N°. 3083.
Dinsdag
A". 1870.
1 Maart.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
h een ongeluksvogel.
i hl
KDi
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DHirt ADVKBTKNTIKN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere Ifitk r naar de plaatsruimte die lij beslaan.
Lelden, 28 Februari.
De Prins en Prinses van Wallis legden Vrij
dag een bezoek bij H. M. onze geëerbiedigde
Koningin in Claridges Hotel af. In den loop van
den dag bracht H. M. het vorstelijk echtpaar een
tegenbezoek op Malborougs-House.
Zaterdag ontving Koningin Victoria onze Ko
ningin op het „Buckingham-Palast." II. M. werd
door Koningin Victoria, omgeven door H.D. doch
ters, de Prinsessen Louise en Beatrix, en eene
schitterende hofhouding aan den hoofdingang van
dit Paleis verwelkomd.
Op de gebruikelijke wijze werd heden alhier
de 73"* verjaardag van Z. K. H. Prins Frederik
der Nederlanden herdacht.
De audiëntie van den Minister van Oorlog zal
Donderdag dan 3ds" Maart aanstaande niet plaats
hebben.
Door den Inspecteur van het lager ouderwijs
in Zuid-Holland zijn de onderwijzers in die pro
vincie verzocht de volgende vragen ten spoedigste
te beantwoorden
1°. Het aantal kinderen op de schoollijst inge
schreven en het aantal werkelijk in de school
aanwezig op 1 December 1869.
2°. Hoeveel leerlingen, zoowel mannelijke als
vrouwelijke, beneden de 14 jaar, in de eerste
dagen van December eene door de onderwijzers
bestuurde avond-, zondags- of herhalings-school
bezoeken, zonder op de schoollijst voor gewoon
lager onderwijs te zijn ingeschreven.
8». De waarschijnlijke, meest algemeene reden
van het schoolverzuim in ieders gemeente.
4°. Voor zoover de onderwijzers aan de open
bare scholen betreft, tevens te willen opgeven,
of er aan hun school een schoolbibliotheek ver
bonden is, en zoo ja, een korte mededeeling om
trent de inrichting daarvan en de meer of minder
goede resultaten daardoor verkregen.
De inspecteur van het lager onderwijs in Zuid-
Holland bericht, dat bij de rijksnormaallessen te
Gouda, met 1 April aanst. eene rijksbeurs a f250
'sjaars vacant wordt. Jongelieden van 14 tot 16
jaren, die naar het genot dier beurs wenschen
te dingen, worden uitgenoodigd zich te wenden
met franco brieven tot den inspecteur vóór den
20*un Maart aanst., met overlegging van: a. ge
boorteakte; b. getuigschrift van den onderwijzer,
bij wien de sollicitant werkzaam is, of zijne
opleiding heeft ontvangen; c. attest van een ge
neesheer.
Dag en plaats van het vergelijkend examen
zullen later worden medegedeeld.
Bij resolutie van den Minister van Financiën
van den 25"e* Februari 1870, n®. 33, is, krachtens
de daartoe bij Koninklijk besluit van den 17de"
bevorens [Staatsblad n®. 31) verleende algemeene
machtiging, de heer J. L. Heys, directeur van het
rijkstelegraafkantoor te Oss, tevens met de direc
tie van het postkantoor aldaar belast geworden.
Te Hazerswoude heeft de schoolcommissie de
verschillende armbesturen in de gemeente drin
gend uitgenoodigd het schoolgaan van kinderen
van bedeelden verplichtend te stellen, terwijl deze
allen kosteloos onderwijs kunnen genieten.
Uit Nijmegen bericht men aan de Arnh. Ct.,
dat de leening voor den aanleg van den spoorweg
Tilburg—Nijmegen volteekend is. De ontbrekende
aandeelen zijn door particulieren genomen. Giste
ren heeft de gemeenteraad de verhooging der
inschrijving met 50 pCt. aangenomen.
De Malta Times schrijft het volgende: „Den 15Jel1
dezer kwam de heer Tinne, neef van de onlangs
in de binnenlanden van Afrika vermoorde jonk
vrouw Tinne, te Malta aan en zette vervolgens
de reis naar Tripoli voort, om bij het door den
Nederlandschen consul-generaal ingesteld onder
zoek naar dit betreurenswaardig ongeval behulp
zaam te zijn. Volgens de laatste berichten was
de door de Touaregs medegevoerde jeugdige ne
gerin, dienares van mejufvrouw Tinne, nog niet
uitgeleverd. Ook is het nog onzeker of de Neder-
landsche Regeering een oorlogsvaartuig ter tuch
tiging van de moordenaars van een harer onder
danen zal zenden. Tot dusver werden twee man
nen, die tot den stam der Touaregs behooren,
en naar Tripoli kwamen om de uitlevering van
de moordenaars aan te bieden, wegens zware
vermoedens in hechtenis genomen, maar zijn door
verraad van den cipier ontsnapt."
Barbara Ubryk, de bekende Krakauer non, die
door de Jezuïeten zoo onmenschelijk behandeld
werd, is den 24"e" Februari aan de gevolgen
daarvan overleden.
De begrafenis zal uit vrees voor woelingen
in het geheim plaats vinden.
Da Staats- Courant van heden behelst O. a. de
volgende rivierberichten
Keulen, 26 Februari. Waterstand 5 voet 2%
duim boven nul. Geen drijfijs.
Arnhem, 26 Februari. Blank water.
Grebbe, 26 Februari. Het ijs vast; waterstand
4.98 meter -f- AP.; val 0.07 meter. De water-
keeringen zijn in orde.
Dordrecht, 26 Februari. Het ijs vast aan den kop
van 't eiland.
De heer W. Smit is erkend en toegelaten als
vice-consul van Zweden en Noorwegen te Pur-
merend, en zulks onder de gewone bepalingen
van onderhoorigheid.
Zijner Majesteits raderstoomschip de Valk, onder
bevel van den kapitein-luitenant ter zee N. M.
J. Kroef, is, blijkens een bij het Departement van
Marine ontvangen telegram, laatst van Cagliari,
den 25"on dezer te Palermo aangekomen.
Aan boord was alles wel.
Z. M. heeft goedgevonden tot rector magnificus
aan de hoogeschool te Utrecht voor het academie
jaar 1870/71 te benoemen den hoogleeraar F. A.
W. Miquel.
Z. M. heeft goedgevonden den officier van ge
zondheid der 2de klasse J. Dijkgraaf, van het
reg. grenadiers en jagers, krachtens punt 4 van
art. 38 der wet van den S2'te» Augustus 1S51
Slaatsblad n®. 128), op non-activiteit te stellen, in
afwachting dat omtrent hem nader zal worden
beschikt.
Voorschoten, 27 Febr. Naar men verneemt zou
door een gegoed ingezeten dezer gemeente eene
som van f 200 aan de algemeene armen zijn
gegeven.
Ook gaat hier het zeggen dat bij de twee
veehouders de heeren C. Van Haasteren en W.
Hoogendoorn, lid van den raad, de longziekte on
der het vee heerscht.
's-Gravenhaqe, 28 Febr. Op Donderdag 24
Maart zal aan het ministerie van binnenlandsche
zaken worden aanbesteed: het bouwen van de
pijlers voor de brug over het in aanleg zijnde
Noordzee-kanaal te Zaandam, ten behoeve van
den spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam.
Zwolle, 27 Febr. Tegenover de bezwaren van
Ds. Brouwer nopens het plan van eenige dames
om een Crèche alhier op te richten, geeft namens
de commissie Mevrouw C. E. Van Reede, pres.,
te kennen
Volgaarne erkennen mij onze onmacht om alles
te doen wat zou moeten geschieden om het lot
der arbeidende klasse te maken tot wat het be
hoorde te zijndoch wij bepalen ons bescheiden-
lijk tot wat het meest voor de hand ligt, en
onze krachten niet te boven gaat.
Door te beginnen bij het jonge kind, meenen
wij juist het kwaad bij den wortel aan te tas
ten, een betere toekomst voor te bereiden en dus
positief goed te doen.
Om alle misverstand en, naar onze meening,
verkeerde opvattingen te voorkomen, laten wij
liefst voor 't vervolg de uitheemscbe benaming
„Crèche" varen, daar hetgeen wij willen zuiver
nationaal moet zijn en in de behoeften van Ne
derlanders voorzien.
En men denke slechts even na!
Hier ter stede lijn geen fabrieken die geregelden,
dagelijkschen arbeid ook van de vrouwen eischen
en onder ons volk kent men de Parijsche grissttes
gelukkig zelfs niet bij name.
De moeders met wie wij te doen hebben, zijn
voor het meerendeel schoonmaaksters, die in den
regel slechts enkele dagen in de week uit wer
ken gaan en die, juist door hunne lievelingen
gedurende die uren aan onze zorg toe te ver
trouwen, blijk geven van zorgvuldige en nauwge
zette moeders te zijn. En omdat wij hen hiervoor
houden, meenen wij in hun geest te handelen
door er voor te waken, dat gedurende hun af
wezigheid die, gewoonlijk met zooveel liefde ver
zorgde, kinderen niet in verkeerde handen vallen.
En deze schoonmaaksters of werkvrouwen
de naam duidt het reeds aan zijn immers
zelve levende typen van het Nederlandsche volks
leven, op hun beurt in den vreemde schier ge
heel onbekend; alleen in het zindelijke Ne
derland in zoo grooten getale aanwezig!
De misbruiken en onzedelijke maatschappelijke
toestanden, waaraan de Crèches hun ontstaan
mogen te danken hebben, zullen door onze kleine
kinderen bewaarplaats noch bevorderd, noch in liet
leven worden geroepen.
Integendeel! door haar wenschen wij een kruis
tocht te ondernemen tegen luiheid, onzindelijk
heid, schoolverzuim en al wat onze hand op dat
gebied goeds te doen moge vinden.
Deventer, 26 Febr. Door Burgemeester en
Wethouders is aan Gebr. Noacli alhier vergun
ning verleend om eene slachterij van paarden
op te richten, onder voorwaarden dat huiden,
mest, bloed en alle andere afval hoe ook genaamd,
van de geslachte paarden afkomstig, na de slach
ting onmiddellijk worden weggevoerd, en niets
dat van de slachting afkomstig is, in de openbare
goten of riolen worde geleid; dat geen paard
worde geslacht dan nadat het vooraf ten koste
van Gebr. Noach door een paardenarts zij gekeurd
en het door dezen afgegen bewijs, dat het paard
gezond en het vleesch voor volksgebruik geschikt
is, worde vertoond aan den commissaris van po
litie, met opgaaf van den tijd wanneer het paard
zal geslacht worden; dat zij elke slachting vooraf
aankondigen aan het publiek en dit gelegenheid
geve, de te slachten paarden te zien; dat deze
slachterij opgericht zij binnen zes maanden en zij
zich onderwerpen aan zoodanige verplichtingen als
later blijken mochten noodig te zijn ten opzichte
van de inrichting der slachterij als in het belang
eener goede politie.
Blokzijl, 25 Febr. Versnelde communicatie doet
ons hier een echt rivierbanket, n.l. de paling,
derven, die nog voor korten tijd betrekkelijk zoo
goedkoop was te verkrijgen. Sedert eenigen tijd
toch wordt ze wekelijks, bijna geregeld, tegen
hooge prijzen afgeleverd aan iemand, die er een
goed débouché voor weet.
Men zegt dat ze rechtstreeks naar Parijs ge
zonden wordt.
Hengelo, 25 Febr. Naar wij vernemen, is dezer
dagen in de ijzergieterij van de IIH. Stork een
rad gegoten, ter zwaarte van 14,000 K. G. Wordt er
veel gewerkt om den toestand der fabriekskinderen
te verbeteren, evenwel vermeenen wij gerust te
mogen zeggen, dat de toestand der fabriekskinde
reu alhier allergunstigt mag genoemd worden, en
dat die kinderen, die hier op de fabrieken werken,
nog geregelder onderwijs ontvangen, vooral bij de
HH. Stork, waar den geheelen dag door onderwijs
gegeven wordt, dan wanneer zij bij hunne ouders
in huis zijn, want dan worden zij al spoedig,
om de eene of andere reden te buis gehouden,
en zijn zij op de fabriek, dan mag er geen school
uur verzuimd worden, en die uren, die zij in de
school doorbrengen, zijn eene uitspanning voor
de kinderen, waarvan vele, die belang stellen in
het onderwijs, getuigen zijn geweest. Wij hopen
dus, dat die plaatsen, waar zulks het geval niet
is met de fabriekskinderen, spoedig liet voorbeeld
te Hengelo gegeven zullen volgen. Tw. Ct.)
EEN VERHAAL
y
van
flS» EDMUND HOEFEK.
[Vervolg.)
En waarheen moest ik mij wenden, voor wien,
wien mij verklaren, hoe deze, zoo lijn-
tegenoverstelde belangen overeen brengen
had hier gelijk, wie ongelijk, vroeg ik mij
f lelven, half wanhopend, juist, nu ik niet al-
Id. i:'. leen de mededeelingen en beschouwingen van
Agnes in gedachten had, maar die van Fri-
K"' singen daartegenover kon stellen, en ik in beide
de waarheid vond, maar van verschillende stand-
- put punten. Beiden stelden zich zeiven elkander
R,"iW voor, zonder eigen schuld te bemantelen, zonder
r g,. elkander blijkbaar onrechtvaardig te beschuldi-
fpoti gen, zoo als zij elkander en zich zeiven en de
omstandigheden beschouwden en beschouwen
moesten! ln het gemoed en de meening
der wereld, en der niet maar zoogenaamde, maar
ook der waarachtig inenschelijke maatschappij
kon het oordeel over de meerdere of mindere
schuld van beiden niet twijfelachtig zijn, en niet
anders behoort het op het standpunt der huis
bakken moraal te zijn. Dat wist en weet ik even
goed als iedereen. En toch kon ik de ongeluk
kige vrouw niet geheel veroordeelen! Er is iets
in den mensch, dat hoog boven den maatstaf en
de wetten der maatschappij, ja, zelfs boven die
ik moet het herhalen! eener huisbakken mo
raal staat dat is het recht van ieder mensch,
waarvan zich misschien slechts éen van de hon
derd bewust is, en dat wellicht slechts éen van
de honderd ooit te pas komt, maar dat eeuwig
en onvergankelijk in ieder mensch sluimert, en,
wanneer het aangetast en verkracht wordt, zich
ook in den zwakste openbaart, en zich, hetzij
hoe het zij, doet gelden.
Maar, wilde men billijk zijn, dan moest men
vragen, of, wat de arme vrouw met het volste
recht van zich zelve beweerde, namelijk: dat zij
tot het ongeluk geboren was, ook niet op hem
kon worden toegepast?
Waarom moesten die twee menschen elkander
ontmoeten! Wat had hen tot een paar gemaakt,
hen, in wie geen enkele vezel, geen enkele trek
harmonieerde, in wie veeleer alles lijnrecht te
genovergesteld was? Dat had ik voor elf jaren
gevraagd, dat vraag ik thans met nog grooteren
ernst dan toen. Wat had hem tot deze keus
bewogen, ja, ze met die soort van dwang, waar
van we hebben gehoord, doen doordrijven? Een
keus, die volstrekt niet voldeed aan de eischen,
die hij, met zijn bedrijvigheid en werkzaamheid
en bij zijn levensopvatting, aan de tot zijn echt
genoot uitverkorene moest stellen. Niets van
dat alles, wat hij moest verlangen en behoefde,
bracht Agnes hem aangeen vermogen, geen
ondervinding, geen handigheid, geen gezondheid,
geen kracht. Zij bracht hem niets ten huwelijk
dan een grooten naam, een schoon gelaat en
goedheid en reinheid van hart, altemaal dingen,
waaraan hij geen waarde scheen te hechten, die
hein althans niet te pas kwamen.
En nu die dwang, die haar, toen zij er van
hoorde, meer dan alles van haren man afkeerig
maakte, en die met alles, wat ik van Frisingen
had leeren kennen, zoo volkomen in strijd was?
Ik beken, dat het verhaal daarvan me van het
eerste oogenblik niet alleen zeer verdacht was
voorgekomen, maar mij ook hem had doen wan
trouwen, die er zich tegen Frisingen op een al
lesbehalve loyale wijze van bediend had, Alfred
namelijk. Dienaangaande moest ik eerst voldoend
licht hebben, vóór dat ik nog een stap kon doen
tot verzoening van het ongelukkige paar, althans
vóór dat hij van haar en haar verblijf iets mocht
hooren. Bij zijn tegenwoordige stemming die
ik onmogelijk onvoorwaardelijk kon veroordee
len was van zulk een poging niets te hopen,
veeleer alles te vreezen. Hij moest eerst tot zich
zeiven inkeeren, hij moest gebroken en door het
volle bewustzijn van zijn schuld vernederd wor
den. Dan eerst zou het oogenblik voor mij ge
komen zijn, om als bemiddelaar op te treden.
Dit was de slotsom van de langdurige en treu
rige overleggingen, waarin ik mij niet slechts
onder zijn mededeelingen, maar ook toen hij
reeds zweeg, verdiepte. En daar hij het me wel
aanzag, hoe geheel vervuld ik was van hem en met
zijn geschiedenis, bedwong hij nog eenmaal de
weder opbruisende drift, stond met een grim
mige aangezichtsvertrekking op en hervatte zijn
wandeling door het vertrek.
Eerst na eenige oogenblikken zeide ik, op zijn
laatste woorden, die mij maar al te goed bij waren
gebleven, zinspelende, op een toon van verwijt:
„Heeft uwe vrouw u ooit aanleiding gegeven
haar van lichtzinnigheid te verdenken, of hebt
gij ooit opgemerkt dat zij zulk een ontvlambaar,
prikkelbaar gestel had, dat een kennismaking
van eenige dagen haar hare positie, hare plich
ten, hare eer en waardigheid kon doen vergeten,