N0. 3170.
Dinsdag
A°. 1870.
14- Juni.
-het
,N'
ntrt
LGIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden...;ƒ3.00.
Franco per post..a 3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PEIJ8 DHR ADVERTHNTIKN.
Voor iederen regöl. .J0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Voor den brand te Bodegraven ontvangen:
onder motto Prairie f4.S5.
Lelden, 13 Jont.
DE UITVINDING DER BOEKDRUKKUNST.
I.
Nu Dr. A. Van der Linde de reeks zijner
irtikelen over de uitvinding der boekdrukkunst
eir» aeeft geëindigd, ligt het vraagstuk in al zijn om
vang voor ons. Het kan niet anders of nadat door
een Nederlander een der geloofsartikelen van elk
rechtgeaard Nederlander zóo onverwachts en
met zooveel overtuiging is aangevallen, er een
nieuwe strijd over de eer der uitvinding zal
worden gestreden. Na Dr. Van der Linde is nu
het woord aan hen die voor Haarlems eer en
Costers roem zullen opkomen. Nadat in 1856 een
nieuwe Coster op de Groote markt te Haarlem
geplaatst is, behooren allen die daartoe medege
werkt hebben voor zoo verre zij thans in leven
zijn zoo spoedig mogelijk aan te toonen dat
wel degelijk daar met een letter A in de hand
de uitvinder van de boekdrukkunst, van de typo
graphic, staat voorgesteld.
In afwachting daarvan willen wij trachten het
geschilpunt kort en duidelijk uiteen te zetten
Het geldt hier toch een quaestie die onze natio
nale eer zeer nauw ter harte gaat. Is het feit,
dat in ons land de boekdrukkunst is uitgevon
den, toch onwaar, is dat onmogelijk te bewijzen,
dan behooren wij ook niet langer, bijna tegenover
de geheele wereld, de eer daarvan aan Duitsch-
land te betwisten. Geen kinderachtiger wijze om
zijne nationaliteit te verheffen, bestaat er toch
voorzeker, dan, om tegen wetenschappelijk on
derzoek in, de roem van zijn land, op grond van
enkele overleveringen, te willen vergrooten, vooral
wanneer het een feit geldt, zooals ditde eer die
wij aan een onzer landgenooten hierbij toekennen,
kan niet samengaan met de eer die de Duitschers
aan een hunner landgenooten om 't zelfde feit
hebben bewezen. Een van beiden heeft stellig
ongelijk: óf het monument te Haarlem ter eere
van den uitvinder van de boekdrukkunst Coster
is een onding, óf dat te Mainz ter eere van den
'uitvinder der boekdrukkunst Guttenbergl
Het zou al van een hoogst kleingeestige natio
nale eigenliefde getuigen, wanneer wij niet zelve
den hoogsten prijs er op stelden om dit geschil
punt, al was 't ook ten koste van onzen Coster,
uit te maken. Niet toch wat onze voorvaderen
hebben gedaan moet onze kracht uitmaken, maar
wat wij verrichten en zullen tot stand bren
gen. De grootheid onzer voorvaderen drukt ons
toch reeds zwaar genoeg op de schouderen. Wat
dat aangaat behoeven wij niet te schromen er
éen prijs te geven. Onze eer redden wij dan 't
eerst, wanneer wij bewijzen, dat wij de waarheid
hooger stellen, dan die overgeleverde'grootheid.
En dat wij onzen Coster op het altaar der histo
rische critiek zullen moeten offeren schijnt, na
de stukken van Dr. Van der Linde, vrij zeker.
Wij beslissen niet, wij matigen ons thans nog geen
oordeel daarover aan, de tegenpartij moet gehoord
worden maar aanvankelijk schijnen zijne kan
sen goed te staan.
Wat wordt aan Coster toegeschreven? De uit
vinding van de boekdrukkunst natuurlijk. Toch
is het noodig nog iets nader dit punt te bezien,
daar velen reeds daarmede in de war zijn ge
weest. Het is niet het drukken van prenten of
boeken, waarover de quaestie loopt, maar het
drukken met beweegbare letters; zoo]ook ver
meldt het standbeeld op de Groote Markt te
Haarlem uitdrukkelijk dat Coster de uitvinder
van het drukken met beweegbare letters is ge
weest. Vroeger drukte men toch reeds geheele
boeken, maar de vormen, waarmee men drukte,
bestonden uit éen stuk, het waren geen losse let
ters, de geheele pagina was in hout uitgesneden.
Dit geschiedde, volgens V. d. Linde, reeds in de
tweede helft der 14de eeuw.
Maar het drukken met afzonderlijke letters
van metaal die uit elkander genomen en telkens
weder opnieuw gebruikt konden worden, dat is
tets geheel anders, iets wat volstrekt niet uit die
i/m I andere soort van drukken voortvloeide, iets wat
ff. I uitgevonden moest worden. Wie dal nu uitgevon-
f' den heeft, dat is de vraag.
Hoe komt men er nu toe om te beweren dat
ltw. Coster dit heeft gevonden, en hoe zijn de Duit
schers op de gedachte gekomen dat Guttenberg
I te Mainz daarvan de uitvinder is?
Terwijl de uitvinding van Coster reeds van om
streeks het jaar 1430, naar de laatste berekenin
gen, zou dateeren, is het een erkend feit dat de
geheele 15de eeuw en nog een reeks jaren van
de volgende aan Mainz steeds de eer der uitvin
ding heeft toegekend. De naam van Coster als uit
vinder wordt het eerst in 't jaar 1568 genoemd
alzoo 138 jaren na de uitvinding! Eenige jaren
vroeger wordt door twee Haarlemmers, Jan van
Zuren en Dirk Volkertsz Coornhert, die in nauwe
betrekking tot elkander stonden, de eer der uit
vinding aan Haarlem gegeven, doch slechts in
algemeene bewoordingen. De hoofdbron blijft
Junius, die te Haarlem wonende voor 't eerst in
1568 een omstandig verhaal van het gebeurde
met Coster gaf.
Hiertegenover staat een getuigenis van iemand
die omstreeks 1520 in de buurt van Haarlem
woonde en de uitvinding der boekdrukkunst, als
alle Hollanders vóór dien tijd, ontwijfelbaar aan
Mainz toeschrijft.
Junius staat met zijn omstandig verhaal alleen
tegenover de overleveringen van 130 jaren. Laurens
Jansz. Coster heeft, volgens hem, het eerst gedrukt,
eerst met houten, later met looden en ten slotte met
tinnen letters. Hij is bestolen op kersnacht 1441
door een vertrouwden knecht, die niet alleen de
werktuigen en de letters van zijn meester weg
pakte, maar ook de uitvinding, want sinds dien
tijd drukte Coster niet meer.
Dat dit verbaal, zooveel tijd na de uitvinding
gedaan, geen volkomen bewijs is, en uit andere
berichten aanvulling vereisckt, behoeven wij niet
aan te toonen. In hetzelfde boek waarin dit ver
meldt staat wordt ook als zeker medegedeeld dat
in de St. Pancraskerk te Leiden een steen ligt,
die vroeger brood was!
Hoe kwam het, dat meer dan een eeuw lang
dit verhaal van Coster gerust heeft? Dit erkent
toch Junius: Junius verschijnt ons niet als de
eerste getuige, omdat er tot nu toe geene oudere
schrijvers, die dit melden, gevonden zijn. Neen
Junius vertelt 't als iets nieuws, en hij is zelf
bang, dat zijn verhaal toch wel niet algemeen
geloof zal vinden. Maar hoe kwam het dat de
waarheid zoo lang verborgen bleef? Dit raadsel
blijft onopgelost. Eu terwijl Junius zich beroept
op twee personen, die zekeren boekbinder Coruelis
hebben gekend, welke knecht geweest was in
de werkplaats van Laurens Coster, met den dief
maanden in éen bed had geslapen, en nooit over
de zaak kon spreken, zonder in tranen uit te
barsten en in de hartstochtelijkste verwenschin-
gen tegen den schelm, doet Van der Linde met
reden de vraag:Een tierende, weenende, verwen-
schende boekbinder, een man, die dus vrijwel
verstaanbaar geweest moet zijn voor het publiek,
zulk een getuige bevindt zich te Haarlem van
1474 tot 1522 en de doodsche stilte wordt niet
gestoord; het moet 1568 worden eer dit kernachtig
bewijs voor de Haarlemsche uitvinding geboekt,
1588 alvorens het gedrukt wordtl Was men te
Haarlem dan versteend?"
De academie-feesten werden van de zijde der
heeren studenten Zaterdag-avond besloten met
een vauxhall en bal, door het muziekgezelschap
Sempre Crescendo bereid.
Neêrlandsch eerste muziekkorps, dat van het re
giment grenadiers en jagers, onder leiding van
den verdienstelijken luitenant-directeur F. Dunkier,
was geëngageerd om op dien avond een echt mu
zikaal genot te verschaffen. Ook het programma
was blijkbaar onder den invloed van dit doel sa
mengesteld, daar de uitgekozen stukken grooten-
deels van de meest gevierde classieke componisten
waren. Jammer evenwel dat die goede zorgen
en de daaruit voortgevloeide verwachtingen min
of meer werden teleurgesteldHet weder was
slecht. Regen en wind maakten het ondoen
lijk de muziekuitvoering in den tuin te doen
plaats vinden. Er bleef dus aan de commissie
niets anders over dan muziekkorps en aan
wezigen naar de balzaal te verplaatsen. Maar
hoe gezellig overigens de vooravond daarin voor
bijging, men houde het ons ten goede, het mu
zikaal genot ging voor het grootste gedeelte ver
loren. De zaal moge alles vereenigen wat het
verblijf en den dans daarin streelt, aan de eischen
der acoustiek ontbreekt het haar ten eenenmale.
De schoonste nummers van het programma gingen
dan ook bijna onopgemerkt voorbij.
Het bal dat er op volgde, vergoedde veel, want
het was inderdaad het meest geanimeerde van
de drie die achtereenvolgens in de afgeloopen
week werden gegeven.
Met het contra-feest dat de burgerij a. s. Don
derdag het studentenkorps in het feestgebouw op
de Ruïne zal aanbieden, is de plechtige herdenking
van het 59ste lustrum voorbij. Reeds zijn heden
de werkzaamheden aangevangen om de Ruïne
bij deze gelegenheid een geheel ander aanzien
te geven.
De 50ste verjaardag van Z. K. H. prins Hen
drik werd alhier heden op de gebruikelijke wijze
gevierd.
De brug buiten de Marepoort ondergaat eenige
herstellingen. Om de passage niet te stremmen,
ligt daarover een plank. Toen de wed. V. d. S.
hedenochtend er op liep, kantelde deze. De vrouw
spoedig op vasteren bodem willende komen, nam
een grooten stap, maar viel in het wateren ware
zeker verdronken, indien de schipper P. K. van
de daar liggende pont, zich niet met een roeibootje
naar de plaats, waar zij reeds in gevaar verkeerde,
had begeven. Hij mocht het genoegen smaken
de weduwe behouden aan wal te brengee.
Men-schrijft ons uit Boskoop dd. 11 Juni:
Gisteren hield de hier gevestigde afdeeling van
de Liberale Kiesvereeniging een vergadering. In deze
vergadering, die ook was uitgeschreven met het
oog op de verkiezing van een lid voor den ge
meenteraad op Dinsdag 14 dezer, tot aanvulling
van de door het overlijden van den beer G. J.
Alberts opengevallen plaats, werd de heer Mr.
J. A. Vorstman, burgemeester dezer gemeente, tot
oandidaat verkozen. Na afloop der gewone werk
zaamheden werd door den heer W. F. K. Hussem
een voorlezing gehouden over de beteekenis van
het woord „liberaal."
Naar men verneemt, zal de majoor bij het lste
reg. vesting-artillerie N. A. Boom, thans waarne
mend chef van 's rijks gevveerwinkel te Delft,
naar St.-Etienne (Frankrijk) vertrekken, als hoofd
der keuringscommissie voor de te Delft aan te
maken 14000 geweren De Beaumont, waarvan de
levering is aangenomen door den heer Ed. De
Beaumont, te Maastricht. De heer Boom zal daarbij
ter zijde worden gestaan door den heer H. P. Van
Dijk, Isten luit. der artillerie, bij genoemden ge
weerwinkel gedetacheerd. Voorts zal, naar wij ver
der vernemen, de kapitein der artillerie L. J. Ris-
seeuw, mede bij 's rijks geweerwinkel gedeta
cheerd, zich naar Maastricht begeven voor de
keuring van 1500 geweren De Beaumont, welke
aldaar zullen worden vervaardigd door den wa
penfabrikant P. Stevens, terwijl de heer G. J. Van
Vinkhuizen, 2de luit. der artillerie, alsmede bij
meergenoemden geweerwinkel gedetacheerd, is
belast met de keuring van 2400 karabijnen Re
mington,, te vervaardigen door de wapenfabrikan
ten E. M. en L. Nagant te Luik.
Volgens een bericht in de Kölnische Zeilung heeft
onze Regeering 80,000 geweren in de wapenfa
briek te St.-Etienne besteld.
Z. M. heeft, dadelijk op het vernemen van den
brand te Bodegraven, eene bezending tenten, met
twee mannen om ze op te zetten, derwaarts ge
zonden. Ook heeft op last van Z. M. een ordon-
nance-officier liet tooneel der verwoesting bezocht,
maar het gerucht is oujuist, dat de Koning in
persoon te Bodegraven is geweest.
Volgens eene in het Weekblad van het Regt voor
komende naamlijst van hen, die op 4 Juni waren
toegetreden tot de Ned. Juristen-Vereeniging, be
droeg het aantal daarvan 100, waaronder de minis
ter van justitie voorkomt.
Door de heeren D. CoeDen, burgemeester van
Weert en lid der Provinciale Staten van Limburg,
en J. Wenmaekers te Maastricht, is concessie aan
gevraagd voor den aanleg en de exploitatie van
een spoorweg van Antwerpen over Turnhout,
Weert en Roermond naar de Pruisische greDzeD,
iu de richting van Gladbach.
De heer G. Wegerif te Apeldoorn heeft het
maken van een gedeelte der groote kantine met
de daarbij behoorende keukeu voor het scherp
schutterskamp te Wiesel aangenomen. De thans
te zetten kantine zal naar men verneemt, bestaan
uit een houten middelstuk, dienende tot koffie
kamer, terwijl de vleugels van bet gebpuw ge
maakt zullen worden van zeildoek en tot eetza
len worden ingericht, zoowel voor de schutters
als voor de bezoekers van het kamp.
De heer W. H. C. Jansen is erkend en toege
laten als consulair agent der Vereenigde Staten
van Amerika te Schiedam, en zulks onder de
gewone bepalingen van onderhoorigheid.
Z. M. heeft aan P. M. Kubben, te Schinnen
als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevreden
heid toegekend de bronzen medaille, ingesteld
bij Zr. Ms. besluit van 22 September 1855, n". 64,
alsmede een loffelijk getuigschrift, wegens diensten
met levensgevaar bewezen bij den brand, die op
8 Mei 1870 in de gemeente Spanbeek voorviel.
Katwijk aan Zee, 10 Juoi. Door tegenwind en
stilte kwamen in de vorige week weinig schui
ten aan.
Zaterdag en Maandag jl. is de geheele vloot aan
geweest, met zeer ongelijke vangst, sommige schui
ten uit de Noord met 80 en 100 manden schol, die
ƒ400 a ƒ440 besomden, andere met 200 a 150,
zelfs tot ƒ40 in 14 dagen reis.
Deze week blijven de schuiten voor tegen
wind meer nabij de kust, alwaar ook mooi risch
wordt gevangen.
Amsterdam, 12 Juni. B. en Weth. van Amster
dam hebben aan den Raad voorgesteld aan de
HH. Mi-. J. W. F. Roose Haverkamp en J. A.
Cramer concessie te verleenen tot het leggen van
gasleidingsbuizen onder en langs den openbaren
weg der gemeente, ten dienste van een derde
gasfabriek alhier, tot oprichting waarvan ge
noemde heeren reeds concessie van den Koning
hebben verkregen.
Enkhtjizen, 12 Juni. Door den gemeenteraad
alhier is benoemd tot directeur der school voor
middelbaar onderwijs, de heer A. J. Ten Brink,
Lit. Hum. Can., reeds vroeger benoemd als
leeraar in de oude talen, geschiedenis en letter
kunde.
's-Gravenhage, 13 Juni. De 50ste verjaardag
van Z. K. H. Prins Hendrik is heden met de
gebruikelijke plechtigheden het uitsteken van
vlaggen, het klokkenspel en het houden van eeDe
groote parade door het garnizpen, in deze resi
dentie gevierd.
Gisteren werd, in het lokaal op den FIu-
weelen Burgwal, de jaarlijksche algemeene ver
gadering der orde van vrijmetselaren gehouden.
Die vergadering was samengesteld uit de Leden
van het hoofdbestuur en afgevaardigden of ver
tegenwoordigers der onderscheidene loges, mits
gaders uit vertegenwoordigers van vreemde groote
loges bij het Groot Oosten van Nederland. Na
afloop der werkzaamheden had er groot diner
plaats.
Rotterdam, 12 Juni. Heden heeft alhier de
inwijding der Westerkerk aan de Kruiskade
plaats gehad.
Tot bijwoning dezer plechtigheid waren ver
scheidene autoriteiten en corporatiën uitgenoodigd,
waarvan slechts enkele, ten gevolge van omstan
digheden, aan deze invitatie geen gevolg konden
geven.
De plechtigheid werd geleid door Ds. W. Th.
Van Griethuysen.
Vlaardinoen, 12 Juni. Door den president-com
missaris der hariDgjagerij alhier, den heer A. Hoo-
gendijk Jz., is, namens de reeders die aan die ja-
gerij deelnemen, bij het diner, hetwelk ten huize
van den heer L. De Jager dezer dagen plaats
had, Z. K. H. den Prins van Oranje aangeboden een
boek in prachtband en zeer sierlijk bewerkt, in
houdende de namen der ter hariugvisscherij be
stemde schepen, benevens de namen der reeders
en stuurlieden. Z. K. H. was daarmede zeer in
genomen en beschouwde het als een blijvend
souvenir van zijn bezoek in deze gemeente.
Alblassbrdam, 11 Juni. De achtentwintigste
gewestelijke vergadering van het Nederlandsch
Onderwijzers-Genootschap in Zuid-Holland werd
heden hier in het Sociëteitsgebouw aan den
Kinderdijk gehouden. Veertien afdeelingen, 139
stemmen uitbrengende, waren door afgevaardig
den vertegenwoordigd.
Na een woord van welkomst door den voor
zitter der afd. Alblasserwaard, den heer Matthijs,
opende de voorzitter, de heer Pontier, de ver
gadering.
Tot afgevaardigde ter algemeene vergadering,
dit jaar te Kampen te houden, werd met alge
meene stemmen benoemd de heer Goedhart, on
derwijzer te Dordrecht; tot plaatsvervanger werd