h geheele kust een gunstigen indruk gemaakt. De Hollanders waren zoovvat op den achtergrond geplaatst, nu zijn zij geheel gerehabiliteerd. Allen zijn het daarin eens, dat de Hollandsche Hegeering een groote fout heeft begaan door de uitvoering van het tractaat aan den heer Broers over te laten en niet aan den heer Nagtglas welke voor die taak berekend was. 'L. M. heelt aan T. Den Hoed, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lsten luit. bij de dienst doende schutterij te Oud-Beierlaud. Z. M. heeft den heer J. T. Turnbull benoemd tot Nederlandsch consul te Adelaide, voor Zuid-Auatrahé. Z. M. heeft goedgevonden de vice-admiraals O. A. Uhlenbeck en F. A. Mattbijsen, en den schout-bij- nacbt J. Van der Meersch, met den laatsten dezer maand eervol te ontslaan uit de betrekkiug van di recteur en kommandant der marine, respectievelijk te W ïllemsoord, Amsterdam en Hellevoetsluis, onder dankbetuiging voor hunne in die betrekking bewe zen dienstenen met den lsten Mei aanstaande te benoemeu tot diiecteur en kommandant der marine: te Willemsoord, den schout-bij-nacht J. Van der Meersch, thans directeur en kommandant der marine te Hellevoetsluis; te Amsterdam, den schout-bij-nacht A. F. Biedenberg, en te Hellevoetsluis, den kapitein ter zee JJ. W ichersverder worden de kapit.- luits. ter zee F. Van der Velden Erdbrink, W. K. Van Gennep eu J. A. H. Hugeuholtz en de luits. ter zee der iate kl. H. A. ridder Van Eappard en F. J. G. Van Thiol, met den laatsten dezer eervol ontheven van het bevel, respectievelijk over Zr. Ms. wacht schip te Hellevoetsluis, Zr. Ms. ramschepen de Schor pioen en de Hu/fel en Zr. Ms. momtoirs Heiligerlee en de Tijgerop non-activiteit gesteld, en met den lsten Mei aanstaande achtereenvolgens vervangen door de kapit.-luits. ter zee H. B. Kip, A. J. Van Mansvelt, J. K. Van de Kruysse Pilaar, en de luits. ter zee der lste kl. J. A. E. Dinaui, thans lste of ficier op Zr. Als. raderstoomschip de Valken E. J. Van der S ley den. Z. M. heeft benoemd tot kanselier der Neder- landsche orden, Zr. Ms. adjudant in buitengewonen dienst, den gepensioneerden generaal der infanterie H. F. K. lJuyuker. Z. M. heeft aan den heer Mr. A. Uyttenhooven, hoofdadministrateur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen bij het Departement van Financiën, vergunning verleend tot het aanne men en dragen der onderscheidingsteekenen van groot- olficier der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Ko ning der Belgen geschonken. Amsterdam, 6 April. Zijn wij goed onderricht, dan is dezer dagen een gedeelte van het terrein op den Binnensingel, tusschen de Weesperpoort en den verlengden Rijnspoorweg, tegenover de Lijubaansgracht, opgenomen, en zijn of worden plans ontworpen om daar een nieuw gebouw te plaatsen voor de Academie van Beeldende Kunilen, die, wauneer het door de Tweede Kamer aan genomen daarop betrekkelijk ontwerp van wet ook door de Eerste Kamer goedgekeurd en door den Koning bekrachtigd zal zijn, hier ter stede zal worden opgericht. Voorts vernemen wij, dat gedurende den bouw voorloopig het onderwijs van Rijkswege in de bedoelde kunsten gegeven zal wordeD in de lokalen, waar vroeger de op geheven Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten gevestigd is geweest. AmstCl.) Medbmblik, 3 April. Ingevolge ontvangen uit- noodiging is dej heerj J. Hulïnagel, rijksveearts alhier, in eene vergadering van veehouders en landbouwers alhier opgetreden, om de verza melde belangstellenden opmerkzaam te maken met den aard en het wezen der longziekte bij het rundvee, die andermaal onzen veesta pel bedreigt. Spreker handelde verder ,over het nuttige der inenting tegen de longziekte en deelde uit zijn veeljarige ondervinding mede, wat strek ken kon om zijn hoorders attent te maken op het doelmatige tijdstip voor inenting, hetwelk hij aangaf als van Nov. tot Febr. De vergadering bracht den heer Huffuagel haren bijzouderen dank voor de vele welwillende en leerzame me- dedeelingen en toonde blijkbaar dat zij die op hoogen prijs stelde en haar voordeel hoopte te doen door zijne raadgevingen op te volgen. Dilh, 6 April. Jl. Zaterdag is bij het graven van een kelder op de werf van den landbouwer J. Kooy, aan de westzijde van den Rotterdam- schen straatweg, in de onmiddellijke nabijheid dezer gemeente, in den grond gevonden het ge raamte van een mensch. Het lag op een afstand van p.m. 6 meter van den weg, op een diepte van 1.30 meter onder den beganen grond, in de vaste kleilaag. De afmeting eu de zwaarte der beenderen doen vermoeden, dat ze hebben toebehoord aan een lorsch gebouwd man, die, te oordeelen naar den vrij gaven toestand waarin zich het gebit bevindt, van middelbaren leeftijd was. Op het achterste gedeelte van den schedel vindt men een litteeken, vermoedelijk veroorzaakt door een houw, zoomede een puntig, beenig uitwas. Het is niet waarschijnlijk, dat de man daar in een gevecht zou gedood zijn, want dan had men voor zeker ook eenig spoor van wapenen of wapen rusting moeten vinden, terwijl nu niets anders als het geraamte, zonder iets daarbij, ook niet de sporen van een kist, zijn ontdekt. Utrecht, 6 April. Hedenmorgen zijn alhier drie Japansche officieren, waaronder een prins, aan gekomen, om de forten te bezichtigen. Alvorens daartoe over te gaan, werden voor hen op het sterrebosch evolutiën gedaan door de artillerie; de daartoe aangewezen batterij, onder kommando van kapit. v. Gheel Roëll, toonde zulke bedre venheid en snelheid in bewegingen, dat zoowel de drie vreemde officieren als al de aanwezigen verbaasd stonden over zulk eene geoefendheid, die wel door de rijdende artillerie niet zal kun nen verbeterd worden. De heeren werden geleid door den luit.-kol. v. Exter, die het korps offic. der artillerie hen voorstelde. De heeren hebben hun intrek genomen in 't hotel des Pays Bas, waar zij ook dineeren. Morgen vertrekken zij naar Hanover. Zwolle, 6 April. Het bestuur van het depar tement Deventer der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft, zooals bekend is, het voornemen, om, geheel onafhankelijk van zijne eigene fond sen, daar ter stede de oprichting te beproeven van een weduwen- en weezenfonds voor leden der Maatschappij, waarvan de inkomsten nage noeg geheel ten voordeele der belanghebbenden zullen komen. Zij heelt tot de overige departe menten het verzoek gericht, deze zaak in een harer eerstvolgende tergaderingen ter sprake, te brengen en liefst spoedig te vernemen, hoe in het algemeen door de leden van andere departe menten over haar voornemen gedacht wordt. Vindt het genoeg bijval, dan zal eerlang te Deventer eene vergaderiug van afgevaardigden gehouden worden om een reglement te helpen vaststellen, waarvan, bij voldoende belangstelling, welhaast een concept zal worden verzonden. Kampen, 5 April. Door den gemeenteraad is aan de afdeeling Kampen van het Nederl. Onderw.- genootschap eene som van f 800 toegestaan voor de 25ste algemeene vergadering van het genoot schap, welke den 20, 21 en 22 Juli te Kampen zal worden gehouden. Leeuwarden, 5 April. In dé gisteren gehouden buitengewone vergadering van den Raad dezer gemeente, waarin 16 leden tegenwoordig waren, is o. a. beslotenaan den eventueel te benoemen di recteur van de stads-reiniging gedurende driejaar, in te gaan van het tijdstip zijner infunctie-treding, te verzekeren eene vaste bezoldiging van f1200 'sjaars voor het geval, dat de procentsgewijze be looning, die aan hem boven zijn vaste jaarwedde van f 700 wordt toegekend, niet voldoende mocht zijn, om zijne bezoldiging tot het gemeld cijfer van f1200 te brengen. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Met genoegen zagen eenige voorvechters of lie ver beoefenaars en aanhangers van het spiritua lisme, dat er te dezer stede, behalve een medium, die in een dagbladartikel de zaak bij haren rechten naam noemde, al is hij ook maar een eenvoudig burger, ook personen gevonden worden, die het met het spiritualisme, of, zooals oninge- wijden gewoonlijk zeggen, spiritisme, niet zoo kwaad meenen, maar eerst dan zullen gelooveu, als zij dat kunnen, m. a. vv. als zij door feiten overtuigd zijn van het bestaaD van het spiri tisme. Voor dezulken moet ieder respect hebben inen mag niet aan eene zaak gelooven, omdat anderen het zeggenmen moet zelf weten. Evenmin als men eene wiskundige stelling zonder overtuigend bewijs aanneemt, mag men te goeder trouw be rusten in de juistheid eener stelling op een ander gebiedmaar dan ook verwerpt men op denzelf den groud niet eene stelling, als zijnde het bewijs ongerijmd of onmogelijk, wanneer niet terstond de juistheid daarvan wordt ingezien: men zoekt dan, en tracht ook datgene te vinden, wat anderen beweren gevonden te hebben. Üp dergelijke wijze behoort men ten aanzien vau het spiritualisme te handelen: men zij voor- noch tegeuingenomen, maar blijve onzijdig bij het onderzoek. Acht men de zaak een gezet on derzoek onwaardig, welnu, men wordt niet gedwongen. Maar dan late men anderen, die er niet zoo over denkeD, vrij in hunne handel wijze. De geachte inzender van het laatste ingezonden artikel vond het zeker minder aangenaam, dat hij er niet in slaagde, de tafel te zien bewegen: maar heeft hij daarbij wel gedacht, dat dit niet van hem afhangt, dat het derhalve eene kracht buiten hem is, die hij niet kan dwingen? Heeft hij er bij stil gestaan, dat, zoo de tafel door hem in beweging ware geraakt of geklop hadde doen hooreD, hij een medium zou zijn, een tusschen persoon, uitgekozen of vatbaar, om door den in vloed der geesten datgene le verrichten, waartoe hij zal geroepen worden? Weet hij, dat aan het mediumschap omstandigheden en standva«tigheid verbonden zijn, niet altijd aangenaam voor den maatschappelijken toestand, waarin wij ons be wegen Zeggen wij misschien wat veel, wanneer wij de genoemde klachten aan geesten toeschrijven, en wil men liever daartoe eene andere kracht als bewerkster aanwijzen, ons wel: Zooveel weten wij, dat die invloed en medewerking van geesten of hoe dan ook moeten ingeroepen wor den in ernst, in gebede, met het bepaalde doel, de mededeelingen, die men ontvangt, te doen strekken tot heil onzer medemenschen. Eene séance zou onzen inzender E. doen zien, dat hij er te licht over denkt, er te glad over glijdt: hij zou dan bijwonen, dal het Opperwezen wordt aangeroepen, hetzij in stilte, hetzij overluid gebeden, den aanzittenden goede geesten te zen den, ter onzer ontwikkeling, voorlichting, vol making. Dan nog geschiedt het meermalen, dat de medium geen aandrijven tot schrijven gevoelt, dat de tafel doodblijft: wij houden het er bepaald voor, dat er gegronde redenen bestaan, waarom aan het verzoek niet kan worden voldaan. Met volharding, eerbied en ernst behouden wij onze kalmte aan tafel, sprekende in nuttigen en onder houdenden kout over het spiritualisme, en niet zelden wordt ons geduldig wachten door onver wachte manifestatiën beloond. Wij zijn zeker, dat de heer E. een volbloeds- spiritualist zou worden, wanneer hij in dergelijke gevallen zag, dat eene tafel, door het aanwijzen van letters en woordeu, door middel van kloppen bij het opnoemen der letters van het alphabet, eene intelligente kracht aan den dag legt. Nemen wij voor een oogenblik aan, dat door middel van eene onbekende kracht of electriciteit slagen in eene tafel kunnen ontstaan, dat zij zich oplichte, eene schuine richting aanneme en der gelijke, maar hoe, wanneer door het kloppen aangewezen worden letters, woorden en zinnen, als: //gij hebt mijne aanwijziging niet gevolgd, ik kom later terug", iets wat wij ouder anderen hebben bijgewoond. Het kloppen in of door de tafel geschiedde telkens als, bij het van voren aan opnoemen der letters van het alphabet, die letter genoemd werd, welke tot het vormen van een der bovenstaande woorden noodig was. Geen der aanzittenden wist dit vooruit: niemand kon dus 't geklop teweeg brengen. Bovendien vergist men zich niet in het geklop: het door geesten veroorzaakte geklop heeft een eigenaardigen klank, dien men, een maal gehoord hebbende, zonder de minste moeite van elk ander geklop zal onderscheiden. Hoe te denken, wanneer iemand van het ge zelschap een bepaald aantal slagen verzoekt, tegen den spiegel, op eene genoemde ruit boven in een raam, en dit alles na een kort tijdsbestek door alle aanwezigen duidelijk gehoord wordt? Ed dan, wanneer een schrijvend medium in eene taal begint te schrijven, die hij noch een der leden van het gezelschap verstaat, over zaken, waarover hij nooit gedacht heeft? En wanneer dan personen (overledene) hunnen naam zetten onder een door den medium geschreven artikel, personen die nie mand van het gezelschap heeft gekend, en later die handteekeningdoor deskundigen voor authen tiek wordt verklaard? Wie zal aan dergelijke verschijnselen intelli gentie ontkennen? Wie te goeder trouw staande houden, dat dit kan geschieden anders dan door dezelfde wezens, als waarvoor de schrijvers zich uitgaven? Geesten hebben derhalve het vermogen, zich aan den mensch te openbarener zijn dus geesten. Het zou trouwens buitendien niet zoo moeilijk zijn, het bestaan van geesten logisch te bewijzen men bedenke slechts dat ieder onzer een indivi- dueele kracht of wil heeft, met neigingen en ver mogens, die niet aan het lichaam eigen zijn, die dus eigenlijk niet tot het lichaam behooren, maar welke kracht zich daarvan bedient, om zicht en merkbaar te kunnen werken. Het lichaam is zoodoende slechts het omkleedsel, het werktuig van den onzichtbaren in het lichaam wonenden geestde vernietiging van den geest behoeft daarom niet een gevolg te zijn van deD dood des lichaams: de geest is niet stoffelijk, derhalve niet vergankelijk. Om over dit punt niet verder uit te weiden, omdat wij dan over teveel ruimte zouden moe ten beschikken, kan men het daarvoor houden, dat het lichaam voor den geest is, wat de klee ding voor het lichaam is, d. i. een omkleedsel. Zoolang derhalve de geest (de meteen lichaam bekleede geest) op aarde leeft, mensch is, kun nen wij, die dezelfde omkleedsels en vermogens bezitten, ons van diens aanzijn overtuigen. Wij menschen zien dus geesten op aarde in den vorm van menschen. Is het omkleedsel versleten, door den loop van omstandigheden van éen of meer zijner voor naamste organen ontdaan, en weigeren zoo één of meer deelen hunne functiën tot instandhou ding van het geheel, of wel treedt eene hoogere macht tusschen beiden, dan verliest het lichaam zijne levensvatbaarheid; de geest verlaat het nu tot aseh terugkeerende lichaam. Nu zweeft de geest vrij (waarom niet op aarde?), ontdaan van het stoffelijke omhulsel, dat wij lichaam noemen. Uit duizenden manifestatiën heeft men duidelijk kunnen opmaken, dat de opgeroepen of uit eigen beweging zich manifesteerende geesten zich doen kennen aan de uitdrukkingen, waarvan zij als mensch zich gaarne bedienden. Men ontmoet zoo geesten, die een bedaard ge klop of beweging teweegbrengen, of die een medium zal rustig en kalm doen schrijven, soms over vrij belangrijke onderwerpen, soms ook over zaken, die wij onder de dagelijksche zouden rangschikken; niet zelden echter wordt ook taal geschreven, die geheel in strijd is met onze men- schelijke inzichten, enkele keeren zelfs vloekenf scheldwoorden, dooruteugd van zegswijzen, in de achterbuurten slechts gehoord worden. Of dit geheel aan den medium is toe teschr ven, d. w. z., of sommige mediums enkel omris; I zijn van en geïnspireerd door bedaarde, ontwi kelde geesten, en andere daarentegen word: bijgestaan door geesten van geringer gehalte, zi genaamde klopgeesten of plaag- en kwelgeeste men zou dat wel zeggen, doch in de geestenwen is nog zooveel duisters en het veld tot onderzo nog zoo uitgebreid, dat men verstandig doet, dit opzicht niet te spoedig een bepaald oordi uit te spreken. Hel is zaak en bepaald noodig, dat hetgc eenmaal is aangenomen, aan geen twijfel onderworpen, maar een hoeksteen worde v: het gebouw, dat door den loop van tijd daar zal opgetrokken worden: uien hoede zich daan j voor luchtige sprongen. Wij raden daarom allen, die het spiritisme 1 oefenen of voornemens zijn daartoe over te gaa niet meer aan te nemen, dan wat door feilt bewaarheid is. Door vergelijking der verschij selen eu waarnemingen zat men, evenals elke nieuwe wetenschap, den sleutel vinden,o later een goed gevormd geheel te maken. Men vergete nooit, dat de geesten, waarme wij te doen hebben, van aardsche zaken in dt| regel hoogstens zooveel weten als wijmen hun geene vragen over de toekomst, behande geene onderwerpen van Gnantieelen aard waclite zich, hen op eenige wijze op de pro te stellen. Alleen langs dien weg zal uien, met ernst gonnen, iets kunnen bijdrageu tot het groots doel, dat de beoefenaars van het spiritualisn zich voorstellen: ouomstootelijk eu voor iederet vatbaar bewijs van de onsterfelijkheid der zi en dus van het bestaan van een ander leven. Eenige beoefenaars van het spiritualisme Leiden, April 70. Zijl Dit' |mO' ■au den Bve ben ter B terp mei I U boo troi L i It I D lilv Gemengde Berichten. Dezer dagen stapte een Engelschman aan b Hotel de l'Europe, te Brussel af. Daar aankomeot sprak hij den eigenaar bij zijn naam op ee zeer familiaren toon aan, even alsof hij ee ouden bekende wederzag, en vertelde hem d zijne goederen door eene dwaling derspoorwe administratie waren achtergebleven, terwijl voorgaf Conway Seymour tie Somerset te heete Men begrijpt dat na het uitspreken van ei dergelijken naam, men dadelijk een volkom; vertrouwen in zulk een personage stelde, meer nog daar zijn uiterlijk en bewegingen ev als die van een echt gentleman waren. Zijne wi haren en baard droegen er niet weinig toe om hem het eerbiedwaardigst uiterlijk tegevi Hij was vergezeld van eene zeer lieve jon dame, die men voor zijne dochter zou hebts aangezien, daar zij wel 50 jaar jonger was ds hij; hij stelde haar echter als zijne vrouw vo: Daar het nader bleek datde eerbiedwaardige mij heer ook geen monnaiein den zak had, om zijn logi te betalen, werd hij in een hotel bezorgd dat ht geen geld koste onder beschuldiging van oplit terij. Na zijne inhechtenisneming is men begt nen zijne goederen op te sporen, en vernam t toen dat hij het reisgeld voor hem en zijne vroi had betaald meteen reisw issel, waarvan bij verto: de betaling werd geweigerdvoorts dat die pf soon zich vervoegd had bij een Engelsch bi kiershuis, rue royale, om er een reiswisselt 1000 livres (25,000 franken) te verzilveren, d« hetgeen die bankier weigerde uit te betali alvorens zich van de geloofwaardigheid der J derteekeningen verzekerd te hebben; hij stem er echter niet in toe zijn wissel die proef te Isa ondergaan. Zijne vrouw, waarmede hij wel f huwd was, moet echter de eenige niet zijn het recht heeft zijn naam te dragen, daar heer zich volgens berichten ook zou hebb schuldig gemaakt aan bigamie. Zij die hem gezelde moet eene modiste zijn, de nicht Mde Pugbe, eigenares van een der grootste c gazijuen voor rouwartikelen te Londen, llij lie zich bij haar voorgedaan als behoorende tot aanzienlijke familie Somerset en heeft op die \vi; hare hand verkregen. Verschillende papier welke bij hem gevonden zijn strekken er i toe om zijne verwantschap met die familie bevestigen. Jammer maar dat zij valsch zijn. ff die geheimzinnige persoon is weet men Dit zijo photographiseh portret is op last van parket naar Londen opgezonden. Bij een geneesheer te Antonij vervoegde dezer dagen een jonge vrouxy, met het verzi" om haar onmiddellijk naar hare woning te gen, ten einde geneeskundige hulp te verleer* aan haar zoontje, die ten prooi was aan de 1 vigste ingewandspij nen. Na verloop van een; oogenblikken begaf zich de geneesheer naar hem aangeduide huis, waar hij het kind rei dood vond. Het lichaam was reeds geheel kot Deze omstandigheid wekte zijn achterdocht daar het hem toescheen dat het kind geen tuurlijken dood gestorven was. Hij deelde dt L ecii lol vok tau, Ide Stiel Wer le de beac hen tv re gued net tv et [Ten een Jle leb ij met j Al lebt Ivap te lei I Dt lip, t lieslt dat i pen. de h ie item Df |P 1 pevo en Hi I Sr v linde .rum wee lolre midi 1789. Ge eerst Wi der overe een i De andei Pa over gestel tan h discu tredii het o vaard staatl beslu l.o gepro sche gronc de vi door tvaar van e Jfa van ring crisis, De m er vo legen heers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2