N°. 3162.
Zaterdag
A°. 1870.
4- Juni.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post9 3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 3 Juni.
Het Amsterdamsche Volksblad bevat weder
iets over een uniform Spoorwegtarief. Ge
lijk men zich herinneren zal, hebben wij voor
eenigen tijd melding gemaakt van het plan, door
den heer Raphaël Brandon in Engeland geopperd,
om ook op het personentarief der spoorwegen het
tegenwoordig bijna overal ingevoerde stelsel van
een uniform briefporto toe te passen.
„Nu begint de zaak, zoo lezen wij, ook in Duitsch-
land de aandacht van het publiek te trekken. De
heer F. Perrot heeft het denkbeeld krachtig onder
steund in de Weser Zeitung. En in de jongste
Deutsche Blaeller, N°. 18, komt hij nogmaals op
dat plan terug, omdat hij zoo gaarne in de sterk
uitgesproken publieke meening, ten gunste van
die hervorming, het middel zou vinden, om de
toepassing, zij 't dan ook aanvankelijk maar op
een enkele lijn, mogelijk te maken. Want zóó
zeer is hij doordrongen van het practische der
zaak, dat hij van de enkele proef de algemeene
toepassing als beslist acht.
In het jaar 1867, zoo berekent Perrot, werden
in de provinciën van het oude Pruisen uitgege
ven 38% millioen plaatskaartjes, waarvoor onge
veer 34 millioen betaald is. Van die biljetten
waren voor de
lste klasse millioen.
2de 6
3de 17
4de 14
militairen 1
38% millioen.
Wanneer men nu een uniform tarief maakt voor
•telken afstand binnen de grenzen van het rijk, en
men vereenigt zelfs de 3de en de 4de klassen,
dan zou men verkrijgen door een vraehtcijfer van
f 3.60 voor de lste kl. mill, biljetten 1,800,000
0.60 2de 6 3,600,000
0.30 3de 30 9,000,000
of een totaal van f 14,400,000.
Neemt men aan dat het verkeer anderhalfmaal
grooter wordt door deze aanzienlijke verlaging
en de ontzaglijke vergemakkelijking van hetreizen,
dan zou de ontvangst reeds grooter zijn dan tegen
woordig. En dat die schatting althans voor Prui
sen niet overdreven mag genoemd worden blijkt
uit het feit, dat aldaar jaarlijks maar 2 plaats-
briefjes per hoofd der bevolking werden uitge
geven tegen 9 in Groot-Brittanje, alhoewel in
het eerste land 5000 en in het tweede maar 4000
menschen op de vierkante mijl wonen. Daaren
boven vervalt de juistheid der bewering, dat het
materieel dan veel grooter zou moeten zijn dan
het bestaande door het officieel geconstateerde
feit, dat op de Pruisische banen in 1867 maar
gemiddeld 27 pCt. der zitplaatsen werd bezet.
„Deze regelen werden geschreven, zoo eindigt
de schr. van het art. in het Volksblad, om aan
den wensch van den „man van het vak" te vol
doen. De eischen der gezondheid van de arbei
dende klasse in de groote steden kunnen alleen
dan bevredigd worden, wanneer goedkoope mid
delen vaD vervoer haar de gelegenheid verschaf
fen, om buiten de dicht bevolkte straten en ste
gen een gezonde woning te vinden. En voor den
weinig bemiddelden burgerman zou 't een wel
daad zijn, wanneer hij op het land goedkooper
en frisscher wonen kon, omdat een onkostbaar
spoorwegvervoer hem vrij liet die plaats van ver
blijf te kiezen, welke 't meest bevorderlijk kon
geacht worden voor de krachtige ontwikkeling
der zijnen, zonder hinderlijke verwijdering van
zijn dagelijksch arbeidsoord. Hoe zou daarenbo
ven de algemeene ontwikkeling vaD den geest
toenemen door een veelvuldiger onderling ver
keer met den nu tot vreemdeling blijvenden land
genoot, omdat alleen in het gezonde lichaam de
krachtige ziel kan wonen."
Den ganschen dag en avond heerschte giste
ren eene ongewone drukte door de vele bezoe
kers, die met de verschillende treinen werden
aangevoerd hetzij om het muziekfeest te komen
bijwonen en 's avonds weder te vertrekken, hetzij
om gedurende de academiefeesten in onze stad, die
al meer en meer een feestelijk aanzien krijgt, door
te brengen.
H. M. onze beminde Koningin, vergezeld van
HD. doorluchtigen zoon, prins Alexander, waren te
7 uren in een rijtuig met vier paarden bespannen
uit de residentie alhier aangekomen. HDs. gevolg
bestond uit Jonkvrouw Van Pabst van Bingerden,
eerste hofdame, en Mr. VV. A. J. Schimmelpen-
ninck van der Oije, dienstdoend Kamerheer.
Onderscheidene bewoners van hoofdstraten, vooral
de Breestraat, hadden de driekleur uitgestoken.
Overal waar de vorstelijke personen zich ver
toonden, werden zij met den eerbied aan de vor
stelijke familie verschuldigd begroet.
Na het eerste gedeelte van de Elias, verliet
H. M. de Hooglandsche kerk, waar HD. ont
vangen en uitgeleid werd door de feestcommissie.
Ook heden brengen de verschillende treinen
veel reizigers aan.
Bij de repetitie, die heden voor den tweeden
avond van het heerlijk Muziekfeest in de Hoog
landsche kerk werd gehouden, heeft onze Bur
gemeester den uitstekenden leider van de Leid-
sche Zangvereeniging, den heer Wetrens, in warme
bewoordingen aangesproken en hem in naam der
burgerij dank betuigd voor zijn ijverig streven,
waaraan dit welgeslaagd en genotrijk feest te
danken is. Ook aan dames en heeren, die daar
toe hebben medegewerkt, en de feestcommissie
zwaaide hij een welverdienden lof toe. De heer
Dr. Van Praag beantwoordde in goedgekozen
bewoordingen dit blijk van belangstelling.
In de Vergadering van de Koninklijke Acade
mie van Wetenschappen, afdeeling Natuurkunde,
op 28 Mei 11. gehoudeD, waren tegenwoordig de
heeren C. A. J. A. Oudemans, voorzitter, A. C.
Oudemans Jr., F. J. Stamkart, E. H. Von Baum-
hauer, A. Heynsius, C. M. Van der Sande Lacoste,
F. Kaiser, J. A. Herklots, V. S. M. Van der Wil
ligen, G. Van Diesen, N. W. P. Rauwenhoff, H.
Vogelsang, G. F. W. Baehr, P. Bleeker, C. H. C.
Grinwis, J. A. Boogaard, P. M. Brutel de la Rivière,
P. Elias, C. H. D. Buys Ballot, P. L. Rijke, R.
Van Rees, A. W. M. Van Hasselt, J. Bosscha Jr.,
L. Cohen Stuart en C. J. Malthes, secretaris later
de heeren Th. W. Engelman en J. R. T. Ortt.
Na voorlezing en goedkeuring van het proces
verbaal der vorige zitting, bericht de secretaris
in verband daarmede: dat de bij de Regeering
ten gebruike aangevraagde meter van VanSwin-
deu van den directeur der Polytechnische school,
waarbij zij berustte, ontvangen is, gesloten in
eene doos met het opschriftMétre conforme a la
loi du 18 Germinal an UI, présenté le 4 Messidor an VIL
Wordt vervolgens kennis genomen van een
schrijven van Z. Exc. den minister van binnen-
landsche zaken, 's-Hage, 12 Mei, n°. 213, 5de
afd., meldende de bekrachtiging door Z. M. den
Koning van de benoemingen der heeren Dr. Th.
W. Engelmann en Jhr. J. R. T. Ortt tot gewone
leden, alsmede der heeren F. C. Donders tot
voorzitter en C. A. J. A. Oudemans tot onder
voorzitter der Afdeeling, waarop de beide eerst-
genoemden ter vergadering binnen geleid en door
den voorzitter verwelkomd worden.
Aan eene aanvraag tot ruil van uitgegeven ge
schriften met de nieuw gestichte Anthropologische
Gesellschaft te Weenen wordt besloten gevolg te
geven.
De kerkeraad der Remonstrantsche gemeente
te Rotterdam zond een bronzen medaille ten ge
schenke, geslagen op het 250jarig bestaan der
Remonstrantsche Broederschap, waarvoor de dank
der Academie zal worden betuigd.
De secretaris bericht, dat tegen de opname in
de Verslagen en Mededeelingen van de bijdragen der
heeren Miquel en Van der Willigen geen bezwaar
is gemaakt, en dat de heer Bierens de Haan
daarvoor eene llde bijdrage tot de Theorie der
bepaalde integralen heeft ingezonden.
De heer Heynsius biedt voor de boekerij een
exemplaar aan van het tweede deel der onder
zoekingen in het Physiologisch Laboratorium der
Leidsche Hoogeschool.
De heer Kaiser geeft verslag van den inhoud
eener verloren en teruggevonden oratie van Pie-
ter Nieuwland van den jare 1787, getiteld: de
insignibus Astronomiae incrementis, novistime caplis, et
eliamnum sperandis, en vestigt nog de aandacht op
den aanstaanden voorbijgang der planeet Venus
voorbij de zon (in 1874), voor welks waarneming
hij betreurt dat onze Oost-Indische bezittingen
geen gunstige gelegenheid aanbieden.
De heer Van der Willigen spreekt over het voor
deel bij de keuze van maatstaven van zoodanige
staven, locomotief-assen bijv., die aan eene lang
durige trilling blootgesteld zijn geweest; over den
invloed van beweging op de deviatie van diffrac-
tielicht, en over de gepastheid van het gebruik
der golfslengte van het natriumlicht tot maat.
De heer Von Baumhauer zou voor maten aan
kristallen de voorkeur geven, acht het althans,
zoo men metaalstaven wil bezigen, van belang
die vooraf aan eene temperatuur bloot te stellen
weinig verschillend van de smelttemperatuur,
om ze vervolgens langzaam te laten bekoelen, in
de onderstelling dat alsdan de moleculen in miust
gedwongen toestand er in zullen voorkomen.
De heer Stamkart is niet overtuigd van de
practische voortreffelijkheid der natuurmaat door
den heer Van der Willigen voorgestaan, wegens
de moeilijkheid om uit kleine lengtematen met
de vereischte nauwkeurigheid grootere af te leiden.
De heer Van Diesen betwijfelt of in eene lang
gebruikte locomotief-as de daarin ontstane kristal
lijne toestand wel homogeen is, hetwelk door den
heer Vogelsang bepaald wordt ontkend.
De heer Rijke eindelijk herinnert, hoe Jacobi
tot het bewuste einde galvanoplastisch neergesla
gen metaal heeft aanbevolen.
Omtrent het zevende Algemeene Nederlandsche
ZendiDgsfeest, dat 22 Juni van dit jaar op het
landgoed van Jhr. Mr. C. Van Foreest, onder
Heilo, gehouden zal worden, vernemen wijIn
navolging van het in 1869 gehouden feest zal de
toen ingevoerde dienstregeling gevolgd worden
en zijn vijf spreekplaatsen aangewezen. Voor den
morgen worden als sprekers genoemd de heeren
Dr. N. Beets, Dr. A. H. W. Brandt, Dr. W. G.
Smitt en T. M. Looman. ODgeveer op den na
middag zal eene algemeene wandeling naar den
Willebrordus-Put worden gedaan, waar, onder be
geleiding van muziek, n". 2 der liederen zal ge
zongen worden. Na den middag zullen nog 12
sprekers optreden, waaronder Dr. A. Capadose,
die meer bepaald de zending onder Israël zal
bespreken.
Van de 7S27 jongelingen, die gedurende de laat
ste tien jaren te 's-Hage voor de nationale militie
werden ingeschreven, verklaarden 7059 of nage
noeg 97 percent, te kunnen lezen of schrijven.
Aller vorderingen mogen wellicht niet zeer groot
zijn geweest, het blijkt dan toch, zeggen Burg.
en Weth. aan den Gemeenteraad, dat weinige
der ingeschrevenen van onderwijs waren versto
ken gebleven.
Aan den heer J. J. Van Kerkwijk, te 's-Gra-
venhage, is, door het Bataafsch Genootschap dei-
Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, de
gouden medaille toegewezen voor eene prijsver
handeling, betreffende de geschiedenis der tele-
graphie in Nederland.
Met ingang van den 5den Juni aanstaande zal
j het rijkstelegraafkantoor te Steenwijk open zijn.
j Op Zon- en feestdagen vau 8 tot 12 uren 's voor
middags; op de Maandagen van 9 uren 's voor- tot
3 uren 's namiddags en van 5 tot 7 uren 's namid
dags. De diensttijd der overige werkdagen blijft
onveranderd.
Bij beschikking van den Minister van Binnenland-
scke Zaken is, met ingang van 1 Juli e. k., aan den
opz. van den waterat. der lste kl. H. J. Verhaar,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend.
Bij beschikking van den Minister van Binnenland-
De Maskerade te Leiden.
XXX. JAN VAN HODT.
Van Hout werd van zijn jeugd af in stadsdienst
gebruikt. Van 15641569 was hij Secretaris, op
zeer geringe bezoldiging, waarover hij meermalen
klaagde. Nadat hij door Bossu ontslagen was,
omdat hij zich in de onlusten zoude gemengd
hebben, vertrok hij gelijk zooveel anderen naar
Emden en nam aldaar de betrekking van notaris
voor de uitgewekenen waar. Na den omkeer der
zaken, keerde hij spoedig naar zijn vaderland
terug en werd in Augustus 1573 weder in zijne
vroegere betrekking hersteld. Ten tijde der bele
gering deed hij gewichtige diensten; hij was de
rechterhand van Van der Werff, die zijn drift
dikwijls deed bedaren. Later bleef hij de belangen
der stad met gelijke trouw behartigen. Met Van
der Werff werd hij naar Utrecht gezonden om
Leicester te overtuigen van de onbillijkheid, van
het verplaatsen der Hoogeschool naar Utrecht.
Hij was ook de eerste Secretaris der Curatoren
en wijdde in die betrekking met eene plechtige
redevoering het Collegium Theologicum in.
Orlers, in zijne beschrijving van Leiden, gewaagt
dikwijls van hem en deelt verscheidene dicht
stukken van hem mede. Hij stierf in 1609. Zijne
zinspreuk was: Hout en Wint.
XXXI. JONKHEER JOHAN VAN DER DOES, HEER
VAN NOORDWIJK.
Uit een der aanzienlijkste geslachten van Hol
land geboreD, nam Van der Does, of, zooals hij
ook genoemd wordt, Janus Dousa reeds vroeg
deel aan de pogingen van eenige edelen, om
gewetensdwang en dwingelandij te weren. In
zijne geboorteplaats Leiden verwierf hij zich een
onsterfelijken naam en deed hij zijn geslacht eer
aan. Want gedurende het beruchte beleg bleek
overvloedig, hoe groot zijn heldenmoed was, toen
hem aldaar het bevelhebberschap was opgedra
gen. Zijn staatkundig beleid, gepaard met be
proefde getrouwheid, was oorzaak dat hij menig-
malen tot gewichtige gezantschappen gebruikt
werd, o. a. tweemaal naar Engelanden in beide
verwierf hij den lof van vreemden en den dank
van vrienden. Daarbij bekleedde hij de gewichtige
posten van Dijkgraaf van Rijnland, Register-
meester van Leiden, lid van den Hoogen Raad
en Curator en Bibliothecaris der Leidsche Aca
demie. Hij was een goed geschiedschrijver, een
groot taalkundige en een uitmuntend dichter. De
grootste mannen rekenden het zich tot eer brief
wisseling met hem te onderhouden, en Du Thou
noemde hem den Hollandschen Varro.
XXXII. WILLEM JAN REVERSZOON VAN HEEMSKZRCK,
BURGEMEESTER VAN LEIDEN.
Heemskerck was met zooveel anderen, tijdens
den bloedraad, uit den lande geweken en had
eene veilige schuilplaats gezocht te Emden. Wel
dra kwam hij in aanraking met den Prins, die
hem zeer hoog schatte en in vele geheime zen
dingen gebruikte. Kort na zijne terugkomst werd
hij Raad nevens zijne Excellentie, „om op alle
voorvallende zaken te disponeren," en was lid
der eerste vergadering der Staten van Holland.
Hoewel hij de beruchte belegering van Leiden
niet bijwoonde, daar hij zich ter Staatsvergade
ring bevond, werkte hij toch zoo veel mogelijk
mede tot het ontzet en teekende onder anderen
den brief uit Delft.
Ook was hij een der gedelegeerden bij de on
derhandeling over de opdracht der Souvereiniteit
aan Willem I en insgelijks bij de samenspreking
tusschen Dirk Volkertszoon Coornhert en den
Hoogleeraar Saravia. Reeds in 1564 was hij be
noemd tot Burgemeester van Leiden, welken post
hij tot zijn dood, in 1592, nog dikwijls vervulde.
Te halftwaalf ongeveer werd Dinsdag-avond
een heer op het Buitenhof te 's-Gravenliage door
een beroerte getroffen. Bij een der bewoners in
den omtrek ingedragen, stierf hij weinige oogen-
blikken later, nadat de heeren chir. Schoevers en
Van der Noordaa getracht hadden, zijne levens
geesten nog op te wekken. De overledene was
een wèlgezeten, ongehuwd burger.
Als eene bijzonderheid kan vermeld worden,
dat bij T. Westerhout, landbouwer te Polsbroek,
een zeug vier levende jongen heeft ter wereld
gebracht, die noch achterpooten noch een staart
hadden.
Door de justitie te Breda is een gerechtelijke
vervolging aangevangen tegen zekeren J. J. Lam-
mers, kleermaker aldaar, wegens moordaanslag
op zijne vrouw, welke hij eene belangrijke snede
in den hals heeft toegebracht. De verdachte is
te dier zake in hechtenis genomen en zijne vrouw
is naar het gasthuis overgebracht.
Aanvankelijk scheen de verwonding niet ge
vaarlijk te zijn, doch de toestand der verwonde
is verergerd, zoodat men voor haar behoud vreest.
Aan huiselijke oneenigheden der echtgenooten
wordt de oorzaak dezer misdaad toegeschreven.