Het beleid dat het kabinet daarbij gevolgd
heeft wordt verschillend beoordeeld. De gema
tigde bladen vinden de gevanneming van Ro-
ihefort ter plaatse waar zulks geschiedde op
zijn minst genomeu zeer onvoorzichtig. Van de
andere zijden, wordt die houding als tartend
uitgekreten, omdat de regeering vooraf kon ge
weten hebben dat men voor Rochefort partij
zou trekken.
B Intusschen verliezen de wanordelijkheden veel
van haar bedenkelijk karakter. De opgewonden
heid van het eerste oogenblik is vervlogen. Het
slechte voedsel waarmede dagelijks de Parijsche
bevolking bedeeld werd, zal voorloopig moeten
ontbeerd worden wegens de gevangenneming
van de koks, en zoo zal men zachlkeus aan wel
weder tot den normalen toestand terugkeeren.
Tot dusver zijn geen nieuwe, althans ernstige,
ongeregeldheden uitgebroken.
Op de Tuileriën schijnt men toch niet gerust
te zijn, daar het bal dat gistereuavond zou plaats
vinden uitgesteld is; nu wordt wel gemeld we
gens eene lichte ongesteldheid van de Keizerin,
maar de huidige stand van zaken zal aan deze
beschikking ook wel niet vreemd zijn. Het kan
ook zijn dat de keizerin werkelijk ongesteld is,
daar haar zenuwgestel sterk geschokt moet zijn
ten gevolge van het plotseling overlijden van den
aap Jocko, waaraan H. K. H. zeer gehecht
was.
De bladen die meer het oog gevestigd houden
op de vorderingen van het kabinet in con-
stitutioiieeleu zin, bespreken vele aangekondigde
liberale hervormingen. Daaronder bekleedt een
voorname plaats de toezegging tot wijziging van
artikel 75 van de wet van het jaar VIII in een
geest, om ook de ambtenaren van den Staat ver
antwoordelijk voor hunne daden te stellen. Bedoeld
artikel is steeds een doorn in het oog van hen die
een behoorlijk toezicht op gewestelijk en stedelijk
bestuur wenschen uit te oefenen. Wat gebeurt
er nu: wanneer de autoriteit een willekeurige
handeling begaat bij het uitvoeren van 's lauds
wetten of die zelfs schendt, dan behoeft hij zich
slechts achter het bewust artikel 75 teverschui.
leu om alle verantwoording wegens zijn onwettige
daad te weigeren. Vooral bij verkiezingen wordt
dit artikel in niet geringe mate misbruikt.
Deze herziening zou voor het kabinet OUivier
van groote staatsmauswijsheid getuigen.
Het Keizerlijk besluit waarbij bepaald wordt
dat de teraardebestelling van den maarschalk
Regnaud de Saint-Jean-d'Angély op staatskosten
zal geschieden, gaf in de zitting van het Wetg.
Lichaam van Maandag 1.1. tot een levendig debat
aanleiding. Zeer terecht legde de afgevaardigde
de heer Steenackers zijn bevreemding aan den
dag, dat burgerlijke of militaire overheden, die
bij hun leven buitensporige bezoldigingen trekken,
moeten begraven worden op kosten van de belas
tingschuldigen, die grootendeels gebrek lijden.
De afgevaardigde gaf dit toe bij het verlies
van een talentvol man, die den lande gewichtige
diensten bewezen had in kunst of wetenschap,
in vrede of oorlogstijd, maar dan nog eerst als het
blijkt dat hij onbemiddeld gestorven is. Dat zou
een daad van nationale dankbaarheid zijn- Maar
waar dit niet het geval is, is het onverantwoor
delijk met een penuestreek over 's lands gelden
te beschikken zonder de toestemming van de
vertegenwoordiging.
Duitschland.
Het is niet meer als vroeger, zoo schrijft men
uit Berlijn aan de Kólnische Zeitung Wanneer
Vroeger Graaf Von Bismarck in het Heerenhuis
verscheen, werd hij van alle zijden begroet; j.l.
Maandag en het was de eerste maal na zijn
sclubeterschap, dat hij de zaal binnentrad, was het
ter nauwernood de President, die hem salueerde.
Het is niet evenals vroeger dit bemerkte de
Minister President bij het binnentreden van de
zaal, nog duidelijker zou hij het evenwel gewaar
worden bij de discussies en bij de stemming.
De Regeering had aan het Heerenhuis zoowel
als aan het Huis van Afgevaardigden voorgesteld,
om op rejès uiteen le gaan, daar de Noordduit-
sehe Rijksdag bijeenkomt. De commissie, die over
dat voorstel rapporteerde, stelde voor om het af te
keuren. De Rijksdag gaat al veelte hard van stal, dit
was haar voornaamste argument, en maakt al
veel te veel wetten, wij keureu het dus volstrekt
niet goed, dat die weder bijeenkomt, en wij
althans hebben geen plan om voor dien Rijksdag
uit den weg te gaan.
Men ziet het is dezelfde oppositie, door Graaf
Zur Lippe voor twee maanden gevoerd, de vrees
dat Pruisen door den Noordduitschen Bond zal
overschaduwd worden; het is dezelfde oppositie
die ook buiten Pruisen wordt gevoerd tegen het
werk van 1566, in Saksen tegen de Oorlogskosten
en in Beieren tegen het Ministerie van Hohenlohe.
Het is de reactie, die zich 111 den laatsten tijd van
de oude Junkcr-parlei met kracht schijnt meester
gemaakt te hebben.
En zoo sterk is deze, dat het afwijzend voorstel
der commissie met eene groote meerderheid is
aangenomen. Te vergeefs voerde Von Bismarck
nog het woord, hu wees op het besluit van den
Boud dat in geen land van den Bond de verte
e d
'ari.
uld I
»pro:-
kdel
I'S V
gen woordigiug tegelijk zitting mag hebben met den
Rijksdag; hij vroeg of de heeren dan meenden,
dat deze bepaling gemaakt was voor alle landen
behalve voor Pruisen, en hij besloot zijne rede
inet deze woorden: Wanneer gij dezen weg wilt
opgaan, dan liggen onze wegen zoo hemelsbreed
uit elkander, dat wij elkander mogelijk nooit
weder zien!
Wat de Pruisische regeering thans zal doen, is
nog onzeker.
Kerkelijke Staat.
Het Concilie.
De jongste tijdingen uit Rome over het mon
ster-adres betreffende het dogma der onfeilbaarheid
van den Paus, zijn zeer tegenstrijdig. De corres
pondent van de Times verzekerde voor eenige
dagen dat dit document evenmin den Heiligen
Vader aangeboden was, als dat de „Privat Con
gregatie", de afdeeling voor godsdienst, hare werk
zaamheden volbracht zou hebben, zooals van ver
schillende zijden werd verzekerd. Het echte adres
zal eerst volgens dien correspondent binnen eenige
dagen openbaar worden gemaakt en zal van zoo
onschuldige strekking zijn, dat het voor geen ster
veling iets stuitends zal inhouden. Iemand, die
er inzage van gehad heeft, gaf hem dit lakoniek
antwoord: het beteekent niets of alles.
België.
De Raadkamer van het Hof van appel te
Brussel heeft naar de openbare terechtzitting van
het Hof van Assises van Henegouwen verwezen
Jacques Dessous le Moustier, dertig jaren oud,
veehandelaar te Hornu, beschuldigd: 1°. van
moord op de drie gebroeders Thirion in het jaar
1868, vergezeld van diefstal; 2°. vergiftiging van
zijn schoonvader en zijne wettige vrouw in
1868 en 1869 en 3°. van het vervaardigen van
een valschen wissel en het desbewust gebruik
maken van het valsche stuk.
TELEGRAMMEN.
Parijs, 9 Februari. Het bal, dat hedenavond
op de Tuileriën zou plaats hebben, is afgezegd
wegens eene lichte ongesteldheid der Keizerin.
De Temps zegt, dat hedenmiddag te halfeen
samenscholingen hebben plaats gehad bij den
ingang der straat van Parijs naar Belleville. Men
heeft een omnibus weggenomen, die buiten dienst
was gesteld ten gevolge der gebeurtenissen op
gisteren. De menigte wilde dit beletten, doch
werd door de agenten uiteengejaagd. Er werden
verscheiden arrestatiën bewerkstelligd. Te 2 uren
formeerden de groepen zich opnieuw.
('s Avonds 9 uren). Op de Boulevards is alles
volmaakt rustig, maar eenige samenscholingen
hebben plaats in den Faubourg du Temple en
te Belleville. Tot op dit oogenblik is geen enkele
wanordelijkheid bekend.
In het Wetgevend Lichaam heeft de heer
Ferry den minister Chevandier geïnterpelleerd
over de' onwettige ontbinding op gisteren van
twee private vereenigingen. Hij beschuldigde het
ministerie van de tegenwoordige gebeurtenissen
te hebben uitgelokt door betreurenswaardige
provocatiën.
De heer Chevandier antwoordde, dat drie pri
vate vergaderingen zijn ontbonden, omdat zij in
werkelijkheid openbare vergaderingen waren.
De noodzakelijkheid dezer ontbinding volgt uit
de ongelukkige feiten, die sedert twee dagen Parijs
verontrusten.
De heer Ferry hield de onwettigheid staande.
De minister van justitie weerlegt dit en betreurt
het, dat het ministerie de schuld krijgt van de
gebeurtenissen, die het bejammert. De rechts-
quaestie is eenvoudig. De private vereenigingen
ontsnappeu aan de werking der wet. Indien de
minister van binnenlaudsche zaken private ver
eenigingen uiteendreef, zou hij aan zijn plicht
te kort komen. Maar het waren gemaskerde
openbare vereenigingen. Het compte-rendu der
vergadering bewijst dat. De justitie zal te beslis
sen hebben, en zoo zij in tegenovergestelde!) zin
besliste, zou herstel geschieden. De orde kan niet
ernstig worden gesLoord. De strijd, dien wij
voeren, is dan ook niet voor de orde, maar voor
de vrijheid. (Toejuichingen.)
Nadat nog de heeren Pelletan en Pinard het
woord hadden gevoerd, is de eenvoudige orde
van den dag aangenomen.
De heer Ferry interpelleerde daarop den mi
nister over de arrestatiën van de redacteurs of
beambten der Marseillaise. De heer OUivier ant
woordde, dat geen enkele arrestatie op bevel
der regeering was geschied. De rechterlijke in
structie is begonnende minister heeft er niets
anders bij te voegen. De heer Ferry hernam,
dat de justitie verdacht is, maar hij werd in
de rede gevallen en tot de orde geroepen onder
een groot tumult. De Kamer vervolgde daarop
de discussie over de openbare werken.
Marseille, 9 Februari. In den afgeloopen nacht
hebben er samenscholingen van een honderdtal
personen plaats gehad. Door dat er zich veel
nieuwsgierigen bijvoegden outstond er een oploop
in de straten; de Marseillaise werd gezongenen
de gendarmerie uitgejouwd deze hield zich be
daard. Na eene vergeefsche aanmaning om uiteen
te gaan, zijn een groot aantal personen gearres
teerd. Een dertigtal daarvan is na het verhoor
in hechtenis gehouden.
Parijs, 1U Febr. Gisterenavond zijn in den
Faubourg du Temple en te Belleville eenige po
gingen aangewend tot het oprichten van barricades,
maar die pogingen zijn verijdeld door de sergeants
de ville en door de burgers zeiven. Van geene
enkele botsing wordt melding gemaakt. Te 10 uren
des avonds heerschte overal rust. Men beschouwt
de ongeregeldheden als geëindigd.
jVIarlitbericIiten-
Austerdam, 9 Febr. Rogge: Op levering p.
Maart 172, 173; p. Mei 176, 177. Koolzaad: Sep
tember, October 73. Raapolie vliegend 42, najaar
40 a 3954, voorjaar 42# a 4,1 '/j- Lijnolie vliegend
31^, voorjaar 32.
Of ficieele Berichten.
BEL VSTIXG OP DE HONDEN.
BURGEMEESTER es WETHOUDERS vas
LEIDEN acbteu het niet ondienstig nogmaals de
aandacht van ingezetenen te vestigen op de Verorde
ning regelende de invordering der plaatselijke belas
ting op de honden, houdende bepaling dat iedere
eigenaar of bezittervan een of meer honden verpligt
is daarvan jaarlijks bij den gemeente-ontvanger aangifte
te doen, en hen tevens te wijzen op de straffen die
op het verzuim ten deze zijn gesteld.
Leiden, 7 February 1870.
De VOORZITTER van den Gemeenteraad van
Leiden noudigt, krachtens art. 7, 2S alin., der wet
van 4 July 1850 Staatsblad n°. 37), de inwoners de
zer gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe
belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15den
Februarij e. k., door overlegging der aanslagbilletten
ter Secretarie dezer gemeente, te doen blijken, ten
einde zoo noodig hun regt te bewijzen om, bij de
jaarlijksche herziening der lijsten van kiesbevoegden,
daarop te worden geplaatst.
Leiden, 1 Februarij 1870.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Gravenhaqe, 10 Febr. De toestand van H. M.
de Koningin is naar men met leedwezen ver
neemt heden nog dezelfde.
H. K. H. mevrouw de Prinses Hendrik der
Nederlanden heeft een prachtig geschenk gezon
den aan de vereeniging Aurora te Sliedrecht, om
als prijs te dienen bij de eerlang door genoemde
vereeniging te houden verloting ten voordeele
van minvermogenden.
De soirée en daarna het bal gisteren-avond
door den baron B. A. Verschuer alhier gegeven,
was zeer luisterrijk. Het werd vereerd met de
tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins van
Oranje. Onder de genoodigden bevonden zichdc le
den van het corps diplomatique, de ministers enz.
Tot laat in den nacht duurde het bal, dat zeer
geanimeerd was.
Bij den Raad van State, afdeeling voor de
geschillen van bestuur, is heden o. a. behandeld
de volgende zaak: een beroep van den Raad
der gemeente Alkmaar, van een besluit van Gedep.
Staten van Noord-Holl., waarbij de goedkeuring
is onthouden aan de begrooting dier gemeente
voor 1870. Rapporteur de Staatsraad Boot.
In deze zaak betreft het de niet onbelangrijke
vraag of wik- en weegloonen, zooals zij o. a.
vermeld zijn in art. 238 der gemeentewet, zijn
te beschouwen als belastingen, zoo ja in het al
gemeen, of zij het zijn in.het bijzonder in de
gemeente Alkmaar zooals zij gedurende eene
reeks van jaren geheven waren als recht van de
waag. Naar het oordeel van Gedep. Staten van
Noord-Holl. zou die vraag in ieder geval beves
tigend moeten worden beantwoord. Het blijkt
uit het in deze uitgebrachte verslag o. a., dat op
de ondertverpelijke begrooting onder de in
komsten is uitgetrokken eene som van f33,000
voor het recht van de waag, terwijl op die
van 1869, onder eene andere afdeeling on
der de inkomsten voorkwam een gelijk be
drag voor wik- en weeggelden. In verband
tot den regel dat alle privilegie met betrekking
tot de waag is opgehouden, en dat thans een
ieder eene waag mag oprichten en alle helling
van weegloonen onderworpen is aan de alge-
meene eisehen van het recht waren Gedep
Staten van oordeel, dat deze heffing moest komen
te vervalleu. Voorts bleek nog dat Alkmaar zich
ten deze beroept op de en geheel bijzondereu toe
stand, waarin die gemeente met betrekking tot
deze aangelegenheid is geplaatst, als zijnde haar
door den Prins van Oranje en de Staten van
Holl. het voortdurend genot van het recht van
de waag toegekend als beluoning en erkenning
voor betoonden moed en bewezen trouw in het
belang van het land en voor de krachtige
houding, door die stad in 1573 tegenover de
Spanjaarden aan den dag gelegd. Vandaar
daar dat de gemeenteraad, met het oog op dien
bijzonderen toestand, aan ziju recht volstandig
blijft vasthouden. De heer Mr. VV. Van der
Kaay, rechter in de Arrondissements-Rechtbank
te Alkmaar, heeft, als gemachtigde van den
appellant optredende, zeer uitvoerig het mge
stelde beroep toegelicht en daarbij in de eerste
plaats doen uitkomen, dat deze zaak voor de stad
Alkmaar moet worden beschouwd als eene zaak
van eer en te gelijk van groot fiuantieel belang.
Wijzende op het Latijusche opschrift, dat op
stads wapen prijkt en zinspelende op het zoo even
vermelde historisch feit, drukte hij er op, hoe
zeer het aan de stad Alkmaar verleende recht
door de ingezetenen van Alkmaar, ook die geen
Latijn kennen, als een soort van adelbrief wordt
beschouwd, op welks behoud zij bijzonderen prijs
stellen. De Raad dier gemeente, die volstrekt
geen wets-verkrachting op het oog heeft, wenscht
dan ook niet zonder grond dat recht gehand
haafd te zien.
De spreker trad hierop in eene breedvoerige
ontwikkeling, ten betooge dat Alkmaar dat recht
heeft verkregen, niet als regeeringsrecht maar
tilulo oneroso, en dat in dit opzicht de gemeente
gelijk staat met een particlier; dat alzoo die
rechten, laatstelijk ja geheven onder de werking
der gemeentewet, onder den naam van wik- en
weeggelden, maar nu weder onder dien van
recht van de waag wat zij oudtijds altijd waren
èn wegens hunnen historischen oorsprong èn
wegeDS hunnen aard, niet vallen onder de toe
passing van art. 238 meergemeld. Hij stond daarbij
stil bij de wijze waarop die gemeentewaag wordt
beheerd en de gelden worden ontvangen. Zooals
dat geschiedt lean het ieder particulier doen. Maar
wegens het vertrouwen, dat door de gebruikers
er in gesteld wordt eu het geringe recht, dat er
geheven wordt, maakt men er bij voorkeur ge
bruik van. Zich beroepende op de geschiedenis
der gemeentewet eu hare verschillende commen
tatoren, deed hij nader uitkomen, dat de bedoe
ling der regeering, ook blijkens een nader ge
schrift van den heer Thorbecke zelf, den ontwerper
der gemeentewet, geen andere was dan om alleen
die gelden als belasting te beschouwen, welke
bij wege van publiek recht geheven worden voor
den publieken dienst. Zoo wees hij o. a. ook op
verschillende inrichtingen, die door sommige
gemeenten geheel privaat rechtelijk beheerd wor
den, bijv. gasfabrieken en dan zouden de laatsten
nog eerder kunnen wordeD aangemerkt als publiek
rechtelijke inrichtingen, omdat zij dan toch in de
allereerste plaats dienen tot de openbare straat
verlichting en dus tot den publieken dienst. Intus
schen achtte hij het van het hoogste belang, dat
omtrent het beginsel, waarvan hier de rede is,
uitspraak zal worden gedaan. De wetgevende
macht is niet geroepen de wet te interpreteeren.
In eene zaak als deze kan het alleen geschieden
door de administratieve macht, ua avies van den
Raad van State. In den loop zijner rede gaf hij
o. a. ook als zijne meening te kennen, dat in
verband tot de afschaffing der accijnzen de uit
zonderingswet van 1866, ingevolge art. 255 der
gemeentewet, ten behoeve der stad Alkmaar
vastgesteld, in geen geval het quaestieuze recht
kon wegnemen.
Bij de stemming over het beheer der goe
deren van de Ned. Hervormde Gemeente alhier zijn
611 kiezers opgekomen. 149 stemmen waren vóór,
459 tegen de aansluiting dezer gemeente aau het
Algemeen College van Toezicht uitgebracht.
Plaatsgebrek noopt ons eenige ingezonden stukken
tol een volgend nommer te laten liggen
HUWtiUJKEM, GKBÜÜBTEM M STEKFGEyALL£«7
Uit de verschillende Dagbladen.
Febr. gkuuwd.
9. H. Van Herpen en J. M. Meurs. Amsterdam.
Febr. bevallen.
5 A. C. De Haas, geb. Gehrcls, Z. Bolsward.
5. E. R. M. Van Th iel, geb. Clans, Z. Breda.
5 G. C. Bosscha, geb. Nering Bugel, Z. - Utrecht.
6. C. M. M. Beukers, geb. lierckenrath, Z. Schiedam.
6. J. Mignot, geb. Smelt, l). Eindhoven.
6. H. E. Boekelman, geb. Perk, Z. Maastricht.
6. G. B. G. E. Barlageu Busscmakcr, geb. Rosins, Z. Deventer.
6. J. H. Ten Doesschate, geb. Dikkens, I). Goor.
6. P. C. Boorsraa, geb. Meyer, Z. Katwijk a/Z.
6. A. Hondius, geb. Ubbels, I). Wijde Wormer
6. C. E. Idcma, geb Laogcreis, I). Medemblik.
Febr. overleden.
4. A. K. Sterrenburg, M. 6G j. Amsterdam.
5. M- Gerritsen, geb. V«q Veen, v. 52 j. AinsterJaiu.
5. B. Knijff, geb. Koning, V. b2 j. Woerden.
5. A. Nierop, geb. Langereis, V. 82 j. Vreeland.
5. J. P. Eden, M. 63 j. Haarlem.
6. H. kaltestaart, geb Van Weeghel, V. 32j. Middelhamis.
6. N. Van der Bout, M. 73 j Zierikzec.
6. A. Tap, geb. Do Leeuw, wede. 72 j. Hien
G H. G Josenban9, M. 51 j. Veen.
'27lstc KrAAlS-liOTEKIJ.
vijfde klasse. zevende lijst.
Trekking van Donderdag ÏO Februari.
N°. 3317 f 100,060. N». 8257 10,000. N». 13235
f 1500. N°. 1026, 7S99, 15492, 17454, 18403 y 1000
N» 4156, 4777, 8986, 13595, 15054 ƒ400. N° 5661
14848, 16596 ƒ200. N». 128, 1969, 2657, J4U0l'
18859 y100.
Prijzen van 70.
78
3065
5184
6752
10515
13365
14849
17450
143
3342
5207
6772
10565
13504
14864
17590
170
3423
5352
6909
10709
13544
14954
17603
'223
3458
5367
6945
10815
13564
15083
17674
'284
3481
5429
7232
10822
13611
15348
17894
324
3530
5436
7370
11048
13661
15387
17905
428
3690
5456
7871
11340
13681
15415
17925
546
3779
5483
7915
11502
13682
15433
18238
5(54
3883
5524
7973
11657
13709
15455
18271
699
3966
5552
8128
11984
137-21
15528
18301
892
4024
5686
8337
12071
13736
15719
18353
1163
4146
5708
8345
12084
13911
15875
18570
1222
4198
5784
8383
12098
13948
15900
18632
1269
4204
5815
8445
12100
13979
16044
18696
1515
4262
5829
8770
12-250
14030
1608-2
18754
1683
4337
5915
8919
12447
14100
16086
18788
1685
4392
6020
9154
12481
14105
16-206
19101
1753
448-5
6036
9400
12526
14200
16247
19208
1823
4592
6163
9547
12545
14251
16353
19347
1962
4670
6180
9696
1-2571
14473
165-26
19509
'2095
4688
6256
9806
1-2593
14483
1G629
19617
'2145
4703
6325
9886
1-2598
14596
16784
19620
2563
4842
6332
10057
12746
14678
17060
19755
2633
4885
6390
10217
12/61
14738
17083
19763
'2752
4952
6400
10-253
12910
14817
17151
19777
2897
5074
6490
10284
13334
14827
17408
19857
3035
5165
6583
10411