1 ;,zi ba v de n onk ist J srsc: in Niei t de i natii nig al Vi ijnd je u rbet be; eG«j m t atb; 'aan de gemeente 100 p. st. kosten; dat geld zou veel beter besteed worden, zoo men er het ver huizen dier armen naar andere streken mede bevorderde. Overigens was ook deze spreker van oordeel, dat deze zaak zoo grooten omvang had, dat alleen de staat haar met kracht kon ter hand nemen. De heer Beales wees ook op een ver huizing uit de Baskische provinciën van Spanje naar Monte-Vidéo, waartoe de Spaansche regee ring de gelden had voorgeschoten, die haar door 'en 39,700 personen van de 40,000, die uitgezonden waren, eerlijk waren terugbetaald. De meeting was aangelegd ter bevordering van den zoogenaamden emigratiebond, die zich ten doel stelt de medewerking der regeering te ver krijgen, de emigratie te bevorderen, een londs bijeen te brengen, en raad en hulp te geven aan landverhuizers bij hun vertrek uit het moeder land en bij hun aankomst in de koloniën. Gelijk de telegraaf reeds heeft gemeld, is in Engeland het bericht ingekomen van den dood van den reiziger Livingstone. De kapitein Ernest Cochrane, bevelhebber van het Britsche oorlog schip Peterel op Afrika's Westkust, heeft onder dagteekening van 9 Jan. het onderstaande aan zijn schoonvader in Engeland, den heer Richard jDoherty, geschreven. Het schrijven is door den heer Doherty aan de Timet medegedeeld. „Eenige weinige regels om u te zeggen dat doctor Livingstone op negentig dagreizen afstands las; Lcvan de Congo-rivier door de inlanders gedood en TöL't" verbrand is geworden. Hij kwam door eene in- noii landsche stad en reisde drie dagen verder, toen de koning dier stad stierf. De inboorlingen ver klaarden dat hij door Livingstone behekst gewor- -den was, zonden lieden om hem te achterhalen, zeiden hem dat hij hunnen koning had behekst en dat hij sterven moest. Daarop doodden en verbrandden zij hem. „Dit nieuws komt tot ons door eenen Portugee- gchen koopman, in die richting reizende. Living stone was bij de meren aan het boveneind van den Congo, op weg naar deze rivier, alwaar hij het binnenland ging verlaten. „Ik geloof dat die tijding waar is." Volgens een bij het Britsche gouvernement ontvangen telegram van 29 Jan. is de Great Eastern ter reede van Bombay aangekomen. Dit stoomschip was in November 11. uit Engeland vertrokken om den telegraafkabel voor de ver binding van Bombay met Aden rondom de Kaap de Goede Hoop naar zijne bestemming te brengen het uitblijven van berichten had in Engeland doen vreezen dat het op zee door ongelukken getroffen was; doch de vertraging der reis blijkt enkel een gevolg van gebrek aan steenkolen geweest te zijn. Die telegraafkabel wordt gelegd door de Britsch-Indische Submarine Telegraaf-maat- schappij: zij hoopt in de volgende maand hare onderzeesche rechtstreeksche telegraaf-communi- catie met Indië tot Malta, en een paar maanden later over Gibraltar tot aan de Engelsche kust bij Falmouth gereed te zullen hebben. Frankrijk. De decreten omtrent de veranderingen in het personeel der prefecten en onderprefecten, die het publiek reeds verscheidene dagen lang met onge duld tegemoet had gezien, zijn Dinsdag in het Journal Of/iciel verschenen. Deze reorganisatie om vat 26 prefecten en 64 onderprefecten; de over- groote meerderheid daarvan is echter enkel ver plaatst; alleen, een dertien- of veertiental (acht prefecten en vijf of zes onderprefecten) zijn afgezet. Het door den prefect van het Noorden, den heer De Saint-Paul, aangeboden ontslag is aangeno men; van de prefecten van Finisterre en van de Boven-Loire en van drie onderprefecten wordt gezegd, dat zij hunne aanspraken op pensioen kunnen doen gelden, zonder dat daarbij vermeld wordt, dat zij het verzoek daartoe hebben gedaan drie prefecten, waaronder zich de heer Janvierde la Motte bevindt, zijn op wachtgeld gesteld, en een vijftal prefecten en onderprefecten ziju tot andere fuuctiën geroepen. Niet slecht de democratische bladen, maar ook de Débats en andere liberale organen hadden verwacht, dat deze organisatie, immers wat de categorie van ontslagenen of gedegradeerden be treft, ruimer zou zijn uitgevallen. Die verwach ting was ook door vele leden van het Wetgevend Lichaam gekoesterd. Onder de verplaatste prefec ten bevinden er zich verscheidene die bij de ver kiezingen van het vorige jaar eene meerdere of mindere beruchtheid hebben verkregen, en wier nieuwe betrekking geacht wordt zoo al niet voor- deeliger of eervoller, dan toch ook niet minder dan hunne vroegere te zijn. mot iblit sins. )e t Ihei elei der; in t wijl Iers tWc ooi 'P: 1 de et :er kw tgsi atif n y- mtt leri eer. ;ejf iIqb. rn t kas rge: bos >P' esb en tea ie I spj, 7en: D r ip" Jen Ij' TELEGRAMMEN. St.-Petersburg, 3 Febr. Het Journal de St.- Petersbourg spreekt het bericht tegen, als zou de jongste Russische leening in verband staan met de Oostersche quaestie, of wel met de onderhan delingen der mogendheden over het samentrekken van Turksche troepen aan de grenzen van Mon tenegro. Al de groote mogendheden wenschen den vrede te bewaren in de Oostersche quaestie, en tegenover dezen eenstemmig, met de noodige kracht uitgedrukten wensch kan de Turksche Regeering niet moedwillig-een crisis uitlokken, die zoowel in strijd zou zijn met haar eigen belangen, als met die van het overige Europa. Weenen, 3 Febr. In de heden gehouden zitting van den Rijksraad heeft de Minister-President het programma van het nieuwe Kabinet ont wikkeld. Daarin wordt onder anderen gezegd, dat het Ministerie den vrede des Rijks hooger zal stellen dan het doordrijven van individueele opiniën, en dat de Regeering de materieele en geestelijke ontwikkeling des volks zal bevorderen. Bucharest, 3 Febr. De Minister van Justitie, de heer Boresco, heeft zijn ontslag ingediend. Parijs, 3 Febr. In de zitting van het Wetgevend Lichaam heeft de heer Desceaux betoogd, dat de handelsverdragen gunstig zijn voor den bloei van den handel. Bij het voorlezen van het proces-verbaal van de vorige zitting der Kamer, trachtte de markies De Pirée terug te komeu op het debat van giste ren, door te zeggen dat de Kamer, die het uit vloeisel is van het algemeen-stemrecht, vertrouwen in haar zelve moet hebben en door niemand moet verlangen beschermd te worden. Doch de Presi dent bracht hem onder 't oog, dat de discussie hierover gesloten was. De heer Gambetta richtte vervolgeus eene in terpellatie tot den Minister van Binnenlandsche Zaken over het voornemen der Regeering, om het beroep van boekdrukker vrij te laten. De Minister antwoordde, dat het Kabinet deze zaak nog niet in overweging heeft kunnen nemen. Zoodra zij een besluit omtrent deze aangelegen heid heeft genomen, zal zij het der Kamer me- dedeelen. Madrid, 3 Febr. In de Cortes is eene langdu rige discussie gevoerd tusschen den minister van justitie en den heer Herrara, naar aanleiding van het concordaat. Als gerucht wordt medegedeeld,-dat-de regee ring, wegens de intrigues der verschillende staat kundige partijen, bet besluit heeft genomen, om binnenkort aan de. Cortes een nieuwen candi- daat tot den troon voor te stellen. HANDEL. OVERZICHT DER WEEK. Rotterdam, 4 Febr. Koffie. Dit artikel blijft steeds zijne vaste voor uitgaande stemming behouden. Afdoeningen in de eerste hand vonden niet plaats doordien de hou ders te hooge prijzen vorderen. Met verlangen wordt de aanslag der veiling bij de Ned. H.-M. te gemoet gezien. Suiker. Ruwe. De markt verkeert in eene flauwe stemming; de laatst besteden prijs van 1.50 onder November is moeilijk weer te be dingen en daar de houders ongenegen zijn daarop af te geven, zoo zijn geene afdoeningen bekend geworden. Geraffineerd. Met eenige vraag voor levering deze maand, terwijl op verdere termijnen lager te koop zoude zijn. Thee. In dit artikel was de omgang zeer ge ring in afwachting der veiling op 10 dezer. Ryst. Zonder handel. Specerijen. Vast, de omgang was zeer gering. Trachten. Zonder handel. Meekrap. Tot vorige prijzen met weinig handel. Indigo. Vast; 6 kisten werden iets hooger afgedaan. Potassehen. Petersburger houdt men op f 14. Katoen. In flauwe stemming met omzettingen tot verlaagde prijzen. Wol. Zonder omzettingen. Tin. Onveranderd. Banca f 64, f64.50 betaald. Petroleum. Door het aanbieden van eene on verkochte partij aan een speculant die niet ont vangen wil is het artikel iets flauwer. Importeurs houden echter vast op prijs. Oliën. Raapolie, cont. f 45.25, Mei f 45; Dec. f 42.75. Lijnolie, cont. f 34.50, Mei f34.75, Dec. f 36.25. Patentolie, cont. f49.25, f 49.75;Mei f 49.50, najaar f47.50. Granen. Bij voortduring stil en flauw. Meel. 1ste qual. f 15.25, 15.75; 2de qual. f12 75, fl4;3dequal. 11.25, f 11.75. Keizeismeel, ƒ20 tot f 25. Rechtzaken. In de correctioneele zitting der rechtbank te Leiden van Vrijdag 4 Februari 1870, zijn ver oordeeld A. W. te Utrecht, wegens diefstal, tot eene cell, gev. van 6 m. J. P. L. en C. R., beiden te Leiden, wegens diefstal in dienstbaarheid en dief stal in een bewoond huis met binnenbraak en medeplichtigheid daaraan, de eerste tot gev. van 1 j. en 8 m. en de tweede tot gev. van 3 j. K. B. te Noordwijkerhout, wegens doen ontstaan van gevaar voor een spoortrein zonder opzet, tot eene cell. gev. van 3 w. P. P. te Leiden, we gens overtreding van de plaatselijke belasting op de honden vrijgesproken. J. B., H. K., H. De G., J. J. Van M., C. v. d. H., J. J. v. M., C. v. d. Z., H. S., M. O., S. D. v. G., M. M. v. P. en J. v. Lallen te Leiden, wegens idem, tot eene geldb. van f5 of voor ieder subsid. gev. van 1 d. L. Vv H. N, en W. K., allen le Leiden-,-«wegens idem, tot eene geldb. van f6 of voor ieder subsid. gev. van ld. J. M., te Leiden, wegens idem, tot eene geldb. van f 12 of subsid. gev. van 1 d. Gewezen vonnissen in strafzaken, door het kan tongerecht te Leiden, dd. 24 Januari 1870. 1 om reden de deuren der sluizen van de voor- en dobbewatering in den Hoogen Rijndijk niet gesloten waren, niette genstaande het sein daartoe gegeven was. 1 wegens zonder consent van den eigenaar op diens grond gejaagd. 1 een hondenkar los en zonder toezicht laten staan. 2 in den Rijn gebaggerd zonder consent van H. H. van Rijnland. 1 n overtreding van art. 254 der algem. politie-verordening. 4 buiten een daargestelde waterplaats datgene verricht, waartoe die inrich tingen bestemd zijn. 1 op straat met centen gepleid. 1 zonder consent gemeentegrond inge nomen. 3 in verkeerde richting gereden. 3 bij avond een wagen laten staan - zon der daarbij iemand ter waarschuwing te stellen. 1 op straat met steenen geworpen. 3 over de klinkerstraat gereden. Officieele Berichten. LOTING TOOK DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het besluit van den Commissaris des Konings ie deze provincie, van den IS1*"1 Januarij 1S70, A. N°. 375 (2d« atd.), Provinciaal blad n°. 10, houdende regeling van de Loling voor de Nationale Militie Gelet op de bepalingen der wet van den 19d8° Augustus 1861 Staatsblad n°. 72), alsook op die van Zijner Majesteits besluit van den 8,ten Mei 1862 (Staatsblad n°. 46); Doen te weten: dat de Loting der in het vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en alzoo voor hen die geboren zijn in het jaar 1850, zal geschieden in een der vertrek ken van het Raadhuis, op Dingsdag, Woensdag en Donderdag, den 8'"n, 9d«» en 10Je« Februarij aan staande, telkens des morgens te negen uren Dat deze Loting in eene alphabetische volgorde der namen van de ingeschreveneen zal plaats hebben, en wel: op Dingsdag den 8"»» Februarij 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-naam begint met de letter A tot en met de letter G, op Woensdag den 9den Februarij 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-naam begint met de letter H tot en met de letter O, en op Donderdag den 10Jto Februarij 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-Daam begint met de letter P tot en met de letter Z. Voorts, dat bij art. 33 der wet is bepaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, het nommer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomen, alsdao het trekken geschiedt door den Burgemeester of het lid van den Raad der gemeente, waar de loteling is ingeschreven. Dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na het trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig is en de ingeschrevene niet is opgekomen. Wijders, dat tot het opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, tot het hekomen van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee hij den Burgemeester be kende en te goeder naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder voor de waarheid van het daarbij ver klaarde, door mede-onderteekening, verantwoordelijk stellen, de gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente op Vrijdag en Zaturdag, den lld8" en 12d8n Februarij aanstaande, tusschen 's voormiddags tien en 's namiddags drie uren. Leiden, 26 Januarij 1870. LAATSTE BERICHTEN. Amsterdam, 4 Febr. Tarwe N. B. Pools. 300 op tijd. Rogge Taganrog 174, N. Pruis. 184, beide c. z/k.Maart 170 169 170 171, Mei 174 173 174 175. Stemming: Tarwe onveranderd, loco flau wer; 'levering iets vaster.-Koblzaad October 71, Raapolie vliegend 4114; voorj. 41 "4 a41,naj.38& a 39. Lijnolie vliegend 3144voorj. 32, naj. 33*4. 's-Gravknhage, 4 Febr. Bij Koninklijk besluit van den 19d8n Januari jl. n°. 14, is vrijstelling van port verleend voor de briefwisseling over dienstzaken, onder de gewone bepalingen, omtrent kruisband en contraseing tusschen den ijker der maten, gewichten en weegwerktuigen, belast met de algemeene dienst, ter eenre en de commisaris- sen des Konings, de Gedeputeerde Staten en de ijkers der maten, gewichten en weegwerktuigen, ter andere zijde. De vroegere bepaling omtrent den aan de Arr. ijkers verleenden vrijdom van briefport voor hunne correspondentie met de commissarissen des Ko- ninge, Gedeputeerde Staten en Gemeentebesturen in hun ressort blijft ook thans van kracht. Gedep. Staten van Zuid Holland hebben bij besluit van den l,,e° Februari 1870 bepalingen vastgesteld tot opmaking van de lijst der hoogst aangeslagenen in 's Rijks direkte belastingen voor de verkiezing van afgevaardigden ter Eerste Ka mer der Staten -Generaal. Door Burgemeester en Wethouders is heden ten raadhuize alhier aanbesteed de leveriDg van 8000 illumineerglazen, benoodigd voor de feest viering, ter gelegenheid van den verjaardag van Z. M. den Koning op den 19dCD dezer. Van de drie ingekomen biljetten was de minste inschrij ving die van de firma Das en Comp. te Leiden, voor f 6.56 de 100 stuks. Den 2den Maart 1867 werden door T. Har deman gezamenlijk met anderen eene hun toe behoorende kudde van 76 schapen en 20 lam meren vervoerd van Renswoude naar Leersum. Die kudde werd op weg van regeeringswege in beslag genomen en Hardeman, als zou dat ver voer hebben plaats gehad over de lijn van af sluiting, onder Leersum, tot wering der veeziekte, bewaard, te dier zake vervolgd, en bij vonnis der Arr.-rechtb. te Amersfoort van 11 April 1867, ver oordeeld tot eene gevangenisstraf en boete. Dat vonnis werd in appèl door het Prov. Ger. in Utrecht, bij arrest van 14 Mei 1867, met wijzi ging der gevangenisstraf, bevestigd, en is daarbij de in eersten aanleg uitgesproken verbeurdverkla ring van de schapen en lammeren mede gehand haafd. Bij arrest van den Hoogen Raad echter, van den 30 Juni 1867, is Hardeman, ter zake voorschreven, van alle rechtsvervolging ontslagen, op grond, dat de bij ministeriële resolutie van 7 Januari 1867 bepaalde lijn van afsluiting in geene aanmerking kon komen, en mitsdien het te last gelegde vervoer niet verboden of strafbaar was. Bij dat arrest van den Hoogen Raad is even wel geene uitspraak gedaan omtrent de teruggave van de in beslag genomen schapen en lammeren, waarover de quaestie loopt, die heden voor de burgerlijke kamer van den Hoogen Raad is be pleit. En nu blijkt het voorts, wat de daadzaken betreft, die in confesso zijn, dat de administratie het evengemelde strafvonnis niet heeft afgewacht, maar de in beslag genomen kudde op 28 Maart 1867 in het openbaar heeft doen verkoopendat de eischer J. Hardeman, zelf zijn vee heeft inge kocht en daarvoor betaald heeft de som van 380. Op grond nu dat de onderwerpelijke verkoop ten onrechte en alzoo onrechtmatig zou zijn geschied, heeft de eischer tegen den Staat der Nederlanden eene vordering ingesteld tot vergoeding van kos ten, schaden en interessen ten gevolge dier be weerde onrechtmatige aanhaling en verkoop. Voor den eischer trad op de heer Mr. D. Levyssohn Norman, die verschillende gronden aanvoerde tot ondersteuning der ingestelde vor dering en daarbij in de eerste plaats het noemde eene treurige houding, die aan de zijde van den staat was op te merken, en waarbij quasi uit generositeit werd aangeboden eenvoudig de koop som met renten, terwijl de gedaagde, die geen generositeit verlangt, maar datgeen wat hem rechtens verschuldigd is, ook niet wil dat libht- vaardig met de gelden van den staat worde om gesprongen. Maar zich beroepende op den afloop van het strafgeding, waaruit bleek dat de eischer geenerlei contraventie had gepleegd, kon hij met een aanbod, gegrond alleen op een bekrompen inzicht van billijkheid, geen genoegen nemen, maar vorderde hij wat hem wettig toekwam, tevens als vergoeding van schade, door kosten van voe ding en winstderving. De pleiter besprak voorts het z. i. onwettige van het bevel van den rechter commissaris tot meerbedoelden verkoop. Voorts wees hij, naar aanleiding van 's Hoogen Raads arrest, op het onwettige van de ministerieele resolutie, waarbij de gemelde lijn van afsluiting was bepaald, en meende, dat de staat alzoo aan sprakelijk is voor door zijne ondergeschikten in dezen verrichte onrechtmatige handelingen. De heer lands-advocaat Mr. A. De Pinto, voor den staat optredende, bestreed de vordering, en begon met de opmerking, dat hij zich gevleid had, dat men er toe zou gekomen zijn om van dit proces af te zien, omdat, gelijk de raadslieden van den eischer zich zullen herinneren, van den eersten dag af, dat men had kennis gedragen van de vordering van den eischer; ontniddéllijk is gevraagd: is de Man tevreden als tnen hem zijn geld teruggeeft met de rentten? Maarprtfces- sen tegen den staat laat men zich niet zoo ge makkelijk ontnemen. En nu tot 'de vbrdering zelve komende, erkent hij al dadelijk, dht de eischer, na in twee irtétantiBn Voor sttafbèar te zijn gehouden, is ontslagen van' alle rechtsver volging door den Hoogen Raad, doch op grond eener andere rechtsbeschouwing en in strijd met de uitgewerkte conclusie van den advocaat generaal Karseboom. Maar wat hier ook van zij, pleiter komt op tegen de meening, dat de wet van 17 October 1866, die bij die van 29 December 1866 nog éen jaar verlengd is en welke verlertgings- wet eerst is afgekondigd op 31 December 1866, eerst den 20""" Januari daaraanvolgende zou zijn ïn werking gekomen, en de wet van 1865 alzoo gedurende twintig dagen zou hebben geslapen om eerst daarna te ontwaken. Hij betwist in ieder geval, dat het arrest van den strafrechter, welke groote waarde men daaraan als autoriteit ook toekenne, hetzij als rechtsgrond, hetzij als bewijs in het burgerlijk geding kunne gelden. Maar zich beroepende op de teneur van de wet van 1866 en bij de omstandigheid, dat toen de veepest nog niet had opgehouden, is pleiter van oordeel, dat de wet van 1865 met 1 Januari 1867 wel degelijk van kracht bleef,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3