ichil- end u rnal k, of n de itste echt- niet idin n en geefi m al 'aar- xcès, I. De dat larin men .868) n het jfde tU8- chen i het i het tringj i ge jroo ortie t ge- i een Het iaan sren- van -■aan iden van itige eert l III zijn de hten slleo Zon- edei men nog aan eest- pan- llois iup- erde van slij- gen. anu tge- t af hel heb- irik- vol- me- i de ken, bet gen. hij ;ers, /en- en )eze end leer be- irop rde- loor ian, iou- Brig gde ijke met af- van iiëD gin- I in van rapporteurs teruggezonden, hoofdzakelijk grond dat daarin geen genoegzame waarbor- voorkomen om te bewijzen, dat de terechtstel- heeft plaats gehad. IVat ook de uitslag van een nader onderzoek het hoofdbeginsel heeft gezegevierd, en dit ft ons goeden moed voor den kampioen der haffing van de doodstraf, den afgev. Jules Simon, zijn kamer moet houden wegens eene ope- ie aan den hals. n welingelichte politieke kringen wordt in laatste dagen veel gesproken over stappen, die den gedaan worden om de heeren Daru en Buf- weder aan het bewind te krijgen, en daarente- het aftreden van den minister van binnen- dsche zaken, den heer Chevandier de Valdröme, bewerken. Sngeland. n de Staatscommissie, belait om te onderzoe- |n welke bezuinigingen in de diplomatie kun- n ingevoerd worden, verdedigde Lord Claren- |n dezer dagen de kleine gezantschapsposten, ilker opheffing met het oog op bezuinigingen rdt aangeprezen. Onder de kleine gezantschap- In zoo sprak hij zijn vele in Zuid-Duitsch- id begrepen en deze wenschte hij gaarne te [houden; eensdeels wegens de betrokken Ho- in, anderdeels omdat Duitschland tegenwoordig twee kampen verdeeld is, die in de toekomst er eene afzonderlijke politieke gedragslijn kun- n volgen, en voorts ook om den schijn te ver- ijden dat Engeland thans minder in de Duitsche litiek belang stelt dan vroeger. Hij achtte het s geraden de beide Zuid-Duitsche gezantschap- n te behouden en niets van hun vroegere waarde te nemen. - De Fransche Staatscommissie tot onderzoek o de werking van het handelstractaat met En- land heeft drie Engelsche heeren uitgenoodigd, |e in staat zijn omtrent de wol-industrie de beste lichtingen te geven. Deze zijn vertegemvoor- |gers van de Kamer van Koophandel van Man- ester: de heeren Henry Ashworth (de lang- Irige vriend van Cobden), Armytagen van de ma Armytagen en Comp., en John Slagg Jr. Met James du Pré, die onlangs in den ouder- m van 92 jaren overleed, is het oudste voor- alige lid van het Lagerhuis verdwenen, want Ij begon zijn parlementaire loopbaan vier jaar ior den dood van Pitt en Fox, terwijl lord Nel- in het Hoogerhuis en de overleden hertog van Wellington de hertog Arthur Wellesey in het [lagerhuis zitting hadden. Hij werd in het jaar 1778 geboren, vertegen woordigde van 18021812 Gatton, Aylesbury en BVntfnester en behoorde tot de Tory-partij. Zijn aaa oudste zoou, die 67 jaren oud ia, is reeds 80 jaren lid van het Parlement. 1 8e'l— In het Lagerhuis heeft de afgevaard. Richard n voorstel gedaan, om het godsdienstig onder ijs geheel aan de particuliere krachten over te ten, en van staatswege alleen neutraal onder ijs te doen geven. Verder was hij een groot orstander van verplicht onderwijs. Maar het ven van subsidiën aan alle mogelijke secte- holen en allen te dwingen daarvoor hun geld uit geven, achtte hij geheel verkeerd. Kon de laat een godsdienstig onderwijs doen geven, dat ior alle secten goed was, dan ware de moei- kheid, die het geheel weglaten van dit soort -n onderwijs teweegbrengt, opgelost. Maar hier- ian wanhoopte de heer Richard. De onder secretaris van staat Forster bestreed [it voorstel, omdat naar zijne overtuiging de luders te veel hechten aan godsdienstig onder- dan dat dit zou kunnen vervallen. Liet ien het weg, dan zouden de voordeelen, die de et moet teweegbrengen, verloren gaan. Sponje. Het bericht dat de junta of hoofdcommissie der arlisten-partij te Madrid een manifest aan de istie opgesteld had, waarin herstel van de aloude eerschappij der katholieke kerk zelfs met mid delen als door de inquisitie werden gebezigd, 'erlangd en aangekondigd zou worden, is volgens Is jongste tijdingen uit Madrid ongegrond. In de Corteszitting van 20 Juni is door repu- ilikeinsche leden beweerd dat de machtiging tot oorloopige invoering van ontworpen wetten door e regeering niet behoorde gevraagd noch door 4a Cortes verleend te worden, gelijk in dit zit- ngjaar met het nieuwe strafwetboek en andere etsontwerpen is geschied. Doch een voorstel tn het vragen en het verleenen van zoodanige achtiging Toor inconstitutioneel te verklaren is et 116 tegen 86 stemmen verworpen. België. De ministerieele crisis houdt aan. Losse geruchten uilen den tijd aan, die nog zal moeten verloopen horens hetofficieele blad den lande de namen van e nieuwe raadslieden van de kroon bekendmaakt, -ader blad is op zijn manier ingelicht, want terwijl Indépcndance zich in staat acht de mededeeling doen dat aan den graaf De Theux, de leider *an de clericale partij, is opgedragen een nieuw Dabinet samen te stellen, verzekert het Journal les Bruxellcs, de „Tijd" of het clericale hoofdorgaan ¥>n België, in wiens mededeelingen wij in dit val wel eenig vertrouwen stellen, dat de Koning nog geen staatsman tot de rechterzijde behoorende, bij zich ontboden heeft om te raadplegen over den staat van zaken of het bewind aan te bieden. De Indépendance voegt nog bij zijn bericht dat de graaf De Theux zich wegens zijn hooge jaren zou verontschuldigd hebben, hoewel hij Z. M. in overweging zou hebben gegeven hem op te dragen zijn politieke geestverwanten te raadplegen. Men zal zich herinneren dat kort na het ont staan van de crisis de naam van den heer Vilain XIII was genoemd als vormer van een nieuw kabinet. Ook dit logenstraft het Journal de Bruxelles. Het blad verneemt op de meest stellige wijze, dat deze afgevaardigde volstrekt ongeneigd is be vonden om de opdracht tot het vormen van een kabinet of eene portefeuille te aanvaarden. Te midden van een en ander is gisteren een der meest talentvolle volksvertegenwoordigers door den dood ontrukt. De heer Watteu bezweek aan eene verlamming. Hij was een bekwaam advocaat van de Brusselsehe balie, werd den ^u»11 Feb. 1867, tot lid van de volksvertegenwoordiging gekozen, na eenigen tijd het lidmaatschap van de provinciale staten van Brabant te hebben ver vuld, en was geruimen tijd lid van den gemeen teraad te Brussel. Sedert 19 Juli 1865 versierde het ridderkruis van de Leopoldsorde zijn borst. In zijn veelomvattenden werkkring bleek hij in het bezit te zijn van een vluggen geest en buitengewoon redenaarstalent, terwijl hij steeds den grootsten ijver aan den dag legde. Zelfs zij die niet altijd met hem overeenstemden nopens enkele politieke vraagstukken, kunnen zijn admi nistratieve bekwaamheden en zijn ijver voor het algemeen belang niet tegenspreken. De heer Watteu bereikte den ouderdom van 58 jaren. Een ander sterfgeval, dat gisteren te St.-Josse- ten-Noode plaats had, werd algemeen besproken. Het was een der zeldzame overgeblevenen van de legers van de eerste Fransche republiek. De generaal De Hardy de Beaulieu is op 89jarigen leeftijd overleden. Van 1798 tot 1814 nam hij een ijverig deel aan de oorlogen, welke Frankrijk (waaraan Bel gië toen nog behoorde) tegen de meeste Euro- peesche mogendheden voerde. In 1815 was hij te Waterloo als luitenant-kolonel der cavalerie van het Hollandsch-Belgisch leger, en bevond zich naast den prins van Oranje, toen deze werd ge wond. Bij de revolutie van 1830 werd hij benoemd tot generaal, plaatselijken-kommandant van Ant werpen, welks Citadel toen nog door de Neder landers was bezet. Hij verliet nog hetzelfde jaar den dienst ten gevolge van het proces, dat tegen hem werd gevoerd, wegens h.et bevorderen van een besluit van de patriotten-vereeniging, dat ten doel had het uitlokken van manifestation tegen Oranje-gezinde neigingen, die in de omgeving van den regent werden waargenomen. Dit proces baarde veel opzien maar viel ten nadeele van het openbaar ministerie uit. Van 18491860 ver toefde hij in de vereenigde Staten. Toen keerde hij naar zijn vaderland terug, waar hij nu aan een langdurige ziekte is bezweken. De ontslagen advocaat-generaal baron Hody heeft een schrijven tot Z. M. den Koning gericht, waarin hij zijn aandeel uiteenzet in de vervolging tegen Langrand-Dumonceau. Daaruit blijkt dat hij deze zaak geheel in handen stelde van zijn substituut, den heer Crelts, en slechts eenmaal per soonlijk er in gemengd werd om een requisitoir te teekenen. Dit nu was een stuk voor den vorm, van geen waarde hoegenaamd, en indien hij in het teekenen eenig opzet had gezien, niets ware hem lichter gevallen, dan dit door een van zijn substituuts te laten doen. De Eloile Beige bericht, dat de voormalige pro cureur-generaal, de heer Bavay, een antwoord be werkt op het rapport van den minister van justitie, den heer Bara, aan den Koning, waarin de gronden zijn uiteengezet van de ontheffing van dien amb tenaar van zijn betrekking. Hetzelfde blad heeft den 22sten dezer het vol gende telegram uit Verviers ontvangen: Gisterenavond verzamelden zich talrijke groe pen voor het stadhuis, maar alles bepaalde zich tot geschreeuw, gefluit en gejouw. De nacht ging rustig voorbij. TELEGRAMMEN. Washington, 21 Juni. De finantieele commissie uit den Senaat heeft ongunstig gerapporteerd over het wetsvoorstel van Garfield, dat door het Huis der Vertegenwoordigers aangenomen is gewor den, om namelijk voor 95 millioen dollars in na tionale bankbiljetten uit te geven. Thans is een gemeenschappelijke zitting der beide Huizen noo- dig, en men ziet algemeen in, dat de wet van Schenk op de reorganisatie van de Staatsschuld in deze zitting niet meer zal kunnen worden af gedaan. Londen, 22 Juni. Het Lagerhuis stemde heden met 158 tegen 102 stemmen het wetsontwerp van den heer Beaumont af, om de bisschoppen niet meer als leden van het Hoogerhuis toe te laten. Weenen, 21 Juni. Bij de gisteren in Neder. Oostenrijk gehouden verkiezingen voor den Land dag, werden in 17 districten de candidaten der liberale partij gekozen. Slechts drie clericalen werden benoemd. Genua, 23 Juni. Berichten uit de provinciën spreken van nieuwe aanrandingen door roovers in Calabrië. Het rooverwezen neemt daar we der toe. Madrid, 22 Juni. In de zitting der Cortes is heden weder de quaestie van de candidatuur tot den troon ter sprake gebracht. De heer Navarro heeft die van den hertog De Montpensier verde digd en onder anderen aangevoerd, dat de hertog geen Bourbon was, hetgeen werd bestreden door den heer Mador, die geen verschil zag tusschen een Bourbon en een Orleans Deze discussie had geen verder gevolg. Het voorstel van den heer Martos, strekkende om de zittingen der Cortes tot 31 Oct. aanst. te verdagen, is met 91 tegen 41 stemmen aange nomen. Promotie n. Leïdbn, 23 Juni. Bevorderd tot doctoren in de rechten de heeren G. R. Palm, geb. te Curasao, en W. H. J. Janssen, geb. te Roermond, mei Stellingen. Utrecht, 22 Juni. Bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid de heer Nanning Tydeman, na verdediging van een acad. proefschrift, getiteld: Hel stemrecht der gemeente, historisch onderzoek, naar het aandeel dat de gemeente van Christus van oudsher gehad heeft aan de verkieiing der geestelijk heid. 1 ste gedeelte van den Apostolischen lijd tot aan de hervorming. Groningbn, 22 Juni. Bevorderd tot doctor in de Godgeleerdheid de heer A. F. H. Blaauw, geb. te Delft, na openlijke verdediging van een academ. proefschrift, getiteldJezus Christus in de bergrede vergeleken met Jezus Christus in het overige Nieuwe Testament. Gemeenteraad van Leiden. Zitting van heden. Er zijn slechts 12 leden tegenwoordig. Daar dit getal niet voldoende ia om volgens de voorschriften van de Gemeentewet eene vergadering te houden, stelde de burgemeester voor, die tot a.s. Zaterdag te 12 uren uit te stellen. Aldus werd besloten en den aanwezigen leden door den voorzitter voor hun getrouwe opkomBt dank gezegd. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Ingekomen van de Huishoudelijke Commissie, de huishoudelijke raming der Kamer voor het jaar 1871. Naar de afdeelingen verzonden. Aan de orde is de voortzetting van de algemeene beraadslaging over het wetsontwerp, behelzende wijzi gingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De heer Kalft' ontwikkelt zijne bezwaren tegen de wet van 18611'. het behoud der drie trappen van jurisdictie; 2°. het appel in strafzaken; 3°. de uit breiding der jurisdictie van de kantongerechten, wier werkzaamheden aanmerkelijk zullen toenemen en al lengs veranderen zullen in 't geen zij niet moeten zijn, namelijk gewone rechters. Nadat de heer Van der Linden ook de wet bestre den had, toonde de heer Dumbar aan, dat de minister met de meeste kalmte de stemming kon afwachten; de minister heeft vroeger de wet verdedigd, maar hoe kon de minister anders handelen? Hij vond bij zijne optreding de wet in 't Staatsblad, hij was dus, uit eerbied voor do beslissing der Wetgevende Macht, verplicht op 't vele goede te wijzen dat in de wet van 1861 is gelegen maar hij heeft niet medegewerkt tot indiening dezer wet en heeft zich dus geen partij te stellen. De heer Van Voorthuysen wil nog verder gaan; al was er eene nederlaag te duchten voor den Minis ter van Justitie, toch behoeft de Kamer niet on gerust te zijn of te vreezen dat de Minister van die motie zulk eene portefeuille quaestie maken zal. De voor beelden der laatste dagen hebben getoond, dat de gevoelige nederlagen die Ministers lijden, hen hun zetel niet doen ontruimen. Er zijn amendementen aangenomen, na wier aanneming men dacht dat de Minister zich zou beraden of bij net wetsontwerp zou verdedigen of intrekken. De Minister maakte er even wel geen portefeuille-quaestie van. Na de pauze voert de Minister van Justitie (de heer v. Lilaar) het woord. Hij vangt aan met de be wering op te nemen van sommigen, die in de Memo rie van Beantw. gemeend hebben eene apologie te vinden op de wet van 1861. Zelfs heeft de heer Heijdenrijck gezegd, dat eene verwerping van het aanhangig wetsontwerp een onoverkomelijke slag voor den Minister zou zijn. De Minister is dien spr. dankbaar voor zijne vriendschappelijke opmerking en' zal ze gaarne overwegen. Maar, zegt de Minister, ik heb een verzoek, namelijk om noch personen noch de politiek bij deze zaak in 't spel te brengen, want de bedoeling der Regeering is niet anders dan om, met betrekking tot de rechterl. organisatie te ko men op een zeer zuiver terrein en tot eene afdoende beslissing. Meent de Kamer echter dat die wet niet voldoende is voor de behoeften der natie, dan zal de Reg. zich beijveren eene nieuwe rechterl. organ, in te dienen. Nu heeft men wel 's Ministers overgroote sympathie, voor de wet afgeleid uit de aanprijzing in de Mem- v. Beantw. van //het algemeen maken van het hoo- ger beroep in strafzaken," maar de Reg. bedoelde, dat als men 't hooger beroep voor andere zaken wil, het dan ook algemeen moet gemaakt worden. De mi nister verklaart zich ten slotte voor eene stemming over de considerans der wet, in den geest van het voorstel Fokker. De heer v. Lijnden is voor 't voorstel van den heer Fokker, zullende, bij verwerping van den con siderans, z. i. de eerste stap gedaan zijn tot eene gron dige herziening der bestaande rechterlijke organisatie. De heer Heydenryck beantwoordt den heer Van der Linden. De heer Heemskerk Az. doet vooral uitkomen, dat de wijze van verdediging des ministers hem verwon dert en bevreemdt, door zich in zoo groote mate los te maken van zijn eigen voorstel. De minister zeide dat de mem. v beantw. niet alleen geen loftuiting, maar zelfs geene apologie of vergoelijking der wet van 1861 bevatte. Eu de minister gaf zelfs 't middel aan de hand om op de fatsoenlijkste wijze de wet ten grave te dragen. Het komt hem voor, dat de ernst van bet debat daaronder moet lijden. Hij vindt volle vrijheid om de wet van 1861 alsnog niet in te voeren. De heer Gratama ziet van zijne aangekondigde motie af. Nadat de heer Van Eek bet woord had gevoerd worden de beraadslagingen gesloten. Bij stemming over den considerans (met de betee- kenis der al of niet invoering der wet op de Rechter lijke organisatiewordt die considerans verworpen met 48 tegen 12 stemmen. Voor, de heerenv. Beyma, 's Jacob, Heydenryck, Blussé, Knoop, Taets, v. Akerlaken, v. Eek., v. Ree- nen, v. Nispen, Rutgers en de Voorzitter. De minister van justitie trekt daarop het ontwerp nopens de wijziging in het Wetboek van Burgerlijke Rechtvordering in. (Per telegraaf.) Ten slotte heeft de interpellatie van den heer v. Goltstein plaats gehad over de ver wikkelingen met Venezuela. De Min. v Buitenl. En ken verdedigde hetgeen de regeering en de autoritei ten gedaan hadden tot bescherming van personen en eigendommen. De regeering zal verder schriftelijke en feitelijke maatregelen nemen die noodig zulleu zijn de geest der bevolkingen wederzijds, is echter zeer goed. De Minister legde voorts eenige stukkeu over. LAATSTE BERICHTEN. Gisteren werd alhier voor den districts-school- opziener en eene sub-commissie uit de plaatselijke schoolcommissie het examen gehouden voor het verkrijgen van akten van bekwaamheid als be- waarschoolhouderessen. Het practised examen werd afgenomen ter open bare bewaarschool in de Scheistraat. Het theore tisch examen ter kweekschool op het Rapenburg. Zes dames hebben de gevraagde akten bekomen zijnde mejufvrouwen Tam, Huge, Hoogedoorn, Van Houten en Fuchs, allen van Leiden, en Zalm, van Sassenheim. De heer Taets van Amerongen heeft op het wetsontwerp tot regeling van het veeartsenij- kundig staatstoezicht en de veeartsenijkundige politie als amendement voorgesteld, om in plaals van den laatsten volzin der 1ste zinsnede van art 2, luidende: ,/zij worden door Ons benoemd, geschorst en ontslagen", te lezen„Zij worden door Ons benoemd uit personen, die de acte van bevoegdheid als veearts van rijkswege ontvangen hebben. Zij kunnen door Ons worden geschorst en ontslagen? Men weet, dat dit wetsontwerp, na dat over het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het eerst in behandeling komt. Het Zendingfeest te Heilo is gisteren door heer lijk weer begunstigd. Duizenden woonden het bij; alles is in de beste orde afgeloopen. 's-Gravjsnhage, 23 Juni. Het Provinciaal Ge rechtshof in Zuid-Holland behandelde heden eene zaak, waarbij het alleen betrof den diefstal van een halve zoetemelksche kaas, ter waarde van De persoon die deswege terecht stond is genaamd B. Stevens, oud 31 jaren, sjouwer, ge boren en wonende te Gouda, en die, hetgeen uit de verklaringen van getuigen bleek, zich aan dien diefstal zou hebben schuldig gemaakt in den avond van den 6den Mei jl., en wel op den dag vol gende op dien waarop hij uit de gevangenis was ontslagen. Hij had eerst in eene herberg zijne vrienden getrakteerd, zoodat hij eenigszins beschon ken was, en toen, waarschijnlijk op kaas belust, zich daaraan eens willende te goed doen, den diefstal gepleegd. Ter terechtzitting ontkende hij het feit gepleegd te hebben, opgevende de kaas te hebben gekregen van een ander persoon, die, als getuige tegenwoordig, zulks tegensprak. Dal dit echter niet de eerste maal is, dat de besch. zich in handen der justitie bevindt, bleek uit de voorlezing van vijf extract-vonnissen der recht bank te Rotterdam, waarbij hij was veroordeeld op 23 Mei 1861, wegens mishandeling tot 14 da gen op 12 Juni 1862, wegens slaan van een be dienend beambte, tot 6 dagen; op 21 Augustus 1863, wegens enkelen diefstal, tot 6 maanden; op 24 September 1868 wegens slaan en mishan deling tot 1 maand en op 15 April 1869, wegens enkelen diefstal lot 1 maand gevangenisstraf; ter wijl hij bij arresten van dit Hof in hooger be roep gewezen, van 11 October 1834 en 6 April 1867 wegens eenvoudigen diefstal beide malen tot 1 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, zoo dat hij thans voor de achtste maal in hechtenis is. De adv.-gen. Mr. -Van Maanen requireerde vervolgens de schuldigverklaring van den besch. aan diefstal bij nacht in een bewoond huis en zijne veroordeeling onder verzachtende omstandig heden, tot gevangenisstraf van 3 maanden tot 6 jaren. De verdediger van den besch. Mr. Kraeuthler verzocht aan het Hof de vrijspraak. Het Hof deed nog heden uitspraak en veroordeelde hem tot eene correctioneele gevangenisstraf van 6 maanden. Aan het departement van binnenlandsche zaken is heden vergaderd geweest de commis sie ter beoordeeling der plannen tot gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee. Deze commissie werd gepresideerd door den heer Mr. G. De Vries Az. Ook hebben heden aan hetzelfde departe ment heeren inspecteurs van het lager onderwijs der verschillende provinciën, eene vergadering gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3