wet aftredende heeren Van der Boon Mesch, Van
Oordt en Smit van Gelder.
Verkozen werden de heeren Dr. A. Vrolik te
s-Gravenhage met 129, A. P. Ledeboer te Tilburg
met 157 en J. P. A. Franjois te Rotterdam met
218 stemmen.
Tot voorzittend directeur wordt benoemd de
beer Dr. A. Vrolik met 1S4 stemmen.
In 1871 zal de maatschappij te Haarlem bij
eenkomen.
Tot honoraire leden werden benoemd de HH.
K. VV. Van Gorkom te Banding (Java) en prins
MangkoeNegoro, ridder van den Ned. Leeuw, adju
dant des konings in b. d., te Soerakarta.
Nadat het voorzittend departement de gewone
dankbetuigingen had uitgesproken (met een har
telijk woord Prof. V. d. Boon Mesch afzonderlijk
bedenkende) werd de vergadering door den voor
zitter gesloten.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Alweder moet ik u een ongeluk mededeelen;
hedenmorgen is weder een jonge schippersgezel
door bet breken van een stok over boord geraakt
en verdronken; dit is de-5de drenkeling sedert
Zondag. Zeker zijn de meeste dier gevallen aan
ongelukken, maar sommigen ook aan onvoorzich
tigheid te wijten, en ieder moest bekennen dat bet
wonder is dat het bij dit getal ongelukken blijft.
Er verloopt geen week of er vallen hier kinde
ren in 't water, het is verbazend hoe roekeloos
de jeugd te werk gaat en hoe onvoorzichtig de
ouders hunne kinderen bij het water laten spe
len. Er verloopt geen week of er vallen menschen
in 't water; van de drenkelingen alleen wordt
melding gemaakt.
Het ware te vvenschen, dat de politie door ge
paste maatregelen al te zorgelooze ouders tot het
betrachten van hun plicht kon noodzaken.
Gouda, 14 Juli 1870. De V.
Gemengde Berichten.
Men meldt uit Noordwijkerhout dd. 11 Juli
Het ontzettende onweder, dat zich Zaterdag
middag boven deze gemeente ontlastte, heeft ook
hier zoowel als in de omstreken eenige schade
aangebracht. Zoo zijn 2 jonge paarden door den
bliksem getroffen en onmiddellijk dood gebleven,
Te Katwijk aan Zee op het dorp is de bliksem
drie woningen binnengedrongen, zonder dat even
wel brand is ontstaan. Voor zoover wij vernemen,
zijn in deze omstreken geene persoonlijke onge
lukken te betreuren.
Dinsdag gingen te Maastricht drie militairen
in de garnizoensbadplaats baden. Een hunner,
die het eerst in het water sproDg, kwam niet
weder boven; men zag alleen zijne haud ouder
den waterspiegel. Een 12jarig jongentje, M. v. H.,
die zonder gevolg de kameraden van den dren
keling tot hulpaaubrenging aandreef, liet zich bij
de beenen vasthouden en mocht op deze wijze
den drenkeling uit zijn wanhopigen toestand ver
lossen. De modderige bodem, waar hij met de
beenèn was ingezakt, was de oorzaak van dit
ODgeval.
BUITENLAND.
EEN TERUGBLIK.
WAX NUf
Eergisteren en den voormiddag van gisteren
was men algemeen van oordeel, dat het weigeren
van de candidatuur voor den troon van Spanje
door prins Leopold den vrede zou bewaren.
Zelfs het Fransche ministerie moet volgens een
parige verzekeringen van de officieuze pers
bij het ontvangen van dit bericht, de kansen
voor eene vredelievende oplossing erkend hebben.
Het telegram van prins Anton v. Hohenzollern
(vader van den erfprins Leopold) was aan den heer
heid veranderde eensklaps in de grootste onrust.
Zij zagen den anders zoo driesten jager doods
bleek worden; het klamme zweet parelde langs
zijn voorhoofd. Niemand begreep deze plotselinge
veranderingallen stelden zich iets vreeselijks voor.
Deze doodsche stilte duurde geruimen tijd, want
niemand durfde het wagen een woord te spreken
of den ouden jager naar de oorzaak van zijne
ontsteltenis te vragen.
Eindelijk had de jager weder kracht bekomen
om te kunnen spreken. „Ziet gij," zoo ving hij aan,
„die blauwe vlam in den haard? Dat is moord!"
Allen schrikten op het hooren van deze ver
klaring.
„De doffe klank van de klok isbegrafenis 1"
Nog grooter werd de ontsteltenis zijner mede
bedienden. Niemand sprak.
Op hetzelfde stille oogenblik werd het geblaf
van den bandhond op het voorplein aan de
groote poort gehoord.
De jachthond, die nooit de zijde des jagers ver
liet en zich nu ook naast hem had neergelegd,
hief op het hooren van zijn waakzamen mak
ker den kop op en zag den jager aan, alsof hij
hem wilde zeggen, dat hij daarheen moest gaan;
te gelijker tijd liet hij een akelig gehuil hooren.
„Dit huilen," begon de jager weder, „is de dood
van een onzer. God weet wie het zyn zal 1"
Olozaga, den Spaanschen gezaut te Parijs, gericht,
en luidde aldus:
„Ik reken het mij tot plicht, u de copie van
een telegram te zenden, dat ik zooeven tot den
maarschalk Prim gericht heb; Bij de verwikke
lingen, die ten gevolge van de candidatuur van
mijn zoon Leopold ontstaan, verwikkelingen die
ongetwijfeld invloed zullen uitoefenen op de
Cortes, wier votum niet wel mogelijk zonder
inmenging van elementen, waaraan de betrokken
persoon gebeel vreemd is, zie ik uit naam van
mijn zoon, van zijne candidatuur voor den Spaan
schen troon af.
Kasteel Sigmaringen, 12 Juli, 11 uren 28 minuten.
anton hohenzollern."
Deze dépêche werd Dinsdag bevredigend ge
acht. In den loop van den avond bekwam de
Fransche regeering hare officieele bevestiging van
het Kabinet te Madrid. Nog denzellden avond
schreef de keizer een brief aau Ollivier, waarin
hij zijne toestemming gaf tot eene vreedzame op
lossing. Intusschen toonde de houding van de
rechterzijde en een deel van het rechterceDtrum
van het Wetgevend Lichaam, die den volgenden dag
de bekende interpellatie van den heer Duveroois
met bijval begroetten, dat men niet gezind was,
om, zoo zegt de Köln. Zeil., „Pruisen zoo goedkoop
er af te laten komen."
De oorlogzuchtige omgeving van den keizer
schijnt middelerwijl op Napoleon III invloed te
hebben uitgeoefend, want Woensdag-ochtend was
ook hij van oordeel, dat men niet enkel met de
intrekking der candidatuur van prins Leopold
genoegen kon nemen. Sedert echter de heer Du-
vernois in het Wetgevend Lichaam bijzondere
//waarborgen" van Pruisen eischte, heeft ook het
kabinet gemeend verder te moeten gaan. In de
zitting van Woensdag zeide dan ook de hertog
De Grammont, dat het hem onmogelijk was dj
interpellatie van den heer Duvernois voor Vrijdag
te beantwoorden, daar de onderhandelingen mei
Pruisen nog tot geen bepaald resultaat hadden
geleid.
De Köln. Zeil. verklaart dit antwoord zoo, da;
men dus nieuwe eischen aan Pruisen wilde stel
len en zich niet tevreden achtte met de verklaring
dat met de candidatuur van prins Leopold ook
de toestemming van koning Wilhelm van zelf
verviel.
Dat men overigens algemeen het gevoelen voor
stond, dat door het terugtrekken der candidatuur
de vrede verzekerd was, moge blijken uit het
geen na het bekend worden daarvan de officieuze
Constitulionnel schreef:
„De Regeering heeft woord gehouden. De can
didatuur van een Duitschen prius voor den Spaan
schen troon is in duigen gevallen en de vrede
van Europa zal niet verstoord worden. De mi
nisters van den keizer hebben een standvastige
houding aangenomen, gelijk het betaamt, als
men de eer geniet een groot land te regeereuj
Men heeft naar hen geluisterd en aan hunne
vorderingen voldaan.Wij zijn bevredigd. Prins Leo
pold had de kroon van Spanje aangenomen
Frankrijk verklaarde, dat het zich verzetten zou
tegen eene familie-combinatie of eene familie
overeenkomst, die dreigend voor zijne belangen
was; en de candidatuur werd ingetrokken.
De prins van Hohenzollern zal niet in Spanje
regeeren. Wij verlangen Diet meer, en met trots
begroeten wij deze vreedzame oplossing. Eene
groote overwinning, die niet éen traan, niet éen
droppel bloeds gekost heeft."
In denzelfden zin sprak het Journal des Débats;
zelfs de oorlogzuchtige Liberie hield de vrede voor
verzekerd en de geheele wereld scheen deze
meening toegedaan. De fondsen stegen op de
beurzen en de Parijsche Siècle kon dus met recht
zeggen:
„De bladen die wij aanhaalden, schreeuwen
Als vrome christenen maakten allen het teeken
des kruises, en menig „Vader Onzer" werd gepre
veld.
Gedurende deze stilte hoorde men de bandhon
den alle met de meeste woede blaffen; er was
niet aan te twijfelen, of de jager had waarheid
gesproken. Het ergste had men te wachten.
De jachthond sprong met alle geweld tegen zijn
meester, den jager, blafte, liep nu naar de deur,
dan naar den jager: hij moest er uit, daar was
iets vreeselijks gaande.
De jager gaf aan de ingeving van den getrou
wen hond gehoor, nam zijn vuurroer, dat nog
geladen was, onderzocht of het in orde was en
verliet, door den hond vergezeld, het kasteel. De
pluimgraaf en de andere bedienden volgden hem,
en gezamenlijk begaf men zich naar de plaats,
waar een akelig menschelijk gekerm gehoord
werd.
Wij weten reeds, dat zij daar Nol den Hercu-
loër, in een zwavelstokkenkoopman herschapen,
vonden, kermende over zijn gebroken been en de
onrust zijner moeder.
Het is ons reeds bekend, hoe Nol op het kas
teel ontvangen werd, vooral omdat de ongerust
heid, die hen zoo even allen bevangen bad, door
de zwarte voorteekens van den jager, bij de uit
komst bleek ongegrond te zijnhet was een
ieder op hunne wijze: Het land wil den oorlog!
Neen, duizendmaal neen 1 Het land wil niet den
oorlog, wanneer zijn eer niet bedreigd wordt en
dit is tot dusverre niet het geval. Indien het
land den oorlog wilde, zou dan de beurs het
schouwspel aanbieden, waarin zij thans ver
keert
Niet weinig verbaasd waren wij echter bij het
ontvangen van het telegram uit Parijs, dat Gram
mont in het Wetgevend Lichaam bij de mede-
deeling van het telegram, waarbij Leopold afstand
deed van de candidatuur, voegde: „Deonderhan
delingen die wij met Pruisen voortzetten en die
nooit over een ander onderwerp geloopen hebben,
zijn nog niet geëindigd; uit dien hoofde kunnen
wij op dit oogenblik aan de Kamer en het land
onmogelijk verdere inlichtingen geven." Wat hierop
gebeurde gaf maar al te veel blijk van de oor
logzuchtige stemming van een deel der Kamer,
Immers de heer Jerome David, de leider der
rechterzijde, kondigde hierop de volgende inter
pellatie aan
„Overwegende, dat de vorige verklaring van
den minister van buitenlandsche zaken gunstig
door de Kamer was ontvangen; in aanmerking
nemende, dat de daden van het ministerie ten
eenenmale in strijd zijn met die eerste verklaring
en dat de trage gang en de weinige geestkracht,
waardoor de onderhandelingen met Pruisen zich
hebben gekenmerkt, een contrast met die verkla
ring vormen, zoo vraagt spreker verlof oin het
ministerie ten aanzien zijner handelwijze te inter-
pelleeren."
Ook een telegram uit Berlijn verminderde zeer
de goede verwachtingen. Daarin heette het toch,
dat de Fransche regeering zich niet tevreden
stelde met de weigering van den erfprins Leopold
en dat uit dien hoofde de bijeenroepiug van den
Noord-Duitschen Rijksdag in de aanstaande week
werd verwacht.
Maar de maat was vol gemeten toen wij giste
ren het beruchte telegram uit Ems ontvingen, dat
de Fransche gezant, toen de tijding outvaDgen
was dat de prins van Hohenzollern de candida
tuur voor den Spaanschen troon had geweigerd,
van den koning van Pruisen verlangd heeft dat hij
hem machtigen zou naar Parijs te telegrapheeren-
dat de koning zich verbond ook voor later nooit
weer zijne toestemming te geven aan den prins
van Hohenzollern om den troon van Spanje te
aanvaarden. De koning heeft evenwel geweigerd
den gezant ten tweeden male te ontvangen en
liet hem door den dienstdoenden adjudant weten,
dat Z. M. hem niets meer had mede te deelen.
Wat daarvan het gevolg zal zijn, is op het
oogenblik, dat wij ons met dit overzicht bezig
hielden, onbekend, want ook gisteren heeft blij
kens de telegrammen, de Fransche regeering in
het Wetgevend Lichaam niets verklaard. Heden
zal waarschijnlijk de bom moeten uiteenspatten
want het is Vrijdag, de dag der interpellatiën.
Maar hoe de geest te dien opzichte in Duitsch-
laud is, moge blijken uit hetgeen wij hier aan
de Köln. Zeil. van heden ontleeneu
„Over de nieuwe eischen van Frankrijk zeg
gen wij slechts dit, dat zij van de eene tot
de andere grens van Duitschland onder alle
partijen, bij jong en oud, bij mannen en vrouwen
slechts éeu gevoel hebben opgewekt: een gevoel
van toorn en verbittering. Hoe lief men ook den
vrede in Duitschland heeft, zoo hebben zich toch
reeds velen geërgerd, dat Frankrijk in den grond
der zaak ziju wil doorgezet heeft. Maar onder
eene oorlogsbedreiging den koning van Pruisen
zulk een even overbodigen als eeraantastenden
eisch te stellen, dat staat gelijk, zooals een Franseh
blad het waagde te zeggen, met Pruisen te dwin
gen het Caudinische juk onderdoor te gaan."
(Het Caudinische juk heeft zijn naam ontleend
aan de Caudinische bergpas bij de stad Caudium
in het oude Samnium. De geschiedenis leert ons,
zwavelstokkenkoopman, die verdwaald was en
het vallen zijn been gebroken had.
Na een goed onthaal hebben wij Nol met zijn
pseudo gebroken been zien voortstrompelen, door
twee mannen van het kasteel op den rechten
weg gebracht.
Wij weten echter ook reeds, dat hij, aan de
eerste draaiing van den weg, met den meesten
spoed naar Herculo snelde, om daar te bespreken,
wat hij ondervonden had en welke plannen in
zijn hoofd speelden.
Wij hebben Harmen, het opperhoofd der Her-
culoërs, de voornemens van Nol zien deelen en
de dappere Henna het moedige besluit, om zich
van den helm meester te maken, zien toejuichen.
Het zal ons derhalve niet verwonderen, wanneer
wij te eeniger tijd de onrustige Herculoërs bezig
zien, hun plan ten uitvoer te brengen.
DERDE HOOÏDSTtJK.
Een gelukkigen Kerstdag had men op het kas
teel Ittersum beleefdden schepen-president, heer
van Ittersum, was zijn tweede kind geboren:
een kind met een helm. Ieder in den omtrek zou
deelen in zijne vreugde, daarvan was de,tevredene
vader volkomen overtuigd.
dat de Romeinen iu den, tweeden Samnitisch-
oorlog daar eene geduchte nederlaag hebbenj
leden in het jaar 321 v. Chr., onder de cons-
Titus Veturius en Spurius Postumius.
De Samnitische veldheer Cajus Pontius liet, p
Romeinen naar ouder gewoonte, ten teeken J
zij overwonnen waren, onder een juk doorga ^ori
„Op de Tuilleriën waant men namelijk de kaa
legenheid bijzonder gunstig, om de ijverzucht teg
Pruisen een uitweg te openen; want meent mt T
dat het hier slechts een dynastieke quaestie betr.
dan zal de Duitsche natie geen lustgevoelen ornvtr Tjoc
het Pruisische koningshuis in de bres te spring.
Maar men heeft op de Tuilleriën buiten den waa: E
gerekend; men verkeert in eene groote dwalis vel
De Fransche regeering heeft door hare overdrevt
eischen op meesterlijke wijze de zaak van d, i
koning van Pruisen tot een zaak van gans,
Duitschland gemaakt, dat nog altijd een voDk va gpo
vaderlandsliefde en Duitschen nationalen tro; ied<
bezit. Ieder Duitscher zeggen wij, en niet a Ooi
leen ieder Pruis of Noord-Duitscher. Wurtember. spe
wiens trouw aan het verdrag van 1866 aanva; wa
kelijk verdacht was, heeft zoowel den konit pat
als het ministerie voor geval van oorlog van ha: pei
getrouwheid aan den Noord-Duitschen Bond vera cor
kerd. En over Baden en Beieren kunnen wij hetsti He
zwijgen bewaren. Geheel Duitschland van c scl
Alpen tot de Noord- en Oostzee is als ét dal
toornig man, met graagte bereid tot ieder offe: gr<
indien de Franschen zich vermeten durven aa: pai
hunne overmoedige eischen te blijven vasthoude: 1
die niet alleen het zedelijkheidsgevoel va ws
Duitschland, maar van geheel Europa kwetse de
De eenige zwakke hoop op het behoud va Pr
den vrede is daarin gelegen, dat de hertog I
Grammout de beantwoording van de interpellatie zij
tot Vrijdag (heden) uitgesteld heeft." Be
Wie moet, na het lezen van een en ander, nit gr
den indruk krijgen dat de stand van zaken steed sis
onheilspellender wordt? En toch wordt het dage
lijks .moeilijker uit_ den stroom van berichten,di ar
elk oogenblik verandering ondergaan, een oc:
deel te vestigen, welke de oniknooping van e hs
betreurenswaardige crisis, waarvoor wjj staat,
zal zijp. Wat, nuf is dus moeilijk te beantwoor m
den. Hear een, aandrang van de Fransche regee de
ring om den koning vap Pruisen tot iets o\t
te halen, dat te Parijs als eene vernedering wotd,
beschouwd, schijnt ons toe geen ander doel li
hebben dan een vredebreuk onvermijdelijk ti t0
maken. Want welk doel heeft men anders 0[
het oog, nu de prins van Hohenzollern dekrooi
geweigerd heeft, en Spanje zelf van die can hi
didatuur heeft afgezien Dit laatste blijkt uit eet bi
telegram uit Madrid, waarin gemald wordt Jn b:
de Spaansche regeering eene ïpededeeling in dien
zin aan de mogendheden heeft gedaan. ei
Zegt de Indépendance van heden niet een waai éi
woord, wanneer dit blad ten opzichte vap beidt s<
laatste feiten betoogt„Tegenover deze feiten zot
de Fransche regeering meer dan ooi,t schuldij z'
zijn, door hare eischen een oorlog te doen uit
barsten, die een Engelsch minister, de hertoj
van Argyll, eergisterenavond op eep banket vsa
den gemeenteraad te Londen, met geaarzeld heel; c:
ajs ongerechtvaardigd te qpaljficeeren. n
Het telegram dat wfj hedenmiddag te kwar- r
tier voor zessen ontvangen hebben, geeft op
si
onze vraag, WAT NU 1 als antwoordOORLOC v
d
KRIJGSTOERUSTINGEN.
Wij lezen hieromtrent iu den Figaro: g
In de haven van Cherbourg heerscht een: a
groote oorlogsbedrijvigheid; men is druk in de
weer met de bemanning en bewapening van dl v
gepantseereje fregatten La Savgie, La Surv.eilhf.nlt, z
La Guegngg en l'lnyincible.
Ook worden onderscheidene transportschepes
bevrpcht. e
1
Het ongeval, dat allen op het kasteel als oil f
hunne zoete rust wakker geschud en aan dl j
gesprekken eensklaps een einde gemaakt had,
was gebleken van geene beteekenis te zijn. Kot i
men derhalve anders, dan zich weder overgeven
aan de blijdschap, die op het geheele kastee
heerschte; zou men den heer van Ittersum geen
opeer aapdoen, door niet met hem blijde te zijl
over de voorspoedige geboorte van een zoon, eet -
zoon met een helm?
Gepaste vroolijkheid heerschte weder onder df
bewoners van het kasteel: gesprekken van meel i
aangenamen aard werden door den ouden ja- i
ger gehouden: 'alles was vroolijk, alles was rustig
behalve de honden. Deze lieten aanhoudend eet
kermen en janken hooren, alsof zij ontevreden
waren over den nietigen afloop met den zwa.vel-
stokkenkoopman.
Niemand jvermoedde, dat juist de verdwaaldi
zwavelstokkenkoopman, toen hij, zooals hij zeide
zijn been gebroken en met de honden geworsteld
had, deze trouwe huisdieren vergiftigd had. Op:
zettelijk had hij tot dit boosaardige oogmerk eet
fleschje van het hevigst werkende vergif bij ziek
gestoken,: een stuk brood daarmede bevochtigd
en den honden toegeworpen was in een oogea
blik .geschied.
■[\\[or4l .vervolgd,)