Mr. R. F. H. P. L. A. Van Boneval Faure, hoog- leeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid bij de hoogeschool te Leiden Mr. J. G. Kist, raads heer in den Hoogen Raad; Mr. J. Pols, rechter in de arrondissements-rechtbank te Rotterdam; Mr. A. De Pinto, landsadvocaat, deken der orde van advocaten bij den Hoogen Raad; J. Stam, inspecteur-generaal, belast met het bestuur der afdeeling registratie en domeinen bij het depar tement van financiën; H. Manger Mnntz, bewaar der van de hypotheken en het kadaster te Leiden; B. Tideman, notaris te Amsterdam; Mr. B. Van Berckel, notaris te Delft; Mr. J. De Bas, notaris te 's-Gravenhage, als leden; en Mr. G. Van Tien hoven, hoogleeraar in de rechtsgeleerde faculteit aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, als secretaris, ontbonden, onder betuiging van 'sKo- nings bijzonderen dank en hooge tevredenheid aan den voorzitter en verdere leden dier com missie en aan haren bij besluit van den Si"1"1 Maart 1869, n'. 3, benoemden secretaris, voor den door hen volbrachten arbeid. Z. M. heeft goedgevonden aan den kapit.-luit. ter zee N. M. J. Kroef, de luit. ter zee der 1ste kl. J. A. E. Dinaux en A. J. YVillekens, de luit. ter zee der 2de kl. P. Zegers Veeckens, H. G. Hil- debrandt en P. J. Vegelin van Claerbergen, den offic. van gez. der 2de kl. H. L. Reeder, en den oRic. van adm. der 2de kl. J. F. J. Mahieu, ver gunning te verleenen tot het aannemen en dra gen der versierselen, als aan den kapit.-luit. ter zee Kroef van groot-officier, den luit. ter zee Dinaux van officier, en de overigen van ridder der 4de kl., der orde van Nischan Iftihar, hun geschonken door Zijne Hoogheid den Bey van Tunis. Z. M. heeft den heer W. Schuylenburg, thans ontv. der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Axel, benoemd tot ontv. derzelfde middelen te Vlissingen. Amsterdam, 30 Juni. De kiesvereeniging Burger plicht heeft tot candidaat voor het lidmaatschap van den gemeenteraad gekozen Mr. A. S. Van Nierop. 's-Gravenhage, 30 Juni. Hedenmiddag heeftop het kerkhof Ter Navolging bij Scheveningen, de plechtige teraardebestelling plaats gehad van den heer Mr. F. L. Certon, oudste rechter in de arr.-rechtbank alhier. Behalve bloed- en aanver wanten en belangstellende vrienden van den hoog- geschatten en algemeen betreurd wordenden over ledene, werd hem de laatste eer bewezen door zijn ambtgenooten, de heeren Mrs. J. C. Van de Kasteelen, G. N. De Kempenaer, G. B. Ernants en F. A. Th. Weve, door de heeren officier en substituut-officier van justitie, Jhr. Mr. W. M. De Brauw en Jhr. Mr. B. C. De Jonge, door de heeren griffier en substituut-griffier, Mrs. H. J. Soury en A. W. Hartman, alsmede door eenige heeren advocaten en procureurs. Aan het graf werd eerst door Jhr. Mr. De Brauw met de hem eigene welsprekendheid oprechte hulde gebracht aan het karakter, aan de kunde en verdiensten van den waardigen Certon, wiens verlies door velen zal worden gevoelddaarna door den marine-officier C. Bijleveld, zwager van den overledene, en ein delijk door den heer Mr. G. Delprat, het oudste lid der Haagsche balie. 's-Gravenhage, 1 Juli. De zaak van onderwijs en opvoeding hier te lande heeft een gevoelig verlies geleden door den dood van den heer A. D. J. Mioulet, Maandag jl. in 74 jarigen ouder dom alhier gestorven. Nadat hij te Zwartewaal en te Rotterdam als onderwijzer was werkzaam geweest, werd hij herwaarts beroepen als leeraar voor de Fransche taal en de geschiedenis aan eene gemeente-inrichting, later met het Gymna sium samengesmolten, en mocht hij gedurende vele jaren aldaar met vrucht zijne taak vervullen. Bij de reorganisatie van het gymnasium nu eenige jaren geleden, ging hij met eenige andere leeraren tot welverdienden ruststand over, en mocht daarbij de meest vleiende bewijzen erlangen hoezeer zijne ijverige plichtsbetrachting op prijs gesteld werd. Tal van kweekelingen mochten van zijn onderwijs genot hebben. Buitendien was hij op 't gebied dat hem lief was op velerlei andere wijs, ook in geschriften, onbezweken werkzaam; had gedurende een twintigtal jaren de hoofdlei ding van het Weekblad voor 't schoolwezen en onderwijs, ie Wekker, en gaf bij menige gelegen heid, ook op vergaderingen van het Onderwij zers-Genootschap en op congressen, gelijk in we tenschappelijke voordrachten, bewijzen van zijne veelzijdige begaafdheden. Algemeen werd hij geacht om zijn rond, open karakter, zijne harte lijkheid en rechtschapenheid. Als jongeling was hij in 1815 vrijwillig uitgetrokken ter bescherming Van den Vaderlandschen bodem en zoo hij na den gelukkigen afloop van den altijd gedenkwaardi- gen veldtocht uit den krijgsdienst trad, al wat ter verhooging van Neerlands roem strekte, al wat edel en goed en schoon is, vond in den wakke ren, geestvollen Mioulet steeds een krachtigen voor stander, een diep gevoeligeu vereerder. Gisteren, Donderdag-morgen, werd zijn stoffelijk overschot op de begraafplaats Eik en DuineD, nabij 's-Hage, ter aarde besteld. Zijn behuwdzonen en eenige vrienden, meestal onderwijzers en oud- kweekelingen, benevens vertegenwoordigers van verschillende besturen, waaronder dat van het Zilveren Kruis, woonden zijne begrafenis bij, een voudig en zonder ophef, zooals de overledene was. Veel talrijker ware de opkomst van deelnemende vrienden geweest, indien het overlijden van Miou let (wegens buitenlandsche betrekkingen nog eenige dagen verzwegen) reeds meer algemeen bekend ware geworden. Het diep gevoel van de aanwezigen vertolkte den oprechten rouw van zoovelen. Voor de geopende groeve werd de overledene eerst herdacht door den heer Lalleman, hoofd onderwijzer te Moordrecht, die kortelijk herin nerde wat Mioulet meer dan eene halve eeuw lang voor 't volksonderwijs van Nederland geweest was, hoe trouw en onbezweken hij dit behartigd had, en die er op wees hoe zijne christelijke geest levend blijven zal. Vervolgens voerden nog het woord de heeren Furstner namens het bestuur van 't Zilveren Kruis Van Diest als oud-leerling van den overledene, en Van Ham, schoonzoou van den overledene, onderwijzer alhier, die namens de betrekkingen dank zeide voor de eere, aan de nagedachtenis zijns waarden schoonvaders toegebracht. Die eere zal niet de laatste zijn; aan Mioulet verblijft de hulde des harten van velen, aan den arbeid van zijn onverflauwden geest verschuldigd. Middelburg, 30 Juni. Gisteren heeft in eene openbare zitting van de arrondissements rechtbank alhier, de plechtige installatie plaats gehad van Mr. J. W. T. Swaters van Schaumburg, als offi cier van Justitie bij dat college. 's-Bosch, 30 Juni. De gemeenteraad heeft in zijne vergadering van eergisteren goedgekeurd, dat met de Maatschappij van Gemeentekrediet, gevestigd te Amsterdam, eene leeniug zal worden aange gaan, groot f 420,000, om in 65 jaren af te lossen met een anuiteit van 5 pCt. jaarlijks, zoodat in 65 jaren kapitaal met de renten zullen zijn ge dood. Gemengde Berichten. Dinsdag 26 April 11. bezochten twee kommiezen der gemeente-belastingen den Salon des Variétés in de 1ste Lombardstraat van H. W. Lourens te Rotterdam, ten einde te kunnen constateeren dat aldaar eene tooneelvertooning of openbare ver makelijkheid werd gegeven, waarvan door den ondernemer niet vooraf kennis was gegeven aan den controleur der belastingen. Dientengevolge was genoemde Lourens voor de rechtbank ge dagvaard, ter zake van ontduiking der plaatse lijke belasting, welke zaak 11. Dinsdag werd be handeld. De verdediging van den bekl. bestond hierin, dat de bedoelde vertooning slechts eene repetitie was, en daar hij éen lokaal heeft, hij daarin de bezoekers van zijn koffiehuis moet ontvangen en tevens moet doen repeteeren. Naar aanleiding dezer verdediging werd door do rechtbank bij de getuigen een niet onaardig onderzoek inge steld naar de wijze, waarop de vertooning had plaats gehad. De vertooners waren gecostumeerd geweest; een getuige had een man gezien met een boek in de hand, dien hij voor den souffleur hield, en die den vertooners op gemaakte mis slagen opmerkzaam maakte. „De gedresseerde beer, of de soldaat in de klem," was de titel van de toen met begeleiding van muziek opge voerde operette. Eu 't was dus de vraag of men den beer gedresseerd, dan wel zijne dressuur had bijgewoond. Een der get. had een beer gezien niet in de overdrachtelijke, maar in de werke lijke beteekeuis van het woord. Ook hing er een bord aan den muur, vermeldende dat eiken Dins dag van 122 uren muziekuitvoeringen in de zaal plaats hadden. Dit bord was volgens bekl. aldaar van af de kermis blijven hangen en betrof niet de nu loopende Dinsdagen. Hij legde voorts aan de rechtbank over een gedrukt reglement voor de artisteu, door hem onderteekend, alsmede een exemplaar van Lourens Nieuws- en Aivcrtieblad, waarin geadverteerd wordt dat er eiken Dinsdag groote repetitie wordt gehouden. De rechtbank leidde uit al de bewezen omstandigheden af, dat er eene bepaalde openbare vertooning ten too- neele of openbare vermakelijkheid voor het dat lokaal bezoekend publiek werd gegeven, en dat al moge nu ook de bekl. de vertooning als eene repetitie qualificeeren en dit ook werkelijk ge bleken zijn, zulks hoegenaamd iu het vooropge stelde geen verandering brengt, zoolang vaststaat dat die repetitie tevens was eene openbare ver tooning ten tooneele of openbare vermakelijkheid. De bekl. is mitsdien tot f 5 boete veroordeeld. Dinsdag namiddag te halfzeven is op de Nieuw- markt bij de Barndesteeg te Amsterdam een kind van 5 jaren door een kar over het hoofd gereden en in een hopeloozen toestand naar het Gasthuis vervoerd. In het Algemeen Dagblad leest men Hartverscheurend is het volgende feit, dat ons van geloofwaardige zijde wordt medegedeeld: De zer dagen was eene schoonmaakster te 's Hage aan het werk; ze stond op een tamelijk hooge ladder en had het ongeluk te vallen. Zij hoorde een gil, stond doodelijk verschrikt op want ziet, zij was op haar kind, dat naar moeder stond te wachten, ze was op haar lieveling gevallen en 't wicht was dood I Verbeeldt u de smart van de arme vrouw. Maakt een denkbeeld van hetgeen in haar diep getroffen moederhart omging, toen haar man hoe on bedacht I haar nog toevoegde, het kind op haar te zullen wreken. Neen, dét zal hij niet doen; als vader zal hij 't leed beseffen, dat de ongelukkige vrouw vervult, nu zij, onwillig, haar eigen kind doodde YVij vernemen dat Dinsdag-middag op de spoorweglijn door het land van Waas, tusschen St.-Nicolaas en Antwerpen een ongeluk heeft plaats gehad. Men beweert dat een locomotief zou ge sprongen zijn, waarbij volgens gerucht, eenige personen ernstig gekwetst werden. M. Cl. BUITENLAND. Frankrij U. Het wetsontwerp der regeering tot regeling van de jaarwedden der Senaatsleden is in de zitting van het Wetgevend Lichaam van Woens dag verworpen met 157 tegen 22 stemmen. De strekking was, gelijk reeds vroeger vermeld werd, om twee cathegorieën van Senatoren te scheppen, door aan hen die voor de invoering van dit wets ontwerp senaatsleden waren, een jaarwedde van 30,000 franken te laten behouden, maar deD nieuw- benoemden een jaargeld van 15,000 franken toe te leggen. Er zal dus thans in het geheel geen wijziging gebracht worden in de toelagen van de senatoren. De beslissing over eene andere quaestie die bij het wetsontwerp betrokken was, n. I. het maxi mum van het getal senatoren dat jaarlijks be noemd kan worden, is aangehouden. De linkerzijde van het Wetgevend Lich&am heeft Dinsdag-avond eene bijeenkomst gehouden, waarin besloten werd eerst bij de behandeling der staatsbegrooting hare gevoelens over de bui tenlandsche politiek der regeering uit te spreken, maar in ieder geval zou men aandringen op eene vreedzame staatkunde ten opzichte van Duitsch- land, en vervolgens om zich te verklaren tegen de wetten, die ,het verblijf in Frankrijk aan de prinsen van Orleans ontzeggen. Gisteren is de voor acht dagen uitgestelde be handeling van het proces tegen de leden van de Internationale, beschuldigd van het houden van een geheim genootschap, voortgezet. Ter bekorting van dit geding gaf de president, alvorens tot het verhoor van de 38 beschuldigden over te gaaD, het woord aan bet openbaar ministerie. De ad vocaat-generaal Aulois requireerde tot veroordee ling van de beschuldigden, na getracht te hebben, te bewijzen dat de Internationale, die krachtens een vonnis van 1868 moest ontbonden worden, in het geheim in werking is gebleven, en dat de beschuldigden door hunne handelingen getoond hadden nog even ijverig werkzaam te zijn als vroeger. Met het oog op het vergevorderd uur werd het verhoor der beschuldigden tot den volgenden dag (heden) uitgesteld. België. De Indépendance Beige, het hoofdorgaan der pro- gressistische partij, beantwoordt heden een artikel van de Echo du Parlement, het orgaan van het mi nisterie, dat eerstdaags zal altreden, waarin dit blad laat doorschemeren, dat het aan de doctri- nairen niet onwelkom zou zijn als de progres sisten de handen wilden ineen slaan om oppo sitie te voeren tegen het aanstaand clericaal ka binet en laat de Indépendance daarop volgen, om weder een doctrinair ministerie op het kus sen te brengen. De Indépendance wil niets daarvan weten en spoort de progressisten aan zich zelf standig de baan te breken, want de politiek vau het vorig ministerie, de doctrinaire politiek, is geoordeeld, veroordeeld, en zal zich nimmer meer kunnen herstellen. Aangaande de ministerieele crisis deeltjde Indé pendance mede, dat de heer d'Anethan de volgende lijst van ministers den Koning zou hebben aan geboden: Buitenlandsche Zaken, de heer Kervyn de Letteuhove; financiën, de heer V. Jacobsjju- stitie, de heer Coruese; openbare werken, de heer Balisaux, (deze naam klinkt zeer onwaarschijn lijk onder de andere heeren, daar de heer Bali saux als progressist tot lid der Kamer is gekozen), en de luitenant-generaal Eeunen, oorlog. TELEGBAMMEN. Parijs, 30 Juni. Bij de voortzetting van de dis cussie over het wetsontwerp nopens het contin gent voor 90,000 soldaten voor 1873, zegt de mi nister van oorlog in antwoord op Gamier Pagès „Wij hebben de lichting voor het leger met 10,000 man verminderd. Dit was eene uitnoodiging tot ontwapening. Maar ods voorbeeld werd niet ge volgd. Integendeel, Pruisen lijft, evenals vorige jaren, 96,000 man bij zijn leger in. Wanneer ik toegestemd heb in de vermindering met 10.000 man, dan is het, omdat ik als minister vredelie vend wil zijn. Wij bepalen ons derhalve tot eene lichting van 90,000 man, volgens de wet van 1868.' Thiers beweert, dat de linkerzijde zich bedriegt en dat de toestand van Europa niet zoo is, uL- men wel gelooft. „Indien de vrede bewamu blijft,-dan is dat, omdat wij sterk zijn; de over tuiging, die er bestaat, dat Frankrijk eene macu- tige armee heeft, bewaart den vrede. Degeheea wereld, misschien op eene uitzondering na, n den vrede. Oostenrijk werd geslagen, omdat on voorzichtige bezuinigingen op zijn budget het weerloos gemaakt hadden. Bij de fouten van het gouvernement moeten wij niet die der oppositie voegen." Spreker is voor een indrukwekkend le ger en wil tot een lichting van 1UU,0UU man te rugkomen. Hij eindigt aldus: „ik veronderstel, uat gij hier allen uw pticht als vaderlanders eu goede Franschen zult vervullen." Favre vraagt ophelderingen omtrent de bui tenlandsche politiek; hij spreekt tegen de wet van 1868, en vraagt om de nationale garde te doen herleven. Ollivier, Favre beantwoordende, zegt, dat het gouvernement volstrekt niet ongerust is. Ten geeuen tijde was het behoud des vredes meer zeker dan thans. Nergens doet zich een verbitte rend (vraagstuk op. De regeeringen begrijpen, dat de tractaten gehandhaafd moeten worden. De verdragen van 1856 en dat van Praag worden geacht ten uitvoer gelegd te moeten worden. Men vraagt, wat wij gedaan hebben. Wij hebben veel gedaan. Wij hebben de vrijheid ontwikkeld om den vrede te verzekeren. En wij hebben nog iets beters tot stand gebracht; wij hebben de Overeenstemming tusschen de natie en den sou- verein duidelijk doen uitkomen. (Toejuichingen). Wij hebben het Fransche Sadowa, het plebisciet, tot stand gebracht. Den dag daarop zeide uien, dat nu het Fransche gouvernement gemakkelijk onderhandelen kon." Ollivier geeft de opheldering, dat hij aan het woord Sadowa niet de beteeke- nis heeft willen hechten van overwinning of nederlaag, maar slechts heeft willen zeggen, dat het plebisciet aan onze politiek dezelfde kracht bijgezet heeft als Sadowa aan de Pruisische. Verder zeide hij: wat documenten betreft, die hebben wij niet mede te deelen, omdat sedert 2 Jan. geen enkele quaestie zoover gevorderd is, dat men de stukken daarover kan openbaar maken. Alleen de quaestie van het concilie is afgedaan, maar de tijd van openbaarmaking dier stukkeu is nog niet gekomen." Ollivier wijst de insinuatie van Favre terug, dat de keizer den wil van het ministerie bestuurt en hij zegt, dat geen enkel 60uvereiu oprechter het parlementaire regime toepast, dat hij zelf heeft ingevoerd. Favre vraagt, waarom men, als dat alles zoo is, dan niet ontwapent? Meer wil de Kamer niet hooien. Onder groote opschudding en opgewondenheid vordert de lin kerzijde eene hoofdelijke stemming over de slui ting. De meeste afgevaardigden gaan heen en do zitting wordt opgeheven. Madrid, 30 Juni. De hnparcial verzekert, dat de haltjange dienststaat, eindigende den laaisteu Juni, een deficit aantoont vau 700 unllioen rea len, en meent dat het volgend halfjaar een gelijk deficit zal opleveren. Promotie n. Utrecht, 30 Juni. Bevorderd tot doctor in de geneeskunde de heer A. A. Middendorp, geb. te den Ham (Overijsel), na verdediging van een academisch proefschrift. STATEN-GEIVEBAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Bij afwezigheid van den heer Dullert, wordt het voorzitterschap waargenomen door deu heer Bturrn van 'e Graveoande. Na afloop der reeds bepaalde werkzaamheden is de huishoudelijke raming der Kumer aan de orde gesteld. Alsnu is aan de orde: a. het ontwerp tot goed keuring eener akte betroakehjk den ulstuud van rij sa- grond aan de gemeente 's-Giavenhage; b. tol ver.,oj- giug van üootdstuk V der staatsbegrooting voor 1870. Beide ontwei pen worden zonder discussie met al- gemeene stemmen aangenomen. 2°. Wijzigiug der wet van 10 Februari 1844 (Slbl. n\ 6), houdende aanvulling der instructie voor de Algemeene Rekenkamer. Bij de discussie hierover zegt de minister van finan ciën dat hij zich vleit met de hoop, iu de volgende zitting gelegenheid te hebben de comptabilneits-wec aan te bieden. Daarop verklaart de heer Van Goltstein dat nu art. 1 der wet kan vervallen, terwijl ook de heer Van Delden betoogt, dat, om den feitelijken toestand te bestendigen, alleen art. 2 strekt en niet art. 1. Art. 1 in stemming gebracht, wordt verworpen met 35 tegen 24 stemmen. Nadat de minister een kleine wijziging in art. 2 had gebracht, wordt dat art., en voorts de geheele wet aangenomen met 68 stemmen tegen 1de heer Hoffman, 3". Wijziging van art. 29 der wet van 5 October 1841, houdende instructie der Algemeene Reken kamer. Zonder discussie aangenomen. 4'. Bekrachtiging der concessie aan Jhr. Mr. Te- dingh van Berkhout, tot landaanwinning en bedijking van een gedeelte van het Friesche Wad, door nan hechting van Ameland met den vasten wal. Aangenomen met 48 tegen 12 stemmen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3