den geneeskundigen raad voor Gelderland en
Utrecht.
Z. M. heeft als blijk van Zr. Ms. goedkeuring
en tevredenheid de bronzen medaille, ingesteld bij
besluit van 22 September 1855, n°. 64, en een
loffelijk getuigschrift toegekend aan den iuland-
schen matroos Radin van Zr. Ms. schroefstoomschip
Djambi, wegens de redding van den in zee ge
vallen machinist der 2de kl. B. L. C. Marchand,
van dat schip, op 11 Febr. 1870 ter reede van
Soerabaya.
Z. M. heeft T. A. O. De Ridder Fz. benoemd
tot burgemeester van Hoogwoud.
Z. M. heeft aan W. Swam, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als notaris
te Gramsbergen.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in het pro
vinciaal gerechtshof in Drenthe, Mr. J. Schimmel,
thans kanton-rechter te Kaarden en lid der Prov.
Staten van N.-Bolland.
Z. M. heeft goedgevonden den kapitein Jhr. L.
M. Van der Goes, van het korps ingenieurs, mi
neurs en sappeurs, op zijn verzoek, en krachtens
punt 1 van art. 38 der wet van den 28sten Aug.
1851 (Slbl. n°. 128), voor den tijd van éen jaar op
non-activiteit te stellenbij het korps ingenieurs,
mineurs en sappeurs te benoemen tot kapit. van
de 3de kl. (naar ouderdom van rang), den lsten
luit. R. Sturms, van het korps; tot lsten luit.
(n. o. v. r.), den 2den luit. Jhr. J. D. Six, mede
van het korps.
Z. M. heeft op het daartoe door hem gedaan
verzoek, aan den dirigeerenden officier van gez.
der 1ste kl. van den militairen geneeskundigen in
Nederl. Indië J. H. A. B. Sonnemann Rebentiscb,
thans met verlol in Europa, met ingang van 1°.
Juni 1370 een eervol ontslag verleend uit Zr. Ms.
militairen dienst, met toekenning van pensioen.
's-Gravïnhage, 25 Mei. Gisterenavond werd in
de groote zaal van het Kon. Z. B. Genootschap
eene algemeene vergadering van aandeelhouders
gehouden, ter behandeling van de ontwerp-sta-
tuten van dat genootschap, die door eene com
missie, in overleg met het bestuur waren opge
maakt. De vergadering werd gepresideerd door
Jhr. Mr. W. T. Gevers Deynoot, daar Dr. Bleeker
sedert de vorige vergadering zijn outslag als voor
zitter heeft genomen terwijl het secretariaat door
den heer Everts werd vervuld. Nadat de voorzit
ter den loop van het herzieningswerk had nage
gaan, gaf hij te kennen, dat volgens de statuten
de helft der leden-aandeelhouders moest tegen
woordig zijn, om over herziening der statuten te
kunnen raadplegen van de 2610 uitgegeven; aan-
deelen waren er echter slechts 430 vertegenwoor
digd. Derhalve kon de beraadslaging geen voort
gang hebben. Intusschen begreep hij, dat van den
tijd tot die volgende zitting een nuttig gebruik
kon worden gemaakt, daar hij de commissie tot
herziening uitnoodigde, de aanmerkingen hier en
daar tegen haar ontwerp in het midden gebracht,
in nadere overweging te nemen. Hij deelde daarbij
mede, dat de heer L. Woudrichem Van Vliet eene
reeks amendementen op het ontwerp statuten had
ingezonden.Vervolgens werden door sommige leden
voorstellen gedaan om op de besluiten in de vo
rige zitting genomen en inzonderheid op de quaes-
tie van den eervol ontslagen directeur, den heer
Maitland, terug te komen; voorts om aan te drin
gen op de benoeming van een wetenschappelijk
man aan het hoofd der instelling. Over een en
ander had eene langdurige woordenwisseling
plaats, en werden er allerlei motiën voorgesteld.
De voorzitter gaf te kennen, dat de benoeming
en het ontslag van ambtenaren tot de bevoegdheid
van het bestuur behoorde, en dat het alle hoop
had, een in alle opzichten geschikt en bekwaam
man als hoofdbeambte te verkrijgen. Daar alle
voorstellen volgens de statuten acht dagen te vo-
en is aldaar in de groote kerk begraven. Bor
zegt van hem//hij was groot van persoon en
van verstand. Hem werd nagegeven, dat hij zich
in voorspoed niet verblijdde noch in tegenspoed
niet bedroefde, en altijd even lankmoedig was,
zonder dat hij hem ook eenigzins verstoorde wat
hem bejegende, maar verdroeg alles patientelijk,
zonder zijn gemoed ergens in te ontrusten."
XVI. mr. paulufl buys, heer van sevenhoven.
Paulus Buys was destijds een der eerste staats
lieden in de Nederlanden, scherpzinnig, gesle
pen, wat los van leven en zeer hartstochtelijk
was hij in den beginne een onschatbaar vriend
van Engeland. Op dertigjarigen leeftijd, in 1561,
begon hij zijne staatkundige loopbaan als pensi
onaris van Leiden en werd toen reeds om zijne
bekwaamheid in staatszaken geroemd. Hij was
een trouw vriend van Willem I, hield gedurig
briefwisseling met hem en deed met levensge
vaar eene reis naar Dillenburg, om den opstand
te bevorderen. Bij de verandering van zaken in
1572, deed hij Leiden tot 's Prinsen zijde over
gaan en werd door de Staten van Holland tot
hunnen advocaat benoemd.
Als zoodanig dan ook was hij tegenwoordig
bij den vredehandel te Breda en bij de Geutsche
Bevrediging. Hij was raad van graaf Jan van
ren moeten worden aangeboden en ter inzage
nedergelegd, leidden die gedachten en woorden
wisseling tot geen resultaat, en werd de verga
dering gesloten.
Amsterdam, 24 Mei. Heden werd voor het pro
vinciaal gerechtshof alhier een aanvang gemaakt
met de behandeling der zoozeer geruchtmakende
zaak tegen Felix Septimus Elders, med. doctor
en prakt, geneesheer te Haarlem, beschuldigd van
het afgeven eeuer verklaring, waarbij door hem
valschelijk is gecertificeerd, dat de heer Mr. S. G
Wiersma aldaar op 17 Februari jl. in een toe
stand van krankzinnigheid verkeerde, die zijne
voorloopige opneming in het gesticht Meerenberg
noodzakelijk maakt. Een zeer talrijk publiek
woonde de zitting bij. Het hof was samengesteld
uit de heeren Mrs. G. Schimmelpeninck, presi
dent; J. J. Splitgerber, P. J. Teding van Berk
hout en J.-J. Van Meerbeke, raden; het openbaar
ministerie werd waargenomen door den adv.-gen.
Jhr. Mr. C. H. Bakker, de verdedigiug door den
advocaat Mr. J. A. Levy; 37 getuigen zijn gedag
vaard, waarvan 26 5. charge, 11 décharge.
Voor de pauzeering werd daarvan slechts éen
gehoord en wel de heer Mr. Cornells Wiersma,
advocaat en notaris te Leeuwarden. Vooraf ech
ter deed de president den beschuldigde een uit
voerig verhoor ondergaan, waarin deze in allerlei
bijzonderheden opsomde, om welke redenen hij
den heer S. G. Wiersma voor krankzinnig hield.
De eerste getuige verklaarde, dat hij zijn zoon
van tijd tot tijd te Haarlem had bezocht en in
den laatsten tijd geen reden had hem voor krank
zinnig te houden. Wel wist hij, dat zijn zoon
lang sliep, doch schreef diens minder aangenamen
toestand toe aan de omstandigheid, dat het leven
hem in huis onaangenaam werd gemaakt. Wat
de verstandhouding tusschen Mevr. W. en den
besch. betreft, had bij slechts vermoedens. Hij
had den besch. slechts zelden ontmoet en dan
slechts weinige woorden met hem gewisseld,
maar het was hem opgevallen dat hij den besch.
zoo dikwijls in het huis van zijn schoondochter
trof, zonder dat er iemand ongesteld was. Een
maal toen hij met den besch. alleen was, daar
Mevr. W. zich had verwijderd, had hij hem, meer
om iets te zeggen dan omdat hij het ernstig
meende, gevraagd hoe Dr. E. over zijn zoon dacht.
De besch. had toen geantwoord, dat er geen ver
schijnselen waren van krankzinnigheid, maar dat
de heer W. Jr. leed aan //hoogmoed," met een
bijvoeging, welke hem get. zeer onaangenaam
had getroffen. Getuige had eeuigen tijd geleden
een brief ontvangen, waarin hem werd medege
deeld, dat zijn zoon voor f3000 aan boeken zou
hebben gekocht en waarom hij gemeend had, dat
het wellicht wenschelijk zou zijn hem onder
curateele te stellen. Bij) onderzoek echter bleek
dat het slechts f 30 bedragen had. Na het begin
der vervolging tegen den besch. had hij herhaal
delijk zijne schoondochter aangeraden naar Fries
land bij hem te komen, doch deze had steeds
geweigerd, zonder geldige reden, naar hij meende.
De stukken, die hem door Jhr. Salvador waren
toegezonden, had hij steeds ongeopend terugge
zonden en ook zijn schoondochter ontraden zich
met den heer S. in te laten, die haar en den
besch. slechts kon schaden.
Na de pauze werd als tweede getuige gehoord
Mr. S. G. Wiersma, zich noemende //Van Velzen
Wiersma." Hij verklaarde, dat in het eerst de
bezoeken van den besch. geen achterdocht bij
hem hadden verwekt, daar hij zijne vrouw ver
trouwde. Later had hij echter die bezoeken stui
tend gevonden, daar zij steeds plaats vonden in
den voormiddag als hij zelf nog te bed lag, om
dat hij des nachts dikwijls niet slapen kon. Ook
wandelde dikwijls Mevr. W. des avonds en kwam
dan laat thuis.
Zijne verhouding tot haar was sedert dien tijd
koeler dan te voren geworden en hij wilde haar
Nassau, en droeg veel bij, zoo tot de Unie van
Utrecht als tot de opdracht der Grafelijkheid aan
Willem I. Na deD dood van dezen legde hij zijn
post neder, toen het besluit was doorgedreven
om Hendrik III de heerschappij op te dragen,
maar werkte daarentegen door zijn invloed zeer
mede tot de zegepraal der Engelsche staatkunde.
In 1585 werd hij dan ook vanwege de Staten
van Utrecht, in wier bijzonderen dienst hij was
overgegaan, naar Engeland gezonden om Elisabeth
de heerschappij aan te bieden. In deze bezending
onderscheidde hij zich zeer: want door zijne po
gingen had Holland zich nog in tijds laten bewe
gen aan de gezanten de allerruimste lastbrieven,
aangaande de groote zaak der onderpanden, mede
te geven. Geen wonder dan ook dat Leicester
hem in den aanvaDg van zijn verblijf alhier zeer
vleide, het hof maakte en in de gunst der Koningin
aanbeval. Hij benoemde hem tot lid van den raad
van State, gaf hem veel geld en verklaarde open
lijk dat hij //in bekwaamheid alle menschen te
boven ging."
Die vriendschap echter was van korten duur,
want weinige weken verliepen er, voordat hunne
betrekking onderling zeer veranderde. De Graaf
had, buiten goedkeuring van den raad van State,
eene kamer van geldmiddelen opgericht en daar
van Reingoud, die er hem tonnen gouds van
het uitgaan des avonds beletten en vermaande
haar van tijd tot tijd. Eens was Mevr. W. waar
schijnlijk uit het raam geklommen om uit te
kunnen gaan daar het huis gesloten was. Hij liet
toen het huis bewaken door Clemens Slurink in
den avond van 16 Febr., en daardoor den besch.
beletten in huis te komen. Deze wandelde tot mid
dernacht voor het huis, en zond den volgenden
ochtend een briefje aan den get., waarin hij zich
beklaagde over de hem aangedane beleediging.
De get. antwoordde daarop met het verzoek, dat
de besch. zich verder noch met Mevr. W., noch
met iemand in get's huis zou inlaten. Den besch.
zeiven had hij sedert ruim een jaar niet gespro
ken en hem nooit als geneesheer gebruikt; get.
beschouwde zijne vrouw als zenuwachtig en krank
van zinnen en achtte het wenschelijk dat zij in
Meerenberg, als een maison de santé werd ver
pleegd. Hem was het niet bekend, dat zijne vrouw,
gelijk de besch. had opgegeven, wel eens tee-
kende en de teekenkunst met den besch. beoe
fende.
De besch. merkt op, dat hij de getuigenis van
den heer W. niet als waar kan aannemen, en
dat hij over hem had gepraktizeerd, omdat de
familie, namelijk Mevr. VV. en anderen, hem
daarover hadden gesproken.
Nieuwediep, 22 Mei. Hedenmorgen werd door
den directeur en kommandant der Marine aan
de officieren en mindere schepelingen van Zr. Ms.
stoomschip Koopman, het eermetaal uitgereikt, hun
door Z. M. toegekend voor hun dapper gedrag
bij de expeditie ter Kuste van Guinea aan den dag
gelegd. De schout bij Dacht Van der Meersch,
die de ridderorde namens Z. M. uitreikte, hield
bij die gelegenheid een kernachtige toespraak,
die een zichtbaren indruk op de geheele equipage
teweegbracht. De stafmuziek van het wacht
schip liet herhaaldelijk het gelief koosde volkslied
hooreD, en luide hoezees voor Vaderland en
Koning weerklonken langs de haveD. Verschei
dene hoofd- en andere officieren der Marine woon
den deze plechtigheid bij, en een groot getal
belangstellende ingezetenen hadden zich om en
nabij de Koopman geschaard, om van deze plech
tigheid getuigen te zijn.
Arnhem, 24 Mei. De commissie van enquête
naar den stand der arbeidersloonen binnen deze
gemeente en de middelen tot verbetering van den
toestand der arbeidende klasse hield gisteren hare
laatste zitting.
Na eene korte discussie over de wenschelijk-
heid, om de weekloonen uit te betalen op Don
derdag in plaats van op Zaterdag, werd hetont-
werp-rapport voorgelezen en met algemeene stem
men goedgekeurd. Het rapport en de bijlagen zijn
daarna in handen gesteld van het bestuur der
Werkinans-Vereeniging Arnhem. (A. C.)
Gemengde Berichten.
Zaterdag-namiddag omstreeks 5 uren is een be
gin van brand ontstaan in de woning van den
koopman Trijbits op de Groenmarkt te Gouda.
In het binnenvertrek hadden eenige lichte stoffen
vlam gevat en erger gevolgen dreigden, doch toen
zeer spoedig 2 brandspuiten toesnelden, was de
brand reeds gebluscht door de ijverige en wil
vaardige hulp der buren.
In de vorige week had er te Wij lie nabij Gul
pen (Limburg) bij het vogelschieten een droevig
ongeluk plaats. Bij het nederlaten van de schiet-
staak (een paal van circa 35 a 40 voet lengte)
brak het boveneinde af en kwam terecht op het
hoofd van een 8jarig knaapje, die daarbij zulke
ernstige verwondingen ontving, dat hij eenige
oogenblikken later overleed.
Zaterdag heeft te Wilnis een groote brand ge
woed. Veertien woningen, waaronder eene bak
kerij en eene grutterij, zijn in de asch gelegd.
Er schijnt voor veel waarde aan koren door het
beloofde, thesaurier gemaakt. Paulus Buys werd
tot komies aangesteld. De fierheid van den ouden
vriend van Willem I voelde zich echter door die
benoeming gekrenkt: //ik ambtenaar onder Rein
goud I als ik thesaurier was, zoude ik hem niet
als mijnen komies begeeren," en trotsch wees hij
de plaats van de hand. Onmogelijk kon Leicester
deze stoute woorden verkroppen en in zijne brie
ven leest men hoe hij zijn geheelen voorraad
scheldwoorden op het hoofd van Buys uitput.
Als Leicester haatte, placht zijn haat altoosdurend
en zoo schadelijk mogelijk te zijn; hij had dan ook
het besluit opgevat, Buys zoo mogelijk het leven te
benemen. Maar de wezenlijke grieven tegen Buys
waren anderen. Hij had de geheime staatkunde van
Elisabeth doorgrond en bracht nu hare sluiksche
onderhandelingen met Spanje aan het licht. Hij
beschuldigde haar zich de Nederlandsche aange
legenheden niet aan te trekken en er geen geld
voor over te hebben, eD zeide dat Leicester slechts
onze steden zocht in handen te krijgen, om daar
door, als het hare Majesteit zoude believen over
vrede te onderhandelen, in staat te zijn ons te
dwingen tot hetgeen zij wilde. Leicester gebruikte
den keurvorst van Keulen om hem te bespieden
en deze drong zich zoodanig in zijn vertrouwen
'n, dat hij hem zijne geheimen ontfutselde en die
aan den Graaf mededeelde. Daar nu daarbij Buys
vuur vernield te zijn. Vele huisgezinnen ziju
alleen van dak, maar ook van alles wat zij
zaten, beroofd, daar een en ander slechtsged
telijk was geassureerd. De oorzaak is alsnog
bekend.
Een heer te Leeuwarden, die ernstig ziek 1
ontving van een ondernemer van begrafeni-
de volgende missive
//Waarde heerl Vernemende, dat gij r»
ver op weg zijt naar de vallei des doods, re
mandeer ik mij tot het leveren van een doodt:
waarin gij welvoeglijk uw reis kunt volbreng
,/Uw onderdanige dienaar
„N.
z/PS. Zie aan de ommezijde onze prijscou
van differente begrafenis-benoodigdheden."
De redacteur van de Punch, de heer Mare
mou is overleden.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Men is hier evenals op verscheidene ande
plaatsen in het Vaderland, druk bezig met riol
ren, maar hier wordt daardoor geheel iets ande
verstaan dan op andere plaatsen. Elders tochre/
staat men daardoor het maken van riolen, to»
die niet bestaan; hier verstaat men daardoor h
overdekken van slooten of openstaande riole-
die men achter de meeste huizen vindt en ond
den naam van zijlen bekend zijn. Deze zijl
zijn voor den vreemdeling, die de stad bezoe'
bijna altijd onmerkbaar, want zij loopen para
met de meeste grachten tusschen de tuinen
verschillende blokken huizen in. Sommigen wt
den door spuiingen, die bijna iederen dag pi
hebben, geregeld gereinigd, want zij staan
verschillende plaatsen in verband met de gra
ten der stadanderen hebben slechts aan een
kant verbinding met andere zijlen of grachte
het water en de onreinheden zijn opgesloten
er is geen middel van reiniging dan door uitb
gering. Het ongezonde van deze laatsten wo
zeer vermeerderd door het inwerpen van aller
afval en onreinheden, die daarin verrotten
blijven liggen tot de periodieke uitbaggert
plaats heeft.
De burgerij kan het bestuur niets dan lof t
zwaaien wegens de gepaste verbeteringen, d;
gemaakt worden, en ieder redelijk man beta-
zijne werkelijk geringe, plaatselijke belasting m
liefde, wanneer hij de zorg van het bestuur wet
te waardeeren. Intusschen zal de rioleering oa
hare bezwaren hebben. Vooreerst zal voor ve!
gezinnen daaruit werkelijk ongerief ontstaat
daar de breede zijlen die achter de huizen 1
pen en geregeld door de spuiing gezuiverd wijl
den, tot nu toe het zoogenaamde werkwater hei
ben opgeleverd; ieder had al het water voor schroi
ben, besproeiing van tuinen, wasschen van kle
deren enz., in huis. Zoodra de rioleering volbrac!
zal zijn, zal dit ophouden, en het water daarti-
zal evenals het drinkwater uit de hoofdgracht
moeten worden gehaald; 2d° zal er eene ope
ruimte of gang ontstaan tusschen de achterhum
der verschillende straten of grachten. Verbet',
u twee rijen huizen, de eene front hebbent
naar 't Noorden, de andere naar 't Zuiden, waa
van de tuinen en achterhuizen elkander in
midden raken, maar tusschen welke eene slo
van 2 a 3 meters loopt. Deze sloot (zijl) wor
overdekt, daardoor ontstaat tusschen die tuin
en achterhuizen eene opene ruimte, een gang
steeg, die de stad toebehoort, maar die noch
straat noch verlicht is, waardoor men echter oc'
gemerkt van achteren in de verschillende huizt:
zal kunnen dringen. Ik geloof dat dit zoow
het aanzien zal krijgen van de straten een
stad in de middeleeuwen en dat het verscb
alleen daarin zal bestaan dat toen de woninge
goed en vroeg gesloten werden, dat ieder hui
als hij wat te veel gedronken had, hetgeen no;
al eens gebeurde, zeer spraakzaam was en ziel
zeer bitter uitliet tegen den Landvoogd, had met
spoedig zulk een voorraad van beschuldiging»
bijeen, dat Leicester, zooals wij zagen, hoop krees
hem te doen ophangen. Ondertusschen was de
gewezen advocaat druk bezig om de opperheer
schappij dezer landen aan den Koning van D
nemarken in handen te spelen. Buys was e;
zeer opgesteld tot gezant in Denemarken benoem
te worden, onder voorwendsel om de zaak ie
tweeduizend ruiters, die de Koning beloofd hail
in orde te brengen, maar in werkelijkheid on
dit ontwerp goed uit te pluizen en tot stand I-
brengen, maar Leicester weigerde hem daarheei
te zenden. ,/Ik weigerde Paulus Buys als gezan
tot den Koning te laten gaan," schreef hij aai
de Koningin, /Ofschoon hij er met buitengewone!
nadruk op stond. Ik hoop nader van deze zaai
kennis te krijgen en,Buys in zijn opzet te stuiten-
Maar te midden dezer onderhandelingen, drOD!
op een vroegen morgen een hoop gewapend!
manschappen, op last der Utrechtsche hoplieden,
in het vertrek van Buys binnen, maakte ziel
meester van zijne papieren en zette hem in den
stadswijnkelder gevangen. Leicester ontkend!
wel dat hij eenig aandeel aan de inhechtenisne
ming had gehad, maar men geloofde hem niet;