Jje hervormingen in Portugal dat buitendien on- 1 Ier een zeer vrijzinnige grondwet leeft kun- ïen tot stand komen, zonder dat men, om aan iet roer van den staat te komen, de toevlucht had jehoeven te nemen tot militair geweld. Dit pleit liet voor den eerbied aan de rechten van een eder verschuldigd. Kerkelijke Staat. Aan.de Augsb. Allg. Ztg. wordt dd. 27 Mei geschre- en: „Voortdurend laten zich nieuwe sprekers >ver de onfeilbaarheid inschrijven. De zitting van ;5 Mei werd geheel gevuld door eene redevoe- ing van Manning. Hij rechtvaardigde de ver pachtingen, die men van hem koesterde; hij noemde allen, die het niet met hem eens waren, letters. Daarna sprak Ketteler van Mainz; 10 maanden geleden verdedigde hij nog de onfeil baarheid, ofschoon hij in Fulda de dogmatiseering jntijdig genoemd had. Thans verklaarde hij er ,ich in beginsel tegen. Zulk eene verandering tan gevoelens is den Romeinschen prelaten on begrijpelijk, evenzeer als het eene naïeve verwon- lering en afkeuring wekte, dat bisschopen, die >p kosten des pausen gevoed en gelogeerd wor- len, zich tegen zijn onfeilbaarheid durven ver klaren. Dat arme bisschoppen ook een geweten kunnen hebben, daaraan wordt niet gedacht. Dat het nieuwe dogma twijfel en verwarring zal doen ontstaan, daarvan willen de monsignori en kar- inalen niet hooren. „Dat gaat ons niet aan eet het, de Duitschers zijn toch al slechte katholieken, daar is alles met protestantisme be- met; gij lieden hebt geen heilig officium, toont ,1 heel weinig respect voor den index. Ziet daar- ntegen onze Sicilianen, Napolitanen en Spanjaar- en, die hebben een rein en vast geloof. Zij zijn •Hen voor de onfeilbaarheid. En in Duitschland unt gij ten minste altijd nog op vrouwen en oeren rekenen. Waarom hebt gij ook zooveel icholen en verbeeldt gij u, dat iedereen moet unnen lezen? Neemt een voorbeeld bij ons, waar an 10 menschen nauwelijks éen lezen kan, en leder dan ook te liever het ware levende boek, den paus, gelooft. Al zouden duizenden ongeloo- vig worden, wat beteekent dat tegenover den iriumf des onfeilbaar geworden pausen en de «berekenbare aanwinst, dat er voortaan geen trijd, geen onzekerheid meer in de kerk zal eerschen?" Er heerscht hier eene zorgelooze ze erheid als in 1517. De algemeene meening over reemde landen en kerken is die, welke Mo- ïères Sganarelle over geneesheeren in de vol lende woorden uitdrukt: „Les bévues ne sont amais pour nous, et c'est toujours la faute de celui qui meurt." TELEGRAMMEN. Parijs, 8 Juni. De Frangais verzekert dat de hertog De Gramont na zijne optreding als Mi nister, den heer De Bauneville, gezant te Rome, instructiën heeft gezonden, overeenkomstig de dépêche des heeren Ollivier. In de zitting van het Wetgevend Lichaam eelt de heer Raspail de Regeering geïnterpel- erd omtrent de straffen die den militairen te traatsburg zijn opgelegd wegens het tegenwoor- zijn op ongeoorloofde vergaderingen. Na eenige iscussie is de Kamer tot de orde van den dag overgegaan. Rome, 7 Juni. De dépêche die de heer Olli- 'ier in 't begin der maand Mei, als interimair inister van Buitenlandsche Zaken, aan den heer e Banneville heeft gezonden, strijdt volstrekt iet met de beginselen des heeren Daru. De heer Uivier gaf daarin zijn leedwezen te kennen over iet vruchtelooze der pogingen, die aangewend jijn om moeilijkheden met den Heiligeu Stoel te oorkomen, en verklaarde verder dat elke ge- aehtenwisseling over deze zaak als geëindigd oest worden beschouwd. De Fransche gezant iad dus geen enkelen stap meer te doen bij het auselijke Hof. De Minister zweeg in de dépêche iver de scheiding van Kerk en Staat, en maakte ivenmin gewag van de terugroeping der Fransche oepen. Na de ontvangst dezer dépêche heeft de |eer De Banneville geen enkelen stap bij den Pau- lijken Stoel meer gedaan; doch aan de Fran ke bisschoppen heeft hij zijne sympathie te ;ennen gegeven met hunne pogingen ter verde lging hunner denkbeelden, welke ook die der .egeering zijn. Madrid, 8 Juni. Het gerucht dat de regeering |an den hertog De Montpensier een pas voor het «Buitenland gezonden heeft, wordt tegengesproken. De hertog is naar de baden van Trillo gegaan m zal spoedig terugkeeren. I De gendarmerie heeft bij Sevilla de bandieten verrompeld, die de Engelschen gevangen geno- en hadden. Drie roovers en een gendarme zijn gedood. Een groot gedeelte van het geld werd bij hen gevonden. Florence, 9 Juni. In den Senaat heeft de mi- Bister van buitenlandsche zaken, antwoordende op eene interpellatie over Italies politiek tegen over het concilie, die aldus geresumeerdeerbie- iging van de vrijheid van het concilie, onder voor- ehoud van het recht van den staat en der bur- ;erlijke maatschappij; handhaving van ieders ■yrijheid. Italië heeft zich nog niet aangesloten bij de vertoogen, door verscheidene] mogendheden te Rome gedaan, omdat hij meende, dat zijne raad gevingen weinig tot het gewenschte gevolg zou den bijdragen. Omtrent de Fransche bezetting had Italië geene mededeeling van Fransche zijde ontvangen. Hij gelooft, dat in de Fransche staat kunde geene verandering gekomen en geene nieuwe mededeelingen noodig gemaakt zijn. Eene afwachtende houding is door de omstandigheden en 's lands waardigheid geboden. Menabrea zegt zich te verheugen, dat dit mi nisterie tegenover Frankrijk en Rome dezelfde po litiek volgt als het vorige. Het budget van buitenl. zaken is aangenomen. Promotiën. Utrecht, 8 Juni. Bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde de heer A. Nijland, geb. te Delden, na verdediging van een Academisch proef schrift: Over den duur en het verloop der geïnduceerde galvanische slroomen. STATEN-GENEilAAL,. TWEEDE KAMER. Herziening van onderscheidene bepalingen der wet van 12 April 1856 Slblad n° 15), gewijzigd bij die van 5 Juli 1855 Slblad n°. 61), houdende regeling van het briefport en van de aangelegenheden der brievenposterij. De volgende amendementen zijn op dit ontwerp voor gesteld: I. door den heer Blom: 1" In art. 11, laatste alinea, de woorden//door overmacht, of," in den voorlaatsten regel, te doen vervallen. 2° Art. 12 te lezen als volgt: //De aanteekemng is verplichtend bij verzending van brieven of pakketten waarin gereed geld, edele metalen of kostbaarheden besloten zijn. Wanneer het in acht nemen van die voorzorg door de belanghebbenden verzuimd is, geschiedt de aantee- kening ambtshalve; doch in dat geval worden de brieven of pakketten niet afgegeven dan tegen beta ling van dubbel port en van vijf ten honderd der in- geslotene waarde." Tot toelichting van dat amende ment wordt gezegd: De voorgestelde woorden zijn dezelfde als die van art. 17 der wet van 12 April 1850, met weglating van de 8 laatste woorden (alles onverminderd het bepaalde bij hel volgend artikel), welk artikel (18) bij het tegenwoordig wetsontwerp wordt vervallen verklaard. 3° Van art. 21, de tweede alinea: //Indieningevorderd," geheel te doen vervallen. 4" In art. 25 als eerste alinea bij te voegen de woor den der 1ste alinea van art. 18 der wet van 12 April 1850: //Er zijn op alle postkantoren, voor verzendin gen van geld of geldswaarde, postwissels te bekomen, op een ander postkantoor betaalbaar." II. Door den heer Lenting: 1'. Art. 1 aldus te le zen: //Het port van eenen binnen het Rijk met de post te verzenden brief, die het gewicht van vijftien grammen niet te boven gaat, bedraagt vijf cents." 2° Art. 17, eerste alinea, aldus te lezen//Het port van dagbladen of nieuwspapieren eens of meermalen in de week uitkomende, bedraagt éen cent voor elk nommer of exemplaar met of zonder bijvoegselen. Wanneer het gewicht vijfentwintig grammen of min der is, bedraagt het port een halven cent." De tweede alinea te doen vervallen. En III. Door(niet vermeld). 1° In plaats van de woorden//tenzij bijzondere schikkingen enz.," in de eerste alinea van art. 28 voorkomende, te stellen: //behoudens het bepaalde bij art. 30." 2' Achter art. 29 een nieuw artikel te doen volgen, luidende//Art. 30. Het vervoer van brievenmalen uit eene Neder- landsche naar eene vreemde haven, of naar eene ha ven in de Nederlandsche koloniën, en omgekeerd, maakt het onderwerp uit van bijzondere overeenkom sten tusschen den Staat en don ondernemer, die be reid is zich tot zoodanig vervoer op vaste tijdstippen en voor een te bepalen aantal jaren te verbinden. //De in dat geval, met afwijking van het bepaalde bij art. 28 hierboven, te verleenen schadeloosstelling wordt bij de wet geregeld." (De artt. 30 en 31 wor den dan respectievelijk 31 en 32) 3° Art. 32 (31 oud). Achter het cijfer 29 te voegen//en 30." En tusschen de woorden: //art. 27" en //plaats" (in de laatste ali nea) te voegen de woorden//in verband met art. 28." (Art. 32 wordt dan 33)4° (art. 31 nieuw artikel) //onze Minister van Financiën is gemachtigd om, in gemeenten waar geen spaarbank bestaat, de daar ge vestigde postkantoren to belasten met het in bewa ring nemen en de terugbetaling van spaarpenningen der minvermogenden naar de regelen door ons, bij maatregel van algemeen bestuur, te stellen. Deze spaarpenningen worden door genoemden onzen Mi nister, of van zijnentwege beheerd en in inschrijvingen op de grootboeken der nationale schuld belegd." (Art. 33 van het ontwerp wordt dan art. 35.) Goedkeuring eener akte betrekkelijk afstand van Rijks- grond aan de gemeente s-Gravenhage2». Verhooging van het Vde hoofdstuk der Slaalsbegrooting voor het jaar 1870. In de Memorie van Beantwoording over deze ontwerpen, zegt de Regeering, dat eene som van f33,000 wordt aangevraagd; om het aanvankelijk voor rekening der gemeente ontworpen gebouw van twee verdiepingen, tot een gebouw van drie verdiepingen uit te breiden, zal minder bevreemding wekken, wan neer men in het oog houdt dat die uitbreiding ste vige fundamenten en dikker muren voor het geheele gebouw noodzakelijk maakt en dat ook voor behoor lijke gemeenschap met het hoofdgebouw gezorgd moet worden. Nu eenmaal tot verbouwing werd besloten, moest tevens voor eenige meerdere localiteit worden gezorgd, om bet gebouw op den duur aan de eischen van den dienst te kunnen doen beantwoorden. De vraag of door den ontworpen aanbouw het algemeene plan betrekkelijk de landsgebouwen niet zou worden gepraejudicieerd., moet door de Regeering ontkennend worden beantwooru. Het gebouw aan den Kneuter dijk, waarin het Departement van Financiën geves tigd is, ligt geheel buiten dat plan. Steeds heelt het bij de Regeering vastgestaan, dat dit departement in dat gebouw gevestigd moet blijven, wat er ook van de gebouwen op bet Einnenhof worden moge. Nu bet beheer der Telegraphie tot het Departement van Financiën behoort, is het inderdaad noodzakelijk dat de bureaux van de ambtenaren, door wie dat be stuur onder den Minister wordt uitgeoefend, naar bet gebouw van het Departement overgaan. Zitting van heden. De beraadslagingen over het wetsontwerp nopens de Posterijen worden voortgezet, en wel over art. 1, luidende//Het port van eenen gefrankeerden brief, het gewicht van vijftien grammen niet te boven gaande, die, onverschillig den afstand van de eene plaats binnen het rijk naar de andere met de post wordt verzonden, bedraagt vijf cent." De heer Lenting stelt een amendement voor om art. 1 aldus te lezen: //Het port van eenen binnen het Rijk met de post te verzenden brief, die het ge wicht van vijftien grammen niet te boven gaat, be draagt vijf cent." De voorsteller heeft bezwaar tegen het beginsel om voor een ongefrankeerden brief het dubbel te be talen, en verzoekt den Voorzitter art. 3 in stemming te brengen. De verwerping van dat art. zal 't bewijs geven dat de Kamer zijne wijziging op art. 1 goed keurt. Verschillende leden ondersteunen de zienswijze van den heer v. Naamen, en achten gedwongen frankee ring niet nationaal en niet doelmatig. De heer Van Wassenaer Catwijck verdedigt daar entegen de wet; men zal verkrijgen vereenvoudiging der administratie en het gemakkelijker maken der comp tabiliteit. Spr. heeft in de laatste jaren tot beginsel aangenomen van nooit dan gefrankeerd te schrijven en zich daarbij zeer wel bevonden. Verschillende leden spreken nog voor en tegen, en ook de finantieele quaestie der vermindering van het briefport komt ter sprake. Daarna betoogt de min. het nut van dezen maat regel, terwijl hij de administratie der post, door som mige leden hard gevallen, verdedigt. De min. deelt verder mede dat de bruto-ontvangst der posterijen in 1869 met f 180,000 die van 1868 overtroffen heeft, hetgeen dit jaar wederom het ge val is. Gisteren, na 't verlaten der Kamer, is den min. medegedeeld, dat in de 5 eerste maanden van 1870 de opbrengst f 70,000 hooger was dan in de 5 eerste maanden van 1869. Per telegraaf). Ten slotte is het amendement Len ting verworpen met 3S tegen 28 stemmen en art. 1 aangenomen; het amendement Van Naamen op art. 3 is aangenomen met 44 tegen 23 stemmen. De min. heeft nog enkele wijzigingen in artikelen gebracht. Morgen voortzetting der discussie. LA ATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhage, 9 Juni. Heden werd aan het dep. van Binnenl. Zaken aanbesteedhet dem pen van een gedeelte van de Blaak en de Oude Haven nabij de Beurs te Rotterdam en het ma ken van fundeeringen en verdere werken aldaar. Daarvoor waren de negen volgende inschrijvings biljetten ingekomen, als: 1. H. Schram de Jong te Sliedrecht f498,900; 2. C. Boef en J. J. Van Tienhoven te Rotterdam en Werkendam f455,000; 3. J. J. Becker te Lent f448,700; 4. C. Bosman en C. Both Cz. te Arnhem en Sliedrecht f442,000; 5. C. De Jong Cz. Snr. te Ameide f 434,000. 6. L. J. De Borst Verdoorn te Ameide f428,900; 7. J. Verwaaijen Dz. en J. Kooy te Arnhem en Amsterdam f 428,000; 8. P. Van Limburg te Rotterdam en K. Van Spanje te Sliedrecht f416,500; en 9. J. De Breij te Rotterdam voor f405,000. Laatstgenoemde is dus minste inschrijver. - Daarna is aanbesteed: het maken van een gebouw tot hoofdbureau, een portiersverblijf en verdere wer ken op het station Tilburg. Minste inschrijver was de heer L. De Rooij te Tilburg, voor f 22,922. Gisteren werd te Utrecht de algemeene verga dering van het Schoolverbond gehouden. De vergadering, bijgewoond door 72 afgevaardig den van 51 afdeelingen, en buitendien door 12 niet- stemgerechtigde leden, werd geleid door Mr. W. J. baron v. Weideren Rengers, die, zooals uit het verslag van den algemeenen secretaris bleek, door de voorloopige hoofd-comm. tot haar voorzitter verkozen was, toen de heer L. Mulder door drukke bezigheden genoodzaakt werd, die betrekking neer te leggen. De voorzitter opende de vergadering met eene korte toespraak, waarin hij er op wees, dat velen groote verwachtingen koesteren van het School verbond, anderen wantrouwen prediken, en dat het dus, om dat vertrouwen niet te beschamen eu om dat wantrouwen niet te voeden, noodig was, aan het Verbond een practische richting te geven, waartoe hij zelf wilde voorgaan door niet in uitvoerige besprekingen te treden. Uit het verslag van den algemeenen secretaris bleek, dat het hoofdbestuur een 3tal adressen aan de regeeriug had ingezonden. Het eerste, aan den min. van binnenlandsche zaken, zijnde het op de verg. van 2 Maart door de aanwezigen getee- kende adres van adhaesie aan het adres van den heer Cremer ter zake van de fabriekskinderen; het tweede en derde aan den Koning, om erken ning aan te vrageD als rechtspersoon, en om vrij dom van briefport te verzoeken voor de corres pondentie tusschen het hoofdbestuur en de afdee lingen. De zaak die het eerste adres gold is nog hangende; de beschikking op het tweede was door den min. van just, afhankelijk gesteld van eenige voorwaarden, als o. a. het aanwijzen van eene gemeeDte, waar het Verbond zou gevestigd zijn; op het derde was door den minister van financiën afwijzend beschikt op grond van be staande bepalingen en aangenomen beginselen. Uit de antwoorden, ontvangen op eene dd. 22 Maart door het voorloopig hoofdbestuur verzoD- den circulaire, waaraan echter niet alle afdee lingen gevolg hadden gegeven, terwijl andere slechts onvolledig hadden geautwoord, alsmede uit van elders ontvangen gegevens bleek het vol gende omtrent den staat des Verbonds. Na den 2den Maart zijn er 9 nieuwe afdeelin gen opgericht met 728 leden. Er waren op 2 Maart 94 afdeelingen, zoodat er nu 103 zijn. Van 80 waren min of meer volledige opgaven ont vangen, waaruit bleek, dat zij 7545 leden tellen; de 23 overigen tellen, voor zoover bekend is, 983 leden, te zamen dus ongeveer 8530 leden, behalve enkele algemeene leden, waarvan het getal, niet juist op te geven, niet groot is. Van de 7500 bekende leden hebben 692 den wensch te kennen gegeven de geschriften te ont vangen. De contributie van bijna alle overigen is f 0.50, waarvan het hoofdbestuur ontvangt uitmakende ongeveer f 1400; daarbij komt f 692 voor de geschriften, zoodat het hoofdbestuur over f 2000 a f 2100 te beschikken heeft. Dat cijfer is niet hoog, te meer omdat daarvan de kosten van vestiging moeten worden gekweten. Na het wordingstijdperk te zijn doorworsteld, heeft het schoolverbond zijne belangrijke taak reeds aanvaard, en op sommige plaatsen reeds een krachtvolle werkzaamheid ontwikkeld. Hier eu daar hebben zich ook al vrouwen aan de af deelingen aangesloten en zelfstandige vereenigin- gen van vrouwen, later als hulp-afdeelingen te erkennen, werden reeds voorbereid. „Waar zoo veel teekenen van een krachtig leven ontwik keld worden," zoo eindigt het verslag, „daar kan men aan het schoolverbond voorzeker een schoone toekomst voorspellen, en zal het krachtig eu in het bewustzijn iets goeds te willen, zijn loop vol brengen, en, heeft het zijn taak volbracht, zouder weerzin en met eere aftreden, omdat het met meer noodig zal zijn." Nadat de voorz. den secr. had dank gezegd voor het uitgebracht verslag, werd eene comm. benoemd van 3 leden, om de rekeuing te onder zoeken. De benoemde comm. rapporteerde daarop, dat zij de rekening accoord had bevonden, die alzoo conform werd gearresteerd, onder dankbetuiging aan den fungeerenden penningmeester. Thans was aan de orde het benoemen eeuer definitieve hoofdcommissie. Alvorens daartoe over te gaan, deed de voorzitter echter mededeeling van eene missieve van Prof. Hal ting, waarin deze, het betreurende door een lichamelijk gebrek niet meer aan gemeenschappelijke werkzaamheden te kunnen deelnemen, kennis gaf, dat hij niet in de vergadering tegenwoordig kon zijn, daarbij even wel de beste wenschen uitsprekende voor den bloei van het Verbond en dank zeggende voor de ondervonden medewerking. De Voorzitter stelde daarop voor, Prof. Ilarting, den grondlegger van het Schoolverbond,tot eere voorzitter vau de definitieve hoofdcommissie te benoemen, wat door de vergadering bij acclama tie werd aangenomen. De heer D. Harting gaf daarop te kennen, te weten dat zijn broeder voor dit huldebewijs zeer gevoelig zou zijn, en dat zoo iets hem eenige vergoeding kou geven voor de smart van niet meer aan de verwezenlijking van het denkbeeld van het Verbond te kunnen medewerken, dit zou zijn het bewijs van sym pathie, hem thans door de vergadering gegeven. Tot het gemakkelijk maken der verkiezing van 9 leden van het hoofdbestuur, waren de afdee lingen uitgeuoodigd, elk een twaalftal candida- ten op te geven. De voorz. stelde voor, dat de verg. thans niet, gelijk zij in 't vervolg zou moeten doen, zelve een voorzitter, secretaris en penningmeester zou benoemen, maar alleeu 9 leden van de hoofd- comm., die dan onderling de titularissen zouden aanwijzen, waarmede de vergadering zich ver- eenigde. De heer Hemkes deelde nog mede, dat hij niet als lid van het hoofdbestuur in aanmerking ver langde te komen, en de heer Jacobson, dat de afd. 's Hage nog den heer W. baron Van Golt- stein als candidaat wenschte voor te dragen. Nadat de stemmen waren |uitgebraclit, werd aan twee commissiën, elk van 3 leden, het op maken van den uitslag toevertrouwd en ging de vergadering inmiddels met de behandeling der aan de orde gestelde zaken voort. (Wordt vervolgd.) 2 7 2ste STAATS-L.OTEUIJ. vijfde klasse. zevende lijst. Trekking van Donderdag O Juni, N". 4564 f 25,000. N°. 1019 ƒ2000. N'. 3000, 9712 ƒ1000. N'. 119, 4741, 13202 ƒ400. N°. 6963, 9111, 15136, 16976, 18466 ƒ200. N". 3961, 4983, 7350, 7665, 11377, 11435, 11664, 11872, 12046, 17559, 19435 ƒ100. Pr(Jzen van 70. 20 2563 4730 G981 10109 12855 15212 18108 215 2614 4813 7109 10115 12962 15231 18',.,1 294 2711 4911 7148 10635 13106 15350 18502 462 277-2 5057 7365 10887 13207 15397 18.,39 491 2857 5067 7719 10930 13321 15584 18563 676 289-2 5183 7732 10950 13434 15699 18580 680 2969 5199 7779 10977 13.580 10038 18607 748 3040 5304 7933 11084 136-21 10171 18093 780 3105 5419 8077 111-25 13687 16533 18707 805 3161 5488 8130 11383 13088 10O8J 18871 861 3265 5522 8323 11481 13750 16693 18970 948 3279 55-28 8193 11546 13774 16769 19027 982 3461 5845 86-28 11025 13843 16789 19038 995 3556 5858 8751 11659 13851 16841 192.1 1150 3983 5873 8816 11958 13862 10949 19311 1-215 3994 5960 8884 1-2005 13894 17096 19312 1-276 4064 59G7 8904 12014 13923 17207 19382 13-29 4074 6051 8931 12029 13943 17262 19403 1471 4094 60 4 9239 12084 13948 17363 19407 1097 4-220 6121 94-29 12139 14115 17411 19419 1754 441-2 61-2 1 9430 12140 14283 17521 19454 1764 44-20 6-284 90-20 1-2155 14328 17651 19498 1896 44-24 631! 96-29 12447 14413 17739 19530 1902 4427 6333 9697 1-2454 144-25 17748 19590 1959 4444 6336 9820 12477 14514 17889 19665 1969 4468 6439 98-26 12634 14002 17931 1981-2 ■2185 4499 6476 9834 1-2741 14654 17983 19885 2-201 4528 6076 9856 127/3 14726 18076 19967 •233-2 4568 6770 9938 12781 14855 18125 19979 2482 4708 6778 9973 12822 14931 18316 19992

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3