Z. M. heeft aan Mr. S. J. F. H. Nedermeijer
ridder van Rosenthal en J. F. Mansfeldt, op hun
daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend
als leden van het college van regenten over het
huis van arrest te Sneek, en benoemd tot leden
van genoemd college: Jhr. Mr. P. J. Van Beyma,
officier van justitie bij dejarr. regtb. te Sneek,
en Mr. R. L. Van Hamerster Dijkstra, burge
meester dier gemeente.
Amsterdam, 19 Aug. Heden hebben de leerlingen
der ambachtschool, een tocht naar de werken der
doorgraving van Holland op zijn smalst gemaakt.
De heer Boelen, directeur der Kanaal-Maatschappij
die de jongens geleidde, gaf duidelijke verklarin
gen van het belangrijke werk, waarvan al de
verschillende deelen, desluizen teSchellingswoude,
de hoofden in zee, de betonfabriek, enz. in oogen-
schouw werden genomen. De heer Heineken had
100 kruiken van zijn uitstekend bier ten geschenke
gegeven en aan andere ververschingen ontbrak
het evenmin. De jongens brachten een zeer genoe-
gelijken dag door.
Nieuweoiep, 20 Augustus. Heden wordt het
schroefstoomschip 1ste kl., Zilveren Kruis, in dienst
gesteld. Het bevel daarvan is opgedragen aan
den kapt. ter zee W. C. Klis. Tot 1ste officier is
benoemd de luit. ter zee 1ste klasse J. M. L. A. P.
Wirix.
's-Gravenhage, 19 Aug. De Minister van Bin-
nenlandsche Zaken heeft bij circulaire van den
16d'n dezer medegedeeld, dat de regeering eene
kennisgeving van den kanselier van den Noord-
Duitschen Bond heeft ontvangen, waaruit blijkt,
dat de directeur der douanen en belastingen te
Keulen gemachtigd is, tot nader order den uitvoer
langs den Rijn en te land toe te laten van Prui
sische steenkolen, bestemd ten gebruike van Ne-
derlaudsche spoorwegen en industrieele inrichtin
gen, en dat gelijksoortige machtiging aan den
directeur der douanen en belastingen te Hanover
is gegeven. Die vergunning tot uitvoer zal intus-
schen niet gegeven worden dan onder voor
waarde, dat de vrachtbrieven (letters de voiture ou
de chargement) weder aau de kantoren van uit-
klaring zulleD vertoond worden, voorzien van een
certificaat van eeuig Nederlandsch Gemeentebe
stuur, waarbij verklaard wordt, dat die kolen
ter aangegeven plaats vau bestemming (destination
avouée) aangekomen zijn.
De Commissaris des Konings heeft den 17d™
dezer een afdruk dezer mededeeling aan burg.
en weth. der gemeenten en aan de kamers van
koophandel en fabrieken in deze provincie, doen
toekomen.
In de Staats-Courant van gisteren heeft de
min. van binnenlandschezaken ter kennis van be
langhebbenden gebracht, dat bij zijn departement,
na vergelijkend onderioek, eenige tweede klerken,
niet jonger dan achttien en niet ouder dan drieen
twintig jaren zullen worden aangesteld op eene
jaarwedde aanvankelijk van (400, welk verge
lijkend onderzoek zal aanvangen op 15 September
aanst. en de bestanddeelen van het lager onder
wijs zal omvatten.
Men zal zich herinneren'jdat reeds sedert vele
jaren is aangedrongen op het instellen van een
vergelijkend examen voor de laagste soort van
ambtenaren bij de rninisterieele departementen,
omdat men de verbetering van het gehalte der
ambtenaren vooral meent te mogen verwachten
van de geschiktheid van hen, die beginnen met
in lageren rang werkzaam te zijn en dan, naar
mate hunne kundigheden, van lieverlede opklim
men. Naar wij vernemen zal het goede voorbeeld,
thans door den minister van binnenlandsche za
ken gegeven, bij andere departementen van alge
meen bestuur spoedig navolging vinden.
De schutter C., die op het raadhuis alhier
een provoostarrest onderging, heeft het middel
weten te vinden om te ontsnappen. Dit is de
eerste schutter die het gelukt is de waakzaamheid
te verschalken.
Goüda, 19 Augustus. Omtrent het ongeluk, aan
een conducteur op den Rijnspoorweg overkomen,
wordt nog het volgende gemeld
„Woensdag-avond omstreeks 9 uren arriveerde
te Gouda een pleiziertrein, komende van 's-Gra
venhage. In een der waggons bevond zich een
conducteur, die aan beide beenen deerlijk ver
wond was. Naar het gasthuis overgebracht, is
gebleken, dat het eene been op twee plaatsen
en het andere op éene plaats was gebrokeD. Bij
het passeeren van het station Voorburg op de
onderste trede van den waggon staande, was hij
met de beenen tusschen het perron en den waggon
geraakt. Gelukkig werd dit door de passagiers
opgemerkt, die hem, terwijl de trein in volle
vaart was, door bet portier in den waggon trokken.
De beide beenen zijn gezet en de patient bevindt
zich redelijk wel. Een chirurgijn bij wien men
hulp was gaan inroepen, gaf te kennen niet naar
het station te willen komen of men moest hem
een rijtuig zenden, waaraan gevolg werd gegeven.
De lijder heeft alzoo wel een uur aan het station
moeten vertoeven alvorens hulp werd verleend."
Aarlanderveen, 19 Augustus. Door het hoold
der plaatselijke politie is aan de agenten den last
verstrekt om nauwkeurig toe te zien op het
vleesch en spek dat in verbruik wordt gebracht
en afkomstig is van varkens die aangetast waren
door de thans zoo algemeen heerschende ziekte.
Met al het vleesch of spek dat na het afslachten
niet blank blijft, maar eene roode kleur aan
neemt, moet onmiddellijk worden gehandeld naar
de voorschriften van de verordening, regelende het
toezicht op het vleesch en spek voor menschelijk ge
bruik bestemd, binnen de gemeente Aarlanderveen.
Arnhem, 19 Augustus. De Gemeenteraad heeft
met het oog op de tijdsomstandigheden besloten,
dat dit jaar hier geen kermis zal worden gehouden.
Zwolle, 19 Augustus. Als een voor den handel
verblijdend bericht, kunnen wij mededeelen, dat
gisteren namens de directie over de Staatsspoor
wegen in Nederland, officieel is kennis gegeven
dat het goederenverkeer in den Noord-Duitschen
Bond weder hersteld is. Vooral voor onze stad
is deze medeeling van groot belang wegens den
uitgebreiden handel tusscheu en over haar met
het Noordelijk Duitschland. In de laatste dagen
hadden er veel verzendingen van paarden plaats
door een convooi van den Centraal-Spoorweg dat
eergisteren van hier vertrok, werden iu 15 wag
gons 1000 stuks ineens overgebracht. Het waren
alle flinke jonge paarden, die voor enorme prijzen
bij de landbouwers zijn aangekocht.
Groningen, 19 Aug. In het begin der volgende
maand zal alhier vanwege de afdeeling van het
Nederlandsche Schoolverbond een aanvang worden
gemaakt met het opmaken eener statistiek van
de kinderen tusschen 6 en 13 jaren, die niet ter
school gaan. Die statistiek zal worden opgemaakt
door onderscheidene commissiën die in de ver
schillende wijken der stad zullen werkzaam zijn.
BUITENLAND.
De volgende hoogst gewichtige en zonder eenigen
twijfel van hooger hand geïnspireerde beschouwin
gen, ontleenen wij aan de Times
„Terwijl de oorlogvoerende legers zich verza
melen en telkens elkander meer naderen om een
beslissenden veldslag te leveren, mogen de onzijdige
mogendheden zich afvragen wat de toekomst zal
geven en zich deze vraag stellen:
Wat zullen wij dan krijgen? Zal er gelegenheid
zijn om vrede te sluiten? En moeten wij niet
in dit geval, in het belang van Europa en het
menschdom deze gelegenheid aangrijpen voordat
zij voorbijgaat?
Men zal antwoorden, dat de ontknooping van
deze vraagstukken afhangt vau den aanstaanden
veldslag, en dit is dan ook in zekere mate de
waarheid.
De voorwaarden voor den vrede kunnen in ze
kere mate aan verandering onderhevig zijn, al
naarmate de oorlogskansen aan de eene zijde gun
stiger zijn dan aan de andere, maar het valt ook
zeer gemakkelijk den omvang van mogelijke ver
anderingen te overdrijven. De resultaten die men
terecht van den aanstaanden veldslag voor Cha
lons vreezen kan, kunnen de voornaamste ge
zichtspunten van den toestand niet wijzigen.
De Fransche strijdkrachten die op dit punt
zullen vereenigd zijn, mogen talrijk zijn, zij blij
ven echter ver beneden de opgaven van de
Fransche bladen.
Waaruit zijn deze strijdkrachten te zameu
gesteld
Hetgeen van de divisie Mac-Mahon is overgeble
ven is reeds gedeeltelijk te Chfflons aangekomen.
Het leger voor Metz beproeft den terugtocht,
maar wordt elk oogenblik tot staan gebracht door
de cavalerie vau den kroonprins en de troepen
onder het bevel van prins Frederik Karei. (Dit
artikel verscheen natuurlijk in de Times alvorens
de nieuwe groote overwinning van het Pruisische
leger, waardoor de gemeenschap tusschen Chalons
en de legermacht onder Bazaine is afgesneden,
bekend was.)
De nieuwe lichtiugen, die den terugkeer van
het leger uit Metz verwachten, zijn slecht onder
richt en gewapend. Nu is het best mogelijk dat
de vurige zucht naar wraak, die de Franschen
verteert op het denkbeeld dat de vijand in het
hart van Frankrijk is doorgedrongen, een tegen
stand te voorschijn roept, zoo hardnekkig, dat
tnen van beide zijden het voordeel zou terug-
wenschen van eene lange en bloedige worsteling.
De Franschen moeten zich dus op den vrede
voorbereiden, zoo zij althans geen kans zien om
den vijand tot aan den Rijn terug te werpen;
en indien, gelijk dit uiaar al te zeer mogelijk is,
al de moed en vaderlandsliefde van de natie een
nieuwe ramp niet kan verhoeden, dan zal de
vrede iets anders dan een aanbod worden, hij
zal dwang zijn.
Frankrijk kan na een veldslag te Chalons de
vrede onder aannemelijke voorwaarden niet ver
werpen. Zelfs onder de tegenwoordige omstan
digheden, zou de vrede niet onaannemelijk zijn
en men heeft Engeland verweten, dat het niet
reeds ziju goede diensten heeft aangeboden.
Het zou zeer gemakkelijk zijn om de onbil
lijkheid van dit verwijt aan te toonen; maar het
is veel nuttiger te onderzoeken of er hulpmid
delen zijn om vrede te sluiten, waarop men in
Frankrijk nog niet voorbereid is.
In 1814 werd te Fontainebleau een besluit van
den volgenden inhoud openbaar gemaakt: „De
verbonden mogendheden van oordeel zijnde, dat
keizer Napoleon de eenige hinderpaal is voor het
herstel van den Europeeseheu vrede, zoo verklaart
keizer Napoleon, getrouw aan zijn eed, dat hij
voor zich en zijn erfgenamen afstand doet van
den troon van Frankrijk en Italië en dat hem
geen persoonlijk offer, zelfs dat van het leven,
te zwaar is voor het belang van Frankrijk."
De graaf Palikao heeft in het Wetgevend
Lichaam verklaard, dat hij en zijn cullegas de
dienaars van de afgevaardigden der natie zijn,
maar het schijnt dat er nog eenige duizende
menschenlevens moeten opgeofferd worden, alvo
rens de bepaalde afstand van het gezag, die nu
gelijk in 1814 noodig is, in het openbaar wordt
gedaan.
De keizer doet reeds niets meer aan de poli
tiek en heeft naar de verzekering van denzelf
den graaf Palikao, ook niets meer in de mili
taire aangelegenheden te zeggen; hij kan nog
regeeren, maar hij bestuurt niet meer. Het is
mogelijk, dat hij onder dergelijke omstaudighe-
den op een of ander tijdstip het voorbeeld van
zijn oom volgt, door het gezag aan het Fransche
volk terug te geven; maar gebeurt dit niet, dan
moet men wachten tot dat in de Fransche regee
ring eene wijziging komt, die eene gunstige be
middeling toestaat.
Zijn er gronden aan te voeren om te veronder
stellen, dat indien het bezwaar der preliminairen
voorbij is, de onderhandelingen geen praktisch
resultaat ten gevolge zouden hebben? Wij kunnen
niet aannemen, dat de geestdrift ten gevolge het
geluk der Pruisische wapenen, het beleid van ko
ning Wilhelm en zijn ministers zou kunnen ver-
valschen en hen er toe zou brengen vredesonder
handelingen af te slaan tot het oogenblik dat zij
den vrede van uit Montmartre kunnen voorschrij
ven. Zij die niet aan den strijd deelnemen zien de
zaken beter in en wij zijn overtuigd dat zulk een
besluit eene noodlottige fout zou zijn.
Parijs is, niet zonder reden, de trots van alle
Franschen en de haat die uit eene beleediging,
der hoofdstad aangedaan, zou ontstaan, zou op
meer dan een geslacht overgaan.
De herinnering aan zulk een ramp zou in de
oogen der Franschen eene eeuwige vernedering
zijD, en zou door geheel Frankrijk dorst naar
wraak doen ontstaan.
De ware Duitsche politiek moet zijn het Fran
sche volk af te scheiden van de gebeurtenissen
die de beiden natiën tegen elkander in het harnas
hebben gejaagd, en Koning Wilhelm heeft door
de woorden van zijne proclamatie getoond, dat
hij daarop bedacht is geweest.
Een aanval op Parijs, is een aanval op het
Fransche volk en zulk een doel moet vermeden
worden.
Duitschland zelf heeft machtige redenen om zoo
spoedig mogelijk aan redelijke vredesonderhande
lingen het oor te leenen.
De schrijver heeft daarbij het oog op de zware
offers die Duitschland zich getroost en den stil
stand van handel, nijverheid en fabrieken.
Het is niet te veronderstellen dat een waar
vaderlandslievend ministerie zulk een abnorma-
len toestand zal bestendigen, voor een twijfelach
tig voordeel, te weten, de bezetting van Parijs.
De Times vindt het beste, dat Pruisen van
Frankrijk een zekere som als vergoeding van
kosten voor den oorlog eischt. Veertig millioen
pd. sterling, een som die reeds vroeger werd ge
noemd, is niet te veel.
Wij hebben, vervolgt het artikel, voor het laatst,
het punt bewaard, dat het grootste struikelblok
voor het herstel van den vrede is. Duitschland was
voorbereid om een oorlog te kunnen aanvaarden;
de Duitschers beklagen zich met grond over dc
lasten, die zij sedert jaren moeten dragen wegens
de noodzakelijkheid waarin zij verkeerden om
zich voor te bereiden tot den oorlog die hun
steeds bedreigde. Frankrijk heeft steeds met
grooten naijver de toenemende macht van den
Noord-Duitschen Bond gadegeslagen. Frankrijk
heeft steeds gedreigd een mededinger te tuchti
gen, wiens houding zijn hoogmoed kwetstte.
De ondervinding van dezen oor-log zal Frank
rijk leeren, dat het niet zoo gemakkelijk is, zulk
eene bedreiging uit te voeren. Maar zal de les
die het ontvangen heeft, al gaat zij vergezeld
van eene verandering van dynastie in Franrijk,
zal die les de aanmatigende geest doen ophouden
waartegen Duitschland tot dusver moest waken?
Frankrijk kan niet eensklaps van het denk
beeld afstand doen, dat het verongelijkt wordt
indien, het niet in westelijk Europa het overwicht
heeft. Dit denkbeeld ligt in de gansche geschie
denis en letterkunde van dit land. Het kan slechts
door den tijd verdwijnen.
Een van de treurigste omstandigheden in den
tegenwoordigen toestand van Frankrijk is, dat de
constitutionnele liberalen die den bloem van de
beschaafde, geleerde, en staatkundige mannen
vertegenwoordigen, onder den invloed van den
heer Thiers op den verkeerden weg zijn geraakt,
zoodat nauwelijks een enkel van hen de kracht
heeft gehad vooroordeelen af te schudden die aan
het laagste chauvinisme grenzen.
Er bestaat echter deze hoop voor de toekomst,
dat de eerbied voor den vooruitgang van andere
nationaliteiten, onder de democratische liberale;
gevestigd is en dat men onder hem minder dat
ooit zucht aan den dag legt om aan de ontwik^
ling van naburige staten in den weg te staan.
Zal Duitschland zich tevreden stellen met df
les die uit dezen oorlog voortspruit? Zal het vei,
trouwen dat de vooruitgang van de goede begj.,1
selen in Frankrijk, alle hinderpalen uit denwel
ruimt die een oorlog uit naijver kunnen dool
ontstaan? of zal de regeering stoffelijke waar be I
gen verlangen, tegenover het gevaar van een dt-
gelijk geval.
Hierbij heelt de schrijver het oog op de in1.'
ving van den Elzas bij Duitschland waarte»
hij zich ten sterkste verzet, omdat dit alle vo
deelen die de vrede aanbracht op den duur z
verwoesten. Duitschland zou eene meer gevau
lijke grens voor zijn veiligheid verkrijgen dt
het nu bezit.
De afstand van den Elzas aan Duitschlm;
zou, ware dit mogelijk, eene verkrachting zij
van het ware beginsel van den eerbied verschil
digd aan de souvereiniteit van de natiën, di
tegenwoordig algemeen erkend is en zou voori
onbestaanbaar zijn met de handhaving van es
duurzame vrede.
HET TOONEEL VAN DEN OORLOG.
Hetgeen wij gisteren verwacht hadden is ge
beurd. Er is opnieuw een groote veldslag gelJ
verd, waarvan wij tot dusver niets meer wett:
dan de volgende officieele dépêche van Konit.
Wilhelm aan de Kouingin inhoudt:
„Berlijn, 19 Augustus.
Groote overwinning van den Koning.
Bivouac bij Rezonville, een dorp bij Mars-li
Tour, Donderdag 18 Augustus negen uren dt
avonds. Het Fransche leger is in sterke stellin
westelijk van Metz heden onder mijn aanvoerit
aangevallen, in een slag die negen uren geduut
heeft, volkomen geslageD, van zijn verbindir
met Parijs afgesneden en op Metz teruggeworpen i
(Get.) Wilhelm." j i
Men mag nu gerust zonder verdere bijzonder
heden te kennen, zeggen, dat de kroonprins vau
Pruisen zonder slag of stoot naar Ch&lons zal 0[>
rukken, gevolgd door een groot gedeelte van he;
leger van prins Frederik Karei en generaal Vot
Steinmetz. Een ander gedeelte zal het naar Met:
teruggeslagen leger in bedwang houden. Mei
kan dus groote gebeurtenissen te gemoet zien.
Dat de Fransche berichten omtrent hunne over
winningen op den lGden en 17den dezer ook tr
Parijs geen onvoorwaardelijk geloof vinden, mogi
blijken uit den inhoud van eenecorrespondentie
uit deze hoofdstad aan de Independance, die wij
hier in hoofdzaak zullen laten volgen endieo.i
den stand van zaken van een juist en bezadigd
standpunt schetst. Wij hebben eindelijk nieuws
van den Maarschalk Bazaine, vangt de briefschrij
ver aan; hij maakt gewag van twee overwin
ningen de een te Gravelotte, de ander te Don
court. Deze laatste zou zelfs zeer groot zijn, it
zoover zij aan den vijand aanzienlijke verliezes
zou hebben berokkend. Welnu, ondanks dit, hos'
de indruk van onze vroegere teleurstellingen Aj'*
bovenhand: men is hier niet gerust ondanks a E
gewichtige tijdingen en zij hebben volstrekt i
die geestdrift verwekt, welke men mogtverwacll
ten. Men verneemt dat zulke overwinningen vot 5
ons bijna even zoo groote rampen teweeg brengetk
als bij den vijand, omdat zij aan ons leger smarlelf
lijke verliezen veroorzaken, terwijl wij maar all
te weinig geregelde troepen bezitten om tegen-;.'!
over den vijaud te stellen. Overigens vraagt mei
zich af, of die overwiuningen ons inderdaad voor
deelen hebben opgeleverd, of slechts rampen heb
ben doen vermijden? Welk een tijd is er noodii
welke beproevingen moet men doorstaan, orcl
de 4S kilometers af te leggen die Metz van Vei!
dun scheiden! Zoolang wij geen dépêche hebben
ontvangen gedagteekend uit de laatstgenoemd;;
stad, die ons meldt dat het geheele Fransche W
ger daar door is getrokken, zoolang kunnen \v;
onze terugtocht niet als bewerkstelligd achtei
Ieder uur vermeerdert de gevaren de vijand
op onze hielen, zij sarren ons, en in plaats vs
vooruit te komen, kost iedere dag ons inanscb:
pen en munitiën, om hun aanvallen af te sla:
Wanneer zullen wij als het zoo gaat te Ci
lons zijn
De waarheid, en ik meen aan inijne vtl-l
plichtingen niet tekort te doen indien ik haargi l
heel zeg, want zij is de uitdrukking van hetgeen'
men hier algemeen gelooft de waarheid i-S
dat de oplossing van den tègenwoordigen staat
van zaken niet te Chalons, maar te Parijs zal 1
geschieden. Er zijn te schrikbarende fouten be
gaan gedurende de verloopen jaren om die
enkele dagen te kunnen herstellen; wij onder
gaan de straf voor onze onachtzaamheid; van
onze rechten beroofd vergaten wij onze plichten-
Maar welk eene verandering is er nu dan ook
zichtbaar 1
Het vernederde Frankrijk neemt de stelling
weder in, die ze vroeger bezat, en ontwaakt; maar
er is eenige tijd noodig om dit besef algemeen te