ischreTen: Vrijheid, Onpartijdigheid, Verdraagzaamheid. De vele tegenstrijdige stellingen, welken in den loop van één jaar werden verdedigd, zouden ging ik ze hier detaljeeren een onweerleg baar bewijs voor mijn bewering opleveren. Zij omvatten, soms met weinige weken slechts daar- tusschen, lijnrecht tegenovergestelde denkbeelden, ontleend aan alle vakken der kunsten en weten schappen, want niets is in Vooruitgang uitgesloten, vooral niet Staatkunde en Godsdienst. Vooruitgang is bovendien een geschikte oefen school, voor hen, die zich allengs willen bekwamen, om fatsoenlijk hun gedachten in hun moedertaal uit te drukken. Tal van leden zouden reeds kunnen getuigen, van de gewichtige diensten, hun door de Society, in dit opzicht, verleend. Allen, die in onze vereeniging belangstellen, en wenschen mee te werken tot hare uitbrei ding, kunnen zich voor het lidmaatschap (dat, ten gevolge der belangrijke vermeerdering van het ledental, geen ünancieele bezwaren meer op levert) vervoegen bij den heer H. Tiedluan, Voor zitter, Singel, JJ 456 te Amsterdam. Zij, die bui ten de stad wonen, kunnen zich als nie(-werkend lid doen inschrijven. Ontvang, Mijnheer de Redakteur, de gevoelens mijner bizondere hoogachting Een lid-voorstander van vooruitgang. Amsterdam, 16 Mei. BUITENLAND. Spanje. In de zitting van de Cortes van Dinsdag 11. heeft de heer Madoz, die in last had den maar schalk Esparte.ro de Spaansche kroon op te dragen, rapport uitgebracht nopens het antwoord van dien staatsman. De maarschalk heeft te ken nen gegeven, dat hij in geen geval die kroon kon aanvaarden, omdat hij da overtuiging had, de Spaansche natie niet gelukkig te kunnen maken. Rumenië. Bij besluit van vorst Karei zijn de verkiezingen voor de Kamer vau afgevaardigden in plaats van 6 op 12 Juni, die voor den Senaat van 14 op 18 Juni verschoven. De regeering heeft een onbe perkte vrijheid bij die verkiezingen toegezegd. Buitendien behelst de Staats Courant het programma van het kabinet, dat tot opschrift voert: zedelijk heid, wettigheid. TELEGRAMMEN. Rome, 17 Mei. De Frausche bisschoppen be ijveren zich om aanstaanden Zondag, wegens den uitslag van het plebisciet, een Te-Dcum te doen houden. Morgen zal de aartsbisschop van Parijs tegen het voorgesteld dogma spieken. Er zijn troepen naar de provincie Viterbo ge zonden, om een bendej van 80 insurgenten, die in Toskanen geslagen is, het passeeren der gren zen te beletten. Parijs, 18 Mei. De Marseillaise is in beslag ge nomen, naar aanleiding van de daarin voorko mende zinsnede: „Cezarl zij, die gij wiltdooden, sterven niet." In de zitting van het Wetgevend Lichaam heeft de heer Schneider, na te hebben voorgele- wilde zich niet de wet laten voorschrijven door „boeren en winkeliers." Al deze onaangenaamheden en twisten trok ken aanmerkelijk 's Graven aandacht af van de meer werkdadige plichten van zijn beheer, name lijk van die, welke bestonden in het verdedigen zijner onderdanen tegen de aanvallen van den hertog van Parma. Den 31'1»" October gaf Leicester zijn voorne men te kennen aan den Raad van State, om de Nederlauden voor een tijd te verlaten, als reden daarvoor opgevende, dat hij de zitting van het Parlement moest bijwonen. Eenige dagen later werden er staatsstukken opgemaakt en getee- kend, volgens welke het opperbewind der Ver- eeDigde Nederlanden, gedurende zijne afwezig heid, plechtig aan den Raad van State werd opgedrageo: alle besluiten zouden in den naam van Leicester worden afgekondigd en doorPrins Maurits voor hem worden onderteekend. Hij ont ving van de Staten tot afscheidsgeschenk een zilveren vergulden kop, van mans lengte, ter waarde van negenduizend gulden, en vertrok daarop naar Vlissingen om zich naar Engeland in te schepen. Gedurende zijne afwezigheid vverd bij de Sta ten opnieuw het vraagstuk van de Souvereini- teit aangeroerd en besloot men haar wederom aan Elisabeth aan te bieden. Een gezantschap werd dientengevolge naar haar afgevaardigd, maar werd zeer koel ontvangen. lntusschen waren de oneenigheden hier te lande steeds toegenomen en had de staatsgezinde partij niet verzuimd Leicester zwart te maken met het verraad van Stanley en York, die Deventer en eene schans tegenover Zutfen aan de Spanjaar den hadden overgegeven. In spijt van al deze moeilijkheden, wenschte Leicester toch vurig terug te keeren en zochten de Engelsche staats lieden de onderneming ijverig te bevorderen. De Koningin echter bleef doof voor raad en waar zen de goedkeuring der rapporten door de bu reaux, ten opzichte van het plebisciet, gezegd, dat aangezien de stemming zeer geregeld heeft plaats gehad, het Fransche volk het plebisciet goedkeurt. Deze woorden werden gevolgd door den kreet: „Leve de Keizer!" De heer Simon wenscht eenige opmerkingen in het midden te brengen. Hierop ontstaat eene heftige beweging in de Kamer en een votum wordt uitgebracht, om tot de orde van den dag over te gaan. Hadrld, 18 Mei. In den Ministerraad is beslo ten aan den voorloopigen regeeringsvorm een einde te maken, door aan den Regent de konink lijke waardigheden toe te kennen, ingeval het on mogelijk zal worden bevonden een candidaat voor den troon te vinden. Kopenhagen, 18 Mei. In het Folkething ver klaarde de heer Frederiksen bij de beraadslagin gen over het budget dat, indien het Ministerie ver klaarde na de zitting te zullen blijven fungeeren, de middelpartij vóór de budgetten zou stemmen, zoo niet, dan zou zij er zich tegen verklaren. De president van den ministerraad verklaarde dat zijne krachten niet zouden gedogen langer dan gedurende deze zitting het bewiud te voeren. Hadrld, 19 Mei. Gisteren heeft Prim in eene langdurige conferentie met de leden der meerder heid den stand van de quaestie der konings-caudi- daturen uiteengezet. Hij kwam tot het besluit, dat het noodzakelijk was, aan Serrano de konink lijke macht te verleeuen. Men zegt, dat eenige progressisten, alvoreDS daaraan hunne toestemming te geven, van plau zijn aan de Cortes voor te stellen de uitsluiting van de beide lakken van het huis Bourbon. De weigering van Espartero zou nog niet defi nitief zijn. Als hij door de Cortes verkozen werd, zou hij de kroon aannemen. Florence, 19 Mei. De Gaiz. Update bevestigt, dat de muitelingen van Reggio uiteengedreven zijn, met achterlating van drie gevangenen of dooden en 30 geweren. De bevolking ondersteunde de openbare macht. Gemeenteraad. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Zaturdag 21 Mei,'s namiddags te drie uren. Onderwerpen: 1°. Benoeming van eene Vre Regen- tesse over het Heilige Geest of Arme Wees-en Kin derhuis. 2°. Bezwaarschriften tegen het kohier dei- plaatselijke directe belasting, 1870, bij Gedeputeerde Staten ingediend. 3'. Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe belasting 18C9, van: a. de Erven Mr. J. Bakker Korff; b. J. H. A. Wiggers. LAATSTE BKRICUTE1V. (Per TelegraafDe Commissie uit het llof van Zuid-Holland, heeft heden tot candidaat-nolaris toegelaten de heeren: Terpstra, van Rotterdam; Duynstee, Westerouen Van Meetereu en Leman, van 's Hage. 's-Gravenhage, 19 Mei. Bij kon. besluit van 17 dezer n°. 26 zijn benoemd tot betaalmeester: te 's-Ilertogenbosch, de lieer C. Hattiuga Raven, thans te Alkmaar; te Alkmaar, de heer J. F. Mansveldt, thans te Sneek; te Sneek, de heer D. Baron van Slingelaudt, thans ontvanger der di recte belastingen en accijnsen te Raalte c. a., uit schuwing en liet de eeue maand na de andere voorbijgaan; zij begreep dat Leicester, voor wiens gezondheid zij zeer bezorgd was, de heilzame uitwerking van de baden van Bath (die hij ge bruikt had) niet moest verstoren door al te spoe dig op reis te gaan, of door zich opnieuw te dom pelen in de bronnen van bitterheid, die voortdu rend in de Nederlanden vloeiden. Eindelijk, in het laatst van Juni, nam zijne Excellentie de terugreis aan; maar hij had te lang getoefd. Het land was tot het besef gekomen dat hij door zijne afwezigheid van zeven maanden als het ware den spot met hen gedreven had. Men wist daarbij dat Elisabeth heimelijk met Spanje onderhandelde en dat Buckhurst hierover in stilte eenige in vloedrijke personen had gepolst. r~~J Den 6del' Juli landde Leicester in Zeeland, waar hij door de Staten verwelkomd werd. Hij wendde onmiddellijk pogingen aan om Sluis, dat door Parma belegerd werd, te ouzetten. Maar om welke reden ook, hij richtte niets uit en vertrok onverrichter zake naar Utrecht. Daarbij waren door Oldeubarueveld de aan slagen van den graaf om het zoo vurig begeerde gezag te herwinnen, aan het licht gebracht en verdkéht meü hem van het voornemen om de handeling van Anjou na te volgen. In Utrecht had hij vele daden van geweld gepleegd; de in vloedrijkste burgers waren gebanneu, de stede lijke regeering was ontnomen aan hen, aan wie zij wettig toekwam en iu handen gesteld van vreemdelingen. In het najaar beproefde men het zelfde te Amsterdam. Er werd een aanslag ont dekt om den raad in verzekering te nemen, de tuighuizen te bemachtigen en het bewind te stel len in handen vau verklaarde aanhangers van Leicester. In Noord-Holland hield Sonoy Me- demblik voor den graaf met stevige vuist om klemd; ook Eukhuizen liep gevaar bemachtigd te worden; maar een nog hachelijker aanslag werd te Leiden beproefd. De Calvinistische partij welke betrekking hem tevens eervol ontslag wordt verleend. Bij kon. besluit van 17 dezer n". 25 is de heer J. W. G. A. van Nouhuys, thans ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Roermond c. a., benoemd tot ont vanger derzelfde middelen te den Helder. De heer Mr. J. S. Hijmans nieuw benoemd raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Gelderland, heelt in de heden gehouden zitting van den Hoogen Raad, den bij de wet gevor derde eed als zoodanig afgelegd. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER, Zitting van Woensdag-avond 18 Mei. Voorzitter de heer Blankenheim. De Voorzitter geeft kennis dat de heer Philipse hoezeer herstellende, nog buiten staat is zijne taak als voorzitter der kamer te hervatten, zoodat hij, de heer Blankenheim, ingevolge het reglement van orde het voorzitterschap waarneemt. Zijn ontvangen eenige verzoekschriften, die in han den van de daartoe bestemde commissie worden ge steld. Daaronder bevinden zich adressen tot onder steuning of tot bestrijding van het ontwerp der ge wijzigde armenwet, alsmede tot ondersteuning van dat tot verbetering der haven te Harlingen. Van de Tweede Kamer zijn ontvangen een aantal door haar uangenomen wetsontwerpen. De Voorzitter zegt, dat door de heeren Cremers en Viruly een voorstel ia ingezonden, tot wijziging van het reglement van orde, strekkende om het drukken der voorloopige sectieverslagen niet uit te stellen, totdat de antwoorden der regeering zijn in gekomen. Dat voorstel is een gevolg van de ontij dige bekendmakiug van de nota van den heer Van Twist, over het ontwerp der agrarische wet. De Voorzitter stelt voor, dat voorstel te doen drukken en ronddeelen en mede den dag te bepalen waarop die leden in de gelegenheid zullen worden gesteld, hun voorstel toe te lichten, waarna de Kamer zal be.-lissen of hei, een onderwerp vau verdere over weging zal uitmaken. Met 21 tegen 9 stemmen wordt echter besloten reeds aanstaanden Vrijdag over het in overweging nemen van het gedane voorstel te beraadslagen. Hierop wordt de vergadering gescheiden. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der algemeene beraadslagingen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf. De heer Van der Linden zegt dat de plicht der maatschappij en van den 8tast om bescherming te verleenen, door niemand wordt ontkend, maar dun moet men ook niet zeggen, dat de voorstanders der wet alleen medelijden hebben voor misdadigers. Neen, alien wdlen de maatschappij beschermen, maar zij verschillen alleen in de wijze waarop dit geschieden moet. Wij verschillen alleen in de keus der middelen. Het behoud der doodstraf is onnoodig en dus mag en moet men haar niet houden. Wat men doet is onherstelbaar. Rechtsdwalingen zijn niet zeldzaamde annalen van de crimineele rechtspleging wemelen van feilen en dwalingen. Het is met alleen het gevolg van do jury, maar het gebeurt ook daar, waar geeu jury bestaat. Zelfs wijst spr. op hetgeen in dit laud is voorgevallen. Het leit is zoo oud niet; het is pas van 1868; spr. gaat nu Dirkje Veldhuyzen voorbij. Maar ook de tlooge Raad heeft zich wel eens ver gist. Spr. baalt onderscheidene voorbeelden aan van personen, die in Nederland onschuldig werden ver oordeeld. Men heeft zich op bijbelteksten beroepen, zoo ver volgt spr., vooral op Genesis 9 vers 6. Maar dien tekst schaffen wij niet af; wij schaffen ulleeu af de bepalingen van den Code Napoléon, en als wij die afgeschaft hebben, blijft Genesis van kracht en blijft Exodus 22 vers 18 ook van kracht. De Bijbel zegt: „Tooveuaressen moeten met den dood worden gestraft." die er nog de minderheid uitmaakte, besloot de stad in handen van Leicester te leveren. Men zoude zich meester maken van het stadhuis, den raad, als mede Van der Werff in hechtenis nemen en Lei- cester in naam der Koningin openlijk doen uit roepen tot wettig meester der stad. Ook maakte men op eene laatste bijeenkomst in de herberg „de Donderkloot" eene lijst op van personen die men ter dood zou brengen. Ongelukkig voorden toeleg was kapitein Cosmo, een der saamgezwo renen, een paar dagen voordat het feit zoude geschieden, wegens schulden gevangen genomen Een der ondergeschikte medeplichtigen was, daar door verschrikt, naar de overheid gegaan en had den aanslag geopenbaard. En thans was het volkomeu duidelijk dat Lei- cester zijn spel had afgespeeld hij had zich door en door gehaat gemaakt bij het volk; hij had het gezag verloren dat men hem weleer had opgedragen en zijue pogingen om het te herwin nen waren op niets uitgeloopeu. Het werd tijd voor hem om weg te gaan; daarvan was hijzelf overtuigd. Na de ontdekking van den aanslag op Leiden riep hij uit: „het is nu tijd 0111 op mijn hoofd te passen." De republiek verlangde zeer om van hem ontslagen te zijn en de Koningin, die reikhalsde naar het bijzijn van haren gun steling, gaf heui verlof om terug te keeren en nam in den brief waarin zij den Staten dit be sluit aankondigde, de gelegenheid waar, om haren toorn nogmaals over hen uit te storten. Bijgevolg vertrok de graaf naar Vlissingen, waar hij verscheidene dagen wachtte op eene bezending der Staten om hem vaarwel te komen zeggen Toen deze evenwel niet kwam, nam hij schriftelijk van hen afscheid en vertrok in het laatst van December voorgoed naar Eugeland. Moeilijk is het, zich een juist denkbeeld ie vorineu vau Leicesters karakter eu handelingen, want niemand in Europa was ooit meer de doel- schijf der kwaadsprekendheid dan hij. Veel kwaad Eu zie, iu ouze wetgeving is er op het toovereu geen doodstraf, neen, zelfs geen straf bedreigd. Maar wat meer is, in Juni 1854 is de doodstraf afgeschaft voor sommige gevallen; de Kamer heeft besloten die straf te veranderen in gevangenisstraf, niettegenstaande Genesis 9 vers 6. De heer v. Voorthuijsen beantwoordt in outken- nenden zin de vraag ot de doodstraf eene geschikte straf is. Men heeft gevraagd waarom moet Nederland de eerste Staat zijn, die de doodstraf afschaft Het is zoo vreemd niet, antwoordt spr., dat Nederland een voorbeeld geeft op den weg der beschaving. Nederland zal ook door hier het initiatief te nemen aan de be schaving een dienst bewijzen. De Minister van Justitio zal pogen de kortheid te betrachten en zal zich bepalen den toestand van Nederland na te gaan met betrekking tot het vraag stuk van de afschaffing der doodstraf, om daarna te onderzoeken walke de beste weg is, om nit dien onhoudbaren toestand te geraken. Kan de tegenwoordige toestand behouden blijven Het prestige der wet en van de rechterlijke macht lijdt onder de niet-toepassing der uitgesproken straf. Er moet een einde komen aan den tegenwoordigen toestand. Drie wegen zijn daartoe aangewezen 1°. het denkbeeld van professor Gratama, waaraan zich het voorstel van den beer De Brauw sluit2°. dat van den heer Heemskerk Az.en 3°. dat van de regee ring. De Minister onderzoekt die denkbeelden. De Minister bestreed in verband hiermede in hst breede hetgeen eergisteren en gisteren de tegenstan ders vau de doodstraf aanvoerden. De Regeering blijft bij hare overtuiging, dat haar voorstel het meest raadzaam is. Men beschuldigt den Min. van overhaasting. Maar de Min. meent toch dat het geene overhaasting is te noemen, als er eeu tijdperk van proefneming van 10 jaren is voorafgegaan. Hoe durft de Regeering dit voorstel doen, vraagt men, terwijl de afschuwelijke misdrijven vermeerde ren Zij vermeerderen wel in 't buitenland, zegt de Min., maar vermeerderen zij ook in Nederland Vol strekt niet. De Minister zet dit uiteen. De Minister komt daarna tot het tweede hoofddeel zijner rede en wel het verband van de doodstraf met het strafstelsel. Hij houdt vol de ondeelbaarheid dei- doodstraf. Spr. handhaaft ook de onherstelbaarheid der doodstraf en bestrijdt de stelling van ouverbe terlijkheid van den misdadiger. Dit moge met enkelen het geval zijnmaar de ervaring leert, dat de meesteu wel vatbaar zijn voor verbetering. De heeren Heemskerk Azu. en Heydenryck hebben den minister en de voorstanders der wet bestreden en bun gevoelen tegen het ontwerp volgehouden. Morgen voortzetting. REGELING DER BANKEN VAN LEENING. Thans is rondgedeeld het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs over boven gemeld wets ontwerp. Daaruit blijkt uit 1, dat verscheidene leden zich daarbij op het standpunt plaatsten, tijdens de behandeling van het in 1867 ingediend voorstel om trent dit onderwerp, door eeu deel der toenmalige Kamer en thans ook door de Regeering ingenomen. Insgelijks naar hunne overtuiging rust het voortdu rend bestaau vau banken van leemng, van Staatwege opgericht of geregeld, op reeds eenigszins verouderde begrippen en is het grootendeels gehechtheid aan de oude sleur, die daaraan zooveel gewicht doet hechten Het leenen op pand is dan toch eene gewone bur- gerrecntelijke handeling, die op velerlei wijze, dikwijls geheel buiten tusschenkomst der banken van leeumg, plaats heeft. Men donke slechts, om mets anders te noemen, aan het heieenen van effecten. Dat bij het leenen op pand misbruik kon plaats hebben, ontkende niemandmaar dit had het gemeen met vele andere handelingen van het dagelijksch leven, zonder dat het in onzen tijd iemand in de gedachten kwam, tegen daarbij gepleegde verkeerdheden anders dan door de gewone strafwet, en dus repressief in plaats van prae- ventief, te waken. Zelfs wanneer men de vraag omtrent de roeping van den Staat geheel ter zijde liet, was, volgens deze leden, het nut van door de overheid opgerichte of van harentwege beheerde banken van leening zeer betwistbaar. Dat zij geen onmisbaar element in onze volks-huishouding uitmaken blijkt reeds daaruit, dat slechts in eeu betrekkelijk gering deed hem het schotschrift van deu Jezuiët Par sons, zeer bekend onder den titel van „Leicester's Commonwealth." De massa van wanbedrijven en schandelijkheden die men op zijn hoold op stapelde, waren minstens genomen zeer overdre ven, maar de gegrondheid van het spreekwoord „lieg maar toe, er blijft altijd iets van kleven," werd ook hier weder bewezen. Hij werd uiet alleen beschuldigd zijne beurs te vullen door liet verkoopen van posten eu waardigheden, door ge- weldadige uitzettingen uit landbezit, door ver dichte titels, door zich voor rechtsuitspraken eu voorspraak bij de Koniugiu te laten betalen, maar ook van verscheidene brieven aan de Koningin te hebben verdicht om zijne tegenstanders ten val te brengen. De lijst zijner moorden was bijna zonder eind. Men geloofde algemeen dat hij me deplichtig was aan den dood zijner eerste vrouw, Amy Robsart; evenwel bij een nauwkeurig on derzoek, dat op zijne aauvrage werd ingesteld, konden geen sporen van een misdaad gevonden worden. De graaf bezat een bevallig uiterlijk, levendig vernuft en wakkerheid van geestmaar volstrekt geene wijsheid in den raad. Zijn ware plaats was aan het hof, in de nabijheid van Elisabeth, wier groote lieveling hij zijn geheele leven door is gebleven. Hij was ondraaglijk verwaand en wraakgierig; hij vatte licht haat op en deze duurde dan ook levenslang; getuige Paulus Buys, die bij 's Graven komst zijn eerste raadsman was, die hij later een atheïst en een duivel noemt eu uau wien hij gaarne, ware het in zijue macht ge weest, het leven had ontnomen. Voor zijnen post hier te lande was hij niet berekend; zijn beheer hing van misgrepen aaneen en hoewel hij dikwijls zijn leven waagde eu met groote mildheid zijne schatten uitstrooide kon hij evenwel nooit de harten der Nederlan ders voor zich winnen. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3