voorzitterschap van den heer Potter in eene der
zalen op den Fluweelen Burgwal de aangekon
digde vergadering plaats der Vereeniging tot be
scherming van dieren te 's-Gravenhage, waarvan
Z. M. de Koning beschermheer is. Nadat de voor
zitter de vergadering met een toepasselijk woord
had geopend, werden 1". de notulen van de vo
rige algemeene vergadering gelezen en goedge
keurd 2°. de rekening en verantwoording van
den penningmeester door eene commissie onder
zocht en, naar aanleiding van haar verslag, door
de vergadering goedgekeurd; en 3°. de vijf af
tredende bestuursleden, de heeren Mr. G. Delprat,
Br. M. P. Lindo, A. Schadée, Mr. A. SerruTier en
K. L. Hupscher, met groote meerderheid als zoo
danig herkozen. Toen hield het bestuurslid Jhr.
J. L. C. Pompe van Meerder voort eene rede over
het gebruik van paardevleesch als voedingsmid
del, waarin hij herinnerde dat van de vroegste
tijden af het paardevleesch tot de beste schotels
behoorde, en waarin hij wees op het voorbeeld
zoowel van het buitenland als van het binnen
land, ten bewijze dat men de vooroordeelen tegen
het gebruik van dat vleesch zeer goed kan over
winnen. Terecht vestigde spreker er de aandacht
op, dat het mishandelen der paarden vooral in
de residentie des zomers, op den weg van 's-Hage
naar Scheveningen, zeer in het oogvallende was,
en dat men het minimum van voeding en het
maximum van werkkrachten van deze arme
dieren vorderde, zoodat zij dikwerf letterlijk uit
geput waren en dood nedervielen. Hij hoopte,
dat, wanneer te eeniger tijd de ingezetenen moch
ten worden opgewekt tot deelneming in eene op
te richten paardevlee9ch-slachterij, zij niet zouden
aarzelen daartoe mede te werken, en dat hetgeen
hij gezegd had tot aansporing daartoe strekken
zou. Deze spr. werd opgevolgd door den heer
M. H. Ph. Van den Bergh van Eysinga, die eene
rede hield over dierenbescherming en menschen-
veredeling, en zich in sierlijke taal uitliet over
hetgeen moet worden gedaan in het belang van
het doel, dat de vereeniging zich voorstelt. Daarbij
vestigde hij de aandacht der leden op onder
scheidene geschriften, die ten opzichte van de ver
betering van het lot der dieren waren uitgeko
men, vooral op het tijdschrift Androcles, dat hij
bijzonder ter lezing aanbeval. In hartelijke taal
spoorde spr. de aanwezigen aan om alle hunne
krachten aan te wenden tot bevordering van
het edele doel der vereeniging. Deze toespraken
werden door de aanwezigen met vele blijken
van goedkeuring begroet.
Daarna geschiedde er door den voorzitter onder
eene gepaste toespraak eene uitdeeling van beloo
ningen, toegekend aan agenten van politie, die door
hun ijver getoond hebben mishandeling der dieren
te willen voorkomen en voor de stipte opvolging
van de voorschriften der algemeene politieveror
dening te zorgen; alsmede aan twee oude ar
moedige vrouwtjes, die er zich op toeleggen, om
verlaten honden op te vangen en ze aan hunne
eigenaren terug te geven of ze van andere eige
naren te voorzien. Die uitreiking ging vergezeld
van eene krachtige aansporing om op den inge
slagen weg voort te gaan. Na afloop der aan de
orde gestelde onderwerpen, werd door een der
leden de vraag gedaan, of niet, bijv. door het
algemeen verspreiden van circulaires, het stich
ten van nieuwe comité's-afdeelingen enz., de
zaak zou kunnen worden bevorderd, waarop
de voorzitter antwoordde, dat reeds circulaires
tot dat einde waren gezonden aan de geestelijken
der onderscheidene gezindheden en aan de on
derwijzers der jeugd, waarvan men den uitslag
moest afwachten alvorens tot dergelijke alge
meene maatregelen te besluiten.
Te halftien werd de vergadering gescheiden.
Bij de Zaterdag gehouden akten-examens
zijn voor vrouwelijke handwerken geëxamineerd
15 candidaten, die alle zijn toegelaten, als:
Voor nut en smaak: de dames E. L. Benoist,
A. J. F. M. Boll, J. M. Van den Bosch, A. J. W.
Van Eek, M. A. Th. Van Galen, M. E. E. De
Keyzer, J. A. Middelkoop, H. J. Pijnaker, P. Pij-
naker, M. A. Stimson, J. Wasendorff en M. Wol-
bersv
Voor werken van smaak: G. C. Dijkman en
M. A. Ritz, beiden vroeger voor werken van nut
toegelaten, en A. H. Smelting.
Voor Fransche taal zijn geëxamineerd 8 onder
wijzeressen, waarvan werden toegelaten 5, zijnde
de dames A. W. De Gidts, D. M. Moquette, G.
A. E. Oort, F. A. M. Peeters en J. A. M. Schmier.
's-Hage, 9 Mei. Den 61""1 dezer heeft in het
hotel Keizershof plaats gehad de jaarlijksche Alge
meene Vergadering van deelhebbers iude's-Gra-
veuhaagsche Wasch- en Bleekinrichting, waarbij
door het bestuur verslag werd uitgebracht over
het werkjaar 1869 en door de benoeming van de
heeren J. G. C. A De Vogel en H. P. Vogel tot
comntissaren, voorzien werd in de vacatures bij
het Besluur ontstaan door het reeds vroeger aan
den heer J. Bosscha Jr. op zijn verzoek verleend
ontslag en door uittreding van den heer H. D.
Potter, die wegens redenen van gezondheid niet
voor eene herbenoeming wenschte in aanmerking
te komen.
Uit het verslag des Bestuurs bleek, dat, hoezeer
de finantieele resultaten der onderneming, waarop
het min gunstige weder in den zomer van 1869
in vergelijking met dien in 1868 niet zonder invloed
is geweest, ook voor het afgeloopen jaar nog niet
van dien aard waren om het in vroegere jaren
geleden verlies goed te maken en voor deelhebbers
eenige uitkeering toe te laten, de inrichting even
wel, vooral in de laatste maanden van 1869 een
niet onbelangrijken vooruitgang in haar bedrijf
heeft mogen ondervinden en blijkbaar reeds in
dit jaar betere vooruitzichten voor zich ziet ope
nen. Het getal geabonneerden, in Januari 1869
629 bedragende, nam toch gaandeweg toe, had
onder ult°. December jl. het cijfer van 794 bereikt
en is nu reeds verder tot 840 geklommen. In het
toenemend gebruik dat aldus van de inrichting
wordt gemaakt is wellicht het bewijs te zien van
de goede gevolgen der door het Bestuur in het
vorige jaar ingevoerde maatregelen, om, bij voort
gaande verbetering in de werkwijze bij de inrich
ting, zooveel mogelijk alle aanleiding jof grond
weg te nemen voor de klachten en grieven die
met of zonder reden tegen de inrichting nog worden
aangevoerd, terwijl uit de discussiën in de
vergadering bleek dat wellicht op grootere aan
winst van abounementen zou zijn te rekenen
wanneer het publiek zich door een bezoek en
bezichtiging der inrichting beter daarmede wilde
bekend maken en zich niet van het gebruik der
inrichting liet afleiden door onjuiste meeniugen
en geruchten en door verkeerde opvatting van
de voorwaarden, waarop abonnementen voor de
bewassching kunnen worden aangegaan, door een
accoord gegrond op een of meer proefwasschen
of proefwaschlijsten, berekend volgens een matig
gesteld tarief, waaromtrent de Directeur der
inrichting belanghebbenden ten allen tijde kan
inlichten.
De 60"e verjaardag van H. K. H. Prinses
Marianne, tante des Konings, wordt heden met
de gebruikelijke plechtigheden in deze residentie
gevierd.
Rotterdam, 8 Mei. Z. M. heeft het verzoek,
gedaan door Jacobus Spanjersberg Jz., drukker
van het te Rotterdam verschenen Volksblad, om
gratie van twee maanden gevangenisstraf, waartoe
hij voor zijne eerste drukpersovertreding door de
rechtbank alhier veroordeeld was, van de hand
gewezen.
Dientengevolge is Spanjersberg gisterenochtend
in het huis van arrest alhier opgesloten.
Blokzijl, 6 Mei. Het behaagde Z. K. H. Prins
Hendrik, de commissie van het Maurits-weeshuis
alhier te verblijden met de aanzienlijke gift van
200.
Roermond, 6 Mei. Uit de particuliere fondsen van
Z. M. den Koning en uit die van Z. K. H. Prins
Frederik der Nederlanden zijn aanzienlijke bij
dragen verstrekt tot herstelling en verfraaiing
der Maria-Munsterkerk te dezer stede.
INGEZONDEN.
Nu de examina voor het lager onderwijs zijn
afgeloopen meenen wij niet kwaad te doen hierop
met een enkel woord nog eens de aandacht te
vestigen. Wij willen bepaaldelijk de examina
voor de hulp- en hoofdonderwijzersacte beschou
wen. De adspiranten gaan den avond voor den
dag van het examen naar 's Gravenhage om des
morgens op den bepaalden tijd present te zijn.
Twee dagen duurt het examen en in dien tijd
moeten zij onderzocht worden in al de vakken
van het lager onderwijs eD bovendien moeten ze
heel wat schriftelijk werk maken. Het onaan
genaamste van dit laatste bestaat hierin, dat er
een tijd gesteld wordt waarin dit af moet zijn,
eD die tijd is gewoonlijk niet lang. Stel u den
adspirant voor, die eene keus moet doen uit 4
onderwerpen om iD 1K> uur daarover een behoor
lijk opstel te leveren. Vooreerst staat hij een
oogenblik in twijfel welk onderwerp hij zal
kiezen. Heeft hij zijne keus gevestigd dan be
gint hij zijne'denkbeelden te rangschikken; ne
vens hem ziet hij echter zijn buurman reeds
schrijven eu het spook, dat 114 uur werd ge
noemd, staat hem voortdurend voor de oogen, hem
toeroepende: maak dat ge 't afkrijgt. Hij begint
dus in deze spanning zoo snel mogelijk te schrij
ven, maar een eind gevorderd bedenkt hij, dat
hij 't nog wel eens over mag lezen om te zien of
hier of daar niet een taalfout is ingeslopen; hij
ziet op zijn horloge, nog een kwartier; voort
gaat het; spoedig maakt hij een slot en begint
met aandacht zijn werk te lezen; intusschen is
de tijd verstreken en voor hij zijn werk heeft
overzien zegt eeu der examinatoren: „kom aan
heeren, uw nommers!" en het opstel gaat heen
om beoordeeld te worden. Bedenkt ge nu hierbij
waarde lezer! dat de adspirant, terwijl hij zijn
opstel maakt, aan een tafeltje, dat twee drie
voet van hem verwijderd is, hoort redekavelen
over de hoogte der zon of den bloedsomloop van
menschen en dieren en neemt ge in aanmerking,
dat de toestand van iemand onder het mes altijd
eenigszins abnormaal is, dan zult ge er hoop ik
niets tegen hebben, dat ik die positie onaange
naam noem.
Die positie nu is eene onrechtvaardigheid waarop
wij met bescheidenheid de aandacht van alle
weldeukenden willen vestigen; zij is onrecht
vaardig omdat alleen de onderwijzer der lagere
school daarin verkeert; op de examina voor het
middelbaar onderwijs of bij de eindexamens der
hoogere burgerscholen gaat men toch met veel
meer bedaardheid te werk.
Mijnheer de Redacteur! gij zult den onderge-
teekende zeer verplichten, wanneer ge deze re
gelen in uw geacht blad wilt opnemen en wan
neer ge hem een plaatsje wilt inruimen hoopt
hij later nog iets over het mondelingexamen te
zeggen. UEd. dienstw.
8 Mei 1870. H.
Ons is verzocht het volgende ingezonden stuk,
voorkomende in de A'. H. Ct. van Zaterdag, over
te nemen
Aan HH. Kerkvoogden in de provincie Zuid-
Holland, die door de jongste circulaire van het
Prov. College van toezicht enz. zijn uitgenoodigd
om afgevaardigden te zenden ter provinciale kies-
vergadering te 's-Hage op den lSden Mei aan
staande, wordt in bedenking gegeven, of zij niet
op eene of andere wijze met elkander in overeen
stemming kunnen komen omtrent den te verkie
zen persoon, die in het Alg.. College moet zitting
nemen om het nieuwe Reglement op het beheer
der kerkelijke goederen enz. mee te beoordee-
len, te verbeteren, te bekorten of aan te vullen,
aan te nemen of te verwerpen. Zonder eenige
aanwijzing van bekwame mannen is 't stemmen
in den blinde, en het toekomstig beheer is van
te veel gewicht om 't van het toeval te laten af
hangen, welke persoon de Nederlandsche Her
vormde gemeenten in de provincie Zuid-Holland
in het Alg. College zal vertegenwoordigen. Daar
om wordt door een belangstellend lid der Ne-
detl. Herv. kerk voorgesteld de aandacht te ves
tigen op een viertal mannen, die zich op eene
of andere wijze hebben doen kennen als dezul
ken, die con amore de zaak der Kerk zullen wil
len behartigen, zijnde de HH.: 1°. Mr. J. A. Jol
les te 's-Hage, Oud-Minister van Hervormden
Eeredienst2°. Mr. C. 11. Gockinga te 's-Hage,
Raadsheer in den Hoogen Raad; 3°. J. "W. Hein
te Brielle, lid van de Eerste Kamer; 4°. Surin-
gar te Leiden, Procureur.
Gr e me ngde Berichten.
Men schrijft ons uit's-Gravenhage van gisteren
Volgens oude gebruiken werd de kermis vroe
ger ingeluid. Sedert eenige jaren is dit ouder-
wetsche gebruik niet meer in zwang. Toch is de
kermis, die morgen de bron voor een achtdaags ver
zet - er is zoo weinig afleidiDg in de residentie -
opent, hedenavond of liever hedennacht met veel ge
raas, en a l'inslar de Paris ingewijd. Deze plechtig
heid, die de Haagsche jongelingschap ten sieraad
strekt, viel voor in het Zuid-Hollandseh koffie
huis. De eigenaar, de heer Hartman, mocht zich
verheugen in een blijk van liberaliteit van ons
dagelijksch bestuur, dat hem vergunning had ver
leend reeds hedenavond zijne soirées musicales
aan te vaDgeu. Gewoon als men sedert eenige
jaren is, in dit sierlijk gedecoreerd en uitgestrekt
koffiehuis der residentie, een met de eischen der
kermis overeenstemmend gezelschap aan te tref
fen, bestaande uit eene schoone rij van maagden,
alle priesteressen gewijd in de kunst, eenige goede
stellen zangers en komieken en een wel bezet
orkest, was het geenszins vreemd verschijn
sel dat de zaal den ganschen avond zeer vol was.
Ook uwe stad leverde daarbij haar contingent.
Er was een gemengd publiek, de jongelui uit
den gegoeden burgerstand domineerden. Er was
echter ook een club aristocraten, die, uit welke
beweegreden dan ook, het ordelijk genoegen eu
amusement, van die burgerlui niet scheen aan
te staaD. AlthaDS zij waren zeer kwistig met
allerlei plagerijen en uittartingen. De kruik gaat
zoolang te water tot zij berst, en zoo ging 't ook
met het geduld van hen, die geenszins op het
oog hadden de orde te verstoren in eene open
bare plaats, waar zij elkander dagelijks ontmoe
ten, maar inderdaad toch niet mochten toelaten
dat die Witte Sociëteit-heertjes vrij spel lieten
aan hetgeen evenmin in een koffiehuis als in het
gebouw op het Plein zou thuis behooren. Uit
drukkingen als deze gaven vooral aanstoot„il ne
faut pas se salir avec de ces salaudsbotsingen
met stoelen waren nog minder geschikt den vrede te
bewaren eu van daar eeu eerste waarschuwing die
door tusschenkomst vau eenige concilianteo, met het
vallen van eenige klappen afliep. Er was echter een
jongmensch, niet van adel, maar van fortuin, een
echte dandy, wiens borst versierd (1) is met de orde
van KarelIIl vau Spauje, die vooral reden tot erger
nis had gegeven door het bezigen van straks ge
noemde uitdrukking, waarbij nog kwam de alge
meene achting die hij geniet 1 Die achting was van
zoo heuschen aard, dat de bewijzen hem zeer ver
rassend ten deel vielen in den vorm van een
stoel, die ongelukkig op het hoofd van een bezoeker
waarmede hij zat te „converseeren" terecht kwam.
Wat toen gebeurde, volgde bliksemsnel op elk
ander.
Men hoorde over een duel spreken; men zag
een kring vormen om den ridder, die toen van alle
zijden niet ongevoelige blijken van genegenheid
ontving; men ontwaarde dat de kring al verder
en verder den uitgang naderde, en eensklaps
was de blonde Adonis aan aller oogen onttrokken.
De rust was hersteld, een ieder ging weder
zitten, de soirée werd voortgezet, entoen de
ridder vergezeld van een inspecteur van politie
het eenige oogen blikken later waagde in de zea
terug te keeren, werd hij op hoog bevel de den-
uitgezet met uitdrukkelijke orde dat zoo'n rust
verstoorder in het vervolg niet mocht worde
toegelaten.
De eigenaar heeft door zoo te handelen ge
toond dat het hem ernst was, zijn koffiehuis voo>
fatsoenlijke gezelschappen niet onmogelijk te nis
ken.
Naar het zich gisterenavond liet aanzien, be
looven de matinées en soirées musicales vee
goeds en veel afwisseling, zoodat aan een dru
bezoek niet valt te twijfelen.
Vrijdag-avond werd uit de haven te Arnhe
een lijk opgevischt, dat reeds in vergevorderde
staat van ontbinding verkeerde.
Het werd ontdekt bij herstellingen van he
drijvend badhuis, onder welks planken het geru
men tijd schijnt gelegen te hebben. Men vei
moedt dat deze drenkeling een Duitscher is, di
reeds in den afgeloopen zomer in den Rijn zo
zijn verdronken. De halfvergane kleederen zul
len misschien de indentiteit uitwijzen. Het lij
is naar het gasthuis gebracht.
De heer S. Van Dorsser, notaris te Dordrechl
genoot Vrijdag jl. het buitengewoon voorrech
zijne 10,000ste akte te verlijden.
Door de politie te Maastricht is een persooi
in hechtenis genomen, die Woensdag-avond, mi
den op de straat, een kind van negen jaren ge
stolen en naar de omstreken van Sittard gebracli
had, waar het door hem voor 5 franken aan steen
houwers was verkocht.
Gelukkig heeft iemand uit Maastricht het kini
ontmoet en aan zijne ouders kunnen teruggeven
Zaterdag-voormiddag voer de te Zwolle woon
achtige beurtschipper Kleis Kroon met zijn schij
door de Willemsvaart, daarbij zelf het roer i
handen hebbende, toen hij, ter hoogte van d<
spoorbrug, plotseling in elkander zakte en ee
lijk was.
Te Nieuwvliet is overleden de oud-burgemee
ter, die niet minder dan honderd negenentwit
tig kindaren, behuwd-, klein- en achterkleinki»
deren nalaat.
In een Fransch dorpje in Gascogne is Vrij
dag 11. een luchtballon nedergedaald van slech
kleinen omvang; in een mandje, dat er ondei
aan hing, lag een pasgeboren kind van het man
nelijk geslacht. Het leefde, en is door de politii
bij een min besteed.
Te Luik heeft Vrijdag aan het spoorwegsta
tion eene gebeurtenis plaats gehad die eenig ii
hare soort is. Het spoorwegstation is er toegar.
kelijk voor iedereen. Van die omstandighei
heeft een persoon gebruik gemaakt om zich o:
het plankier te begeven. Na aldaar een oogen
blik rondgewandeld te hebben, sprong hij plo
seling op een locomotief, die reeds onder stoo
gebracht was, stelde haar in beweging en w
in een oogwenk verdwenen. Toen men van
eerste verbazing bekomen was, bracht men
telegraaf in beweging in de richting van V
viers. Het telegram werd daar eerst ontvangt
toen de locomotief reeds voorbij was. Het ai
woord uit Verviers luidde dat de locomotiet
helsche vaart den weg naar Duitschland "h
genomen. De politie liet een tweede locomoti
gereed maken en snelde den onbekende ac
terna, maar daar hij te veel voor is, zal zij he'
wel niet inhalen. Heeft hij de locomotief,
eene waarde van 40- a 50,000 franken heeft, \vl
len stelen? Is het een misdadiger die op de
wijze aan alle vervolging wil trachten te of
snappen? Heeft men met een waanzinnige
doen? Men verdiept zich te Luik in gissingen
Als proeven van Britsche advertentiën moge
de volgende dienen: In een Londensch dagbla
las men onlaDgs: „Een vader zoekt voor zij
zoon een school, waar hij tot een deugdelijk
der maatschappij kan gevormd worden, zond
zijue hersenen met allerlei onziD vol te proppe
en zonder zijn kostelijken tijd te besteden aa
de geschiedenis dier volken, welke reed6 da
zenden jaartallen van het tooneel der menschhei
verdwenen zijn."
Een lersche courant bevatte de volgende as
kondiging: „Aan Geestelijken! Het trouwen v
twee of meerdere bruidsparen zal aan den min
vorderende vergeven worden. Aanbiedingen
lieve men den 194m dezer in te zenden aan li
Railway-Hotel, Lydardstreet, Ballarat."
De Morgue te Parijs is, gelijk men weet, ee
inrichting waarin drenkelingen worden tentoo
gesteld opdat zij door hunne betrekkingen zo
den kunnen herkend worden.
In de vorige week werd aan de Morgue ree
vroeg in den morgen geklopt.
De concierge maakt de deur open en st
voor een grooten kerel, die zwaar beschonken
„Wat moet ge?" vroeg de concierge.
En de ander antwoordde hikkende en wagg'
lende