genomen. Dit zou slechts een uitstel geven van hoog stens 6 weken. Indien men dan besloot tot de be noeming van 5 technici om den Raad over de quaestie in het algemeen te dienen van prae-advies, dan kon die commissie tevens de proef van het systeem Liernur op Amsterdamscben bodem waarnemen. Vermits genoemde Raadsleden min of meer uit gingen van het denkbeeld, alsof de wethouder van publieke werken door het thans aanhangige voorstel gemelde proefneming met het systeem Liernur van de baan wilde schuiven, gaf zulks aanleiding tot de pertinente verklaring van dien wethouder, dat dit het geval niet was, en de beslissing over de proefneming met het systeem Liernur vrij blijft; dat hij alleen om het hooge gewicht der vraag in het algemeen en het mis schien wel noodzakelijk langdurig onderzoek der technici, het voorstel tot de benoeming daarvan aan het andere voorstel had doen voorafgaan. Op die verklaring werd een voorstel van den heer Jager met 20 tegen 12 stemmen verworpen, om eerst over de Looiersloot te beslissen. Bij die ge legenheid verklaarde de heer A. Van Bosse dat hij de afdamming van het IJ voor een ramp hield voor Amsterdam, dat daardoor de voordeelen der natuurlijke waterverversching zou verliezen en tot kunstmatige moest overgaan. Op aandrang van een aantal leden werd een onderzoek van het plan van den heer Van Niftrik gescheiden van de vraag in het algemeen, terwijl volgens een voor stel van den heer Luden werd besloten, om het mandaat der tot het onderzoek te benoemen com missie aldus te formuleeren: dat zij in last kreeg een plan te ontwerpen of voor te dragen tot rei niging of reinhouding van den bodem en de wa teren van Amsterdam, ook in verband met de afdamming van het IJ. Volgens deze redactie is dus het uadeelige dier afdamming niet door den Raad priori aangenomen. In de volgende ver gadering zal door Burgemeester en Wethouders een nominatie voor gemelde commissie worden voorgedragen. Het spoelstelsel, waarop het plan van den heer Van Niftrik berust, is intusschen reeds door de heeren Holtzman en Van der Toorn afgekeurd, wegens de ongunstige resultaten o. a. in Londen, en derhalve ook door deskundigen veroordeeld. De Raad heeft den tooneeldichter Johannes Hilman tot lid der commissie voor den stads schouwburg benoemd, in plaats van het aftredende lid, den rechter Mr. P. J. Suringar. De andere belangrijke onderwerpen zijn nog uitgesteld. O. a. het plan voor de derde gasfabriek wegens het overlijden van een der concessionarissen, Mr. Roose Haverkamp. Amsterdam, 15 Juni. Door den heer Gerard A. Heineken alhier, werd heden in het openbaar aanbesteed de bouw eener Mouterij, voor de bierbrouwerij „de Hooiberg," aan den Buitensingel. Aangenomen door de heeren Staal en Haalmeijer, voor 56,765. 's-Haqe, 15 Juni. Per Rijnspoorweg vertrokken hedenmorgen met den trein van 10 minuten over halfacht naar Rotterdam Z. Exc. de miuister van binnenlaudsche zaken Fock en de heer secretaris generaal Hubrecht. Genoemde heeren begeven zich, naar men verneemt, van daar naar Moerdijk per Grand Central Beige, om den kortelings op de brugpijlers geplaatsten eersten boog te bezien. Rotterdam, 15 Juni. Heden heeft de inwijding plaats gehad der Gereformeerde diaconieschool, aan de Eeodrachtslaan alhier. Bij deze eenvou dige plechtigheid waren tegenwoordig de heer Burgemeester en de heer J. L. Nierstrasz, secre taris der gemeente, als vertegenwoordigers van het Stedelijk Bestuur; voorts de plaatselijke School commissie, de Algemeene Kerkeraad, het Colle- gie van Gecommitteerden, oud-kerkeraadsleden, re genten der Gereformeerde diaconiescholen, enz. Schiedam, 15 Juni. Gisterenavoud had in het Hervormde weeshuis alhier eene eigenaardige feestelijkheid plaats. De heer Mr. K. A. Poort man, ter eere van wiens vijfentwintigjarig regent schap de verschillende localen sierlijk gedecoreerd waren, verhoogde de vreugde door zijne aanwe zigheid; op gulle en onbekrompen wijze werden de weezen onthaald, terwijl tropeeën, eerepoor ten en illuminatie het feestelijk aanzien en de vreugde niet weinig verhoogden. Bodegraven, 15 Juni. Op de puinhoopen te dezer plaatse heerscht thans eene ongemeene be drijvigheid. Behalve de inwonende ambachtsbazen met hunne knechts, schat men het aantal vreemde werklieden op p. m. 200. De ruïnen hebben dan ook dat groteske verloren, hetwelk in de eerste dagen na den brand zoo onbeschrijfelijk indruk wekkend was. Allerwegen worden de muren omgetrokken, terwijl tal van handen bezig zijn om de gave steenen van de kalk te ontdoen en het puin op te ruimen, dat in zware schepen naar Medemblik vervoerd wordt tot versterking der zeedijken aldaar. Van de zeven in gebruik zijnde soldatententen worden twee ingenomen door het werkvolk van buitenmisschien slaat men ten hunnen behoeve nog eene loods op; althans het plan daartoe is geopperd. Enkele par ticulieren hebben van dit middel reeds gebruik gemaakt, en zetten op die wijze hunne zaken voort. Ook de Luthersche Gemeente zal in den tuin barer pastorie eene houten hulpkerk doen opslaan, ten einde hare godsdienstige bijeenkom sten geregeld te kunnen houden. De Brugstraat zal vernauwd worden, om de winkels wat die per te doen worden. Of de vroeger in deze straat prijkende kostschool van den heer Van Buuren herbouwd zal worden, blijft nog in het onzekere. Utrecht, 15 Juni. De gezondheidstoestand in deze gemeente is in den laatsten tijd aanmerke lijk verbeterd. Evenwel doen zich nog vele ge- i allen van mazelen onder de kinderen voor, die meestal echter niet van kwaadaardigen aard zijn. De pokziekte, waarvan alhier en in andere ge meenten der provincie enkele gevallen voorkwa men, schijnt zich niet verder te verspreiden; het inenten en herinenten werd zoo veel mogelijk bevorderd. In deze gemeente hebben zich sedert eenigen tijd vele gevallen van diarrhée en enkele geval len van cholerine voorgedaan, welke laatste ech ter van weinig beteekenenden aard waren. Enschedé, 14 Juni. De collecte ten behoeve van de noodlijdenden door den brand te Bodegraven heeft in deze gemeente de som van ƒ740.84 op gebracht. Heerenveen, 12 Juni. De aanhoudende droogte, gepaard met schrale noordenwinden begint een nadeeligen invloed op vele weilanden en veld vruchten uit te oefenen. Het gras in de weide vermindert en op de hooggelegen stukken is het reeds aan 't kwijnen, uit gebrek aan vocht. Met het maaien der binnenlanden is men reeds be gonnen. De eerste snede valt vrij algemeen af; het gras is lang genoeg, doch het ondergras staat ie hol. De boekweit staat kwijnende, ook de haver lijdt door de droogte. De aardappelen hebben mede een armoedig aanzien, doch de rogge staat zeer schoon. Algemeen wordt vurig naar een verkwikken- den regen verlangd. Dokkum, 13 Juni. Pas hebben eenige polder jongens en hun onderbaas aanstalten gemaakt, om tot de eerstdaags aan te vangen droogmaking en slatting van de Petsloot onder Driesum enz. hunne machine te plaatsen en de vereischte kee- ten te bouwen, of ziet! „de dag des Heeren" (gisteren) kon niet beletten, dat het werkvolk reeds in botsing kwam met politie-autoriteit en eigenaars-naastlegers. Nog is het tumult bij hevige woorden alleen gebleven; maar afgaande op de dreigementen, welke nu reeds zijn gedaan, is het te voorzien, dat de voorgenomen slatting in Dantuniadeel niet zoo rustig zal toegaan, als die in Kollumerland, waar orde, vrede en inschik kelijkheid getuigen van een echt humanen geest, ook onder het poldervolk. Tietjerksteradeel, 1U Juni. Ook hier is een soort van grève ouder de werklieden uitgebroken. De landbouwers hebben reeds lang geklaagd, dat ze geen baas meer waren en zich de wet moesten laten voorschrijven. Nu zijn sommige timmermans bazen in verlegenheid en andere vreezeo er in te komen. Er is tegenwoordig veel werk. Allen hebben de hauden overvol. Daarvan maken de timmermansknechts gebruik en eischen hooger loon. Sommige hebben den arbeid gestaakt totdat aan hunne weuschen voldaan zal zijn, maar de bazen zijn daartoe niet zeer genegen, omdat het aangenomen werk daarnaar niet is berekend, en de klachten over hooge nieuwjaarsrekeningen voor het loopend werk hun nu al onaangenaam in de ooren klinken. De grèveerende timmerlie den vragen verhooging van 1 cent per uur, of 11 cent in het geheel gedurende 13 uren daags. Neemt men in aanmerking, dat velen des winters hun werk vergeefs bij de bazen gaau zoeken, dan is hun eisch nog zoo onbillijk niet. De kamerhuur en de levensmiddelen zijn over het algemeen duur. Damivoude, 12 Juni. Stormachtige rukwinden hebben gisterenavond tusschen 6 en 8 uren in onze wouden gewoed. De hooge en droge zandgronden zijn hier en daar als in eeu woes tijn herschapen. Althans vele jonge veldgewassen, bijzonder erwten en boontjes, zijn gedeeltelijk vernield; vlasstengels geknakt of met afgeslagen boomtakken bezaaid. Hopende op het nederdalen van een laugverbeiden regen, zag menig bouw man niet alleen daarin zich teleurgesteld, maar aanschouwt hij nu integendeel „een gruwel der verwoesting," welke hem een schade zal aan brengen, door geen regen wellicht meer te her stellen. Gemengde Berichten. Een zeker commissionnair te Amsterdam wij willen hem V. noemen, vertrouwde Zaterdag voor Pinksteren aan een zijner ondergeschikten, dien wij X. zullen heeten, een brief met 14,000 om naar het postkantoor te brengen en aan te teekenen. De jongeling doet hetgeen hem gezegd is, althans hij gaat naar het postkantoor, komt terug en rijgt het vermeende refu aan het lias- koord op. De heer V. gaat met de Pinksterdagen uit de stad, de heer X. krijgt verlof hetzelfde te doen. Bij zijn terugkomst vindt de heer V. twee brieven, een van een zijner handelsvrienden waarin bevreemding wordt uitgedrukt over het niet ontvangen eener som van ƒ14,000, een van den vader van X. met informatie of op het kan toor ook iets van mijnheer zijn zoon bekend was. Mijnheer zijn zoon zat echter reeds in Londen, en schreef beleefdelijk aan zijn gewezen patroon dat de nummers der bankbiljetten die in het boek stondeD, expresselijk vervalscht waren, en dat het niet verhoogen van zijn salaris tot de daad aanleiding had gegeven. De heer V. is 14,000 kwijt, en X. zit straffeloos in het asyl van alle oplichters en dieven, Londen. (IV.) Kamers te huur! Van het huis in de Spuistraat te's-Gravenhage dat eergisterenavond bijna geheel door de vlam men werd verwoest, zijn slechts de muren blij ven staan, plus geheel ongeschonden I het bordje waarop men leesthier zijn gemeubileerde kamers te huur. Of er nu wel veel navraag komen zal, vooral met het oog op het ameublement, betwijfelen wij sterk. BUITENLAND. Frankrijk. De diplomatieke wijzigingen reeds voor eenige dagen aangekondigd zijn eindelijk in het Journal O/ficiel verschenen. Zoo vaDgt het artikel aan, dat de Siècle heden aan die veranderingen wijdt, en vervolgt dan hoofdzakelijk aldus: Die beweging vindt haar weerslag in den Senaat, want de Pairska mer wordt verrijkt met twee nieuwe „illustratiën," volgens de echt constitutioneele uitdrukking en dit zijn de heeren Bourée en de markies de Montholou. Die twee personages zeggen hunne schitterende en voordeelige betrekkingen van ge zant te Koustantinopol en gevolmachtigd minis ter te Lissabon vaarwel, voor hunne „verheffing" tot de waardigheid van Senator. Het is niet ver boden te denken dat deze „verheffing" die heeren maar middelmatig behaagt. De heer Bourée (Nicolas Prosper), is geboren te Boulogne sur-mer in het jaar 1811. Op enkele gezautschapsposten te Marokko en Lissabon na, heeft hij het grootste gedeelte van zijn diploma tieke loopbaan in het Oosten doorgebracht. De heer Bourée is vervangen door den onmo- gelijksten onzer diplomaten. Louis-Etienue-Arthur de Brevel Héliers, burggraaf De la Guéronnière, schrijver van de beruchte brochure: Frankrijk, Rome en Italië, waarin werd voorgeslagen de we reldlijke macht van den Paus te doen voortdu ren, maar alleen op het vatikaau. De heer De la Guéronnière debuteerde in de pers als legiti mist. Hij was hoofdredacteur van onderscheidene bladen. Tijdens den coup d'état, toen hij nog geen openbare betrekking vervulde, en het slagen nog onzeker was, kantte hij zich hevig tegen dit waagstuk van Napoleon aan. Den dag waarop de staatsgreep plaats vond, teekende de heer De la Guéronnière deze verklaring, die aan het hoofd van de Pays, waarvan hij hoofdredacteur was, voorkwam: „Bij de tegenwoordige gebeurtenissen hebben wij als schrijver niets meer uit te rich ten. Wij nemen ons ontslag." Maar de coup d'état slaagde, en 8 dagen na dit üer ontslag keerde de heer De la Guéronnière weder naar de Paijt terug en des anderendaags durfde hij de vol gende regelen te schrijven met het oog op den tegenstand, dien de nieuwe staat van zaken alom ondervond: „...Men rooft, moordt en verbrandt, roept luide om wraak, wekt haat en wanhoop op en dit alles is het werk van die helsche de magogen." De heer De la Guéronnière aanvaardde vervolgeus de officiecle caudidatuur voor het Wet gevend Lichaam, werd tot afgevaardigde gekozen, werd lid van verschillende cominissiën, staats raad, directeur van de staatsdrukkerij en eindelijk senator op 5 Juli 1861. Naar Washington vertrekt de heer Prevost- Paradol, om den heer Berthemy op te volgeu. De heer Prevost-Paradol is een sprekend voorbeeld van de voordeelen die eene zekere deftigheid, eenige. middelmatige ideeën en het gemis aan voor- oordeelen opleveren, waarbij men nog moet voe gen dat hij vlug, helder en waardig weet te schrijven. In 1848 behaalde hij den eereprijs we gens een geschrift over Bernardin de Saint Pierre. De heer Prevost-Paradol was een van de onaan genaamste tegenstanders van het persoonlijk ge zag en de hoop en alter ego van de Orleanisti- sclie party. Zijn langdurige medewerking aan het Journal des üébalsis daarvoor een groot bewijs. En nu gaat die veteraan der liberale richting, die Orleanist door merg en been eeu gunst aan nemen van het persoonlijk gezag. Dat de gevolmachtigde minister met zich naar W ashington voere een verzameling van het Jour nal des Débals, en eene van de Courrier du Dimancke om in zijn leegen tijd door te bladerendat hij dan nog eens nasla de bladen van een jong schrijver waarmede hij zeer bevriend is. Dan zal hij de waarde wellicht leeren van vastheid van over tuiging, rondborstigheid en gehechtheid aan be ginselen. Ziehier den tekst van het keizerlijk besluit waarbij het Hooge Hof van justitie te Blois is bijeengeroepen. Art. 1. Het Hooggerechtshof van justitie wordt tegen Maandag 18 Juli 1870 te tien uren des mor gens bijeengeroepen op het kasteel van de stad Blois (Loir- et cher). Art. 2. De raadsheer Zangiacomi zal het voor zitterschap voeren. De functiën van procureur- generaal zullen vervuld worden door den heer Grandperret, procureur-generaal bij het keizer lijk Hof te Parijs, bijgestaan door de heeren Du. pré-Lasale, eerste advocaat-generaalBergognié en Lepelletier, substituuts van den procureur-ge neraal. Art. 3. Tien dagen na de afkondiging van dit besluit in het Journal Of/iciel, zal de trekking voor de gezworenen plaats hebben. Men verhaalt te Parijs dat de vier buiten- landsche candidaten voor den Spaanschen troon, waarop Prim bij zijn rede in de Cortes gedoeld heeft en die de Spaansche kroon van de hand hebben gewezen, zijndon Fernando van Por tugal, hertog Thomas van Genua, prins Leopold van Hohenzollern en aartshertog Lodewijk Vic tor van Oostenrijk. l'f ngreliTiKl. Londen, 14 Juni. Charles Dickens stoffelijk over schot werd heden in alle stilte en zonder eenigen praal in de Westminster-abdij bijgezet. De lijk dienst werd vervuld door den hoogweleerwaarden deken van Westminster. De lijkstoet bestond slechts uit den lijkwagen en vier volgkoetsen. Aanvan kelijk zou de teraardebestelling van het lijk Don derdag op plechtige wijze hebben plaats gevon den, maar op uitdrukkelijk verzoek van de fami liebetrekkingen werd daarvan afgezien. Omtrent zijn gedeeltelijk verschenen nieuwen roman Edwin Drood, verneemt men dat nog drie hoofdstukken gevonden zijn die voor deu druk vatbaar zijn; de overige moeten echter nog zoo vluchtig geschetst zijn, dat iemand er niet licht toe zal overgaan om dit aan te vullen. In een Maandag gehouden zitting van de Koninklijke geographische vereeniging alhier, boe zemde haar voorzitter, de heer Murchison, zeer hoopvolle verwachtingen over de ontdekkingsreis van Dr. Livingstone. Volgens zijn verdere mede- deelingen hadden zich onderscheidene kloeke mannen tot hem gewend, met het verzoek om een nieuwe expeditie op touw te zetten, ten einde zich bij die van Livingstone te voegen. Maar spr. vreesde dat deze opsporing van den waardigen Livingstone zonder genoegzame be kendheid met de landstreek, aan zeer vele bezwaren onderhevig was, en daarom had hij dit afgeraden. Hij zou Dr. Kirk te Zanzibar in ken nis stellen met het besluit der regeering, waarbij een som van 1000 pd. sterl. toegestaan is, om van daar een expeditie te organiseeren, daar de vroegere wegens de cholera die in de binnen landen heerschte, niet is doorgegaan. Volgens de laatste tijdingen moeten er twee maanden ver kropen alvorens deze expeditie Ujiji bereikt heeft, dat Livingstone als depot aangewezen heeft. Hij meende ten slotte de hoop te kunnen uiten, dat Livingstone binnen 6 of 8 maanden gezond en wel op Engelschen bodem verwelkomd zal kun nen worden. Een Engelsch hoofdofficier zal eerlang na mens de regeering van Groot-Brittannië aan alle gekroonde hoofden van Europa het officieele rap port overhandigen van den Abessinischen oorlog. De internationale tentoonstelling voor den werkman zal in de eerste weken van Juli inde Agricultural Hall geopend worden. Met de jongste Amerikaansche post is de tijding aangekomen van het overlijden te Baltimore van Jeroine Napoleon Bonaparte, neef van Napoleon I en zoon van den Koning van Westfalen (uit zijn eerste huwelijk.) De over ledene was 64 jaren. Ooatenrjjk-Hong;. Monarchie. De Hongaarsche hoofdstad heeft dezer dagen, bij gelegenheid der overbrenging van het stoffelijk overschot van graaf Lodewijk Batthyani naar den familie-grafkelder, een politiek herinneringsfeest gevierd. Men weet dat graaf Lodewijk Batthyani in 1849 het slachtoffer werd van zijne pogingen om zijn vaderland in het bezit te stellen van vrijheden, welke daaraan te dier tijde door de reactionaire partij werden onthouden. Het te zij ner eere gevierd gedachtenisfeest heeft op zeer groote schaal plaats gehad. Daarbij herinnerde men zich weder de dagen van 1848, toen, na de aftreding van prins Met- teriiich, op 15 Mei de uit Hongarije naar Wee- nen gezonden commissie, met Kossuth en Bat thyani aan het hoofd, de Oostenrijksche hoofd stad aantrof in de eerste opgewondenheid over den val der staatkunde van Metternich en het aanbreken van den dageraad der vrijheid. Men voorspelde zich zooveel schoons van de naaste toekomst, doch de vrijheidszon ging al spoedig bloedrood onder te midden van het geweer- en kanonvuur in de straten van Wee- nen. Na de onderwerping van Duitsch Oostenrijk, hetwelk spoedig weder in den nacht van de reactie terugzonk, trok de generaal Windisch- Gratz tegen de „Hongaarsche rebellen" op en weigerde over de vredesvoorwaarden te onder handelen, hem door Batthyani voorgesteld. Door Russische hulptroepen ondersteund werd het Oos- tenrijksch gouvernement na eenige maanden strij- dens ook meester van Hongarije, hetwelk gesteld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2