BUITENLAND.
Duitschland.
De koning van Pruisen heeft, gelijk keizer Napo
leon tot de Franschen, eene proclamatie tot de
Duitsche natie gericht. Zij verschilt veel van die
van keizer Napoleon in kortheid en bondigheid
en luidt hoofdzakelijk aldus:
„Aan den vooravond van den naderenden strijd
oor Duitschlands eer en onafhankelijkheid, ont-
ang ik van alle gemeenten en instellingen, kortom
van de geheele bevolking van het Duitsche Va
derland, van alle standen van het Duitsche volk,
zelfs buiten Europa, zoovele bewijzen van gehecht
heid en verknochtheid, dat ik behoefte gevoel
deze eenparige nationale geestdrift van Duitsch-
land openlijk te doen blijken. Ik ben daarvoor
ten hoogste dankbaar en van mijne zijde verze
ker ik aan deze gehechtheid der Duitsche natie
te zullen beantwoorden door een even onwrik-
baren en onkrenkbaren trouw.
„Alle verschil en oneenigheid is van Duitschen
bodem geweken voor de vaderlandsliefde en de
verontwaardiging van alle Duitsche stammen en
hare vorsten.
„Duitschland, thans meer aaneengesloten dan
ooit, ziet in zijne eendracht als in zijn recht, een
waarborg dat de oorlog een duurzamen vrede
zal aanbrengen en dat uit het bloedige zaad een
gezegende oogst van vrijheid en de Duitsche een
heid zal ontkiemen."
De Kölnische Zeitung betoogt in het hoofdartikel
van haar heden verschenen nummer, dat, als
het door Pruisen van de hand gewezen of- en
defensief verbond, dat door de Times openbaar
is gemaakt, waarheid behelst, dit voor Lodewijk
Napoleon de genadeslag is. Dan mag Europa zich
niet langer door zulk een avonturier bedreigen
en mishandelen laten. Dan moet een mensch, dat
alle goddelijke en menschelijke wetten zoo met
voeten treedt als Lodewijk Napoleon, uit de
maatschappij gebannen worden. Dan mogen de
gekroonde hoofden van Europa in hun midden
niet langer een man dulden, die ieder nabuur
gelijk een straatroover met het pistool in de hand
„De beurs of het leven 1" toeroept. Als er nog
een Areopagus der mogendheden bestaat, dan is
dit een geval, dat tot zijn rechterlijken arbeid
behoort.
Voorts is het artikel hoofdzakelijk tot Engeland
gericht, dat niet mag dulden dat Napoleon België
aangrijpt. Wanneer Napoleon België zou willen
aantasten, zegt het blad, zal de Engelsche natie
dat nooit dulden, dan zal men hare heldenda
den zien.
Wij zijn zeer benieuwd naar de ophelderingen,
die de Engelsche regeering van Frankrijk of
Pruisen zal verkrijgen. Intusschen houdt de Times
de echtheid van het stuk vol.
Als het waar is dat Napoleon tot tweemalen
toe aan Pruisen voorgeslagen heeft wat dit door
de Times openbaar gemaakte of- en defensief
verbond behelst; als het waar is dat Pruisen
dit tot tweemalen toe van de hand heeft gewe
zen, dan vreezen wij dat de oorlog, die nu tus-
schen Frankrijk en Pruisen gevoerd wordt, slechts
het voorspel is van een vreeselijk drama.
België.
De ilonileur behelsde Maandag niet minder
dan negenendertig leden der beide Kamers die
benoemd zijn tot ridders, officieren, komman-
deurs, groot-officieren en grootcordons van de
Leopoldsorde.
Onder de gedecoreerden bevinden zich eene
menigte lieden, die door de zaak van Langrand-
Dumouceau en de verchristelijking van het kapi
taal gecompromitteerd werden (Nothomb, Della-
faille, Van Overloop, Vermeire, de Markies van
Rodes, van Cromphant, VVasseige, Magherman,
Van de Woestyne enz.). Men merkt voorts onder
hen op de heeren Cogels üsy en d'Hane-Steen-
huyse, die als leden van den Antwerpschen ge
meenteraad geweigerd hebben grond af te staan
voor de oprichting van het ruiterstandbeeld van
Leopold I.
De liberale bladen vallen het Ministerie over
al deze benoemingeu met bitterheid aan.
De pleidooien in de zaak van Anthonissen
zijn afgeloopen. De verdediger van den beschul
digde, de heer E. Picard, heeft getracht diens
onschuld aan te toOnen. Hij heeft er o. a. aan
de Rotterdamsche justitie of politie een verwijt
van gemaakt, dat zij Anthonissen lichtvaardig
van brandstichting heeft beschuldigd. De substi
tuut van den procureur-geueraal heeft in zijne
repliek dat verwijt ongegrond verklaard en de
beschuldiging volgehouden. Men ziet met belang
stelling de uitspraak te gemoet.
VEESPREIDE BERICHTEN.
In den tweeden brief, dien het Noorden van het
oorlogstooneel ontvangt, lezen wij
„In 't algemeen verkeert men in Nederland,
wanneer ik althans de ervaring in de laatste
dagen van mijn verblijf in Holland opgedaan,
raadpleeg, zeer in dwaling, zoo men reeds spoe
dig eenige beslissende ontmoeting verwacht; hoe
wel de maatregelen tot mobiliseering met den
meesten spoed geuomen worden, zal er zeker
nog meer dan eene week verloopen voordat be
langrijke legerafdeeliugen gereed zijn.
Ook de kommandeerende generaal van het
8ste armeekorps, Von Goeben, dien ikteCobleuz
mijne opwachting maakté en door wien ik met
welwillendheid werd ontvangen, verzekerde mij,
dat stellig niet binnen 8 dagen eene belangrijke
ontmoeting met den vijand, zelfs van die troepen,
die het meest in de nabijheid der Fransche gren
zen slaan, kon te gemoet gezien worden. Trou
wens zoo men de data der oorlogsverklaringen
in 1866 en die der slagen bij llaroueugratz, Trau-
teuau en Sadowa met elkander vergelijkt, zal
men bemerken, dat ook toen, niettegenstaande
Pruisen toen veel beter tot den krijg was toe
gerust dan thans, meerdere weken tusschen de
oorlogsverklaring, de eerste kleinere slagen en
den beslisseuden slag verloopen zijn.
Het eerste treffen zal in elk geval zuidelijker
dan Cobleuz plaats hebben; het hooldkorps (het
2de) onder den kroonprins, zal daarbij betrokken
zijn en den eersten schok der Fransche wapenen
hebben te keeren. Up grond van deze overtui
ging, mij door gesprekken met officieren van den
generalen staf te Coblenz geschonken, zal ik mij
thans zuidwaarts begeven, en daar gedurende
de toebereidselen de voorpostgevechten, die thans
dagelijks op zeer kleine schaal bij Saarbrücken
plaats hebben, gaan bijwonen."
In het Fransche leger, dat tegen de Duitschers
te velde trekt, zullen de verscheidenheden der
Afrikaansche volken vertegenwoordigd zijn. Een
groot aantal Kabyleu heeft dienst genomen om
den veldtocht mee te maken. De bataljons turcos
bestaan mede voor het grootst gedeelte uit solda
ten van Kabylsch ras. Ouder de spahis (Afrikaan
sche ruiterij) zijn ook vele zwarten.
Andermaal zijn twee voormalige Hanoversche
officieren gearresteerd, namelijk de gewezen ka
pitein Von Hartwig, te Hildesheim, en de gewe
zen ritmeester Von Issendorf, teOsnabruck. Ook
tegen graaf en gravin Kielmansegge von Blumenau
is een bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd.
Tevens worden nasporingen gedaan omtrent den
gewezen Franschen gevolmachtigde Rothan te
Hamburg, die zich nog in Duitschland moet be
vinden, en graaf Bremer, die verdacht wordt van
omkoopingen om eene Fransche landing aan de
Noordzeekust gemakkelijk te maken.
De prins van Wallis is benoemd tot president
van het Nationale Comité tot het verleenen van
hulp aan zieken en gewonden.
Men leest in de Liberie: „Wij meenen opnieuw
te moeten wijzen op de geheel sympathieke ge
voelens van Rusland ten ouzen aanzien. W ij heb
ben daarvau een bewijs in de bijzonder vriend
schappelijke wijze, waarop de Czaar ouzen gezant,
den generaal Fleury, ontvangen heeft, en in de
blijken van achting, die hij dezen de laatste da
gen gegeven heeft in tegenwoordigheid van het
leger. Deze feiten zijn eene weerlegging van het
gerucht, door Pruisen verspreid omtrent eene al
liantie, die tusschen deze mogendheid en Rusland
bestaan zou."
Op het initiatief van madame Emile de Gi-
rardiu heeft zich eene commissie van dames ge
vormd, om gelden in te zamelen voor de gekwetste
soldaten. De ex-koningin van Spanje, Isabella II,
heeft het eerst op de lijst geteekend en wel voor
2000 franken.
Het 9de bataljon der mobiele garde van Frank
rijk bestaat uitsluitend uit gefortuneerde jonge
lieden; de armste soldaat daaronder bezit nog
eene rente van 12,000 franken.
Volgens de Figaro doet zich de moeilijkheid
voor, dat geen der gardes de functie van oppasser
wil vervullen, zoodat zelfs de rijkste en voor
naamste moet meedoen aan de minst aangename
corveeën.
Het Journal Officiel bericht thans, dat met de
bewapening der forten rondom Parijs een begin
zal worden gemaakt.
Het. gevecht bij Gersweiler, waarvan gisteren
werd melding gemaakt, gold het bezit van een
spoordraaibrug. De Duitschers vermoedden, dat
de Franschen die wilden bezetten en zonden 3
kompagnieën af, om haar te beschermen de Fran
schen daagden op, maar werden volgens de
Kóln. Zeil. zoo wèl ontvangen, dat zij in het
bosch bij Clareuthal terugtrokken.
Den 23a,,m hebben de Frauschen den aanval
herhaald met drie kompagnieën, maar werden
eveneens afgeslagen. De schoten van de chasse-
pots droegen zeer ver; een boekbinder te Bur-
dach werd door een kogel doodelijk getroffen,
terwijl een andere Duitscher slechts zoo licht
werd gekwetst, dat hij den kogel opnam om dien
als een gedachtenis te bewaren.
Men meldt uit Nancy, dat de geheele bevolking
dier stad aan de Frausche soldaten onophoudelijk
blijken geelt van genegenheid en hartelijkheid.
Gedurende de eerste dagen was er voor de troe
pen geen gelegenheid om zich water van vol
doende qualiteit te verschaffen. De ingezetenen van
Nancy zijn daarop terstond aan het werk gegaan
I om putten te graven, die in overvloed uitmun-
I tend water leveren. Zij houden zich ook ijverig
bezig met het inrichten van ambulances en voe
gen eiken dag aanzienlijke hoeveelheden bij de
bezendingen van levensmiddelen, die voor de kam
pen in de omstreken bestemd zijn. In de voor
naamste straten van Nancy zij 11 de vensters voort
durend met vlaggen getooid.
Men zal zich den vreeselijken moord herinne
ren, die John Jones, alias Tom Jenkens, pleegde
op de familie Marshall te Denham. De onverlaat
vermoordde zeven personen door middel vaneen
grooten moker. Dezer dagen stond hij voor de recht
bank van Aylesbury terecht. De jury, na de ge
tuigen en den verdediger te hebben gehoord,
sprak met eenparige stemmen het schuldig uit.
De gevangene, gevraagd zijnde of hij iets ter
zijner verdediging had in te brengen, verklaarde
dat hij volstrekt niet begreep, waarom men hem
niet ter dood zou veroordeelen. De rechter sprak
het doodvonnis uit. De veroordeelde sloeg op mi
litaire wijze aan en zei op eene eigenaardige
manier: „Dank je wel, mijnheer!"
Aan alle universiteiten van gansch Duitschland,
Noord en Zuid, worden de openbare lessen ge
staakt, want wie in staat is het geweer te voeren
steekt zich in den militairen rok en volgt het leger.
TELEGRAMMEIV.
Londen, 26 Juli. In het Huis der lords heeft
lord Granville medegedeeld, dat hij heden een
onderhoud heeft gehad met den heer De Lavalette,
die verklaarde dat het document, door de Times
openbaar gemaakt, zijn oorsprong verschuldigd is
aan den heer Von Bismarck en een onderwerp
van onderhandeling met den heer Benedetti heeft
uitgemaakt; maar door de beidegouvernemeuten
verworpen werd. De heer De Lavalette had hierbij
gevoegd, dat Frankrijk altijd de neutraliteit van
België geëerbiedigd heeft, zelfs toen het reden
had zich over de houding van België te beklagen.
Die neutraliteit zal niet worden geschonden, zoo
lang Pruisen die zal eerbiedigen.
Iu het Lagerhuis heeft de minister Glad
stone, in antwoord op eene interpellatie vau den
heer Satnuelson, gezegd: Wij konden gisteren
geen opheldering geven over deze zaak. De re
geering heeft dezen morgen een telegram ontvan
gen van lord Lol'tus, meldende dat de Berlijnsche
dagbladen heden zouden openbaar maken den
tekst van een verdrag, gelijk aan dat hetwelk de
Times zonder naam of dagteekening heeft mede
gedeeld. Lord Loftus voegt er bij, dat het docu
ment wordt verzekerd te zijn van Benedetti's hand.
Parijs, 26 Juli. Men verzekert uit officieele
bron, dat het ontwerp-tractaat, door de Times
openbaar gemaakt, het resumé is van pourpar
lers, die na het tractaat van Praag tusschen Bis
marck en Benedetti hebben plaats gehad. Het is
officieel, dat de Keizer nimmer dit ontwerp heeft
goedgekeurd.
Florence, 26 Juli. Aan het slot der interpel
latie van den heer Niculera is met 168 tegen 103
stemmen aangenomen de volgende motie van
orde: „De Kamer, akte nemende van de verkla
ring van het Gouvernement, drukt haar vertrou
wen uit in het Ministerie."
Heulen, 27 Juli. Dinsdag had er een klein
gevecht bij de brug van Rheinheim plaats tus
schen Pruisische ularieu en mineurs en Beiersche
jagers tegen Fransche infanteristen. De laatsten
werden met verlies van éen doode teruggeslagen,
twee Pruisische suppeuis werden verwoud. Den
zelfden dag is de Wurtembergsche hoofdofficier
van den generalen staf, graaf Zeppelin, op eene
verkenning in de omstreken van Hagenau bij
Niederbronn door eene Fransche huzaren-pa
trouille overrompeld.
Alleen graaf Zeppelin is ontkomen, de drie
Badensche officieren en vier dragonders die hem
vergezelden, zijn in 's vijauds handen gebleven.
Volgens berichten van de Frausche voorposten is
éen dezer officieren gesneuveld en zijn de anderen
krijgsgevangen.
Parijs, 27 Juli. Het Journal Officiel deelt het
Keizerlijk besluit mede van den 23«<!11, waarbij
de keizerein benoemd wordt tot regentesse.
De departementen Haut-Rhin en Bas-Rhin zijn
in staat van beleg verklaard.
90,ÜU6 man van de lichting van 1869 zijn op
geroepen.
Het officieele blad, de geruchten tegensprekende
over de Fransche soldaten in Duitschland ver
spreid, zegt dat de keizer heelt bevolen, dat de
gevangenen met de grootste menschlievendheid
zullen behandeld worden.
Het Journal O/Jiciel, sprekende van het zooge
naamde ontwerp-tractaat door de Times meege
deeld, zegt het volgende: Na het tractaat van
Praag hebben werkelijk te Berlijn tusschen Von
Bismarck en Benedetti onderhandelingen plaats
gehad over een ontwerp-verboud. Enkele van de
denkbeelden, voorkomende in het stuk van de
Times, zijn opgeworpen, maar de Fransche Re
geering heeft uuuit schriftelijk kennis gedragen
van een bepaald ontwerp, en wat de voorstellen
betreft, die bij deze onderhandelingen ter sprake
hadden kunnen komen, Napoleon heeft die ver
worpen.
Het zal niemand ontgaan, zegt het Journ. Off.,
in wiens belang en met welk doel men tegen
woordig de publieke opinie in Engeland tracht
te misleiden.
Eindelijk herinnert het blad aan het verbod
aan de dagbladen, die niet van zegel voorzien
zijn, om mededeeling te doen van eenige nieuws
tijding betrekkelijk den oorlog.
Brussel, 26 .Juli. Het Hof van Assises van Bra
bant heeft Anthonissen, den moordenaar der daines
Van der Poel, ter dood veroordeeld.
Hamburg, 26 Juli. De haven is nog niet ge
blokkeerd. Een Fransch eskader kruist tusschen
de Weser en de Elbe. Een honderdtal schepen
ligt bij Cuxhaven gereed om ze bij de nadering
der Franschen te laten zinken.
De bevolking van Osterade heeft tien duizend
thaler uitgeloofd aan dengeen, die den keizer van
Frankrijk gevangen neemt.
Xrlcr, 27 Juli. De onzijdigheid van Luxemburg
wordt voortdurend en in toenemende mate door
de Franschen geschonden.
Hedennainiddag waren 100 Franschen van het
leger bij Sierca in het Luxemburgsche dorp Schleu-
gen en zongen de Marseillaise.
Rechtzaken.
Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan
tongerecht te Leiden den 18don Juli 1870.
4 wegens vuilnis in het water geworpen te
hebben.
1 vuur ongedekt over straat gedragen
te hebben.
2 asch opgehaald te hebben in een on-
overdekten wagen.
2 een vloerkleed na gezetten tijd gerei
nigd te hebben.
1 vuilnis opgehaald te hebben zonder
voorafgedane kennisgeving.
5 het baggeren in den Rijn zonder cou-
sent van H.H. van Rijnland.
1 met een ongemuilbanden hond ge
reden te hebben.
1 overtreding op de jachten visscherij.
2 gemarkt te hebben op andere plaat
sen dan die welke zijn aangewezen.
STATEN-GENFlHAAI-i.
Algemeene belasting op de inkomslen Ier voorziening
in buitengewone uilgaven en Ier vervanging van het
recht van patent. Dit het verslag van het verhandelde
in de afdeelingen blijkt, dat in de sectiën, waar over
het tijdstip der behandeling van dat ontwerp ge
raadpleegd werd, men zich alleszins bereid betoonde,
om tot eenige tijdelijke beding, zoo die thans noodig
mocht zijn, mede te werken. Eeuige leden voegden
daarbij de uitdrukkelijke verklaring van adhaesie
aan de stelling van den miuister van financiën in
zijne rede vau 21 Juli, dat belasting boven leening
de voorkeur verdiende. Intusschen merkte meu op,
dat de Minister niet van dadelijke behoefte maar
van sluiting der begrooting op het papier gewaagd
had. Hoe geneigd om in wezenlijke beboette van
het oogeubhk te helpen voorzien, kon de groote
meerderheid het ontwerp omtrent de inkomstenbe
lasting met anders boschouwen dan als eeu delinitieven
hervormingsmaatregel, met alscballing vau uestaande
belastingen gepaard, en die tot veranderingen van
andere deeleu van ons belastingwezen leiden moet.
De toepassing op de tegenwoordige omstandigheden
is slechts eeue bijkomende zaak, naar de erkeutenis
van den miuister van financiën zeiven, aau eeue
gereedliggende, volstrekt met met dat doel samen
gestelde voordracht gehecht. Zelfs wanneer men het
beginsel ter zijde wilde stellen, dat tegenover buiten
gewone behoelten slechts buitengewone middelen te
pas komen, moest men het tegenwoordig tijdstip ten
eenenmale ongeschikt achten, om dergelijken maat
regel in overweging te nemen. De groote meerder
heid was dan ook verrast, thans een voorstel van
algemeene belastinghervorming te ontvangen, een
onderwerp, waarover zoo groote strijd vau inzichten
heerscht, dat het, in beraadslaging gebracht, leen twist
appel zou kunnen worden op een oogenblk, wuar>n
de meest ongestoorde en eenparige sameuwerking
met de regeeriag wenscbelijk is. Het moest onmoge
lijk worden geacht dut onderwerp thans met de ver-
eischte kalmte en grondigheid te behandelen, zonder
eeu terugblik op de bestaande omstandigneden en
dus ook zonder dat deze invloed hadden of op het
te nemen besluit óf op het licht, waarin de tut staud
te brengen wet zou beschouwd worden. Bovendien
zou de tijd, die van de tegenwoordige zitting der
Kamer nog overig blijft, te kort schieten voor het
tot stand brengen van een zoo ver ingrijpenden
maatregel. Eindelijk kon men hier de ondervinding,
iu de jaren 1848 en 1819 verkregen, met gebeel uit
het oog verliezen; eene ondervinding die geleerd
heeft, dat men met zulke voordrachten wel eens te
veel haast maakt en de zaken zich zender haar schik
ken. Eene minderheid iu enkele der atdeelingen ver-
eenigde zich niet of niet geheel met deze slotsom.
Daartoe behoorende leden wilden onder de beslaande
omstandigheden, ook bij de mingunstige uitzichten
omtrent den verkoop van koloniale pruducteu van
gouvernementswege, de verantwoordelijkheid met op
zich nemen van het uitstel der behandeling eener
voordracht, die nevens haar algemeen en definitief
karakter eene tijdelijke voorziening in geldelijke be
hoelten bevatte. Wellicht ware, naar men in eene
sectie aanmerkte, afscheiding en dus ook vervorming
der voordracht in eene bloot tijdelijke voorziening
denkbaar.
De centrsle afdeeling, kennis genomen hebbende
van het verslag, heelt besloten geen tijdstip voor
de overweging van het wetsontwerp te bepalen. Die
aldeelmg bestond op 25 Juli jl. uit de heereu Storm
van 's liravesande, tijdelijk voorzitter, De Brauw,
Thorbecke, 's Jacob, Fransen van de Futte en Sloet
van de Beele.
LAATaiTJffi BJEKIC'HTIfilN.
Amsterdam, 27 Juli. Rogge. Levering Juli 189,
188; October 200, 199; stemming: iets lager. Raap
olie vliegend 44K; najaar 4141H. Lijnolie vlie
gend 31; najaar 31 32. Koolzaad Sept., Oct.,
Nov. 76.
's-Guavenhage, 27 Juli. Hedenmorgen per trein
van vijf minuten voor elven van den Rijnspoorweg
vertrok Z. K. H. Prins Alexander naar Utrecht,