3133. Zaterdag A°. 1870. 30 April. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. 3.85. 0.05. Dez# Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regel0.1S. Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 29 April. De belangstellenden in de oprichting van het Harmoniegebouw alhier waren gisterenavond Lij advertentie tot het bijwonen eener vergade- 'ing opgeroepen, en mochten alzoo na een lang- urig stilzwijgen van het bestuur zich verheugen ens weder iets omtrent dit door zoovelen en ook oor ons gewenschte plan te vernemen. Het bestuur deelde mede hoe het kwam dat ,r bijna een jaar verloopeu was, waarin men niets ran dat Harmoniegebouw gehoord had, het her- nnerde aan den brief door den Minister van Bin- aenl. Zaken aan den gemeenteraad gericht, waarbij verlangd wordt, dat het geheele. Ruïne-plein be- chikbaar blijft voor de toekomstige academische gebouwen, en meldde dat het bestuur, in ken- ais daarvan gesteld, daarover in correspondentie was getreden, en nadat meer dan een halfjaar erloopeu was, nu kort geleden antwoord had gekregen. Over dit antwoord, waarin de minister op grond van mededeelingen, bij zijn gevoelen bleef persisteeren, dat het geheele Ruïne-plein noodig was voor de academische gebouwen, had eene levendige discussie plaats, waarbij men het hierover eens was, dat de minister verkeerd was ingelicht, want dat nimmer het academisch ge bouw of de academische gebouwen de geheele Ruïne zouden beslaan. De vraag of men dus, op grond van de bemoeienissen der regeering, de zaak nu zou laten rusten, werd bij acclamatie ontkennend beantwoord, en alleen had er eene gedacbtenwisseling plaats over hetgeen thans behoorde gedaan te worden. Een der aanwezi gen opperde het denkbeeld om te trachten het thans in aanbouw zijnde gebouw op de Ruïne voorloopig daar te behouden, doch uit eene mede- deeling van een deskundige bleek het duidelijk, dat dit gebouw, voor zijn doel uitermate geschikt, .oor een langer bestaan alle vereischten mist. Het verschil van gevoelen over de thans te nemen aatregelen bepaalde zich ten slotte hiertoe, dat sommigen reeds dadelijk aan den Raad de beschikking over een deel der R-uïne wilden vra gen op de wijze als in 't vorig jaar is beslist, terwijl anderen wilden dat het bestuur na gehou den onderzoek zou bepalen, of de aanvraag nu reeds zou gedaan worden. Daar de stemmen staakten, zoo was de conclusie, dat het bestuur, de gehouden stemming in aanmerking nemende, te beslissen zou hebben of het thans reeds, dan wel later, zich tot het gemeentebestuur zou wenden. Het Dagblad behelst heden een artikel over het onlangs gerezen verschil tusschen ons land en België, nopens de verhooging van het invoerrecht op het gedistilleerd. De schrijver was echter blijk baar te zeer doordrongen van zijn onderwerp. Van daar zeker zulke zotteklap, dat wij noode kunnen denken, dat een helder hoofd in staat zou zijn zooveel onzin voort te brengen. Er staat duidelijk niets meer of minder in te lezen, dan dat zoowel bij het tractaat omtrent de water- aftappingen op de Maas met België, als bij het han dels- en scheepvaartverdrag met dat land van 1863, 's lands belang door de heeren Van der Maesen de Sotnbreff en Betz is opgeofferd aan twee el rood lint (grootkruisen van de Leopoldsorde), waarvan wij nu de wrange vruchten moeten plukken. Indien wij niet overtuigd waren, dat dit ar tikel aan hetzelfde euvel mank gaat ais de Swalbachse brieven, zou men zich de moeite kunnen getroosten sommige punten daarvan te wederleggen. Nu bepalen wij ons tot het in het licht stellen van het gehalte der argumenten, waar mede men van deze zijde de publieke opinie over de gewichtigste belangen van het land tracht te vormen. gadering met bijna algemeene stemmen besloot, een adres aan de gemeenteraden in het arron dissement in te dienen, hondende aanbeveling van dit stelsel, ook in 't belang van een der voor naamste bronnen van volkswelvaart, den land bouw. Wellicht kunnen wij hier eenige van onze raads leden geruststellen, die bij de jongste behandeling van de rioolquaestie, zich weinig van deze voor spelde uitkomsten van het Liernurstelsel voor stelden. Wederom heeft alzoo een bevoegd deskundige de verwachting uitgesproken, dat deze pogin gen om een schat, die nu - en ten nadeele der gezondheid - meest wegvloeit, te behouden, goede finantieele voordeelen zullen opleveren. Wat het juiste cijfer voor onze stad zal zijn, zal wel moeilijk zijn na te gaan, maar wij wijzen er op, dat Dr. Mulder, te Arnhem, eenige jaren geleden in zijn brochure „de voeding van Nederlanders" schreef dat volgens onderzoek in eene stad als Utrecht jaarlijks p. m. ƒ50- a ƒ60.000 aan mest speciën verloren gaat. De welbekende schrijver van de Haagsche Kroniek in het Handelsblad is woedend dat hij niet uitge- noodigd was ter bijwoning van het feest der Rijnspoorweg-Maatschappij in de residentie. Juist had hij eenige dagen te voren een Kro niek in het Handelsblad geplaatst vol honig en liefelijkheid over de Rijnspoorweg-Maatschappij maar de kaart die hij wellicht daarvoor ver wacht, wij willen niet zeggen verzocht had, kwam niet. De zwarte rok en broek, die reeds in gereed heid was gebracht, moest dus weder worden weg gelegd. Gramstorig over deze teleurstelling, neemt hij iu een volgende kroniek de partij op voor al de overige ontevredenen, maar spoedig komt de aap uit den mouw en blijkt de drijfveer van zijn boosheid niets anders te zijn dan jaloezie. Hij schrijft namelijk, „dat, ofschoon de redactiën van de N. Rollerd. Cl. en het Handelsblad niet uit- geuoodigd waren ter bijwoning van het feest, het aan de vasthoudendheid en taai aandringen van eenige (NB. hunne eigene) correspondenten is toe te schrijven, dat hun ter elfder ure uit bijzon dere genade een kaart werd verschaft." Tegen deze voorstelling komt de correspondent van de N. R. Ct. te 's-Hage op, en verklaart haar ten eenenmale onjuist. Slechts éen verzoek om in de gelegenheid gesteld te worden behoorlijk ver slag te kunnen geven, is aan de directie te Utrecht in tijds gericht, en daaraan is, zonder eenigen verderen aandrang zijnerzijds, hetzij direct of indirect, voldaan. zelve dikwijls erkend. De Association for the pro motion of social science (van welke rechtsgeleerde afdeeling o. a. lord Brougham een werkzaam lid was) en de Juristendagen verdienen in ons land te worden nagevolgd. De heer Dr. J. Bosscha Jr., te 's-Gravenhage, en eenige andere doctoren in de wis- en natuur kunde, hebben zich tot eene commissie gevormd, ter einde met hunne andere mede oud-leerlingen aan den heer P. L. Rijke, hoogleeraar aan de Leidsche Hoogeschool, bij gelegenheid van de viering van zijn 25jarig professoraat, in Septem ber e. k., een blijk te geven van achting en sympathie. (N. R. C.) Naar men verneemt, wordt er aan het Min. van Justitie druk gearbeid aan eene uitvoerige en vergelijkende statistiek van de bevolking der ge vangenissen. Daartoe zouden de registers der ver schillende gestichten nauwkeurig zijn onderzocht, en zou dit onderzoek tot menige opmerking heb ben geleid, die van 't hoogste gewicht is voor de kennis der Nederlandsche strafrechtspleging. De hoogleeraar Dr. A. H. Van der Boon Mesch, voorzitter van het hoofdbestuur der Ned. maat schappij ter bevordering van nijverheid en direc teur van het landbouw-kabinet te Leiden, heeft aan den heer A. H. Valk Jz., fabrikant van artificieele werktuigen enz. te Delft, de vereerende taak opgedragen een aantal landbouw-werktuigen te vervaardigen, bestemd voor bovengenoemd kabinet. Met ingenomenheid maken wij hiervan melding, omdat wij daarin opnieuw eene bil lijke waardeering zien van de bekwaamheid van den heer Valk, die zijne vernuftig uitgedachte en 6aamgestelde werktuigen, ten dienste van land en tuinbouw, reeds meermalen op tentoonstel lingen met het eeremetaal zag bekronen. De photographieën, die van deze voorwerpen zijn genomen en die ze zullen vergezellen, zijn op verdienstelijke wijze vervaardigd door den heer J. De Bruin te Delft. (D. Ct.) Naar men verneemt, bestaat bij eenige studen- j ten in de medicijnen te Utrecht, het voornemen i zich naar huitenlandsche academiën te begeven, omdat naar hunne meening aan de Nederland- sche geneeskundige instellingen eene goede ge- legenheid ter voorbereiding tot het staats examen zou ontbreken. (N. R. C.) Het voorbeeld van Groningen, dat sinds gerui- wen tijd groote voordeelen behaalt met de ver zameling en den verkoop van mestspeciën, waaronder ook de menschelijke uitwerpselen, en daarmede den landbouwer een onschatbaren dienst bewijst, werd Woensdag in de vergadering van het hoofdbestuur der Vereeniging voor land- en tuinbouw te Breda ter sprake gebracht. Het was Br. Aroustein, die in eene rede, waarin hij het nut der menschelijke uitwerpselen voor den land bouw betoogde, verder bewees, dat ook, met het oog hierop, het stelsel Liernur boven andere stelsels de voorkeur verdient. Het practisch resul taat van deze theoretische rede was, dat de ver Onder het opschrift„Juristendagen" leest men in het Volksblad het volgende De dagbladen deelen het comité mede, onder wiens leiding een Juristendag zal gehouden wor den, zoodat het plan reeds een begin van uitvoe ring verkrijgt. Wij gelooven dat deze zaak in eene bestaande behoefte voorziet. In den laatsten tijd is de klacht meer en meer algemeen geworden, dat de Tweede Kamer onmachtig is om omvang rijke verbeteringen in onze wetgeving tot stand te brengen. Men lette b. v. op de rechterlijke in richting, waarop van het jaar 185060 tal van ontwerpen zijn ingediend, en die eindelijk in 1861 bij de wet is geregeld, maar die de Tweede Kamer nog altijd niet durft in werking te doen treden. Ontwerpen zijn ingediend op de burger lijke rechts- en strafvordering; maar de Tweede Kamer schijnt huiverig ze in behandeling te ne men. De schuld van dezen toestand ligt niet ge heel aan de Tweede Kamer. De publieke opinie, zij moge éénstemmig zijn in de afkeuring van de bestaande wetboeken, heeft nog niet de her vormingen aangewezen, die zij verlangt. Daar enboven is eene volksvertegenwoordiging niet het lichaam, waar de publieke opinie omtrent zulke onderwerpen kan gevormd worden; daar voor wordt er te veel vóorarbeid zoowel van feitelijken als van speciaal rechtsgeleerden aard gevorderd. Evenals in de jaren van 184050 op finantieel en staatkundig gebied moet er nu eene publieke opinie gevormd worden op rechts geleerd gebied omtrent de noodzakelijke hervor mingen. Zulk eene publieke opinie hopen wij dat door het houden van Juristendagen zal gevestigd worden. Het nut dat zulke vereenigingen hebben tot stand gebracht door de volksvertegenwoordi ging in moeilijke rechtsquaestiën voor te lichten, is in het buitenland door de wetgevende macht B. en Weth. van Groningen hebben aan den gemeenteraad voorgesteld, ƒ1000 uit te trekken, om als gezondheidsmaatregel, de woningen der armen te doen reinigen. Reeds vroeger is zulk een maatregel eens genomen; toen door middel der choleracouim., thans is het voorstel gedaan door de vereeniging ter bevordering van volks gezondheid, en zal deze eventueel waarschijnlijk met de uitvoering worden belast. De gemeenteraad van Warffum heeft besloten, aan de lagere 6cholen voortaan kosteloos onder wijs te doen geven. Een voorstel om een school van meer uitgebreid lager onderwijs op te rich ten, is in handen van een commissie gesteld. In de strafgedingen wegens drukpersdelicten, van wier behandeling wij vroeger melding maak ten, heeft de rechtbank te Rotterdam gisteren uitspraak gedaan. In de zaak tegen Jacobus Spanjersberg Jz., oor deelde de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend te zijn bewezen. De beklaagde is mitsdien schuldig verklaard aan het wanbedrijf van laster en veroordeeld tot eene gevangenisstraf van drie maanden, eene geldboete van vijfentwintig gulden en in de kosten. Op de klacht ran Simon Van Gelderen Jr. is Anna Elberta Van Wijk, oliekoeken bakster, schul dig verklaard aan het wanbedrijf van het in een gedrukt geschrift, dat verspreid en iu omloop ge bracht is geworden, plaatsen van beleedigende uitdrukkingen, die geenerlei telasteiegging van eene bepaalde en omschrevene daad, maar van eene aangeduide ondeugd behelzen, en veroor deeld tot eene geldboete van acht gulden en in de kosten. Op de klacht van P. A. L. Von Roesgen von Floss is dezelfde beklaagde aan een dergelijk wanbedrijf schuldig verklaard en op grond der zelfde wetsartikelen tot eene geldboete van vijf tien gulden met de kosten veroordeeld. Tegen den kerkeraad van Sneek is ter zake van zijne houding tegenover de leerlingen van Ds. Niemeijer eene aanklacht ingediend bij het klassikaal bestuur. Naar men verneemt, is door een 200tal predi kanten van de liberale richting een adres gericht aan de Synode, om te protesteeren tegen het plan om het uitspreken van de bekende doops- formule verplicht te maken. Volgens het Amsterdamsche gemeenteverslag bedroeg de bevolking der hoofdstad op 31 Dec. 1S69 128,904 m., 146,027 v., totaal 274,931 zielen. Het aantal kiezers bedroeg er gedurende het afgeloopen jaar: voor de Staten-Generaal 3,964, voor de Prov. Staten 3,957; voor den Gemeente raad 6,750. Uit den staat nopens de geldmiddelen blijkt, dat de ontvangsten gedurende dat jaar bedroegen 5,822,451.07s, de uitgaven ƒ4,858,354.16, zoodat het dienstjaar een voordeelig slot opleverde van ƒ964,096.91'. Men schrijft ons uit 's-Gravenhage dd. 28 April: Het Indisch Genootschap hield gisterenavond zijne laatste algemeene vergadering in dit ver- eenigingsjaar, en ten volle kan beaamd worden hetgeen de voorzitter, de generaal Van Swieten, bij het sluiten der vergadering zeide dat hij dank betuigde aan de sprekers die zoozeer bijgedragen hebben om deze bijeenkomst nuttig en belang wekkend te maken. Het onderwerp van behan deling was de immigratie in Suriname, reeds aan 't slot der vorige algemeene vergadering behan deld, doch toen wegens het vergevorderde uur tot later uitgesteld. Twee leden met Suriname door langdurig verblijf en betrekkingen van nabij be kend, de heeren Dumontier en Juda, bespraken de zaak in 't breede, doch du en dan uit ver schillend oogpunt. Beiden waren het daarin eens, dat de toestand van Suriname zeer précair was en dat de hoofdoorzaak daarvan gelegen was in het gebrek aan werkkrachten, deels ook aan het absenteisme der eigenaren en aan gebrek eener goede finantieele inrichting; omtrent de middelen evenwel om daarin verandering en verbetering aan te brengen bestond verschil van gevoelen tusschen de heide sprekers en anderen die aan het debat deel namen. De heer Dumon tier bepaalde zich meer tot de opklimming naar de oorzaken waarom de immigratie voor zoover die gaandeweg had plaats gehad, mislukt was en tot eene uiteenzetting der vroegere en latere pogingen tot behoud of vermeerdering van werk krachten, hetzij tot kolonisatie en immigratie. Veel wat tot de mislukking had bijgedragen werd door hem gesteld op rekening van het koloniaal bestuur, dat bij de uitvoering der emancipatie- wet, de noodige voorzorgsmaatregelen zoowel voor gezondheid' als voor voedingsmiddelen (kost- gronden) niet genoeg betracht of zelfs ver waarloosd werden. Ook het onderwijs der geëmaucipeerden laat veel te wenschen over en houdt geen gelijken tred met de negerbevolking op Demerary en in Eransch Guyana. Overigens is de geest der bevolking niet kwaad; ze is veelal onderworpen aan het gezag en als men goed met haar omgaat dan is er Diet zooveel reden tot bezorgdheid als sommigen wel uieeueu. Hij schetste daarop achtervolgens de vroegere po gingen eD proeven met de eveneens deerlijk mis lukte Europeesche kolonisatie zoowel die aan de Saramacca als die aan de MarovvyDe, en ook hier was gebrek aan voorzorgsmaatregelen en voe dingsmiddelen oorzaak van ziekte, sterfte en op lossing der nederzettingen. Intusschen zou een goed deel der bewoners van Europa in Suriname kunnen tieren op de koffie-, suiker- en cacao plantages, niet voor het zware ontginningswerk, maar voor de lichtere plantage-bezigheden. Maar het Gouvernement moet niet onverschillig zijn, veel minder dergelijke kolonisatiën tegenwerken. Nog op eene andere wijze zou men Suriname van werkkrachten kunnen voorzien, h.v. door een gedeelte van de bevolking der eilanden Cu- rafao, St.-Martin, St.-Eustatius en Bonaire naar Suriname te doen immigreeren, mits als vrije arbeiders en in 't vooruitzicht om b.v. na vijfja rigen arbeid een stuk gronds te erlangen enzóo tot zekere mate van welstand te geraken. Zijne conclusie was dau ook, dat, als met goed beleid arbeiders naar Suriname getrokken worden, zij aldaar zeer goed hun kost kunnen verdienen met niet al te zwaren arbeid. Overigens zijn er voedingsmiddelen in overvloed; de beste Caro.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1