N°. 3110. Vrijdag A®. 1870. 1 April. Utrei de bevo ligen conti ij wi le tet ft noq eden aam ;en u ƒ60 //I 9 u 5 i 1; '.005 aarle LEIDSCH DAGBLAD. PRIJÜ DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTENTIEN. Voor iederen regelj 0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. 869. eleeaic 5 pCl li 3431 83* Aai II er 1 g, S/o 0. I' l/w (0 1. M L» Roltc .11 PU* laslt'1 r. i ipott I,: Lelden, 31 Maart. Niet veel meer dan een half jaar is liet gele dat de laatste wijzigingen in de Fransche nstitutie gebracht werden, en nu is alweder eene raiidering voorgesteld. Het schijnt datrieFran- he natie er zich op toelegt om hare con ditie te doen deelen in de wisselingen der ode. En telkens wordt ook, evenals daarbij, het atste product op dit gebied, als het meest uit rende en meest doeltreffende aangeprezen, als ts, wat in den eersten tijd althans alle nieu wig- eden overbodig maakt. Vooral het nu voorgestelde senatus-consult iiaakt deze pretentie. Nu wordt aan Frankrijk I ene constitutie gegeven, die niet eens gelijk roeger, nog op initiatief van den senaat, zal unnen gewijzigd worden; thans zal het Fran- I che volk in zijne comitia, alleen op voorstel van (en keizer, daartoe kunnen besluiten! De voorgestelde veranderingen komen toch lierop neder. Tegenwoordig bestaat erinFrank- ijk een wetgevend lichaam voor de gewone ivetten, en een senaat, die tot taak heeft, om zoo ikwijls wijzigingen in de constitutie noodzake- ijk zijn, daaromtrent te beslissen met de gewone vetten heeft dit lichaam zich slechts bij uitzon ering te bemoeien daar waar het oordeelt dat ■eene of andere wet verderfelijk is, kan het de ifkondiging er van beletten. Nu wordt bij het thans ingediende voorstelde Jsenaat een tweede wetgevend lichaam, eene I eerste kamer, die alle wetteD helpt tot stand I brengen, en zelfs het recht heeft om voorstellen |ran wet te doen. De grondwetgevende macht, haar tot hiertoe toegekend, vervalt nu, en daar het Keizerrijk zijn oorsprong verschuldigd is aan een plebisciet van 1851, dat in vijf bepalingen de beginselen vaststelt, waarop de regeerings- orm behoort te rusten, zoo heeft du de regee- ing deze beginselen, met datgene wat er direct it voortvloeit, in een nieuwen vorm gegoten, deze ot constitutie verklaard, die niet dan bij volks stemming, op voorstel van den Keizer, kan ge wijzigd worden, en alle verdere bepalingen, die vroeger een deel van de constitutie uitmaakten, onder het bereik van de gewone wetgevende macht gebracht. De constitutie zal nu uit 8 titels bestaan, waar van de eerste, uit een eenig artikel bestaande, de beginselen van 89 als de basis van het Fran sche staatsrecht verklaart, de tweede over de keizerlijke waardigheid, de opvolging en het re gentschap spreekt, en de derde onder den titel van„vorm van 's keizers regeering," constateert dat de keizer regeert met medewerking van de ministers, den senaat, het wetgevend lichaam en den raad van state, dat de wetgevende macht gezamenlijk door den keizer, den senaat en het wetgevend lichaam wordt uitgeoefend, en dat het recht oin voorstellen van wet te doen, aan alle drie deze machten toekomt, terwijl alle belas tingwetten het eerst door het wetgevend lichaam moeten goedgekeurd worden. De vier volgende titels behelzen de attributen van den keizer, den Senaat, het Wetgevend Lichaam en den Raad van State, terwijl de 8sU titel, weer uit een eenig artikel bestaande verklaart dat het recht van petitie zoowel bij den Senaat als bij het Wetg. Lichaam wordt uitgeoefend (Tot nu toe geschiedde ditalleen bij den Senaat). Zelfs die bladeu, die de regeering thans steu nen, schijnen niet zeer tevreden te zijn met deze nieuwe verandering. Naar ons inzien terecht liet ministerie Ollivier toont hier den weg, dien de keizerlijke regeering in de 18 jaren van hare absolute macht bewandeld heeft, niet te willen verlaten. En toch is er, dunkt ons, juist thans iets anders noodig. De tijden zijn voorbij, dat de Keizer met groote woorden, met bolle klanken het Fransche volk kon tevreden stellen. Ook de nieuwe vrijheden moeten daar noodwendig een einde aan maken, want de noodzakelijkheid er toe bestaat niet meer. De absolute monarchie moest de natie smakelijk gemaakt worden door schoonklinkenden phrases; de theorie der volks- souvereiniteit, voor de praktijk van geene waarde, pastle daar. Thans nu aan Frankrijk de vrijheid is gegeven, en de regeeriDg een rechtmatigen invloed aan de volksvertegenwoordigingis toe gekend, moest ook afstand gedaan worden van allen schijn. Waarheid in Staatsbeleid moet thans de leuze worden. Zij zou de meeste kracht heb ben tegen alle pogingen om óf naar het depotisme óf naar de republiek terug te gaan. En nn toont de Opinion Nationale zeer terecht aan hoe die bepalingen, waarbij voor 't vervolg aan het volk alleen de macht wordt toegekend om wijzigingen in de constitutie te brengen, niets anders dan fictie, dan logen zijn. Het is waar, men kan bevveeren, dat hier 'geen nieuw beginsel wordt ingevoerd, want dat van den aanvang van het keizerrijk al' ook het beginsel gold, dat door volksstemming alleen wijziging in de hoofdbeginse len der constitutie kon gebracht worden kon dan, zoo vraagt men, van dat beginsel wel afgeweken worden? Geeft voor eene, al is zij 20 jaren oud, toch altijd nieuwe regeering, dat hechten aan vroegere traditiën geene kracht? Maar dan legge men eens naast elkander, die regeeringsbeginse- len van het bewuste plebisciet van 1851, en de nu ontworpen conslilutie, en men zal zien, hoe geheel zij verschillen. Maar vooral wordt deze bepaling eene fictie, wanneer men leest hoe het alleen op voordracht van den Keizer is, dat het volk over wijzigingen in de constitutie zal gehoord worden. Het initia tief zal alleen den Keizer toekomen. Dat er bijzondere voorzieningen gemaakt wor den, voor wijzigingen in de constitutie, is zeker goed, is voor Frankrijk zeker niet minder nood zakelijk dan voor andere landen. (Het is evenwel vreemd, dat gelijk thans in Frankrijk voorgesteld wordt, de bepalingen daaromtrent niet een deel der constitutie uitmaken. Het zal toch wel niet. het doel zijn, dat zij op dezelfde wijze als eene gewone wet kunnen gewijzigd worden). Maar dat onder den schijn van aan het volk, buiten zijn vertegenwoordigers om, de beslissing hieromtrent toe te kennen, de uitvoerende macht zich die beslissing voorbehoudt, dat is misleiding En eene regeering, die zich hieraan schuldig maakt, zal zich op den duur slechts door de gewapende macht kunnen staande houden. Thans was in Frankrijk de vraag jaan de orde, aan welke macht voortaan de grondwetgevende macht zou toegekend worden. Dat de tegenwoor dige regeering deze niet aan het Wetgevend Lichaam wil opdragen, laten wij daar: dat het ministerie Ollivier echter de schoone roeping, die het te vervullen heeft, miskent, door bij de be antwoording dezer vraag schijnbaar de macht aan het volk, maar in werkelijkheid die inacht, aan den Keizer te geven, en alzoo de zwakheid toont te hebben, om de democratische oppositie met een schijn te vrede te willen stellen dit verdient stellige afkeuring. de gelederen had opgehouden om te zien of alles goed gepoetst was enz., voerde het bataljon eenige excercietiën uit en marcheerde vier of vijfmaal de Ruïne in hel rond. Na afloop werd door den I adjudant een dagorder voorgelezen, waarin o. a. voorkwam dat de oefeningen niet meer van 57 uren, maar van 1—3 uren zouden gehouden wor den Men beweert dat dit zeer ougeriefelijk voor i den werkenden stand is. Ouze stadgenoot de heer W. C. De Sain is weder op de tentoonstelling van bloemen, te hou den in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, bekroond met een zilveren medaille en ƒ10 als eerste en een dito en 5 als tweede prijs voor bloeiende cienararia's. Ziehier een feit dat aan de talrijke vrienden, bekenden en leerlingen, zoo binnen als buiten deze gemeente, van Dr. J. C. G. Evers van harte genoegen zal doen. De geachte professor, in den al'geloopen zomer door eed ernstige ziekte, die weinig hoop op herstel gaf, aan zijn veelomvat- tenden werkkring bij onze hoogeschool ontrukt, is gisteren, nadat zijn ongesteldheid langzaam in beterschap had toegenomen, in zoover hersteld uit het buitenland alhier aangekomen, dat hij zijn proffessoraat weder zal kunnen aanvaarden. Onze geachte stadgenoot werd aan het stations gebouw door de leden der medische faculteit verwelkomd en vele belangstellenden, waaronder tal van academieburgers, waren daarbij tegen woordig. In de wachtkamer richtte de lieer H. J. Stuff- ken, president der medische faculteit, een recht hartelijke en in schoone. bewoordingen gegoten toespraak tot den hoogleeraar. Zichtbaar aangedaan voor deze blijken van hoogschatting, betuigde de heer Evers daarvoor zijn oprechten dank, maar meende de serenade, door den heer Stuffken namens de faculteit aan- I geboden, niet te moeten aannemen, i De heer Evers deed als het ware een feeste- lijken intocht binnen deze gemeente, daar een koets bespannen met vier paarden hem naar zijn woning bracht. Heden had op de Ruïne voor den majoor J. I Scheltema de jaarlijksche inspectie van het ba- 1 laljon dienstdoende schutterij plaats Te 1 uur i traden de schutters aan en schaarden zich kort daarop in slagorde. Nadat de majoor, onder het uitvoeren van eenige marschen door het nieuwe muziekkorps, dat heden voor het eerst in functie was, zich langdurig in De commissie voor de verzoekschriften van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft rap por; uitgebracht omtrent het adres (eergisteren door ons medegedeeld) van den heer J. F. A. Van Dam, horlogemaker en winkelier alhier. Adressant gaf te kennen dat hem twee horlo ges zijn ontstolen, die door de politie zijn in betlag genomen bij personen welke ze van der den hadden gekocht; dat hij daarop aan den minister van justitie heeft verzocht ze te mogen terugontvangen, waarop afwijzend is beschikt met verwijzing naar art. 201-1 en 637 (in ons nummer van eergisteren stond abusievelijk 687) Burgerlijk Wetboek; dat hij alsnu deze vergadering verzoekt die zaak te willen onderzoeken en hem recht te verschaffen. De Kamer is op conclusie der Commissie ten opzichte van dit adres in hare zitting van 28 Maavt 11. tot de orde van den dag overgegaan. De Staah-Courant behelst heden een staat van nalatenschappen, afkomstig van officieren enz en verdere manschappen behoord hebbende tot de landmacht in Nederlandsch Indië, welke onder het beheer der weeskamer te Batavia zijn ge steld, en die, voor zooveel de saldo's beneden de ƒ250 bedragen, bij het Departement van Koloniën in Nederland door de rechthebbenden behooren te worden opgevorderd, onder overlegging van de noodige bewijzen van erfrecht. Daaronder komt voor Johannes Petrus Marinus Wijnbeek, geboren te Leiden, den 11 Januari 1828, laatste woonplaats te Oegstgeest, als sol daat uit Nederland vertrokken met bet schip We- lena en Anna deD 16 Maart 1861. Hij is overleden den 28 Juni 1868 te Oenarang als soldaat, en heeft j een geldelijk bedrag nagelaten van 13.23s. Gisterenavond gal' de hier ter stede gevestigde Vereeniging „Vermaak door Toonkunt" een con- j eert, waarop zich liet muziekkorps der dd. Schut- j terij, onder directie van den heer Muller, deed j hooren. Het programma, bestaande uit 10 num mers, liep fliuk van stapel; de solo.voor Cornet - a Piston in de Air Varié van Arban, welke door den heer De Labije werd voorgedragen, viel veel bijval teri deel. Het was zeker voor de ver eeniging zeer verblijdend, onder het onlangs op gerichte korps zoovele barer vroeger werkende leden te zien, te meer omdat er daarbij ook waren die op „Vermaak door Toonkunst" met het aan- I leeren der muziek begonnen. Na afloop van het concert bedankte de heer Verhoog den heer Müller voor de belangstelling in de vereeniging. Na eene kleine pauze kouden de danslustige aanwezigen hun hart ophalen aan het bal. De zaal was goed bezet, en men merkte onder de bezoekers op den heer burge meester Van den Brandeler en den lieer wet houder Hubrecht. Er heerschte over het algemeen een zeer vroolijke en recht aangename stemming, en het ontbrak dan ook niet aan menigen toast, zoowel op de Vereeniging als op het Muziek korps der dd. Schutterij. Door G. D. Van Leeuw en andere tuinders onder Monster is aan de Tweede Kamer een ver zoekschrift ingezonden houdende bezwaren tegen het wetsontwerp omtrent den accijns op den wijn. Met genoegen verneemt men, dat het Z. M. den Koning van Portugal behaagd heeft onzen geach- ten landgenoot den heer Franfois P. L. Pollen te begiftigen met het ridderkruis der militaire orde van Christus, als erkenning zijner weten schappelijke onderzoekingen op natuurkundig gebied. Naar men verneemt, is door de regeering be sloten tot eene aanzienlijke vermindering van het korps buitengewone opzichters bij den wa terstaat. Aanleiding moet daartoe bestaan dat het een soort van gewoonte was geworden om onder dien titel klerken, ook zelfs van zeer jeug digen leeftijd, overigens onbekwaam voor het technische gedeelte van het vak, aan de bureaux vaD de ingenieurs of hoofdingenieurs te plaatsen voor 's rijks rekening. Aan de buitengewone op zichters, die thans in dienst zijn, is bij circulaire aangeraden zich te bekwamen voor liet examen, ten einde bij het vaste korps opzichters te wor den opgenomen. Blijkens het 16de verslag van het bestuur der vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse te 's-Gravenhage over 1869 blijft deze vereeniging steeds even nuttig werkzaam als tot hiertoe. De rekening sluit met een overschot van ƒ17,115.38, dat ruimschoots vol doende wordt geacht om tegen de waardever mindering der panden op te wegen. Opmerkelijk is het feit dat bij eene ontvangst van 28,211.35 wegens huurpenningen slechts het geringe cijfer van 3.15 aan wanbetaling geleden ii. De ver eeniging had in het afgeloopen jaar de aange naamste bewijzen ontvangen, dat zij lot de op lossing van het vraagstuk der verbetering van de woningen voor den arbeidenden stand in niet geringe mate heeft mogen bijdragen. Over den toestand der kinderen, in fabrieken arbeidende, is dezer dagen door het hoofdbestuur der Maatschappij tot. Nut van 't Algemeen een adres aan den Koning gericht, waarbij in 't be lang van de toekomst van ons vaderland en tot uitvoering van een door de algemeene verga dering dezer Maatschappij verstrekten last, die Maatschappij zich tot Z. M. wendt met eerbiedig verzoek om zoo spoedig mogelijk aan de Staten- Generaal een ontwerp aan te bieden lot wette lijke regeling van den arbeid van kinderen in fabrieken. Te Arnhem werd Dinsdag door de commissie, belast met het onderzoek naar den stand der arbeidsloonen in die gemeente en de middelen tot verbetering van den toestand der arbeidende klassen, eene vergadering gehouden, waarin ach tereenvolgens de middelen wei-den nagegaan, waardoor de ambachtsman op gemakkelijker en goedkooper wijze in zijne behoeften kan voorzien. In de eerste plaats noemde de commissie als zoodanig: winkelvereenigingen, hierop gebaseerd dat door kleine bijdragen van handwerkslieden een kapitaal wordt bijeengebracht om eenen winkel te drijven. Van de wenschelijkheid hiervan wax de commissie overtuigd Als tweede middel kwam ter sprake de oprich ting van volksgaarkeukens; de bestaande inrich tingen van dien aard te 's-Hage en te Rotterdam werden besproken. De commissie was echter van meening dat een volksgaarkeuken le Arnhem weinig nut zou stichten, omdat de ongehuwde handwerklieden meestal kostgangers zijn on niel op kamers wonen; omdat er weinig vreemdelin gen zijn; omdat gehuwde handwerkslieden er te duur worden bediend wanneer zij met hun gezin daar het maal gaan gebruiken, en omdat uithui zigheid wordt bevorderd wanneer zij daar alleen gaan spijzigen. Daarentegen achtte de commissie zeer wenschelijk, dat de proef worde genomen om eene inrichting te verkrijgen, waar warme spijzen van onderscheiden aard legen een laag tarief worden afgeleverd, zonder dat de gelegen heid om ze op de plaats Ie nuttigen wordt open gesteld. In de derde plaats is het bouwen van goede en gezonde arbeiderswoningen naar liet oordeel der commissie zeer wenschelijk. Bij het aantal handwerkslieden te Arnhem die zonder werk zijn, kwam de vraag nog ter sprake of het mogelijk is middelen tot werkverschaffing te beramen. Daar evenwel de bekwaamheid van den Neder- landschen handwerksman over het geheel nog voor zeer veel verbetering vatbaar is, meende de commissie dat dit gebrek alleenlijk kan worden verholpen door1'. geregeld schoolbezoek van aanstaande handwerkslieden, en 2'. door den bekwamen handwerksman in de gelegenheid te stellen om zijn vak in het buitenland te gaan bezien en bestudeeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1