opstaan. Zij zijn hunne voorzaten, zoowel als hunne nakomelingen indachtig. Zij liebhen achter zich eeuwen van roem en voor zich een toekomst, welke hun heldenmoed vrij en machtig moet maken. „Nooit was het vaderland beter voorbereid tot den geest van toewijding en opoffering; nooit gaf het indrukwekkender en grootscher blijk van de veerkracht en de lierheid van het natio naal karakter. „Het roept met geestdrift: Op, te wapen! Ster ven of overwinnen! is zijn leus. „Terwijl onze soldaten met heldenmoed den vaderlandschen grond verdedigen, ontrust Europa zich met recht over de zegepraal van Pruisen. Men weet niet tot hoever de eerzucht van dien onverzadelijken Staat zou gaan, indien zij werd overprikkeld door een definitieve zegepraal. „Het is een onveranderlijke wet der geschiede nis dat elk volk, hetwelk door overdreven be geerlijkheid het algemeen evenwicht verstoort, een reactie tegen zijne overwinningen in het leven roept en de andere volken tegen zich doet keeren. Deze waarheid kan niets anders dan op nieuw bewezen worden door de feiten. Wie toch heeft belang bij de wedergeboorte van het Duit- sche Keizerrijk; wie kan wenschen dat de Noord en de Oostzee Pruisische meren worden? Zijn het Zweden, Noorwegen, Denemarken, die door de zegepraal van Pruisen vernietigd zouden worden? Is het Rusland, dat meer dan eenige andere Mogendheid belang heeft om het even wicht van het Noorden tegen de Germaansche begeerlijkheid te beschermen? Is het Engeland, dat als groote Zeemogendheid en beschermer van Denemarken tegen de uitbreiding van Pruisens macht ter zee is gekant? Is het Nederland, dat reeds zoozeer bedreigd werd door de verme tele intriges van Bisinarck? Wat Oostenrijk be treft, de herstelling va» het Duitsche Keizerrijk, ten bate van het Huis van Hohenzollern, zou de noodlottigste slag zijn, niet slechts voor de Habs- burgsche dynastie, maar voor het bestaan der Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie. „Pruisen zal ongetwijfeld beloften doen aan het Kabinet van Weenen; maar men weet, hoe veel geloof men hechten moet aau de woorden van Von Bismarck. Welke zoogenaamde waarborg zou ooit sterker zijn dan de banden, welke Pruisen aan den Duitschen Bond hechtten en die door Pruisen, inet verzaking van al zijne verplichtingen en verbintenissen, met zulk een geweld zijn ver- i scheurd? De definitieve zegepraal der Hohenzollerns zou niet minder noodlottig zijn voor Italië dan voor Oostenrijk. Een Germaansch keizerrijk zou tot eiken prijs kusten willen bezitten; het zou ze in het Zuiden zoowel als in het Noorden noodig hebben, en de handen uitstrekken naar Venetië, Triëst en Amsterdam. De wedergeboorte van Italië zou in gevaar gebracht worden. „Wij beroepen ons met vertrouwen op de wijs heid der Regeeringen en volken om Europa aan het despotismus van Pruisen te ontrukken; om ons te helpen, hetzij door bondgenootschappen, hetzij door zijne sympathieën, bij de redding van het Europeesch evenwicht. „Reeds hebben wij reden om te wijzen op gelukkige verschijnselen. Engeland is volkomen bevredigd door onze categorische en zoo loyale verklaringen ten opzichte van de onzijdigheid van België. Het dekt onze noordergrenzen, door zich bereid te toonen ze van de Belgische zijde te ver dedigen, wanneer Pruisen die onzijdigheid zou willen schenden. „De houding van Zweden, Noorwegen en De nemarken trilt van vaderlandsliefde. De keizer van Rusland vereert onzen gezant met. zijne ge heel bijzondere welwillendheid en de invloed rijkste organen der Russische pers voeren een taal, die ongunstig is voor de Pruisische zaak. „Die Oostenrijksche dagbladen, welke aanvan kelijk met eenigen schroom sympathieën voor Bismarck aan den dag legden, zijn genoodzaakt geworden de openbare meening te gehoorzamen en voeren thans een taal, die meer overeenkom stig is met de ware belangen van Oostenrijk. „De keizer van Oostenrijk, de koning van Italië en hunne regeeringen geven ons de ver zekering van steeds bevredigender gezindheden. Oostenrijk en Italië wapenen zich met spoed. De Kabinetten van Weenen en Pesth gehoor zamen aan een gemeenschappelijk denkbeeld en het oogenblik nadert waarop Pruisen van die zijde de ernstige en gewichtigste bezwaren zal ontmoeten. „Onze diplomatie zal niet minder ijverig zijn dan ons leger. „Frankrijk doet een uiterste poging. „Vertrouwen! Vertrouwen! „Onze vaderlandsliefde is opgewassen tegen alle gevaar. Hoe ernstiger de omstandigheden zijn, hoe meer veerkracht de natie zal ontwikkelen. „Alle verdeeldheid houdt op. „De Fransche pers drukt eenstemmig de meest practische, de edelste denkbeelden uit. „De medewerking van den Senaat en het Wet gevend Lichaam zal onze troepen een nieuwe kracht verleenen, en het Frankrijk van 1870 zal aan Europa toonen, dat het niet ontaard is." België. De koning van België heeft gisteren de Wet gevende Kamers geopend. Dit had met de gebrui kelijke plechtigheden plaats. De koning begaf zich vergezeld van den graaf van Vlaanderen en een schitterenden staf, te paard naar het paleis der volksvertegenwoordiging. Z. M. werd overal met geestdrift begroet. Onder de vaderlandsche kreten die aangeheven werden, meent de lndépendance er een gehoord te hebben die tegenwoordig in alle gelederen van de dienstdoende schutterij van het gansche land weerklank vindt, te weten: „wa pens, wapens". Dit slaat op geweren naar den eisch des tijds ter vervanging van de nuttelooze geweren waarmede thans de schutterij gewa pend is. De koning sprak, na ook in de vergadering met warmte te zijn ontvangen, de volgende troon rede uit: Mijne Heefèn! „Op het oogenblik dat de buitenlandsche ge beurtenissen in onze gemoederen het gevoel voor het gemeenschappelijk vaderland in overspanning brengen, was mijn verlangen de volksvertegen woordiging om mij heen vergaderd te zien. „Ik hoop dat de geesel des oorlogs onzen bo dem niet met bloed zal drenken, en dat België, argeloos en welwillend jegens allen, de onzijdig heid niet zal zien schenden, die door ieder der vijf groote Mogeudheden ons is opgelegd en ge waarborgd. „De keizer der Franschen heeft mij geschreven dat het, in overeenstemming met zijne interna tionale verplichtingen, zijn bepaald voornemen is, Belgiës onzijdigheid te eerbiedigen. Zijne Kei zerlijke Majesteit heeft mij tevens het verlangen te kennen gegeven, om bevestigd te worden in zijne opinie, dat België zelf zijne, onzijdigheid zal doen eerbiedigen door alle middelen die ten zijnen dienste staan. Met voldoening heb ik in mijn antwoord de verzekering gegeven, dat de Keizer zich ten opzichte onzer bedoeling niet had vergist. „De regeering van Zijne Majesteit den koning van Pruisen heeft zich evenzeer beijverd om ons de schriftelijke verzekering te geven, dat de on zijdigheid van België door haar zal geëerbiedigd worden, zoolang de andere oorlogvoerende partij haar niet zal geschonden hebben. „Onder de betuigingen van welwillendheid, die ik van de vreemde mogendheden heb ontvangen, doet het mij goed met eene bijzondere erkente lijkheid, waarin het geheele land met mij zal deelen, melding te moeten maken van de harte lijke zorg der regeering van Hare Majesteit de koningin van Groot-Brittannië voor de belangen der Belgische natie, zoowel als van de edelmoe dige ondersteuning, die zij daartoe bij het Parle ment en de openbare opinie heeft gevonden. „Van zijn kant zal België, in de houding, die het internationaal recht ons oplegt, evenmin mis kennen wat het den anderen Staten, als wat het aan zich zelf verschuldigd is. Het zal gedu rende den oorlog aan zijne strikte onzijdigheid dat eerlijk en oprecht karakter geven, naar het welk het tijdens den vrede steeds in alle betrek kingen heeft getracht te Streven. In overeenstem ming met de weuschen der oorlogvoerende par tijen zelve, zal het zich gereed houden tot zelf verdediging, met al den ijver van zijn vaderlands liefde, en met alle hulpbronnen, die voor eene natie liggen in de onweerstaanbare kracht van haren wil. „Reeds heeft mijn Gouvernement op eigen ver antwoordelijkheid de maatregelen genomen, die de omstandigheden vereischten en waaraan de Kamers hare goedkeuring niet zullen onthouden. „Te midden der bezorgdheid, waardoor uwe gemoedereu natuurlijk beheerscht worden zal het Gouvernement in deze buitengewone zitting u slechts eenige wetsontwerpen van dringenden aard ter overweging aanbieden, welker aanne ming niet zal kunnen uitgesteld worden. „Mijne heerenBelgië heeft reeds meermalen eene gevaarlijkebeproeving moeten doorstaan. Geene daarvan was van zoo ernstigen aard als die waarin het thans gebracht is. Door zijne voor zichtigheid, door zijne loyale gevoelens, door zijne standvastige vaderlandsliefde zal het steeds toonen zich zelf waardig te zijn, op de achting aanspraak te mogen maken die het van andere natiën on dervindt en den voorspoed te verdienen dien het zich door zijne liberale instellingen ziet verzekerd. „De Belgische natie heeft de diepe overtuiging van haar recht. Zij kent de waarde van hetgeen zij sedert veertig jaren bezit, van hetgeen zij zoo gelukkig verkregen en zoo eervol bezeten heeft. Zij zal niet vergeten dat zij thans heeft te waken voor het welzijn, de vrijheid, de eer, zelfs voor de zelfstandigheid van het Vaderland. Bij eene zoo heilige zaak vereeuigen zich aller harten in de vervulling der plichten. „Volk en Vorst zullen voor altoos éen zijn van hart en slechts éen leus hebben: Leve Belgies onafhankelijkheid 1 „God wake over haar en bescherme hare rechten 1" De verklaringen van Frankrijk en Pruisen om blijk te geven van hun vast voornemen om Belgies onzijdigheid te handhaven, werden warm toegejuicht. De zinsnede van de troonrede be trekkelijk de zorgen van de Engelsche regeering en de welwillendheid van het parlement en het Engelsche volk, brachten zoowel in de verga dering als op de tribunes een onbeschrijfelijk enthousiasme teweeg. Er scheen aan deze geest drift geen einde te komen toen de koning doelde op de Belgische vaderlandsliefde. Leve België was de roep van de Koninklijke familie, waarop men van alle zijden riep: Leve de Koning! Toen Z. M. op het punt stond te vertrekken, drukte hij met warmte de hand van den afgev. Charles Rogier, oud-lid van het voorloopig be wind. Dit bewijs van achting van den koning aan een van de grondleggers van Belgies zelf standigheid, werd opnieuw met levendige bij valsbetuigingen begroet. HET TOONEEL VAN DEN OORLOG. De Duitsche bladen die heden aankomen be helzen geen bijzonderheden omtrent de groote veldslagen bij Woerth en Saarbrücken. De Fransche bladen zijn heden niet aangekomen. De telegraaf heeft tot dusver heden niets belang rijks van het oorlogstooneel aangebracht. Wij maken daaruit op dat men zich aan beide zijden op een veldslag voorbereidt, waarin niet duizenden maar honderdduizenden tegenover elkander zullen staan. De Franschen zullen zeker beproeven hun verbroken geheel te herstellen, terwijl de Pruisen, berekend en dapper als zij tot dusver waren, den tijd niet nutteloos zullen laten voorbijgaan, maar van de behaalde strategische voordeelen door samentrekking van hunne legerkorpsen gebruik maken. Te Neustadt a/d. Haardt zijn 1100 Fransche gevangenen aangekomen. Het Frankforter Dagblad behelst de volgende dépêche Mannheim, 7 Aug. Hier is het bericht aangeko men, dat Straatsburg door de Duitsche troepen omsingeld is; duizend Franschen zijn gevangen genomen. Zaterdag trok te Berlijn een groot transport Fransche gevangenen door. Van den vroegen mor gen tot den laten avond bevonden zich wel over de honderdduizend personen in den omtrek van het station van den Oosterspoorweg. Op last van de koningin zijn de gevangenen niet door de stad geleid, maar 's avonds langs de spoorbaan die om de stad ligt, vervoerd. De menigte liet zich echter daardoor niet afschrikken en begaf zich naar die plaatsen waar men de gevangenen toch kon zien. Zij werden bij hun aankomst en gedurende den ganschen tocht van sigaren en andere ververschingen voorzien. Het waren meest zouaven en Turcos, die voor deze blijken van welwillendheid zeer dankbaar waren. Een infan terist zeide in het Duitsch, toen men hem ver snaperingen aanbood: „Ik dank u, ik spreek Duitsch, ik ben een Elzasser." De gevangen officieren reden in waggons van de 2de klasse en vertoonden zich niet. Nu, zoo besluit de Küln. Zeil. haar bericht, een deel van het vijandelijk leger ziet zijn wenschBerlin, reeds vervuld; moge dit met de andere schreeu wers van de Boulevards ook het geval zijn. Kalserslaiiteni, 7 Aug. Té Neustadt (aan den Haardt) had bij het doortrekken van koning Wil helm eene indrukwekkende demonstratie plaats. De schilderachtige heuvels in den omtrek waren diclit bezet met Beiersche en Pruisische troepen en door de inwoners der omliggende plaatsen. Er traden verschillende sprekers op. De jubelkre ten ter eere van den koning, Von Bismarck, Moltke en Roon werden ten slotte samengevat in een algemeen Hoch! op Duitschlands eenheid en vrij heid, hetwelk bij het vertrek van den extra-trein, die den koning naar het tooneel des oorlogs moest overbrengen, donderend langs de bergen weergalmde. Homburg (Beiersche Palz), 7 Augustus, kwar tier voor twaalven 's avonds. De vijand is gisteren na den slag van Woerth in de grootste agitatie teruggetrokken. Bij Niederbronn trachtte de Fran sche artillerie stand te houden, maar werd door de Beieren genomen. De vijand trok langs den grooten weg op Bit- sche terug. De Wurtembergsche cavalerie maakte bij Reichshofen eene aanzienlijke hoeveelheid four- rage en vier stukken buit. De weg, waarlangs de Franschen waren teruggetrokken, was met dooden en gekwetsten bedekt. Hedenmorgen is het door den vijaud verlaten Hagenau bezet; ook Sarreguemines is door onze troepen bezet, alsmede, na een kort gevecht, Forbach. Hunchen, S Augustus, 's namiddags. Omtreut den slag bij Woerth, op den 6den dezer, waaraan het eerste Beiersche korps deel nam, zijn de vol gende berichten ontvangen. Des morgens oui 6 uren braken de troepen uit het bivouac bij Ingols- heim op en marcheerden langs diepgelegen zijpa den naar Lobsau in Lampertsloch. Gedurende den marsch hoorde men reeds het kanongebulder der eerste divisie (Stefan) tegen de spits van den vijandelijken linkervleugel. Tegen 1 uur kwam men aan; om drie uren volgde er een geconcen treerde aanval tegeu de position des vijands. Om halfvijf werden de hoogten na een woedenden strijd veroverd en de vijandelijke troepen in wanorde teruggedreven. Onze cavalerie begon hen dadelijk te vervolgen. Wij leden groote ver liezen. De tweede divisie stond in de reserve, maar nam geen rechtstreeks deel aan den slag. Nadere bijzonderheden worden niet medegedeeld. ParJJs, 8 Augustus. Dépêches, uit de departe menten ontvangen, houden in, dat mannen van alle partijen komen toesnellen om wapenen te vragen en dienst te nemen tegen den gemeeueu vijand: 'in i"l ild Een officieele dépêche zegt dat eeu spion, een Pruisisch officier*, is gearresteerd. Het volgend telegram is bij hem gevonden: „Moed. Parijs komt in opstand. Hot Fransche leger zal tusschen twee vuren geraken." De spion is onmiddellijk naar liet hoofdkwartier gezonden. Parijs, 8 Augustus, 's avonds. Officieele berichten. In een dépêche van den prefect van Colmar wordt liet bericht tegengesproken, door den onder-pre fect van Schlestadt medegedeeld, dat de Pruisen over den Rijn waren getrokken. Hij acht het waarschijnlijk dat de Pruisen zich langs den rechteroever naar Saverne begeven. ïletz, 8 Augustus, 10 uren 's morgeus. De gene raal Failly staat in gemeenschap met den-maar schalk Mac-Mahon. De stemming van het leger is uitmuntend. Geen aanval sinds de dépêche van gisteren. In den slag van Fröschwiller is het legerkorps van Mac-Mahon, 33,000 man sterk, door 140,000 Pruisen aangevallen. Parijs, 9 Augustus. De laatste officieele be richten uit Metz, van gisterenavond kwart over tienen, melden, dat het legerkorps van Fai(ly, dat niet in het gevecht geweest is, zich weder bij de hoofdarmee heeft gevoegd, zonder veront rust te worden,., Mac-Mahon volbrengt de bewegingen, die hem zijn voorgeschreven, Op dit oogenblik heeft nergens eenig gevecht plaats. De proclamatie van de ministers is met geest drift ontvangen. Heulen, 9 Augustus. Men zegt, dat de Prpisen Metz bedreigen en MacrMahon zich terugtrekt op Nancy. Toulon, 9 Augustus. (Pari. telegram.) De sche pen Magellan, Panama en Mayenne, die de laatste troepen van lipt Fransche bezettings-korps uit Rome moeten overbrengen, worden elk oogen blik binnen verwacht. De troepen zullen onmid dellijk naar het tooneel van den oorlog worden overgebracht. (Vaderland.) Parijs, 8 Augustus. In het Journal Officiel komt voor het besluit, waarbij de departementen vau de eerste, derde, vierde en zevende militaire qf- deeling en de departementen Cóte d'or, Saóne et Loire, Ain et Rhone, behoorende tot de achtste afdeeling, in staat van beleg zijn gesteld. TELEGRAMMEN. Berljjn, S Augustus, 's Avonds. Ue.Norddeutsche Allg. Ztg. zegtTerwijl het wederstaan der bedrei gingen en vleierijen van den Franschen, Imperator van de bondgenoodschappelijke trouw van Zuid- Duitsehland getuigt, doet zich de volksstem in Noord-Duitschland veel minder hooren over de quaestie, welke voordeelen voor Pruisen uit den oorlog voortvloeien, dan over die hoe rnen Zuid-Duitschland het best zal beloonen voor zijne trouw en zijne opofferingen. De h'reuiieitung schrijft: Een gedeelte der Duitsche pers zet, ook na de -jongste verklarin gen en stappen der Engelsche regeering in zake van de neutraliteit, hare aanvallen op Engeland voort. Dit strookt noch met de rechtvaardigheid, noch met het belang der zaak. Het zou veel pas sender zijn, zooals in de half officieele Provinc. Corresp. is geschied, zijne tevredenheid er over te kennen te geven dat de Engelsche regeering, in overeenstemming met de openbare meening, de noodzakelijkheid heeft erkend van de strikte handhaving der onzijdigheid van Engeland. Weenen, 8 Augustus, 's avonds. De Wiener Abendpost zegt dat de militaire voorzorgen, welke de Oostenrijksch-Hongaarsche Regeering, evenals de overige onzijdige mogendheden, ten gevolge van de politieke gebeurtenissen der laatste we- ken geuoodzaakt is geweekt te nemen, zich bqpa- len tot den aankoop vau paarden, ten einde te voorzien in de behoeften van de volledige leger- orgauisatie in vredestijd en tot het oproepen der door de vermeerdering van het aantal paarden noodzakelijk vereischte aantal manschappen der cavalerie en artillerie. Deze maatregelen over schrijden in geenerlei opzicht de lijn der politiek in strikte, ongewapende neutraliteit, zooals die in de dépêche van den Rijkskanselier van S0 Juli jl. is afgebakend. Wat de verdediginswerken aangaat, waarvan sprake is, deze, zegt liet blad, bestaau alleen in ontwerp. Parjjs, 9 Aug. Ilet grootste gedeelte van liet legerkorps van maarschalk Bazaine wordt te Metz geconcentreerd. Het korps van Frossard is in goede orde op Metz teruggetrokken. Heden heeft er geen gevecht plaats gehad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3