N°. 3149.
Donderdag
A°. 1870.
19 Mei.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADVERTENTIKN.
Voor iederen regel.J 0.15.
Grootere letter» naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 19 Met.
EEN BROCHURE OVER GEVANGENISSEN
EN BEDELAARSGESTICHTEN.
I.
Terwijl onze wetgevende macht zich bezig
houdt met een wetsontwerp betrekkelijk de
zwaarste straf, die er in ons wetboek bestaat,
en zij, naar wij mogen verwachten, deze straf
als niet volstrekt noodzakelijk en derhalve thans
onrechtvaardig zal opheffen, geeft de Hoofdin
specteur van 's Rijks gevangenissen mr. P. W.
Alstorphius Grevelink, een werkje uit over de
verbetering onzer gevangenissen en onzer bede
laarsgestichten. Beide onderwerpen hebben actueel
belang. Na de afschaffing der doodstraf moet nood
wendig het gansche stelsel onzer straffen een punt
van onderzoek uitmaken, daar het in vele op
zichten nog zeer gebrekkig is worden de wijzi
gingen in de armenwet aangenomen, dan zal ook
de wetgeving op de bedelarij en vandaar ook de
bedelaarsgestichten wijzigingen behooren te on
dergaan.
Welke meeniug de beer Alstorphius Grevelink
verdedigt, kan hem, die eenigzins op de hoogte
is, geen geheim zijn, en hij weet dat deze schrij
ver den titel van zijn werkje: Het Iersch Geuan-
genstclsel in verband met het beheer onzer ge
vangenissen en bedelaarsgestichten" niet geschre
ven heeft, om dat gevangenisstelsel te bestrijden.
Om den oningewijde daarmede bekend te maken
geeft deze brochure eene geschikte aanleiding
wellicht om de tegensianders voor de goede zij
den van het stelsel te winnen.
De vorming zoo 't kan eener publieke
opinie op dit punt achten wij hoog, hoog noodig.
Te weinig stelt men hier in den regel belang
iD. En toch, welke belangrijke vraagstukken doen
zich hierbij niet voor De misdadigers worden
uit de maatschappij weggenomen, en opgesloten,
doch wat moet er met hen gebeuren Hen als
beesten opsluiten, ze allen te zamen den duur
van hun straftijd in een goed bewaakt gebouw
achter slot zetten daartegen komt het men-
schelijk gevoelen, ook het Staatsbelang op. Het
Staatsbelang, omdat de gevangenen, aldus voor
een tijd schadeloos gemaakt, door den omgang
met elkander allen tot het laagste peil afdalen,
en na hun ontslag de onveiligheid van personen
en goederen eerder toe- dan af- doen nemen
het menschelijk gevoel, omdat wij, den staat het
recht en de plicht toekennende om ten behoeve
der algemeene veiligheid de misdadigers te straf
fen, niet aannemen dat dit recht hem gegeven
is, om de misdadigers slechter, maar om ze beter
te maken. Sluit de Staat ze op, onttrekt hij ze
aan die invloeden, die in de maatschappij zoowel
ten goede als ten kwade op hen werken, hij heeft
de plicht om hun in de gevangenis althans al
die middelen te verschaffen die, niet in strijd met
de straf, bij den ongelukkigen misdadiger wel
licht diens goede eigenschappen kunnen opwek
ken, en het kwade doen verstikken.
Wat moei er met den misdadiger in de gevan
genis gebeuren? Hoe kan daar de misdadiger het
best worden gebracht tot het inzien van zijn mis
slag, hoe kan hij in de gevangenis worden voor
bereid tot een terugkeer in de maatschappij, die
voor hem heilzaam zal zijn, voor een leven,
waarin hij de verzoekingen zal leeren weerstaan,
die hem vroeger te zwak hebben gevonden?
Vorderen die vragen niet veel kennis van het
menschenhart? Zijn die vragen dan voor ieder
mensch niet bij uitstek belangrijk? Behoort dan
dit onderwerp niet tot degenen, waaromtrent zich
eene degelijke publieke opinie met veel vrucht
kan vormen
Maar nog om een andere reden is het, geloo-
veu wij, wenschelijk, dat het niet alleen de en
kele „mannen van het vak" zijn, die hierover het
woord voeren.
Er heerscht verdeeldheid op dit gebied. En ter
wijl verdeeldheid en verschil van opinie in alle
menschelijke zaken het groote middel zijn om tot
de waarheid te komen eene ongerijmdheid is
het dan ook, om zich voor te stellen dat men
ooit tot eenstemmigheid omtrent de groote be
ginselen zal geraken terwijl dit middel van
vooruitgang ook hiei dus vereischt wordt, mengt
zich toch in den strijd van meeningen op dit ge
bied iets wat zeer weinig bevorderlijk is, om den
goeden weg te vinden. Het is datzelfde, wat de
heer Van. der Linde hij den strijd over de uit
vinding der boekdrukkunst zoo geestig heeft doen
uitkomen. Zij die meenden dat Coster de boek
drukkunst had uitgevonden maakten daarvan
een geloofsartikelzij beschouwden hen, die de
eer der uitvinding hem betwistten als hunne vijan
den, maar als vijanden waarmee niet te strijden
viel, als menschen die de waarheid niet wilden
zoeken. Zij geloofden in Coster, en hun geloof
maakte hen fanatiek.
Iets dergelijk nu heeft ook op dit gebied plaats.
Hei aantal in Nederland gevestigde hoofdeD of
op zich zelf 6taande personen, die in 1869 als
landverhuizers over zee zijn vertrokken, bedraagt
1210, die 518 vrouwen, 1705 kinderen en 9 dienst
boden hebben medegenomen. Van deze 1210 wa
ren er 91 als welgesteld, 817 mingegoed en 257
behoeftigen, 376 arbeiders (arbeidsters) of dagloo-
ners, 17 broodbakkers, 10 smeden, 22 kleerma
kers, 272 landbouwers, 16 schippers, 52 timmer
lieden, 9 metselaars, 9 molenaars, 9 schoenma
kers, 7 ververs, 9 wevers, 1 slagers, 7 tuiniers,
terwijl vele andere beroepen of bedrijven door
een of twee der vertrokken personen werden ver
tegenwoordigd; zoo komt er onder voor 1 apothe
kers-bediende, 1 officier in Beierschen dienst,
1 priester, 1 tolgaarder enz. Hun leeftijd was van
3—80 jaren. De meeste (54) waren 25; en daarop
volgden (53 en 52) die van 29 en van 28 jaren.
De redeneoj van vertrek waren: 1030 door ver-
belering der middelen van bestaan, 73 het vol
gen van familiebetrekkingen, 32 gingen op avon
tuur en 6 uit zucht naar verandering; 17 gingen
ter aanvaarding eener betrekkiDg, 2 om een hu
welijk aan te gaan eu 5 om godsdienstvrijheid.
Voor zoover wij kunnen nagaan, is men
reeds druk bezig aan het maken van toebereid
selen voor de illuminatie op den 7d811 Juni a. s.
Vanwege het stedelijk bestuur zal de geheele
breedte der IJzerengracht prachtig verlicht wor
den, terwijl er reeds bij verschillende particu
lieren op het Rapenburg pijpen voor gasillumi-
natie gelegd worden. Bij den heer Jongmans
zal eene gasilluminatie ter breedte van 454 me
ter ontstoken worden. Ook hebben, naar men
ons mededeelt, de bewoners der Galgstraat het
voornemen die straat met groen te versieren, en
voor dit doel reeds fS0 verzameld.
Wij vernemen dat eenige bewoners van het
gedeelte der Hoogevvoerd, loopende van de
Kraaierstraat tot de Hoogewoerdspoort, aan de
regelingscommissie voor den gecostumeerden op
tocht het verzoek hebben gericht om den optocht
ook dit gedeelte van de Hoogewoerd te laten
passeeren
Men schrijft ons uit het Westland:
„De eerste nieuwe aardappelen zijn heden van
hier naar Amsterdam verzonden."
Inderdaad voer ook hedenmiddag een schuit
met nieuwe aardappelen door deze gemeente met
bestemming naar Amsterdam.
Hedenavond te halfacht komt de Eerste Ka
mer der Staten-Generaal bijeen tot hervatting
van hare werkzaamheden.
De Kamer van koophandel en fabrieken te Gro.
ningen, heeft besloten om voortaan hare verga
deringen in het openbaar te houden.
Eerstdaags zal algemeen verspreid worden het
programma van het XXIV"8 Nederlandsch Land-
huisboudkundig CoDgres, te houden te Arnhem
op 2730 Juni en 1 Juli a. s., waaraan wij thans
het volgende outleenen
Op Maandag 27 Juni heeft de ontvangst plaats
der gewone leden van het Congres te 6 uren 's na
middags iD den Schouwburg, op het Koningsplein,
alwaar door het kunstlievend genootschap Elo
quentie ten tooueele wordt gevoerdEen modern
landbouw-faillisscment, om advies en raad gesteld in
handeu van het XXIVs" Ned. Landh. Congres,
1870, Arnhem. Oorspronkelijk gelegenheids-blij
spel in 5 bedrijven, door Dr. L. M.
Na afloop daarvan in den foyer van den Schouw
burg vormen der afdeelingen en kiezen van hare
besturen.
Op Dinsdag 28 Juni zullen te 9 uren 's mor
gens afzonderlijke vergaderingen der Is" en der
2ds afdeeling worden gehouden in de localen boven
de Groote Sociëteit, Koningsstraat. Om halftwaalf
opening van het Congres en eerste zitting der
algemeene vergadering in de Groote Zaal van
Musis Sacrum, 's Namiddags te halfzes afzonderlijke
vergaderingen der l8" en 2de afdeeling (als boven).
Op Woensdag 29 Juni, 's morgens te balfnegen
vergadert de 3d8 afd. (of afd. 1 en 2 vereeüigd) in
de Kleine Zaal van Musis Sacrum. Om halftwaalf
tweede zitting der algemeene vergadering (als
boveD). 's Namiddags te halfzes feest-diner der be
kroonden en inzenders op de intern, tentoonstel
ling voor landbouw-werktuigen, in het tentoon
stellingsgebouw.
Op Donderdag 30 Juni zal des 's morgens te
halfnegen eene vergadering der 3d8 afdeeling in
de Kleine Zaal van Musis Sacrum worden gehou
den. Om halfiwaalf derde zitting der algemeeue
vergadering (als boven). Des namiddags te 5 uren
algemeen diner in de Casino-zaal boven de Groote
Sociëteit, Koningsstraat.
Op Vrijdag 1 Juli vinden des morgens 9 uren
de laatste afzonderlijke vergaderingen der Is" en
2de afdeeliDg (als boven) plaats. Om halfelf vierde
en laatste zitting der algemeene vergadering;
sluiting van het Congres.
Op Zaterdag 2 Juli wordt een rijtoer gehouden.
De feesten die bij deze gelegenheid voor ge
wone en buitengewone leden worden gegeven,
komen in onderstaand programma voor
Maandag 27 Juni, 's avonds halfnegen, samen
komst der leden, concert door de kapel van het
reg. veld-art., kapelmeester Rudersdorff, in Muiii
Sacrum.
Dinsdag 28 Juni, 's middags te 2 en 's avonds
te 7 uren, matinée en militair concert door de
kapel van het 77s" Kon. Pruisische garde-reg.,
kapelmeester Reichert, in Musis Sacrum.
Woensdag 29 Juni, 's middags te 2 uren, ma-
I tinée door de kapel van het 8s" reg. inf., kapel
meester Krönig, in Musis Sacrum. (Voor de gewone
Congres-leden huiten Arnhem wonende, 's avonds
te 7 uren concert in de Baiten-Sociëteit.)
Donderdag 30 Juni, 's middags te 2 uren, ma
tinée door de kapel van liet 8'" reg. inf., kapel
meester Krönig in Musis Sacrum; 's avonds van
halfacht tot 9 uren muziekuitvoering op de Groote
Markt door de beide korpsen der veld-artillerie
en infanterie, kapelmeesters Rudersdorff en Krö
nig, en daarna in Musis Sacrum.
Vrijdag 1 Juli, 's middags te 2 en 'savonds te
7 uren, matinée en groot concert door de kapel
van het reg. grenadiers en jagers ODder directie
van den luitenant Dunkier. Daarna groot vuur
werk en vauxhal door de kapel der veld-art.,
kapelmeester Rudersdorff.
De werkzaam hedeu van de algemeeoe verga
dering van het Congres zijn aldus geregeld
Eerste zitting, DinsdagOpening van de ver
gadering door den voorzitter. Mededeeling van
ingekomen stukken. Rapporten, mededeelin-
gen enz. naar aanleiding van besluiten van vroe
gere Congressen: Verslag der commissie,door het
XIXde CoDgres benoemd en op het XXs", XXIs"
en XXIIs'8 Congres diligent verklaard, samenge
steld uit de lieeren Dr. VerloreD, Bruinsma, Kre-
lage, Mr. Scliober, Ter Meer en De Roo van
Westmaas, ter bevordering van de oprichting
eener afzonderlijke vereeniging voor de zijdeteelt;
Mededeeling eener lijst van geschriften over den
Nederlandschen landbouw, opgemaakt door de
heeren Mr. B. W. A. E. baron Sloet totOldhuis,
te Zwolle, en W. J. D. Van Iterson, te Gronin
gen Mededeeling door de heeren Dr. L. Mulder,
C. J. Geertsema en J. B. Snellen, omtrent den
De IMa-slieracle te Leiden.
De beschrijving van de maskerade voor 1870
is van de pers gekomen. De heer M. E. Ch. Bosch
van Drakestein, lid der commissie tot regeling
van den optocht, verdient allen lof voor de ge
schiedkundige aauteekeningen, die hij uit zware
en lijvige folianten of moeilijk te ontcijferen
manuscripten verzamelde, tot nadere uiteenzetting
van het onderwerp van den optocht, die voorstel
len zalBezoek gebracht aan Leiden door Robert
lord Dudley, baron van Denbigh, graaf van Lei-
cester, groot schildknaap van Engeland, lid van
den geheimen Raad, kanselier der Universiteit
van Oxford, ridder van de orden van den Kou
seband en van St.-Michael, kapitein-generaal der
hulptroepen van Hare Majesteit de Koningin van
Engeland.
Dit plan werd gekozen uit negen andere, die
wegens uiteenloopende bezwaren moesten ter
zijde gelegd worden.
Deze keuze der commissie verdedigt de schrij
ver aldus:
„Al valt het niet te ontkennen, dat het bezoek
door Leicester aan Leiden gebracht, van alle his
torisch belang is ontbloot, voor de sleutelstad en
de Academie daarentegen was het gewichtig. Hij
had namelijk het plau opgevat, om van de Aca
demiestad zijne residentie te maken; aan welk
plan dan ook gedeeltelijk zijne herhaalde bezoe
ken te danken zijn. Gedeeltelijk, zeg ik, want
was het ook niet natuurlijk, dat de kanselier der
Universiteit van Oxford er naar verlangde, ook
de Leidsche Hoogeschool eens in oogenschouw te
komen nemen, die toen reeds een grooten naam
begon te krijgeD, waaraan de beroemste geleer
den hunnen arbeid besteedden en de schatten
van hun weten openspreiddenwaarheen vbd
heinde en ver jongelieden stroomden, om hunne
opvoeding te voltooien en iets van de geleerdheid
hunner leermeesters mede te nemen? Daarenbo
ven was er iets eigenaardigs in gelegen, door de
tegenwoordige Studenten een optocht te doen voor-
stellen, gehouden door hunne collega's uit de
16ds eeuw.
Beschouwen wij nu het personeel van den op
tocht, zoo zal het geloof ik een ieder dui
delijk zijn, dat er in dit opzicht bijna geen betere
keuze kon gedaan worden. Wij ontmoeten hier
bijna alleD, die gedurende het laatste gedeelte der
16d8 eeuw eene voorname rol hebben gespeeld
in de geschiedenis van ons Vaderland. De Prin
sen Maurits, Willem Lodewijk en Justinus van
Nassau; de graven van Brederode, van Cuilem-
burch, van Hohenlo; Sir Philip Sidney, Lord Wil-
loughby, Lord North, J. De Menyn, Elhertus Leoni-
nus en nog een tal anderen, zoo Hollanders als
Engelschen, vergezellen den Graaf. En hoe was de
ontvangst te Leiden Daar stonden de Curatoren,
de Professoren, de Stedelijke Regeering, de Stu
denten en de Beursalen Leicester af te wachten,
ODder geleide der Stedelijke Schutterij, der sierlijk
gekleede Gilden en der Rederijkerskamers.
Maar op nog een ander punt moest de Com
missie hij de beoordeeling letten, op het effect
namelijk dat de gebeurtenis zou maken. Wat dit
aangaat waren de resultaten van hare. onderzoe
kingen ten volle bevredigend. Spoedig bleek het
haar, dat men, zonder aan de geschiedkundige
gegevens te kort te doen, een trein kon samen
stellen, zoo rijk en schilderachtig, dat hij gerust
de vergelijking met vroegere Maskerades zou kun
nen doorstaan."
In het eerste Hoofdstuk staat de schrijver stil
bij den toestand van ons vaderland in die bange
dagen en bij de redenen die de Staten van ons
vaderland er toe noopten Engelsclie hulp in te
roepen. In liet tweede Hoofdstuk beschrijft de
heer Bosch van Drakestein de gesteldheid van
Engeland en de verhouding van Koningin Elisa
beth tot Philips II van Spanje, om daaruit de
beweegredenen te leeren kennen, die er haar
toe brachten, om haren gunsteling Leicester met
hulptroepen over te zenden. Vervolgens behelst
dat boekje eene korte beschrijving van Leicesters
onthaal hier te lande, voornamelijk te Leiden,
van de sleutelstad en de academie en de hoofd
personen van den optocht.
Deze zijn
Robert lord Dudley, baron van Denbigh, graaf
van Leicester, kapiLein-generaal der troepen van
de Koningin van Engeland; Maurits, prins van
OraDje enz. enz.; Willem Lodewijk, graaf van
Nassau enz. enz.; Philips, graaf van Nassau;
Justinus, graaf van Nassau; Philips, graaf van
Hohenlo, heer van Langenburg; Don Emanuel,
prins van Portugal; Gebliard Truchses, keurvorst
van Keulen; Sir Philip SidneyRobert Devereux,
viscount Hereford, Earl of Essex; Peregrine Ber
tie, lord Willoughhy of Eresby; Mr. William
j Davison, gezant der Koningin van Engeland
Floris graaf van Culemborg, vrijheer van Pallant
enz.; Willem van Zuylen van Nyevelt, enz.; El
hertus Leoninus; Mr. Paulus Buys, lieer van Seven-
hoven; Adolf van Meetkerkeu; Jacob Valcke,
heer van Cats en Wolfaardsdijk, thesaurier van
Zeeland; Fraiifois Maelson, pensionaris van Enk-
liuizen; Joost de Menyn, pensionaris van Dor
drecht; Floris Thin, secretaris der Staten van
Utrecht; Hessel van Aysma, president in het hof