N°. 3167.
Vrijdag
A«. 1870.
ÏO Juni.
LEIDSLH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel.0.15.
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 9 Jan!.
In de zaak van Langrand-Dumonceau is aan
de publieke opinie in België reeds eenigszins te
gemoet gekomen door het ontslag van den pro
cureur-generaal De Bavay, den magistraat die
zich het meest in deze zaak had gecompromitteerd
Hij was het, die Langrand-Dumonceau, die op
zoo'n brutale wijze zich met de millioenen van an
deren is gaan verrijken, heeft laten ontsnappen.
Naar men eerst verzekerde was het twijfelach
tig of dit ontslag zou verleend worden. De minis
ters zouden zelfs zoover hebben moeten gaan om
den koning de keus te laten, om hen gezamen
lijk te ontslaan, of het verlangde ontslag te ver-
leenen.
Was de koning ook niet zelf overtuigd van de
noodzakelijkheid van dezen maatregel, de groote
verontwaardiging die zich in België openbaart,
eischte dit ontslag. En de verkiezingen, die in de
volgende week zullen plaats hebben voor de Ka
mer van afgevaardigden, zullen zeer waarschijn
lijk daarvan het bewijs leveren, de zaak van
Langrand toch heeft den clericalen zeer veel af
breuk gedaan. Uit alles wat is publiek gemaakt,
blijkt toch overtuigend, dat het de hoofden dezer
partij en niet alleen in België zijn, die
een gemeenen chevalier d'induslrie hebben gebruikt
om ten koste van het geld hunner partij, hun
voordeel te doen.
Naar aanleiding van het ingezonden stuk ge-
teekend door P., gisteren in dit blad opgenomen,
verzoekt men ons opmerkzaam te maken op art.
6 der wet van den lOden April 1869 tot vaststel
ling van bepalingen betrekkelijk het begraven
van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenis
rechten, dat aldus luidt
Geene begraving geschiedt vroeger dan 36 uren
of later dan op den vijfden dag na het overlijden.
Ontheffing van deze bepaling kan door den
burgemeester, na verhoor van een geneeskundige,
schriftelijk worden verleend.
Wanneer een geneeskundige verklaart, dat be
spoediging of uitstel der begraving noodig is, kan
het begraven op een vroeger of later tijdstip, dan
in bet 1ste lid van dit artikel is bepaald, door
den burgemeester schriftelijk worden gelast.
Door burgemeester en wethouders kan in het
belang der volksgezondheid worden bevolen, dat
overledenen aan eene bepaald aangewezen ziekte,
op eenen zelfs binnen de 36 uren na het overlij
den te bepalen tijd, worden overgebracht naar
een lijkenhuis, indien dit aanwezig is."
Het staat dus aan de geneeskundigen vrij, te
zorgen dat, waar dit noodig is, de begraving vroe
ger dan door de wet bepaald is, plaats vindt.
Gaarne vullen wij een leemte in ons verslag
over de academische feesten aan. In ons nummer
van gisteren maakten wij namelijk alleen gewag
van de ontvangst van Z. K. H. prins Alexander bij
den heer wethouder Hubrecht, terwijl 's Konings
tweede zoon bij H. D. aankomst in deze stad
is afgestapt aan de woning van onzen burgemees
ter, den heer Dr. Van den Brandeler, en daar
het diner heeft gebruikt.
De receptie van Robert Lord Dudley, die gis
teren in het kolossaal gebouw op de Ruïne werd
gehouden, is een onderdeel van den eergisteren
gehouden optocht.
Ook Leicester deed dit den dag na zijn intocht
te Leiden. De uitnoodigingen tot de receptie op
gisteren waren met uitzondering van enkele
veranderingen in de dagteekening geheel conform
aan die welke den „Hofmeister" van den echten
Graaf van Leicester rondzond. De uitnoodigings-
brief luidde aldus
L. B. VIII Junii MDCCCLXX.
Den hofmeister va sy Excel, de Grave va Lei-
cester doe cont en te weten op ordre van sy
Excel, voirnoempt, dat sy Excel, op dato de
VlII«n van Somermaand ten II uyre na de noen
particulierlyck sal ten hove in gehoire ontfaen
sy furstelyke Excel. Prince Mourick, ende vor-
dere Edeluy ende jonkers, voirts die; gedeputeer
den van My heere de State, die van den hove ende
Raiden ende die manhafte heere Cornelle Ca-
pitaine en de Seriante van de armee van my
heere die Staten ende der manhafte Schutterie
tot Leyden, als oock den erntfeste achtbare ende
voersienige heere borgemeister ende die van den
Raide der stede Leyden ende die erntfeste ende
hoichgeleerde Recteur misgaders Curateurs, Pro-
fesseurs ende Studenten der Universiteit tot Leyden.
De Hofmeister voirnoempt,
slltjes.
Op het adres leest menvan wege Syne Ex
cellentie den Grave.
De collecte door of vanwege het Gemeentebe
stuur alhier met opene schalen heden gehouden, om
te voorzien in de eerste en) meest dringende be
hoeften van hen, die ten gevolge van den te
Bodegraven gewoed hebbenden brand van alles
zijn beroofd, heeft zuiver opgebracht de som van
2670.17.
De collecte voor den brand te Bodegraven, ge
houden bij gelegenheid der maskerade en inge
zameld door de heeren Maclaine Pont en Lange,
heeft opgebracht
aan zilver geld S52.36
koper geld 186.00
Belgisch geld4.57
Pruisisch geld 0.15
Nederl. Indisch geld 0.00'
Totaal 1000.07'
en een Zeeuwsche duit.
Men deelt ons mede dat de militairen van de
alhier liggende bataljons infanterie, die ter ge
legenheid van het Pinksterfeest met verlof huis
waarts vertrokken, op verzoek van den kolonel
Von Wrangel auf Lindenberg, hun rantsoen brood
afstonden voor de noodlijdenden te Bodegraven,
zoodat den tweeden Pinksterdag een SOOtal kom-
miesbrooden naar deze zwaar beproefde gemeente
werden verzonden.
De rechtbank te Groningen heeft uitspraak ge
daan in zake het verzet dier gemeente tegen
de rangschikking in het faillissement van J. Zui-
dema, waarbij hare vordering wegens hoofdelij-
ken omslag niet als preferent was erkend. Ge
noemde rechtbank heeft, in strijd met de con
clusie van het openbaar ministerie, verstaan, dat
gemeentebesturen bevoegd zijn bij wettige veror
dening den voorrang dier belasting te regelen.
Die bevoegdheid ontleenen zij aan art. 1183, lid
2 B. W., en wel hoofdzakelijk op grond, dat bij
dat artikel het bestaan van het recht van voorrang
en tevens de bevoegdheid der gemeentebesturen
tot regeling van dat recht, even onvoorwaardelijk
als die van den algemeenen wetgever, worden
erkend.
Gelijk men zich herinneren zal, heeft onze ge
meenteraad voor eenige maanden de bepaling,
waarbij aan de gemeente de voorrang wordt toe
gekend, geschapt, omdat men meende dat de ge
meente zich dit recht niet kon toekennen.
De medaille ter herinnering aan de afschaffing
van het dagbladsegel in Nederland, bestemd om als
huldeblijk te worden vereerd aan onzen geach-
ten en kundigen landgenoot, den heer Maurits
H. Van Lee te Brussel, die zich te dier zake zoo
verdienstelijk heeft gemaakt, is thans voltooid,
Het is een fraai nationaal-historisch gedenkstuk,
dat wij verschuldigd zijn aan den verdienstelij
ken graveur, den heer Karei Wiener.
Dezer dagen is den heer Van Lee een keurig
écrin aangeboden, met drie exemplaren dier me
daille, een in goud, een in zilver en een in brons,
vergezeld van een album, de namen bevattende
der aanbieders van dit welverdiende huldeblijk.
Volgens de ingekomen berichten der Provin
ciale Kerkbesturen zijn tot de Synode van 1870
afgevaardigd: uit Gelderland Dr. R. C. H.Römer,
sec. Dr. A. C. De Meijier, predd. te Deil c. a.
en Arnhem; uit Zuid-Holland M. D. Deeleman,
sec. Chr. Krabbe, predd. te Rotterdam en Leiden
uit Noord-Holland R. J. Koning, sec. H. Steen
berg, predd. te Limmen en Amsterdam; uit Zee
land J. P. H. Reijers, sec. B. A. Overman, predd.
te Brouwershaven en Heinkenszand; uit Utrecht
Dr. T. J. Van Griethuijsen, sec. Dr. F. W. Merens,
predd. te 't Waal c. a. en Utrecht; uit Friesland
Tj. Oosterbeek, sec. Dr. J. P. Escher, predd. te
Birdaard en Dronrijp; Dr. D. C. Pleijte, sec. Mr.
G. Hiddema Jongsma, oud-ouderlingen te Leeuwar
den; uit Overijsel G. Bruna, sec. Dr. W. B. J.
Van Eijk, predd. te Hasselt en Deventer; Mr. D.
G. Kortenbout van der Sluijs, sec. Dr. P. P. Kre-
mer oud-ouderlingen te Zwolle en Kampen; uit
Groningen J. Douwes, sec. S. Coolhaas Van der
Woude, predd. te Leens en Meeden; Mr. H. O.
Feith, sec. J. A. Feith, oud-ouderling en ouder
ling te Groningen; uit Noord-Brabant Dr. B. Gla-
sius, sec. H. M. C. Van Oosterzee, pred. te Geer-
truidenberg en Oirschot; uit Drenthe G. W. Van
Eerde, sec, J. B. F. Heersprink, pred. te Wester-
bork en Gieten; uit de Waalsche kerken, J. F.
C. Kronenberg, sec. Dr. J. H. De Greef, pred. te
Arnhem en Maastricht; uit Limburg D. Hendriksz,
sec. M. Spruyt, pred. te Meerssen en Maastricht.
Verder zijn door de Indische commissie afgevaar
digd de heer H. L. Oort, sec. Chr. Krabbe, predd.
te 's-Gravenhage en Leiden.
Naar de gewone orde zullen de Theologische
faculteiten te Leiden en Utrecht, waarvan echter
nog geen bericht is ontvangen, vertegenwoordigd
worden door de hoogleeraren Dr. J. J. Prins en
Dr. J. J. Van Oosterzee; de Theologische facul
teit te Groningen heeft afgevaardigd den hoog
leeraar Dr. P. Hofstede de Groot, sec. Dr. W.
Muurling.
Het verdubbelde algemeen college van toezicht
op het beheer der goederen van de Hervormde
gemeenten is tegen heden Donderdag bijeenge
roepen. Daarvoor zijn door de provinciale kies-
vereenigingen gekozen de HH. D. Bas Backer
te Apeldoorn, Mr. J. A. Jolles te 's-Graven
hage, K. De Jong te Hoogkarspel, Mr. B. C.
Cau te Zierikzee, Jhr. J. C. Strick van Lin-
schoten te Maarsen, Mr. J. C. Bergsma te Leeuwar
den, C. H. A. Engelenberg te Kampen, Mr. H.
O. Feith te Groningen, Mr. J. Versfeit te 's-Her-
togenbosch, Mr. H. J. Smidt te Assen en M. Spruijt
te Maastricht. Vanwege de Waalsche gemeenten
is daarenboven aangewezen de heer J. F. C. Kro
nenberg te Arnhem, en vanwege de Synodede
HH. Tj. Oosterbeek te Birdaard, Dr. A. T. Reitsma
te Groningen en H. Q. Janssen te St.-Anna ter
Muiden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
hebben den Raad een voordracht aangeboden,
waarin de wenschelijkheid wordt geopperd, dat
de Raad eene commissie benoeme om te onderzoe
ken, „wat er van gemeentewege moet gedaan wor
den om den gezondheidstoestand van Amsterdam
te bewaren voor de nadeelige gevolgen, welke
eene afdamming van het IJ zal medebrengen?"
Zij handelt over de reinhouding der stad, in
den meest uitgebreiden zin, en strekt tot geleide
van een plan dat een onderdeel dier reinhouding
behandelt, namelijk een plan tot rioleering van
Amsterdam, opgemaakt door den stads-ingenieur.
Burgemeester en wethouders stellen voor:
1°. de personen aan te wijzen, die uitgenoodigd
zullen worden het lidmaatschap der commissie
te aanvaarden
2°. onder nadere goedkeuring van gedeputeerde
staten der provincie van den post voor onvoor
ziene uitgaven voor den loopenden dienst eene
som van 5000 bij wijze van krediet beschikbaar
te stellen, tot goedmaking der kosten van het
onderzoek.
Naar aanleiding van een besluit van den Delft-
schen gemeenteraad, van den 2S"«" Mei 1867, werd
eene commissie benoemd, om te onderzoeken
1*. Aan welke reden is tegenwoordig toe te schrij
ven, en vooral in dezen tijd van het jaar (des
zomers) de slechte toestand van het water in
onze grachten en singels? 2°. Welke middelen
behooren te worden aangewend, om daarin ver
andering te brengen? 3°. Voor het geval onder
die middelen ook behooren werken, door de ge
meente aan te leggen of te verrichten, welke
zullen de kosten zijn, daaraan verbonden?
Tot leden dier commissie werden benoemd de
heeren: T. J. Stieltjes, N. H. Henket en C. J. De
Bruijn Kops. Het rapport door die heeren uitge
bracht ziet thans het licht. De Delftsche Courant
ontleent daaraan eenige bijzonderheden, waarvan
wel de merkwaardigste is, dat vroeger de verver-
sching van Delfts grachten hoofdzakelijk niet uit
de Maas, maar wel uit Rijnland genomen werd.
En de reden daarvan is, dat, gelijk uit ver
schillende opgaven blijkt, toen het water in Rijn
land lager dan in Delfland stond, en slechts bij
uitzondering hooger. Een opgaaf komt er in voor,
dat het water in Delfland zelfs 38 Rijnlandsche
duimen (eene el) hooger stond dan in Rijnland;
toen liep het water trouwens ook de kaden over,
de polders in. Enkele dagen komen er in voor,
dat Delfland lager was, tot 7 Rijnlandsche dui
men toe.
Thans is het water in Delfland in den regel
hooger dan in Rijnland. Slechts zeer enkele malen
is het gelijk water aan beide zijden der sluis of
in Rijnland iets hooger.
De navolgende prijzen worden uitgeloofd op
de tentoonstelling van paarden, vee en pluimge
dierte, van de afd. Arnhem der Geldersche Maat
schappij van Landbouw, die den l,t8B Juli a.s.
te Arnhem zal worden gehouden bij gelegenheid
van het XXIV"8 Ned. Landhuishoudkundig Con
gres.
Paarden: Hengsten van vreemd of gekruist ras,
van 2—5 jaren 1B prijs f 100, 2e f 80; hengsten
van inlandsch ras, van 25 jaren, Ie prijs ƒ100,
28 30; hengsten beneden de 2 jaren, le prijs
ƒ40, 2« ƒ15; merriën met hare veulens, 1« prijs
ƒ50, 2e ƒ20; merriën van 36 jaren, 1® prijs ƒ80,
2® 15; spannen paarden, van 46 jaren (gelijk
geslacht), voor den wagen gespannen, prijs ƒ30.
Rundvee: Spriugstieren van vreemd of gekruist
ras, niet meer dan 4 breede tanden hebbende,
le prijs 75, 2e ƒ25; springstieren van inlandsch
ras, niet meer dan 4 breede tanden hebbende,
le prijs 75, 2® 25; het schoonste stierkalf, prijs
25; melk of kalfdragende koeien, niet ouder dan
6 jaren, le prijs 40, 2e ƒ15 de schoonste drach
tige vaars, met 4 breede tanden, 1® prijs 25,
2® ƒ10.
Schapen: Rammen van vreemd of gekruist ras,
le prijs fi5, 2e ƒ10; rammen van inlandsch ras,
1® prijs ƒ25, 2® ƒ10; zes stuks ooien met lamme
ren, vreemd of gekruist ras, le prijs ƒ20, 2e ƒ10;
zes stuks ooien met lammeren, inlandsch ras, le
prijs 20, 2e ƒ10.
Varkens: Beren (ras onverschillig), niet ouder
dan 3 jaren, le prijs 20, 2® ƒ10; zeugen (ras
onverschillig) le prijs ƒ15, 2® ƒ5; toornen biggen,
niet minder dan 4 stuks, 1® prijs ƒ10, 2e ƒ5.
Bokken en geiten Springbokken, le prijs ƒ5,
2® ƒ2.50; melkgeiten 2c prijs ƒ5, 2® ƒ2.50.
Pluimgedierte: Toornen hoenders (1 haan en 6
hennen), le prijs ƒ5, 2® ƒ2.50. Toornen kalkoenen
(1 haan en 3 hennen), le prijs ƒ5, 2o ƒ2.50; too
rnen eenden (1 woerd en 6 eenden), le prijs ƒ5,
2® 2.50; de schoonste verzameling duiven, le prijs
ƒ5, 2® 2.50; de schoonste verzameling pluimge
dierte, een zilveren medaille.
Eene zilveren medaille is ter beschikking van
de keurmeesters.
Als een bewijs der buitengewone drukte, die
den 7den Juni alhier aan het Spoorwegstation
heerschte, merken wij op, dat er op dien dag
ongeveer 34000 reizigers werden vervoerd.
De officier van gezondheid der 2de klasse H.
Moermans, laatst behoord hebbende tot het eska
der in Oost-Indië en van daar den lsten dezer
in Nederland teruggekeerd, wordt met dien da
tum op non-activiteit gesteld.
Z. M. heeft aan de vereeniging tot bevordering
van 's lands weerbaarheid, genaamd: „Sallands
Weerbaarheid", te Dalfsen, toestemming tot op
richting verleend.
Bij Zr. Ms. besluit zijn met ingang van 1 Septem
ber 1870, bij de Rijks- hoogere burgerschool met
driejarigen cursus te Heerenveen benoemdtot
leeraren: W. H. Wisselink, te 's-Gravenhage; Dr.
J. E. Enklaar, te Doesburg; J. H. Muller Van
der Haas, te Heeren veenJ. N. Valkhoff, te Breda;
J. D. Belmer, te Sneek; J. Van den Berg, te
Lochemtot amanuensis: O. Venema, te Gro
ningen.
Z. M. heeft Mr. A. Hoeth, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend als 2den luitenant bij de
lste kompagnie van het 11de bataljon rustende
schutterij in de provincie Noord-Brabant.
Z. M. heeft ten laste van den Staat pensioen
verleend aan: J. Veltens, gewezen rijksveldwach
ter te Hoogeveen, ten bedrage van ƒ135 'sjaars;
J. W. Kleinsmidt, zich noemende en schrijvende
Kleinschmit, gewezen griffier der arrondissements
rechtbank te Sneek, ten bedrage van 1416 'sjaars
en Mr. G. J. C. Schneither, gewezen vice-president
van het provinciaal gerechtshof in Gelderland,
ten bedrage van ƒ1786 'sjaars.
Z. M. heeft tot lid van den Raad van tucht te
Amsterdam benoemd den luitenant ter zee der
lste klasse J. F. Van Kervel, adjudant van den
directeur en kommandant der marine aldaar.
Woerden, 7 Juni. De collecte op gisteren ge
houden ten behoeve der noodlijdenden door den
brand te Bodegraven, heeft bedragen ruim 400.