voor den uitstekenden geleerde zal opgericht wor
den. Het zal, zoo zegt het comité, een denkmaal
der dankbaarheid zijn door de nieuwere weten
schap hem gesticht.
Het comité bestaat uit de HH. C. Becker, Dr. W.
Kühne, president, Dr. G. E. V. Schneevoogt, secre
taris, A, C. Wertheim, thesaurier, te Amsterdam
Dr. P. L. Rijke, L. A. J. W. baron Sloet, te
Leiden; W. Bunge, T. A. Muller, Dr. F. I. J.
Schmidt, te Rotterdam, en Dr. F. A. W. Miquel,
te Utrecht.
Uit het verslag betreffende den aanleg der
Staatsspoorwegen van 1869, zijn de volgende
opgaven medegedeeld.
Terwijl de lengte van de spoorweglijnen, waar
van de richting is vastgesteld en de onteigenings
bescheiden gereed zijn, bedraagt 886,492 meters,
zijn thans reeds 721,787 nieters in exploitatie en
daarenboven nog 30,492 meters in aanleg en bijna
voltooid: blijven dus nog tot aanleg over 164,705
meters.
Aangaande den uitslag der aanbestedingen ge
durende het tweede halfjaar van 1869 wordt
medegedeeld, dat deze gezamenlijk op 2,853,290
begroot waren en voor f 2,702,672 zijn gegund.
Aan den heer J. G. W. Fijnje, thans voorzitter
van den raad van toezicht op de spoorwegdien
sten, werd bij zijn verlaten der Maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen, door een com
missie uit ambtenaren dier maatschappij een
pracht-albuin aangeboden, een 200tal portretten
bevattende, als blijk van hun hoogachting en ge
negenheid. Het album, in de fabriek van 1 an
Kempen te Voorschoten vervaardigd, is in blauw
fluweel gebonden, rijk met zilver gemonteerd,
en heeft op het medaillon der voorzijde een in
schrift en op de keerzijde de datums 5 October
1863 en 25 Januari 1870, de datums van de
opening der lijn Breda-Tilburg en van het ne
erleggen der betrekking van hoofdingenieur der
maatschappij.
Eergisteren overleed te Amsterdam Mr. A. N.
J. Van de Poll, president van de arr-rechtbank
te Amersfoort.
Het provinciaal gerechtshof te Amsterdam heeft
gisteren een voor de liefhebbers van liet kaart
spel, alsmede voor houders van koffiehuizen, tap
perijen en dergelijke openbare plaatsen belangrijke
beslissing genomen. Het gold hier namelijk de
vraag of het zoogenaamde vingt el un of eenentwintig
is een hazardspel en of indien dit in eene gewone
tapperij, al ware het ook dagelijks, werd gespeeld,
de tapper schuldig is aan bet houden van een
huis van hazardspelen, en het daarin toelaten
van het publiek. De arrondissements rechtbank
had die vragen bevestigend beantwoord in de
zaak van Pieter Mertz, tapper uit Haarlem, die
bevonden was in zijn tapperij en een daaraan-
grenzend vertrek, bovengenoemd spel te hebben
toegelaten, en daarvoor 1 cent kaartengeld te
hebben genomen bij ieder overgang der bank.
Het hof heeft echter dit vonnis vernietigd, doch
zich wel vereenigd met de ook door den advo
caat-generaal Jhr. Mr. C. H. Backer ontwikkelde
zienswijze, dat het gewone algemeen bekende
vingt et un is een hazardspel, en wel op grond
dat de uitslag daarvan afhangt van het toeval,
en het overleg bij het gering getal van 21 punten,
in verband met de vele in het spel aanwezige
hooge kaarten daarop een luttelen invloed heeft.
Het hof vereenigde zich intusschen niet met
de meening van de rechtbank en den advocaat-
generaal, omtrent de toepasselijkheid in deze van
art. 410 van den Code Pénal. Het overwoog o. a.,
dat, waar gelijk hier de zaak niet in het geheim
werd behandeld en het spel in een gewone tap
perij werd gehouden, geen sprake kan zijn van
een huis van hazardspelen. Mitsdien werd de be
slissing vernietigd, waarbij de beklaagde met
toepassing van gemeld artikel werd veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 3 maanden, eene
geldboete van f 100 en ontzetting van het kies
recht, het hekleeden van een openbare bediening
en het zijn van voogd en curator over vreemden
voor den tijd van 5 jaren. Het; hof verklaarde
op dit feit van toepassing art. 475 alinea 5 en
veroordeelde den beklaagde, ter zake van het
houden van hazardspelen op eene openbare plaats
tot een geldboete van f 5 met verbeurdverklaring
der potgelden.
De uitgever D. Mijs te Tiel, toont een echte
kindervriend te zijn, althans wij maken dit op
uit al de moeite en kosten, welke hij zich ge
troost om de jongelieden met zijn Tijdschrift, de
Mentor, Raadgever voor de Nederlandsche Jeugd, aan
genaam bezig te houden.
Het eerste nummer van den vierden jaargang
ligt voor ons, en wij moeten bekennen, dat het
er flink uitziet, want niet alleen bevat het bij-
dragen van Koopmaiis van Boekeren, van Koets
veld, Bosman en anderen, maar er is ook op
uitmuntende wijze voor verscheidenheid gezorgd.
Den maatregel om dit blad in een ander for
maat uit' te geven, moeten wij prijzen, want
zeker is het dat het thans veel handiger is en
uieer in den smaak der jongelui zal vallen.
De prijs is ook zeer laag: vijf cents per week
voor een blad, waarin vele houtgravuren voor
komen, is waarlijk goedkoop. (Men zie ver
der de annonce.)
De audiëntie van den Minister van Binnen-
laudsche Zaken zal op Zaterdag 2 April niet
plaats hebben.
Zr. Ms. raderstoomschip de Valk, onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee N. M. J. Kroef,
is volgens een bij het Departement van Marine
ontvangen telegram, den 27",e" dezer te Barcelona
aangekomen; aan boord was alles wel.
De Nederlandsche consulaire agent te Broke, in
Oldenburg, is bevorderd tot vice consul.
Bij beschikking van den 29sten Maart heeft de
Minister van Finaiuién tot klerken bij de Rijkste
legraaf benoemd: P. Corver te Amsterdam; J. P.
Schoonhoven, te Zwolle; A. J. Van Alphen te Ro-
zendaal; J. Weimer te Rotterdam; R \anNoort, te
Zwijndrecht; H. Lebbink en G. Van Diermen. te Dieren;
B Ten Brink Jr., te Utrecht; W Croon, te Amsterdam
H. Van Dijk Blok, te VeendamJ. W. Ross, te 's-Gra-
venhage; A. F. Van Gooi, te Breda; P. J P. Harden
berg, te Dordrecht; J. S H Rust, te Prinseland:
P. G. Van Kuyk Jr., te Amsterdam; C. Fransen,
te MedemblikG. Baert, te Biervliet; J. Allan, te
Bergen-op-Zoom; A. H. Loder, te Nijmegen, E. L.
Van Baak, te Yeenendaal.
Z. M. heeft aan Mr. G. J. C. Schneither, op zijn
daartoe gelaan verzoek, met ingang van 1 April
1870, eervol ontslag verleend als vice-president van
het provinciaal gerechtshof in Gelderland, ouder dank
betuiging voor de diensten, dour hem in verschil
lende betrekkingen aan den lande bewezen.
Z. M. heeft met ingang van 1 April 1870, benoemd
tot vice president van het provinciaal gerechtshof in
Gelderland Mr. C. P. Hennij, thans raadsheer in
gemeld gerechtshof.
Z. M. heeft benoemd tot griffier bij het kantonge
recht te tioogezand Mr. A. Stheenman, advocant en
candidaat-notaris te Groningen.
Z. M. heeft goedgevonden aan den milicien met
onbepaald verlof A. Nieuweboer, van het 4de regi
ment infanterie, de vergunning te verleenen tot het
dragen van de gouden medaille 3de klasse en het
kruis Fidei et Virtutihem door den Paus geschonken.
Z. M. heeft, op het daartoe door hein gedaan ver
zoek, aan den kapitein der infanterie van het leger
in Nederlandsch Indie P. H. Verberne, thans met
verlof hier te lande, met ingang van den 1 sten April
1870, een eervol out-lag verleend uit Zr. Ms. militairen
dienst, met toekenning van pensioen.
's-Gravenhage, 29 Maart. Adv.-gen. Smits heeft
in de heden gehouden zitting van den lloogen
Raad (kamer van strafzaken) geconcludeerd tot
verwerping in de zaak van J. F. Schoth, tegen een
arrest van het hof in Noord-Brabant, waarbij hij
is veroordeeld wegens hoon in een gedrukt en
verspreid geschrift tde Jlaasbode). De uitspraak is
bepaald op 12 April.
De kermis alhier zal dit jaar plaats hebben
van Maandag 9 lot en met Dinsdag 17 Mei.
Apeldoorn, 28 Maait. Vierenvijftig werklieden
in deze gemeente dringen ui een open brief bij
hunne bazen aan op eene verhoogiiig van loon,
op grond dat de dagloonen, die zij krijgen, op
verre na niet evenredig zijn aan de prijzen der
eerste levensbehoeften
Cokvouden, 20 Maart. Met zekerheid deelt men
ons mede, dat door Z. Exc. den Minister van
Financiën aan ons gemeentebestuur de vesting
werken zouden zijn aangeboden, mits een door
Z. Exc. ontworpen plan van slechting worde ge
volgd, waarin onder anderen als bepaling voor
komt, dat het slechten der werken in den tijd
van 2 jaren moet worden ten einde gebracht.
Wanneer deze bepaling niet belangrijk gewijzigd
wordt, zal ons bestuur het aanbod niet kunnen
aannemen.
Utrecht, 29 Maart. De heer G. J. Hengeveld,
leeraar aan 's Rijks Veeartsenijschool alhier, is
door het hoofdbestuurder Limburgsche landbouw-
maatschappij benoemd als lid der commissie, om
examen af te nemen aan de personen, die zich
hebben aangemeld om als bezoldigd wandelleeraar
van gemelde maatschappij in aanmerking te ko
men. Met den heer Hengeveld zijn als leden
dezer commissie nog uitgenoodigd de heeren Mr.
G. D. Franquinet, secretaris van bovengenoemde
maatschappij, W. J. C Van Ilergon, leeraar aan
de Landbouwschool te Groningen, Dr. L. Mulder,
hoofdredacteur der Landbouw-Couranl, Dr. J. .1.
H. C. Rosen, leeraar aan de Hoogere Burger
school te Roermond. Men meent, dat gezegd ver
gelijkend examen in het laatst der volgende maand
zal plaats hebben, en wel te Maastricht, en
minstens een paar dagen zal duren.
Het bestuur der internationale arbeiders
vereeniging, dat voornemens was eene oproeping
te richten tot de arbeidende klasse hier ter stede,
ten einde eene algemeene vergadering te beleg
gen, heeft hiervan, tot na het arbeiderscongres
te Antwerpen, afgezien.
Brieven uit Gouda.
Mijnheer de Redacteur!
Eenige. dagen geleden gaven hier eenige jonge
lieden eene tooneelvoorstelling ten voordeele van
het weeshuis, en, zooals gewoonlijk bij voorstel
lingen tot een weldadig einde, w as de zaal eivol.
De jongelieden, de kroon op hunne goede daad
willende zetten, gaven den volgenden avond eene
gratis voorstelling, speciaal voor de kinderen uit
het weeshuis, het bestedelingshuis en de leer
lingen der openbare armenschool. Daarbij bleef
het niet: de heer P. liet het jeugdige publiek
een krentenbroodje per persoon geven en op eene
andere wijze werd gezorgd dat zij er wat bij
te drinken hadden, ik geloof dat het chocolade
was. Het is mij aangenaam dit te kunnen be
richten omdat ik daarin meer goeds zie dan
men oppervlakkig zou veronderstellen. Men heeft
hier uieer voorbeelden van dien aard Sedert een
paar jaren worden bovenbedoelde kinderen de
week na kermis in de sociëteit Ons Genoegen ge-
noodigd, waar hun recht veel genoegen verschaft
wordt. Wel vind ik dat deze goede daden ook
iets verkeerds hebben, maar toch juich ik ze vau
harte toe. liet verkeerde bestaat daarin, dat uien
geene andere kindereu dan van de openbare scho
len toelaat, 't Is wel waar, de heer P. is er mees
ter van zijne krentenbroodjes te geven aan wie
hij wil, en niemand heeft het recht, het bestuur
der sociëteit, of het gezelschap jongelieden te
zeggen wie zij al of niet behooren te noodiueu,
maar het is ook waar dat men sommige kinde
ren uitsluit, omdat zij andere scholen bezoeken,
iets dat geheel buiten toedoen der kleinen is.
Het is ook waar, dat men de bijzoudere scholen,
die het buitendien hard te verantwooi den heb
ben, daardoor ten achteren stelt. Ik geloof niet
dat het goed is de bijzondere onderwijzers nog
meer te drukken. Het is al wel dat zij door het
betalen der gemeentebelasting contribueeren voor
de kas waaruit hun concurrent betaald wordt;
daarenboven, de kinderen die hunne scholen be
zoeken, ergens uit te sluiten, omdat zij niet el
ders school gaan, is niet prijzenswaardig. Men
is kindervriend of men is het niet. De kinder
vriend tracht alle kinderen genoegen te doen en
vermijdt ze te grieven. Men is bevorderaar van
het onderwijs of men is het niet. De bevorderaar
blijft onpartijdig.
Misschien hebben bestuurders der sociëteit Ons
Genoegen en de jeugdige liefhebberij-acteurs eene
vraag beantwoord, die herhaaldelijk gedaan is:
»Op welke wijze moet het Schoolverbond te werk
gaan om het schoolverzuim tegen te werken?"
en dat is het nuttige dat ik in de zaak zie, dat
is hetgeen mij zooveel genoegen doet.
Het is eene bekende waarheid dat de behoefte
aan opschik grooter is dan die aan kleeding.
Daar waar de mensch bijna geene kleederen
draagt schikt hij zich toch op, en-de meest on
beschaafde volken verstaan soms zoo goed als wij,
de kunst oui het lichaam te versieren, te ontsieren
eu te bederven. Zij kennen het blanketsel niet,
maar tatoueeren zichzij rijgen hun lichaam in
geen corchet, maar klemmen huiine voeten om die
klein te houden zij vullen de borsten niet op,
maar rekken hunne ooren uit. Zij hebben geen
chignons, maar ringen door den neus. Misschien
zal men mettertijd met hen ruilen. Evenzoo-
zeer nu als liet lichaam meer behoefte aan op
schik dan aan kleederen heelt, evenzbozeer heeft
de ziel meer behoefte aan genoegens dan aan
onderricht. Men vereenigt in beschaafde landen
de zucht tot opschik met de behoefte aan klee
ding; misschien zou men evenzoozeer de zucht
naar vermaak er toe dienstbaar kunnen maken
om de behoefte aan onderwijs in de hand te
werken. Misschien zou heteengewenschte uitkomst
geven, indien men de schoolkinderen uieer genoe-
gens wist te verschaffen. Misschien zou het School
verbond meer ouders er toe krijgen, dat zij hunne
kinderen school zenden, enkel door om de 2 of 3
maanden kinderfeesten tot stand te brengen, dan
door alle mogelijke vermaningen en door alle ge
schrijf. Gij moest het gejuich en de blijdschap der
moeders eens gehoord en gezien hebben, toen de
schoolkinderen in Augustus jl. begeleid door
muziek naar den tuin der sociëteit gebracht
werden. Ik weet niet wie de gelukkigsten wa
ren, de ouders of de kleinen. Met hoeveel trotsch-
heid riepen de moeders: „Kaik, dat's de tnaine!
dag lieverlje! veul plaizier oor!" Ik herhaal het,
6 zulke dagen in 't jaar en het getal schoolkin
deren zal vermeerderende kinderen zullen
meer verlangen naar school te gaan, en de moe
ders zullen er voor zijn. Zij zullen het wel niet
om de school doen, maarzij zullen het doen. Mam-
indien men er de proef van wil nemen, laat
men niet partijdig zijn laat men niet vragen
waar de kinderen school gaan. Men geve den
schoolgaanden kinderen feesten, men'sluite geene
schoolgaande kinderen uit, maar drukke het den
onderwijzers wel op het hart, om alleen die
kinderen toe te laten, die trouw school komen.
De V.
^eld- en Eflectenrnarlvt.
Amsterdam, 21 28 Maart 1870.
Het nieuws van den dag op de Beurs? De
leeniug voor de Stoomvaart-Maatschappij „Ne
derland" is niet volgeteekend: nog 1 inillioeu
gulden moet er bij geschreven worden, waartoe
Prins Hendrik reeds het sein gegeven heeft door
zijne primitieve deelneming aanzienlijk te ver-
hoogen. Mogen velen in den lande dat loffelijke
voorbeeld volgen, dan zullen wij ons weldra
mogen verheugen in de directe stoomvaart op
Java.
Behalve deze leening zijn er deze week niet
minder dan vier nieuwe Noord-Amerikaansche
spoorwegleeningen aan de beurs gekomen, samen
wat betreft de inschrijvingen te Amsterdam, open
gesteld voor een bedrag van 9,400,000 dollars,
waarvan drie 7 pCt. en een 8 pCt. rentende.
Voor de liefhebbers in die soort van fondsen
bestaat er dus wedeï ruimschoots gelegenheid
hunne kapitalen te plaatsen.
Wat ons beter toeschijnt is de leening dieeer
lang te verwachten is voor de Hollandsche IJze-
ren-Spoorweg-Maatschappij, en welke strekken
moet voor den aanleg van eene aansluiting vau
dien weg met het Duitsche spoorwegnet, loopende
van Amsterdam, over Amersfoort naar Zutfen en
met een zijtak van Hilversum op Utrecht. Wij
hopen dat onze Nederlandsche kapitalisten deel
zullen nemen in deze zekere geldbelegging. De
weg toch, hoezeer wat het goederenvervoer betreft
pver het algemeen en voorts wat aangaat de lijn
Haarlem-Helder en Heider-Zaandam, nog nau
welijks tot een begin van ontwikkeling geko
men, leverde over 1869 een dividend op van meer
dan 7 pCt. en het verslag draagt alle kentee-
kenen dat de maatschappij onder een eerlijk en
bekwaam bestuur slaat
Ook de Maatschappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen gaat haar kapitaal uitbreiden eu
zal dus weldra de geldmarkt 7 millioen gulden
komen vragen. Het plan is het kapitaal van 6
tot 13 millioen op te voeren, en voor die 7 mil
lioen obligatiëu uit te geven tot een koers dat
er minstens zuiver 90 pCt. van in de kas der
Maatschappij zal vloeiendeze obligatiën zullen
te allen tijde in nieuwe Aaudeeleu verwisselbaar
zijn. Met niet minder aandrang als wij voor de
Hollandsche Spoorweg- en voor de Stoomvaart-
Maatschappij „Nederland" pleiten, doen wij dat
ook voor de Exploitatie-Maatschappij, want wij
zijn er van verzekerd dat ook die obligatiën als
geldbelegging alle aanbeveling verdienen.
En nu dat andere nieuws van de Beurs, de loop
der prijzen van de fondsen5 Over het geheel ge
nomen was de Beurs gunstig gestemd en blijven
alle soorten misschien op een paar uitzonderingen
na althans eene fractie hooger.
Van de Noord-Amerikaansche Spoorweg-fond
sen zullen wij, om de eentonigheid te vermij
den van elke week weder het aantal heele, halve
en kwart percenten dat deze en gene soort gewon
nen heeft, te herhalen, met een enkel woord
zeggen dat zij voortdurend rijzende zijn, schoon
over het geheel niet in die sterke mate als se
dert eenige weken het geval was. Uitzondering
maakte Baltimore-Ohio die 3 pCt. verloren, van
129 op 126 Denver die 2 pCt. achteruitgingen,
van 78)1, op 76en nog een paar andere van
de nieuwste soorten die wat minder sterk
daalden.
Voorts won Nieuw Granada van 26M« tot 2754
wat de Werkelijke, en van lilt tot 12% wat de
Uitgestelde Schuld betreft; Land-Certificaten
bleven 67 a 67% pCt.
Doch vooral onze Nationale Schuld vorderde
aanmerkelijk. De 2% pCt. liepen van 54% tot
57 54, de 3 pCt. van 66 tot 68%, de 4 pCt. van
85% tot 87% pCt. en ofschoon deze prijzen, door
Fransche kooporders opgedreven, zich niet staande
konden houden, hieven zij toch zeer bevredigend,
respect. 5614, 6854 en 87h'6 pCt. Handelmaat
schappij liep van 11914 tot 122%, Exploitatie-
Maatschappij van 77 tot 7814 pCt., Gestempelde
Obligatiën Centraul-Spoonveg van f7954 tot f82.
Geld op Prolongatie 4% a 5 pCt.
BUITENLAND.
Franlcrjjk.
Hoewel men te Parijs verwachtte dat Prins
Bonaparte tot geen strenge straf zou worden ver
oordeeld, was men er toch ver van af aan eene
vrijspraak te denken. Dit feit heeft een pijnlijken
indruk teweeggebracht; de onpartijdigheid van
de jury wordt in verdenking gebracht. Al geeft
men toe dat het voor de jury moeilijk was het
opzet te onderkennen nopens den moord op Vic
tor Noir, acht men de vrijspraak ook ten aan
zien van den aanslag op het leven van Fonvielle
ongehoord. Men verhaalt dat de jury het ontslag
van rechtsvervolging heeft uitgesproken met 18
tegen 18 stemmen.
Op enkele uitzonderingen na geeft de Parijsche
pers haar misnoegen over dezen loop van zaken
luide te kennen.
De onverzoenlijke bladen zijn woedend.
La Cloche zegt: De moordenaar van Victor Noir
is vrijgesproken. Wij durfden zulk een schoone
uitkomst niet verwachten.
Van ons zal daarover -noch een klacht, noch
een roepstem om wraak uitgaan.
Niets kan onze veeljarige gedweeheid aan
het Keizerrijk beter beloonen, onze verwachtin
gen uieer versterken dan deze vrijspraak van
een moordenaar die Bonaparte heet.
De Rappel uit de meening dat de burgers voortaan
slechts eene zaak te doen hebben: revolvers
te koopen, zich voor prinsen te beveiligenen zich
zelf te beschermen.