervaardigd, opgeslagen en voor dè zwaaist ver wonden in dienst, gesteld is. lu die tent worden reeds 10 Franschen waaronder 4 officieren en een aantal Pruisische gekwetsten verpleegd. De ziekenverplegers en verpleegsters doen hun best maar er bestaat bij het groote aantal gewonden steeds gebrek aan wakers en geoefende handen om de docters bijstand te verleenen. Erg gewonden moeten dikwijls het langst blijven liggen. De kundige operateur Dr. Schoemakers uit Almelo bevindt zich te Saarbrücken, men noemt ook den chirurgijn G. Kramer uit Leeuwarden onder het getal der naar het oorlogstooneel vertrokken persoiien. te Dusseldorp is de groote cavalerie-kazerne tot lazareth ingericht, uit Dordrecht zijn derwaarts vertrokken de Iieeren Doctoren Van der Leij en De Vr.j en uit 's-Hage Dr. De Zwaan. Uit Gro ningen zullen o. a. de. dames Von Kalkow en lie Haan benevens de heeren Sanoes en Offer- liaus,, med. Cand. onder de leiding van den heer Abresch oud-kapt. ter zee zich te Arnhem bij de anderen voegeu. Op de booten van het Roode Kruis op den Rijn inaken zich Dr. Berns en zijne echtgenoote bij zonder verdienstelijk. De hospitalen teEngersen te Dusseldorp hebben ook reeds kennis gemaakt met dezen sedert kort gepromoveerden geneeskun dige, de vroeger predikant der herv. gemeente, zich thans met zijne echtgenoote aan de verpleging van gewonden aan den Rijn wijdt. 's-Gkavenhage, 22 Augustus. Op aanstaanden Donderdag den 25sten dezer des voorniiddags te 10 uren zal voor het prov. gerechtshof alhier te recht staan: C. De B., oud 17 jaren, scheepsjon gen, geb. en wonende te Scheveningen, thans gedetineerd in het huis van arrest te 's-Graven- hage, beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond vaartuig; hij had n. 1. tusschen den laten avond van den -Iden Juli en den vroegen morgen van den volgenden dag, uit den broekzak van een matroos, die in het vooronder van een schuit op het Scheveningsche strand, in een kooi slapende was, arglistig weggenomen eene portemonnaie, inhoudende de som van f 6.10. Utrecht, 22 Augustus. Prins en Prinses Hen drik der Nederlanden, vergezeld van den Hof maarschalk, bezochten hedenmiddag te 5 uren het magazijn van den heer van Kempeu, in de Choorstraat alhier. Toen ze weer in het rijtuig plaats namen, werden zij door de menigte met een daverend hoezee begroet. Loppersuh (Groningen), 21 Aug. Het resultaat van de proefneming, voor eenige dagen in deze nabijheid genomen met eene Eugelsche machine om kooru te maaien, die tegelijkertijd ook de schoven maakt (welke proef genomen werd door tusschenkomst van de weldra opgeheven wordende Commissie vau Landbouw in deze provincie), was dit: dat bij eene geschikte ligging van het graan (in dit geval tarwe) het werktuig uitnemend vol deed, maar dat dit niet het geval was bij ongun stige ligging er vau, en dat alles samengenomen, de afloop der proef niet zóo is geweest, dat de invoer van zoodanige werktuigen vooralsnog on bepaald aan te raden is. Meppel, 22 Augustus. De kano, die voor eenigen tijd gevonden is in het land van den landbouwer Smit te Nyeveen, en waarvan indertijd melding is gemaakt, zal op last der bevoegde autoriteit worden opgegraven. De archivaris te Assen, de heer Kymmell, heeft, namens het Prov. bestuur van Drenthe den burgemeester der genoemde gemeente daartoe uitgenoodigd. Bij welgelukken zal het vaartuig naar het museum van Drentsche oudheden te Assen op gezonden worden. Het verslag over 1S69 van de commissie van bestuur van dit museum is dezer dagen aan Gedep. Staten ingezonden. Men is zeer ingenomen met de bepaling dat de op zending niet naar het rijks museum te Leiden, maar naar dat te Assen zal geschieden, dat in den laatsten tijd vooral aan oude munten be langrijke aanwinsten heeft gedaan. Maastricht, 20 Aug. Vanhier en omstreken zijn wederom 17 jongelingen naar Rome vertrokken, om dienst te nemen bij het pauselijk leger. Tilburg, 20 Aug. Dezer dagen werd door eenige ingezetenen aan den heer Pino Post, bij gelegen heid dat het den 15den Juli 10 jaren was gele den, dat het Rijkslelegraafkantoor alhier opge richt en die heer als telegrafist de dienst bij het kantoor aanvaarde, een fraai gouden anker-hor loge met gouden ketting ter gedachtenis aange boden. In de kast van het horloge is gegraveerd „Rijkstelegraafkantoor 15 Juli 18601870." Wij wenschen dat de heer Pino Post nog vele jaren zijne bediening met dien ijver moge behar tigen, welke door de ingezetenen zoo zeer op prijs wordt gesteld. BUITENLAND. Al meer en meer gaat de pers zich bezighou den met de vermoedelijke gevolgen van den oor log en de toestanden welke door het sluiten van den vrede in het leven zullen worden geroepen. De staatkunde van den huidigen oorlog is het op. schrift, waaronder de Augsb. Allg. Zeit., een blad dat vele officieuse relatiën heeft, eene beschouwing levert over de mogelijke gevolgen van den krijg, eene beschouwing die ook als tegenhanger van de bedoelingen die het Journal Officiel voor eenige weken Duitschland toedichte, hoogst merkwaar dig is. Na eenige denkbeelden te hebben ontwik keld over den politieken toestand die de oorlog in Duitschland zelf noodwendig zal te weeg bren gen, te weten eene nauwe en hechte aaneenslui ting zoowel op burgerlijk als militair gebied, gaat het artikel aldus voort: „Intussehen behoeft ons dit alles geen zorg te baren, daar dit het herstel van den vrede vooraf moet gaan. Koning Wilhelm zeide bij de opening van den Noord-Duitschen Rijksdag op den 19den Juli. „Wij stellen ons geen ander doel dan om den Europeeschen vrede duurzaam te bevestigen," en ieder verstandig Duitscher zal zich hiermede vereenigen. Het kan hier niet eene tastbare ver zwakking van Frankrijk, eene vernedering van de in vele opzichten edele Fransche natie gelden. Ontegenzeggelijk kan men in Frankrijk veran deringen verwachten, die het sluiten van den vrede gemakkelijker zullen maken. Maar de ware grond der Napoleontische oor logsverklaring, die wijselijk nog niet uitgespro ken is, en na de geledene verliezen in 't geheel niet meer genoemd wordtNapoleon III sprak slechts van zijne roeping om de beschaving uit te breiden I was de belustheid der Franschen naar den Rijn, en daarvan moeten zij geheel en al genezen worden. Om de vrede van Europa duurzaam te maken, moeten ze beperkt worden. Daarover zullen de kanonnen van prins Fre- derik Karei en den generaal Von Steinmetz spoedig nader een woordje spreken. Het komt er ons echter op aan, hoe de neutrale mogendheden omtrent die beperking denken. De gevaren, die het Journal Officiel van den Ssten Augustus opgaf, om de mogendheden tegen Duitschland op te zetten, en opdat zij Frankrijk, het trotsche en over moedige, en nu reeds bij het begin van den oor log vernederde Frankrijk te hulp zouden komen, zal op geen hunner eenigen indruk maken. Zij weten allen dat Duitschland noch Venetië, noch Triest begeert, noch de Noord- noch de Oostzee, zooals het Journal Officiel hen in zijn angst ver zekert, tot Pruisische zeeën wil maken. Men weet te St.-Petersburg, Londen, Weenen, Bern, 's Hage, Stockholm en Kopenhagen, slechts te Parijs niet, dat geen ernstig politicus in Duitsch land er aan denkt, bij het streven onzer natie, om bij het gemeenschappelijk Europeesch con gres zijne stem uit te brengen, het Duitsche buitenland, zooals de Pruisische Oostzee-provin- ciën, Holland, Duitsch-Zwitserland, Duitsch-Oos- tenrijk en misschien wel het noordelijk Scan dinavië in te palmen en wel door verovering in te palmen. Wij zouden de verschillende ver takkingen van den Duitschen en Germaan- schen stamboom tot steunpunt der beschaving willen dienen, maar overigens hebben zij, in de veronderstelling, dat het Duitsche element sterk in hen vertegenwoordigd is, als overgangspunten tot de naburige natiën, hunne zelfstandige rol te vervullen. Duitschland zal evenmin Zwitser land en Holland anexeeren, als Frankrijk België, niettegenstaande de Fransche taal in dit. uitslui tend Duitsche land de heerschende is geworden. Reeds in minder bewogen tijden hebben wij ge tracht te doen gelden, dat het bestaan der ver- eenigde Oostenrijksche-Hongaarsche monarchie voor Duitschland wenschelijk was. Ontstond er bij de Weener-Staatslieden groote bezorgdheid, dat de belangen hunner monarchie, door den Duitsch-Franschen oorlog gevaar liepen, Pruisen was sedert lang van een ander gevoelen, en heeft daarom slechts weinige troepen in Silezië achter gelaten, maar graaf Von Beust zou zich ook ge rust gesteld hebben bij de veldslagen van Woerlli en Forbach. Het meeste bevreemding wekte de Italiaansche politiek. Italië wapende zich, hoe wel het op onverdiende wijze door Duitsche hulp Rome verkreeg, zonder dat het daarom het eiland Sardinië en Piëmont aan Frankrijk behoefde af te staan. Zelfs aan het terugvorderen van den Elzas en Duitsch-Lotharingen van Frankrijk zou men in Duitschland niet gedacht hebben, als de Franschen niet den lang ontweken en toch zou moedvvilli» geprovoceerden oorlog verklaard hadden. Er moe ten waarborgen tegen eene herhaling daarvat gevorderd worden en het zekerste worden dr door den afstand van gebied verkregen. Het is te hopen, dat de neutrale mogend hede: I bij een kleine regeling der grenzen zich toegeven,, zullen betoonen. Zich daarbij te doen gelden,zool als de Fransche gezant aan het hof van Berlijn bij de onderhandelingen in Nicolsburg en Praa« zich veroorloofde, zal voor de tweede maal wel I niet gebeuren. De heer Gladstone, heeft in het Engelsche Lagerhuis gezegd, dat, de mogendheden tegeneen! bovenmatige uitbreiding van een der andere mo-i gendheden zouden opkomen; maar de regeling der'1 grenzen aan den Rijn, behoeft slechts eene inaticel te zijn en de bijkomeude omstandigheden, die wij I nu zullen bespreken, zullen zeker wel delaatslr; bedenkingen van voorstanders van het staatkundig evenwicht uit den weg ruimen. Frankrijk wordt niet inderdaad verzwakt, wan-l neer het van zijne 40 millioen zielen er ongeveer anderhalf millioen verliest. De grens der Duitsche taal loopt de namen der plaatsen toonen het aan in Lotharingen van Dietenhoven (Thionville) over Falkenberg, Morchingen, Bispingen, Schirmeck in de Vogezen vervolgeus op den kam van 't gebergte en dr grenzen van den Elzas over Maas-Münster, Biscl weiier en Schwerz'dicht bij de Zwitsersche gre: zen. De bewoners aldaar zullen, uitgenomen eenig. I halve Franscheu in de steden, maar al te gaarn. tot het door eenheid sterk en vrij Duitschlarm terugkeeren. Engeland kau geen groud hebben om zich daartegen te verzettende Duitsche vlooi waarmede het Journal Officiel den Britschen naijver wil opwekken, zal aan den Boven-Rijn geen r recruten opnemen. Toen Rusland in het jaar 1814 de voorspraak [l was voor de tegenwoordige grenzen van Frauk- rijk, handelde Keizer Alexander I nog altijd on der den indruk van het congres van Erfurt; Kei-' zer Alexander II zal daarentegen zich lichtelijk daarmede vereenigen, daar de afstand van het opgegeven Duitsch gebied door Frankrijk nog lang niet zooveel beteekent als het terugdringen der Russische grenzen tot aan den mond van deu Donau in het jaar 1856. Als Oostenrijk zich her innert op welke wijze de Elzas, hoe Lotharin gen en vooral de Duitsche rijkssteden Straatsburg, Colmar, Mülhausen enz. van Duitschland afge scheiden en afgerukt werden, zoo zal het de te ruggave eerder begunstigen dan bemoeielijken. De teruggave van den Elzas en Duitsch-Lotha ringen is den eisch der openlijke meening in Duitschland. Nog voordat in Zuid-Duitschland ook slechts den wensch daartoe was uitgesproken, maakte zich in Noord-Duitschland het gevoel luclil dat de nieuwe aanwinst niet ten bate van Prui sen, maar van Zuid Duitschland moest kornet Alle regeeringsorganen bewaren natuurlijk do; het stilzwijgen, slechts in de NorddAllg. Ztg" (n°. 181) was van die publieke opinie sprake, toen zij releveerde dat, bij de reeds behaalde voordeelen er bij ons veel minder sprake vau kou zijn welke voordeelen of er voor Pruisen uit den oorlog konden ontstaan, als wel hoe Zuid-Duitschland het beste voor zijne trouw eu opoffering beloond moest worden. Wij zien er niet tegen op om dit punt nader te beschouwen. zoo rijk is, en die de opheffing van het beleg van Freiburg ten gevolge had, waardoor de beide Rijnoevers in het bezit der Franscheu geraakte, en zij de winterkwartieren in de Pfalz kouden betrekkeu. Na de beschrijving van dezen zoo bloedigen veld slag, volgt die der twee overtochten over den Rijn bij Kehl door de Franschen, beiden voor den vijand geheim gehouden. De eene is die door Turenne in liet jaar 1675 bewerkstelligd, de andere door Moreau in het jaar 1796. Er bestaat wel is waar eeu zeer groot tijdsverloop tusschen deze beide veldtochten; en de krijgskunst heeft ge durende dien tijd groote veranderingen ondergaan. „Maar toch, niettegenstaande de groote verschei denheid die deze beide tijdpunten opleveren op het gebied der bewapening, samenstelling der legers enz., kunnen zekere regels van oorlogvoe ren als onveranderlijk beschouwd worden, zoodat men na verloop van honderd en twintig jaren, op hetzelfde terrein nagenoeg dezelfde strategi sche bewegingen opmerkt, die de eerste, maal den maarschalk uit deed voeren, die men in geheel Europa slechts den „Koning" noemde en die voor de tweede maal door hem wer den geleid, die onder den eenvoudigen naam van den „Republikein" bekend was." Het verhaal der overtochten, hoe belangwek kend ze ook zijn, gaan we met stilzwijgen voorbij, om een en ander aan te stippen uit de derde afdeeling van het werkje, waarin de tusschen de Lauter en de Hollandsche grenzen gelegen stre ken behandeld v. orden die uuze belangstelling thans meer wekken. „Dit gedec.io van den Lijn, is uit een miliiair oogpunt zeer belangrijk, daar het de voor groote troepenbewegingen zoo zeer geschikte vlakten, de groot voordeel aanbrengende toegangen en de bouchés en de sterkste stellingen bevat. Daarom is dit ten allen tijde door de Fransche eu Duitsche legers doorgetrokken of bezette deel van den Rijn oever, meer dan ieder ander door talrijke ves- tiDgen verdedigd. Ze hebben allen in verschillende tijdperken aan ons land behoord, eenige zijn zelfs door Frankrijk gebouwd, en hoewel de Rijn, ons niet meer tot grens dient, blijft de Rijnlinie voor onze legers nog altijd een der gewichtigste stra tegische lijnen, die steeds een voorname plaats zal blijven beslaan in de oorlogen die wij aan onze noordelijke grenzen uioeten voeren. Onder de grensgewesten is dit het meest blootgestelde, daar het zooals het heden is, door geen na tuurlijke hinderpalen beschermd wordt." Daarom was het gedurende zoo langen tijd Frankrijks belang, „de machtige dynastie van Oostenrijk," te bestrijden; opdien grond heeft Lodewijk XIV door Vauban die rij van grensvestingen doen bou wen, daarom begunstigde Louis Philippe de scheu ring van België en Holland; daarom beleven wij nu de bestrijding van de Hohenzollerns door het keizerlijk Frankrijk." Na deze korte historische uitweiding beschouwt de schrijver den tegenwoordigen strategischen toe stand des lands. De vestingwerken van Philips- burg zijn wel is waar gesloopt, maar die van Landau bestaan nog, terwijl zich daartegenover «Ie nieuw gebouwde vesting Germersheim be vin It en ook die van Rastatt in onze dagen gebouwd is. De gewichtigste stelling dier geheele streek is ontegenzeggelijk Mainz en niettegenstaande alle veranderingen in de krijgskunst is het gewicht van Mainz nog heden ten dage even groot als dit in den tijd van Drusus of van Gustaaf Adolf was. Nadat de schrijver een uitvoerige beschrijving der vestingwerken gegeven heeft, zegt hij ver volgens: „Een op het verdedigingsstelsel van die sterkte steunend leger kan dus van alle zijden oprukken, en hiertoe van drie geheel van elkaar afgezonderde vlakten gebruik maken, terwijl daarentegen een de stad naderend leger eveneens van drie zijden kan aanrukken, en wel terwijl het eerstgenoemde aan den linker Rijnoever naar beneden marcheert, en door de heuvelachtige vlakte voorwaarts ruktj die zich van Worms tot Mainz uitstrekt, waarbij zijn rechtervleugel den Rijn en de linker de uit gangen van het Haardtgebergte dekt; dit is ook den weg die het leger van Custine in het jaar 792 insloeg. Men kan bok den rechter Rijnoever vol gen, met den linkervleugel aan de rivier, terwijl de rechter gedekt is door de krommiDg die de Main van Aschaffenburg tot Hanau beschrijft. Dit ten zuiden van den Main gelegen terrein, heeft voor een Fransch leger het voordeel, den Rijn boven de sterkste stellingen van den vijand te kunnen overtrekken, zich van alle toegangen naar Frankfort te kunnen verzekeren, en eindelijk den rug door de bergen van het Schwarzwald. te dekken. Ten slotte kan een leger, dat langs den rechteroever nadert, de vesting naderen, nadat het de rivier in de bergen of beneden dezePe overgetrokken is. Die richting is meermalen door k het Sambre en Maas-leger ingeslagen, eu Jourduu had bij de uitvoering van den marsch het bijzon dere voordeel dat zijn linkervleugel door de li me der Pruisische neutraliteit gedekt was, waarmede Frankrijk toen vrede had gesloten." Deze stelling 1 heeft echter door de gebeurtenissen van het jaar 1866 eeu geheele verandering ondergaan; de b. Franschen kunnen den Rijn niet meer opko- men, als zij zich niet vooraf van de beide Rijn- oevers hebben meester gemaakt. Daardoor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2