rende tot het reg. grenadiers en jagers, de overige
regimenten infanterie en het korps pontonniers
worden den 16dm Augustus a. s. onder de wape
nen opgeroepen, alsmede de miliciens van die
zelfde lichting van het 1ste reg. vesting-artille
rie en gedeeltelijk van het 2de reg. vesting-ar
tillerie, en den 14den September daaraanvolgende
weder met groot verlof naar huis gezonden. Het
overige gedeelte der miliciens van de lichting
van 1866 van het 2de en die van het 3de reg.
vesting-artillerie zullen den SOsten Augustus eerst
onder de wapenen optreden en vier weken daarna
weder met groot verlof vertrekken. De man
schappen van bovengemelde lichting, die vóór
den lsten Augustus aanstaande zijn gehuwd,
worden buiten oproeping gelaten.
De heer Mr. J. A. Philipse, voorzitter van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal en presi
dent vau het Provinciaal Gerechtshof in Zuid-
llolland, heeft dezer dagen de residentie verlaten
en zich, tot verder herstel van gezondheid, naar
het buitenland begeven.
Men verneemt dat de heer Mr. C. Van Heu-
kelom zijn ontslag genomen heeft als lid van
den alhier gevestigden Raad van beheer der Ned.
Indische Spoorweg-Maatschappij.
's-Gravenhage, 24 Juni. De Commissaris des Ko-
nings in deze provincie is gisterenmorgen reeds
vroegtijdig naar Leiden vertrokken, om verder een
officieel bezoek te brengen aan de gemeenten
Alkemade, Leimuiden, Rijnsaterwoude, Zevenho-
vèn, Nieuwveen en Nieuwkoop.
Gisteren werd hier ter stede een aanvang
gemaakt met de examens A en B voor Indische
ambtenaren.
Gorcuh, 22 Juni. De schietvereeuiging Wirti
alhier heeft aan het centraal comité van den
Weerbaarheidsbond doen toekomen twee kristal
len wijnkaraffen, met zilver gemonteerd, benevens
een paar zilveren flesschenbakjes, om te dienen
als prijs bij den aanstaanden wedstrijd op de
Wieselsche heide nabij het Loo.
Maassluis, 23 Juni. Op een daartoe strekkend
verzoek van eenige handelaren te dezer plaatse,
is door den Minister van Financiën bepaald, dat
het Rijks-telegraafkantoor alhier tot 15 Sept. a. s.
met doorloopenden dagdienst zal geopend zijn.
Deze beschikking is zeer in het gerief van den
handel, niet alleen voor déze gemeente, maar ook
v,oor dien van het Westland, van waar gedurende
dezen tijd dagelijks groote verzendingen van
aardappelen en fruit, over hier en Rotterdam,
naar Engeland plaats hebben.
Kamp bij Milligbn, 22 Juni. Heden heeft Z.
M. de Koning, vergezeld van Z. K. H. prins
Alexander en eenige officieren, tot zijn gevolg
behoorende, het kamp bezocht en inspectie over
de troepen gehouden. Daarna hebben er oefenin
gen met Snider-geweren plaats gehad en zijn er
eenige manoeuvres gemaakt. Tot dusverre zijn er
geen zieken, maar algemeen houdt men regen
noodzakelijk, ook voor den gezondheidstoestand
der kampeerende troepen.
Aanstaanden Vrijdag wordt Z. M. weder hier
verwacht, ten einde prijzen uit te rijken aan hen,
die met het schieten de meeste punten hebben
behaald. De prijzen zullen waarschijnlijk uit gou
den en zilveren horloges bestaan.
Unix, 21 Juni. Onverwachts werd 11. Donder
dag door den dood aan onze gemeente een man
ontrukt, algemeen bekend, bemind en geacht.
Die man is de 85jarige medicinae doctor Corne-
lis Van der Wielen, geb. te Schaijk, den 23sten
Nov. 1784, in 1807 aan de hoogeschool te Leiden
tpt geneesheer gepromoveerd, gedurende GOjaren
alhier eene uitgebreide praktijk uitoefenende en
tevens als curator der Latijnsche school en lid
der plaatselijke schoolcommissie fungeerende.
De wetenschap verliest in hem een trouwen
beoefenaar met ruimen blik en zeldzame waar
nemingsgave. Bescheiden en eenvoudig wijdde
hij zijn leven enkel aan de verpleging zijner tal
rijke patiënten en aan de studie, zonder zich ooit
op den voorgrond te stellen. Tot den laatsten dag
zijns levens ontving de edele grijsaard zijne pa
tiënten. Nog slechts vier jaren geleden schreef
iiij in uitmuntend Latijn eene Deseriplia dyienteriae
epidemicae, quae grossata til in pago, qui eit Uden.
Middelburg, 22 Juni. In de heden gehouden
zitting van den gemeenteraad is een krediet ver
leend van I 800 ter tegemoetkoming in de kosten
van het iD de maand Augustus alhier te houden
Kilde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Con
gres.
Groningen, 20 Juni. Bij het feest der vereenigde
Weerbaarheidskorpsen in deze provincie, jl. Za
terdag te Slochtereu gevierd, werden de vier
hoofdprijzen door schutters uit deze stad gewon
nen. De eerste en tweede prijs waren door den
Koning geschonken. Er namen 180 schutters aan
de oefening en het feest deel.
Breda, 23 Juni. Door den gemeenteraad alhier is
besloten aan de koninklijke muziekvereeniging
Vlijt en Volharding toe te kennen eene subsidie
van /'600 'sjaars uit de gemeentekas, bij wijze
van proefneming tot het oprichten eener alge-
nieene zang- en muziekschool, onder de bepaling,
dat aan de voorwaarden, vervat in het finantieele
plan, overgelegd door gezegde vereeniging, zal
worden voldaan.
Gr e me ngde Berichten.
«Baby-Farming" of de Bethlehemsche moord-
pensionaten" in Engeland.
Wat is „Baby-Farmiog?" Eene uitdrukking voor
een sociaal kwaad, die moeilijk door een Hol-
landsche vertaling weergegeven kan worden,
maar wier omschrijving is, dat ouders hunne
zuigelingen, zooals wij dit uitdrukken, besteden,
door hetzij tegen geringe kosten hunne kleinen
voedsel en verzorging te doen verstrekken, of hen
voor een iets hoogere som geheel van zich af te
schuiven. Maar in den regel is zulk een beste-
delingshuis van dien aard, dat er de kinderen
op een huiveringwekkende wijze geestelijk en
lichamelijk verwaarloosd worden, en waarvan
dientengevolge grootendeels ouders gebruik maken
die dezen naam inderdaad niet verdienen, en
maar blijde zijn als zij hun last voor een gering
geldelijk offer levenslang van den hals kunnen
schuiven. Van tijd tot tijd kwamen in de En-
gelsche bladen onder het opschrift „Baby-Far-
ming" sterfgevallen van arme verwaarloosde kin
deren voor, die in den regel met zulke verdachte
omstandigheden gepaard gingen, dat op last van
de justitie lijkschouwingen werden gehouden, die
echter meerendeels geen genoegzame bewijzen
opleverden voor een crimioeele vervolging.
Onlangs werden aankondigingen onder dit ver
dacht opschrift menigvuldiger dan gewoonlijk
aangetroffen, en eindelijk is het hoogstwaarschijn
lijk dat een geval, waar de afschuwelijkste ver-
waarloozing van jonge kiDdereD juist op groote
schaal werd bedreven, de rechtvaardige straf niet
zal ontgaan.
De Engelschman, die met een zekere verbol
genheid op de Duitsche huwelijksaanbiedingen,
(die met het afgezaagde„langs dezen niet meer
ongebruikelijken weg" aanvangen) als een ont
heiliging van het huwelijk neerziet, ziet de ove
rigens onbeduidende advertentiën over het hoofd,
die juist de aandacht van zijn dochters, wanneer
zij bij het ontbijt de morgenbladen in handen
krijgen, trekken.
Hier hebben wij met een aankondiging van dien
aard te doen, die niet veel zegt, maar des te meer
beteekenis heeft. Zij luidt aldus: „Aanneming van
kinderen (Adoption). Een goede huisvesting en
moederlijke liefde en zorg worden aan geachte
personen aangeboden, die hun kinderen voorallijd
aangenomen wenschen te hebben. Premie 5 pd ,st.
Men gelieve zich schriftelijk en poste restante te
wenden tot Mrs. Olliver." De aandacht der po
litie werd op deze aankondiging gevestigd. Zij
deed onderzoek en ontdekte na eenige dagen een
vuil krot, waarin tien kinderen, waarvan vijf
tusschen drie weken en drie maanden, op de
meest gewetenlooze wijze verwaarloosd werden
gevonden. Eenige hunner verkeeren nog, ofschoon
aan goede handen toevertrouwd, in groot levens
gevaar, en een zuigeling van vijf weken, die
overeenkomstig de natuur 11 tot 12 pond moest
wegen, slechts 6 pond 3 ons woog -juist het
gewicht van huid en beenderen. De moeder van
dit schepseltje een zekere miss Cohen, die
door de politie opgespoord is, en na erkend te
hebben de moeder te zijn, verzekerde dat zij het
zorgvuldig zou verplegen indien zij het terug kon
bekomen, heeft zich laten bewegen als aan
klaagster op te treden tegen Margaret Waters,
Willis, of Olliver en haar schoonzuster Mary Ellis.
Het eerste verhoor leverde buiten de verklaringen
der politie over deze ellendige en smerige ont
dekking, belangrijke verklaringen op van een
met het gerechtelijk geneeskundig onderzoek
belast geweest zijnden geneesheer. De kinde
ren waren volgens zijn bevinding alle erbar
melijk verwaarloosd, zaten van onder tot bo
ven in het vuil, en hadden zuigflesschen om de
halsjes hangen met ondrinkbare en ongezonde
vloeistof. Een kind had zichtbaar eenige uren
onder den invloed van narkotische middelen ver
keerd; de oogleden waren te zamen getrokken
en het lichaam was nog als het ware levenloos
eenige uren voor bet kind met de overige van
hun toestand onbewuste schaapjes in de kamer
waar de justitie was, gebracht waren. Bij eene
huiszoeking door de politie bewerkstelligd, wer
den 35 apothekersflesschen, waaronder een met
„vergif' op het strookje papier, een aantal brie
ven en een album met photographieën in beslag
genomen.
Allerwaarschijnlijkst zal de regeering zich de
zaak aantrekken en de vervolging leiden. Het
proces zal buitengewoon opzien baren, want niet
alleen heeft de aangeklaagde vrouw Waters er
kend dat zij sinds vier jaren veertig kinde
ren, alle onechte, tot zich genomen heeft,
maar naar men verneemt moeten ook vele fami
liën uit den deftigen burgerstand door het pro
ces sterk gecompromitteerd worden, in zoover
de inhoud van de gevonden brieven zeer gewich
tig moet zijn voor de vertakkingen van dit pro
ces. De in beslag genomen photographiën, onge
veer 150, moeten afbeeldingen zijn van heeren
en dames uit den deftigen stand, en van twee gees
telijken. Een voorraad voedsel werd niet gevon
den, ten minste 2t4 ons worst kan men als zoodanig
niet aaD merken. De tuin achter het huis werd
tot eene aanmerkelijke diepte omgespit, doch er
werd niets gevonden dat de beschuldigden kon
bezwaren, maar volgens de jongste mededeelin-
gen zijn uit een straat in de nabijheid van de
woning der beide beschuldigden, Waters en Ellis,
niet minder dan zestien kinderlijkjes opgegraven,
meest in verregaanden staat van ontbinding ver-
keerende. Op een bruin stuk papier waarin een
lijkje was gewikkeld, bevond zich de naam
van Mr. Waters. Luidens eene latere mededee-
ling weigeren de beschuldigden hardnekkig in
lichtingen te geven over de ouders van de ver
schillende nog in leven zijnde zuigelingen, maar
men verwacht algemeen dat deze zich zullen ko
men aanmelden.
Intusschen hebben de in beslag genomen brie
ven tot de ontdekking van zes personen geleid,
die der beschuldigden hun (onechte) kinderen
toevertrouwd hadden, en in de gewisselde brie
ven staat, dat de ouders van het kind niets meer
zouden hooren of zien, als zij het eens aan een
persoon op deze of gene plaats (steeds des nachts)
zouden afgeveD.
Indien men meer van die Bethlehemsche moord-
pensionaten wil weten, leze men het werk van
Thakkeray, getiteld Vanity Fair.
BUITENLAND.
JTraulri-jJli.
Het kan verkeeren, luidt het spreekwoord, en
dit beaamde het Fransche Wetgevend Lichaam
in hare zitting van Woensdag ten volle. Verheug
den wij ons toch gisteren over het besluit door
deze vergadering in hare zitting van Dinsdag
genomen om de doodstraf voortaan niet meer in
het openbaar te voltrekken, in eerstbedoelde zit
ting werd op dit besluit teruggekomen niet recht
streeks maar zijdelings. De Kamer die de artt.
2 en 3, waarin het beginsel werd uitgemaakt,
had aangenomen, zond, zooals wij gisteren zeiden,
art. 3 naar de vaste commissie van rapporteurs
terug, omdat het geen voldoende waarborgen
scheen op te leveren, die èn het feit der voltrek
king èn de indentiteit van den veroordeelde be
wezen. De commissie meende aan het verlangen
der Kamer te moeten voldoen door artikel 3 uit
het wetsontwerp te lichten en in artt. 2 en 1 het
aantal en de qualiteit van de personen te bepa
len die verplicht zouden zijn of verlof werd ver
leend de terechtstelling bij te wonen. Bij monde
van haar rapporteur, den heer Crémieux, stelde
zij voor dat behalve de magistraten, die wij gis
teren reeds opsomden, ook in de gevangenis zou
den toegelaten worden de gezworenen, die in de
terechtzitting bij het uitsprekeu van het doodvon
nis tegenwoordig waren geweest, en de personen
voorzien van bewijzeD door de prefecten of com
missarissen van politie afgegeven.
Deze nieuwe redactie droeg evenmin de goed
keuring der Kamer weg. En wat gebeurt er nu?
In stede de discussie uitsluitend over dit punt te
voeren, vatten de afgevaardigden Martel en Brame
beurtelings opnieuw de quaestie zelf aan, die
gisteren reeds was uitgemaakt. Wat, zegt de heer
Brame, er wordt beweerd dat de openbare te
rechtstelling geen beilzamen invloed uitoefent 1
Maar dit is geheel in strijd met hetgeen in de
provinciën wordt waargenomen. Daar versprei
den die terechtstellingen een heilzameu afschrik.
Buitendien acht hij het beginsel der vrijheid,
door de voltrekking binnen de muren der gevan
genis, geschokt, en verwondert hij zich dat in eene
quaestie, die eigenlijk eene partieele herziening
van den Code Pénal is, de regeering noch tus
schen beiden komt, noch haar oordeel openbaart of
raad geeft. Hij gaf op die gronden de Kamer in
overweging geen overhaast besluit te nemen,
maar den tijd af te wachten dat de regeering
deze quaestie ernstig zal onderzocht hebben. Deze
woorden met warmte en overtuiging uitgespro
ken, lieten blijkbaar een diepen indruk op de
Kamer achter, die eenigszins getemperd werd
door de korte rede van den heer Laroche-Joubert,
de Zinnicq-Bergmann van het Wetgevend Lichaam.
Diens argumenten brengen de Kamer in eene
vroolijke stemming en geen wonder. Spr. wenschte
toch dat de ter dood veroordeelden zouden her
kend moeten worden op het oogenblik dat zij
de doodstraf zouden ondergaan en wel door hen
die bij hun geboorte tegenwoordig waren, hen
hebben opgevoed en zien opgroeien.
„Zeker door de vroedvrouw en de min" riepen
eenige afgevaardigden hem toe. De heer Fould
en de voorsteller, de heer Steenackers, trachtten
andermaal het wetsontwerp te verdedigenmaar
dezelfde Kamer die Dinsdag met overgroote meer
derheid de twee eerste artikelen aannam, ver
wierp nu art. 4, dat onafscheidelijk van da wet
was. De heer Steenackers begrijpt dat zijn wets
ontwerp zonder dit artikel geen levensvatbaar
heid heeft en trekt het in. De afgev. Nogent
Saint Laurens, zijn medevoorsteller, vereenigt
zich daarmede en het wetsontwerp verdwijnt.
De terechtstellingen zullen dus voortaan gelijk
vroeger in het openbaar geschieden.
Woensdag is met de be handeling van het proces
tegen de ledeD van de Internationale een aanvang
gemaakt. Zij worden beschuldigd van het houden
van geheime genootschappen. Er zijn 38 beschul
digden, waarvan 4 zich in hechtenis bevinden
en 34 op vrije voeten zijD.
Na het aflezen van deze zaak van de rol, ver I T
zoekt de advocaat Laurier de zaak acht dagei r d<
uit te stellen.
De zitting werd hierop eenige oogenblikkei
geschorst, om over deze vraag in raadkamer ti
overwegen.
Bij den terugkeer van de rechtbank zegt d
president dat hij alvorens over de vraag uitspraal dl
te doen, de beschuldigden ieder afzonderlijk zoi
ondervragen. Hij wendt zich het eerst tot dei
besch. Malon en vraagt of deze bereid is te ant
woorden. Deze antwoordt bevestigend, op voor
waarde dat de zich in hechtenis bevindende be
schuldigden mede in vrijheid zullen worden ge
steld. De president antwoordde dat de justiti >Te
geen voorwaarden kon aannemen. Hierop ver
klaart de besch. zich bereid te antwoorden
De pres. Erkent gij deel te hebben uitgemaaki
van een geheim genootschap?
Besch. Malon. Neenik was lid van de Inter
nationale die met open kaart speelt.
De pres. Hebt gij dan geen deel uitgemaak
van een niet erkend genootschap?
Malon. Ik antwoord dat ik mij er weinig vai ,^0,
aantrek hoe het u belieft de vereeniging te noe
men waarvan ik lid was.
De andere beschuldigden antwoordden in den
zelfden geest.
De besch. Pindy antwoordt: Indien gij eeni J0
vereeniging van meer dan 20 personen op he
oog hebt, dan valt de Internationale in die ter
men.
Besch. Carle erkent lid van de International T°te
te zijn geweest, maar in vereeniging met eenigi
millioenen leden.
Besch. Ancel zegt: Ja, ik verklaar lid te zijt
van eene vereeniging, die door de gansche we
reld erkend is.
Besch. Boyer geeft een zoo onwelvoeglijk ant
woord dat de rechtbank hem tot welvoeglijk
heid in zijn uitdrukkingen aanmaant.
Besch. Duval zegt: Wat mij betreft, ik maak
er geen geheim van en ik verkondig het luide
dat lk een republikein en socialist ben.
Nadat de substituut-officier in het aangevraagd
uitstel bewilligd had, verdaagde de rechtbank de
behandeling van dit proces acht dagen, na ook
op de conclusie van den advocaat Laurrier be
volen te hebben dat de vier zich in hechtenis
bevindende beschuldigden op vrije voeten zoudeiiEoe|
worden gesteld onder borgstelling van 500 fr. Lien
„In
ing
ondi
vera
Engeland.
Over het standpunt van de Engelsche kerk te
genover het concilie verspreiden twee brieven,
welke de Times dezer dagen op uitdrukkelijk wi-|,(eta
langen behelsde, licht. De eerste, aan den aartï£ x N
bisschop van Canterbury gericht, luidt aldus:
Portland Place, 16 Juni. Mijn waarde Lordj
Aartsbisschop! Daar ik met genoegen verneem
dat U Weleerwaarde weder volkomen in staal,
zijt alle vragen te beantwoorden, zoo meeu
ik geen verontschuldiging te behoeven aan te
voeren, als ik uw oordeel over een nog al ge
wichtige aangelegenheid verzoek. Vele achtens
waardige personen achten het, naar ik ver
neem, zeer wenschelijk, dat de bisschoppen
der Engelsche kerk op een of andere wijze protest
aanteekenen tegen het te Rome vergaderde Con
cilie. Ik ben volkomen doordrongen van het
loyaal gevoelen, dat menigeen zulk een optreden
in den tegenwoordigen tijd als gepast doet voor
komen. Maar ik kan tevens de overtuiging niet
onderdrukken, eerstens dat al zoude het protest
tegen den vooropgestelden aard en vorming van
het Concilie opgaan, dit reeds lang te voren bij
de bijeenroeping van het Concilie had moeten
geschieden. Maar in de tweede plaats, al werd
een protest tegen de leerstellingen gericht, die
op het Concilie verkondigd worden, dan zou dit
een protest zijn tegen een leer waarmede
uit den aard der zaak de Gereformeerde kerk
van Engeland niets te maken heeft. Over deze
bedenkingen verzoek ik Uw Hoogeerwaarde
raad en inlichting.
Het stuk is geteekend door den bisschop van
Clocester en Bristol, C. J. Ellicot.
Het antwoord op dit schrijven luidt:
Stonehouse, 17 Juni. Mijn waarde Bisschop!
In antwoord op uwen brief wensch ik U
nauwkeurig en openlijk te herhalen, hetgeen ik
reeds aan een ander lid van ons kerkgenootschap
vertrouwelijk geschreven heb. Ik ben niet over
tuigd dat het voor het Episcopaat van de Engel
sche kerk wenschelijk is, voor te gaan met het
uitvaardigen van een manifest tegen de onfeil
baarheid van den paus. De in den ritus van ods
kerkgenootschap voorkomande verklaringen over
de aanmatigingen van de Roomsche kerk zijn
zoo omstandig en duidelijk, dat zij naar het mij
toeschijnt noch uitlegging noch aanvulling be
hoeven. De waardigste, wijste en eenvoudigste
weg dien wij kunnen inslaan, is deze, dat wij
Rome zijn eigen weg laten bewandelen.
De Engelsche kerk heeft, bij mijn weten, tot
dusverre noch van den Ipaus, noch van zijn zooge
naamd oecumenisch Concilie, of van eenige andere
zijde, kennisgeving of mededeeling omtrent deze
zaak ontvangen, zoodat ik de noodzakelijkheid
niet inzie, uit onze rust op te staan, door een
manifest uit te vaardigen. Overigens ben ik ge
in
ien
ach
D I
let k
„O]
aard
rijzi]
olkii
aren
ijksr
ozer
chijr
i hel
ige i
ers j
ormi
aard
audi
eels
neen
ing
andd
;rooti
en t
an
lerzii
lijzor
Eei
le to
'ijksd
Ie nt
'oorb
laari
'oo
Ie Ti
ligd:
„Di
'oudl
and
enlai
;wist'
ilechl
lich
diginj
n st
toow'
Dverij
de b
teuu
gevra
alle