J 1
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
EEN ONGELUKSVOGEL.
heid, waarmede in de leening van tien duizend gul
den is deelgenomen, kan de commissie onmogelijk
vreezen, dat hare goede verwachting ganschelijk
zal worden teleurgesteldmaar bij de niet ge
ringe moeite, die zij zich aireede voor de zaak
getroost heeft, zou zij ditmaal tot verkrijging van
eene gelijke som voor het bewuste doel zich zoo
gaarne ontslagen zien van de noodzakelijkheid
om al wederom eene leening te sluiten. Tijdige
hulp heeft hier dubbele waarde. De aanvragen
vermeerderen, de bewaarscholen smachten naar
beter onderwijzend personeel. Zou dan in dezen
merkwaardigen tijd van geestdrift voor volkson
derwijs en volksopvoeding de nationale philan-
thiopie zich hier onttrekken? Zouden de veelvul
dige instellingen voor de opleiding van jongens tot
bekwame en nuttige menschen alleen hare dona
teurs en donatrices vinden en niet evenzeer
inrichtingen geschikt om aan meisjes den weg te
banen tot eene maatschappelijke betrekking, die
met de echt rationeele emancipatie der vrouw
meer dan eenige andere overeenstemt? Nog eens,
wij eindigen dit verslag met goeden moed voor
de toekomst.
Leiden. De Commissie,
Dr. A. RUTGERS VAN DER LOEFF.
W. PLETTE.
J. A. VAN DIJK.
Op verlangen van vele geneeskundigen, die ten
vorigen jare zijne voordrachten hadden bijgewoond,
ving Prof. Heynsius 11. Woensdag zijne voorlezin
gen over experimentele physiologie in het phy-
siologisch Latoratorium alhier weder aan. Hij
sprak over de hartsbeweging in den duur van
de afzonderlijke perioden daarvan. Die voordrach
ten zullen Woensdag avond te acht uren worden
voortgezet.
Te laat, om er in ons vorig nommer nog de
aandacht onzer lezers op te vestigen, kwam ons
het bericht van Commissarissen van den
8chouwbarg alhier ter kennis, waarbij zij mel
den dat, tot nadere kennisgeving, door niemand
meer dan vijf plaatsen tegelijk kunnen worden
besproken.
Voor velen zal dit een zeer welkome tijding
zijn; wij althans brengen hierbij onzen dank
aan deze bestuurders, die op deze wijze weder
een nieuw bewijs geven van hunnen ijver bij het
behartigen van de aan hunne zorgen toever
trouwde belangen. Zij hebben onze verwachting
niet beschaamd, en hebben getoond, dat zij niets
onbeproefd willen laten, om de ingeslopen mis
bruiken in dezen te keer te gaan.
Een tredend verhaal bevat de JV. R. Ct. van
28 Januari: Te Bogheim ontstaat 's nachts brand
in het huis van een arbeiders-familie. Toen de
bewoners ontwaakten stond het huis in volle
vlam. De mama red zich door naar buiten te
vluchten, maar de vader doet een poging oin zijne
vijf kinderen te redden en wordt met hen onder
de puinhoopen van het verbrande huis bedolven.
Die arme mama is ongetwijfeld heel ongeluk
kig, maar onder de leden der schoone sekse kan
zij voortaan optreden om de al te veel aange
kleefde meening, dat vaders niet zoo teeder, lief
devol en opofferend kunnen zijn als moeders, te
bestrijden. Over het algemeen kent men beter
het physieke dan het moreele onderscheid tus-
schen man en vrouw. Wij zullen eens zien wat
er van onze dochteren wordt, wanneer men haar
zal hebben kunnen leeren, datgene wat den jon
geling tot zelfstandige optreding in de maatschappij
moet eigen zijn. Laat ons het beste hopen en
wenschen dat hare lieftalligheid er niet onder
lijde, en moeder het liefste blijve wat men zich
denken kan.
Uit 's-Hage wordt aan de Middelb. Ct. geschre
ven Het gerucht ook aan u medegedeeld
dat de Tweede Kamer, ten gevolge van de verwer
ping der spoorwegbegrooting door de Eerste Ka
mer, nog vóór 15 Februari, den termijn van het
reces, zou worden bijeengeroepen, heeft zich niet
bevestigd. Ik meen u te kunnen verzekeren dat
ook het tegendeel, waarvan sommige bladen ons
nu weer de tijding brengen, evenmin op goede
gronden wordt beweerd. Het punt in quaestie is
nog onbeslist, en zal afhangen van de zienswijze
der rekenkamer, aan welke door de regeering
eene schikking is voorgesteld, die den geregelden
gang van zaken zou verzekeren, ook wanneer,
ten gevolge van het votum der Eerste Kamer,
de nieuwe begrooting voor de staatsspoorwegen'
eerst nd 15 Februari door de wetgevende macht
werd goedgekeurd.
Naar wij uit zeer goede bron vernemen, wordt
de spoorweglijn GroningenAssenMeppel met
den l"en Mei a. s. voor het publiek verkeer ge
opend. Ofschoon de sectie GroningenAssen reeds
met den l,,en Januari geëxploiteerd had kunnen
worden, heeft men daarvan afgezien, om de
exploitatie-maatschappij te vrijwaren voor de ver
liezen, die zij daarbij zou lijden. GronCt.)
De Staats-Ct, deelt een uittreksel uit het verslag
mede van de verg. der hoofdcomm. tot oprichting
van een nationaal gedenkteeken voor November
1813, gehouden op 16 Nov. jl., waaruit o. a. blijkt
dat de ontvangsten in het geheel hebben bedra
gen f 173,150.86', waaronder ƒ27,317.36 aan rente;
waarvan alstoen was uitgegeven 154,889.83®
van de overige gelden is 12,01)0 in beleeniug be
legd en 6000 in prolongatie. Voor verschillende
aanbestedingen voor het monument was 112,133
uitgegeven, waaronder voor de modellen aan den
heer Jaquet 18,890, en voor de overbrenging in
metaal aau den heer Van Kempen 39,000, en voor
vervroegde oplevering ƒ1500. Uitsluitend voor de
ambachtsschool was ƒ2806.93 in kas, waarbij nog
komt eene som van 596.70 van zes plaatselijke
cominissiën, zoodat met deze gelden geen resul
taat, evenredig aan de behoefte, kan verkregen
wordende toestand van 1869 is inmiddels ge
heel verschillend van dien van 1863, en daarom
werd het niet geraden geacht, een nieuw beroep
op de natie te doenmet eenparige stemmen werd
dan ook het voorstel aangenomen, om met de nog
uitstaande of toegezegde gelden de som over te
maken aan het bestuur der ambachtsschool te Am
sterdam.
Men verneemt dat, ten gevolge van bestaande
vacaturen bij den geneeskundigen dienst der land
macht, weldra eene promotie zal plaats hebben
van vroeger geëxamineerde officieren van gezond
heid. Eveneens zullen, ten gevolge daarvan, we
der eenige officieren van gezondheid van de 2de
en de 3de klasse der landmacht bij 's rijks hos
pitaal te Utrecht worden gedetacheerd, om naar
ouderdom van rang, bij verdere vacaturen ter
bevordering in aanmerking te komen. (Hbl.)
Over het onlangs medegedeelde bericht, om
trent het vinden van een krankzinnige te Voorst,
door rijksveldwachters uit Zutfen, bevat de De-
vent. Ct. eenige ophelderingen
„Een nauwkeurig ingesteld onderzoek," zoo
verklaart de berichtgever, „heeft geen spoor van
lichamelijke mishandeling opgeleverd en deze
lag geheel buiten het plan der betrekkingen, die,
eenvoudige menschen ais zij zijn, zoo weinig aan
eene ongeoorloofde handeling in deze dachten,
dat de vader aan ieder die hem over den toestand
zijner dochter onderhield, gulweg van die tijde
lijke opsluiting gewaagde. Ieder is overtuigd dat
die man zijn kind niet kon mishandelen."
Het koloniaal stoomschip Argus schijnt bij voort
during met tegenspoeden te moeten worstelen.
Toen het eergisteren (Donderdag) naar dereede van
Hellevoetsluis voer, is het ten gevolge van weige
ring in het wenden op het droge geloopen. Weder
vlot geworden, is het in de koopvaardijhaven op
den wal geloopen, alwaar het ten gevolge van den
lagen waterstand nog zit. Gisteren (Vrijdag) is
het daar door twee stoomschepen aangevaren,
waardoor het een gedeelte van het achterschip
heeft verloren en een belangrijke schade heeft
bekomen, wier herstelling weder tijd en geld
zal rooven. Er is waarlijk een gouden regen
noodig, om dezen Argus meester te worden. Is
hij geen bewaker van Danaë, voor de schatkist
is hij het vat der Danaïeden. (Alg. Hdb.)
De 5 nieuwbenoemde 2de luitenants, geplaatst
bij het 5de reg. inf., zijn bij dat reg. ingedeeld
als volgt.- de 2de luit. H. C. Brandt bij de 5de
comp. 3de bat. te Heusden, de 2de luit. H. VV.
Nijenhuis bij de 1ste en F. D. N. Van Elten bij
de 4de comp. depot; de 2de luit. C. Van Crans
bij het 1ste bat. 5de comp., en de 2de luit. W.
L. Mann, bij het 3de bat. -3de comp.; de vier
laatsten te 's-Hertogenbosch.
De nieuwbenoemde 2de luits. bij het 8ste
reg. inf. zijn ingedeeld als volgtBij de 3de comp.
van het depot, in garnizoen te Utrecht, de heer
J. W. Van Bergenbij de 5de comp. 4de bat. in
garnizoen te Utrecht, de heer J. J. Groenendaal.
Gouda, 24 Jan. Te VVaddinxveen kwam eer
gisterenavond een zandschuitje aan. Dat vaartuigje
bleef er gisteren liggen en het werd opgemerkt,
dat daarin geen teeken van leven gegeven werd
dit was zoo in het oog vallend dat men eindelijk
onderzoek deed.
Men vond in het vooronder 2 mannen levenloos
liggen. Het schijnt dat zij, om zich te verwarmen,
gebruik van uitgebranden turfkolen hebben ge
maakt en het luik gesloten zijnde door kolen
damp zijn gestikt. Beide mannen zijn onbekend.
Katwijk, 21 Januari. In de zitting van den ge
meenteraad van heden is de heer A. Franchimon
tot gemeente-ontvanger benoemd.
Valkenburg, 20 Januari. Heden werd in eene
vergadering van de afdeeling Katwijk, Valken
burg en Rijnsburg van de Holl. Maatsch. van Land
bouw het volgende besluit genomen; dat de af
deeling namelijk zich zou wenden tot het hoofd
bestuur, met het verzoek, dat dit zich, evenals
zulk6 voor het hoofdbestuur der Maatschappij tot
bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zee
land heeft plaats gehad, per request wende tot
de Hooge Regeering, ten einde zoo al geene in
trekking, dan toch wijziging in de wet op de
jacht en visscherij te verkrijgen, in dien zin, dat
het den eigenaar van gronden ten allen tijde zal
vrijstaan, zoogenaamd wild of schadelijk gedierte
op zijne landerijen te dooden en uit te roeien.
Dit besluit werd met 39 tegen 3 6temmen ge
nomen.
Delft, 22 Januari. Gisterenavond werd aan het
postkantoor alhier per telegram uit Rotterdam
het bericht ontvangen, dat de postkar, die te
negen uren des avonds uit 's-Hage alhier arriveert,
de reis niet langs den straatweg moest vervol
gen, omdat de weg niet kon worden gepasseerd,
maar dat de postiljon met het brieven-paket zich
met den spoortrein naar Rotterdam moest bege
ven. Het onderzoek van den weg, dat daarop is
iDgesteld vanwege het hoogheemraadschap van
Delfland, ten wiens laste de weg tusschen Delft
en Overschie is liggende, heeft aan den dag ge
bracht, dat het kwaad nog al zoo groot niet was.
Ter hoogte van de Zweth was door de water-
keering eenig water gevloeid, waarschijnlijk ten
gevolge van het wroeten van mollen, welk water
op den weg bevrozen was, waardoor, ter lengte
van 3 a 4 meter, eenige gladheid was ontstaan,
die echter door een paar wagens zand spoedig
verholpen werd. Nog op eene andere plaats lag
ijs op den weg, maar dit was veroorzaakt door
het met groote snelheid varen van stoombooten,
waardoor water en ijsschotsen uit de Schie
de waterkeering op den weg waren geste
Door gepaste maatregelen is de zaak wed
orde gebracht.
Utrecht, 2-3 Jan. Van de 10 adspirantei
gisteren aan het admissie examen aan onze
geschool hebben deelgenomen, zijn 8 aangen
i: 1
1
Amersfoort, 23 Januari. Als een bewij; koud
gevaarlijk het is dat karren bespannen mei in h
den door hunne geleiders worden in gebru. -^"S
nomen om als vervoermiddel te dienen in p gg
van er naast te gaan en de honden des no uit
bedwang te houden, heeft er gepasseerden Z b'nn
dag 22 dezer alhier een droevig ongeval
gehad. Een vrachtrijder van) Utrecht reed c j.
begeleiding van zijn knecht met zijn vraclijltrttó
gen met een paard bespannen naar huis, toe c0™|
circa K> uur van hier op den Amersfoortschen ferv
een hondekar moest passeeren. Zijn paard sch rsnp
zoodanig er van dat het aan 't hollen ging, me
ongelukkig gevolg, dat de knecht van den vn lmU
rijder 't onmiddellijk met den dood moest be«B
pen en de vrachtrijder zelf zijn beide bet 13
zoodanig heeft verminkt, dat men bevreesd iib)|H
ze zullen moeten afgezet worden. bur;
's-Hertogenbosch, 22 Jan. LI. Woensdag kJe1)!;
voor het provinciaal gerechtshof alhier, in hojjLer,
beroep, ingesteld door den officier van jus dier
behandeld de zaak tegen den drukker en u ^er
ver van de Maasbode, weekblad, verschijnem j
Boxmeer, vervolgd wegens laster, althans 1, de
op aanklacht van het lid der Tweede Iü I;
Haffmans, wien door genoemd blad bij de lai
verkiezing voor het lidmaatschap der Tweed: in 1
mer, onder anderen was tegengeworpen„dat I bat
een officieelen maaltijd, ten aanhoore van ge
Limburg in het Logement le Lévrier, te Maast: (mi
een heildronk gebracht had aan Garibaldi,
in den tijd dat deze overweldiger met alle bi
eD list onzen Heiligen Vader van zijn erfdee
roofde en dat hij, in een sohoollokaal een Cr,
beeld vindende, den schoolmeester gezegd 1 6?1
„Werp dien gevilden kikvorsch het raam uit B
waardoor genoemd weekblad tot de com. 1
kwam, dat de candidaat onder eene Kathol k°'
schaapsvacht zijne gevoelens verbergt en sle
in schijn Katholiek was in zijn eigen belan, ka
stede van „de held van zijn godsdienst te
De rechtbank alhier nam aan, dat het VM
zich verplicht kon rekenen, die feiten ast
kiezers mede te deelen en dat de omstand
den den animus iniuriandi uitsloten;
aanzien van de tenlastelegging van huicli:
in het godsdienstige, overwoog de Rechtbank,
hieruit de bedoeling om te beleedigen dt
lijk werd. De drukker werd alzoo vrijgespr:
van laster, en veroordeeld wegens hoon lot
geldboete.
De advocaat-generaal Mr. Polis, het open!
ministerie waarnemende, bestreed die beslis-
en requireerde vernietiging van het vonn»
uitsluitend veroordeeling wegens laster tot:
geldboete van 25.
Het openbaar ministerie deelde tevens i
dat het hooger beroep was ingesteld, noc
den persoon van den drukker te bezwaren,
om het artikel zelf, maar alleen wegen
rechtsquaestie, die in deze zaak voorkwam
Mr. A. H. Sassen trad als advocaat op en
dedigde het beginsel door de rechtbank tem
zien van de drukpers aangenomen en noemt
beslissing ten aanzien van laster een sierat.
den constitutioneelen Staat en hoogstnoodzak-
om in den verkiezingstijd zich op de hoogt
kunnen stellen der candidaten. De uitspras
bepaald op Woensdag 26 dezer.
1110
tbi
de
ge
sc
ar
hc
he
de
to
d:
ve
de
of
g«
m
m
bt
ee
h:
ki
tl
vi
KOLONIËN.
BATAVIA, 14 Decmber.
Door den Gouverneur Generaal van Ned.-l
zijn de volgende beschikkingen genomen
te
di
n
VI
11
EEN VERHAAL
VAN
KDMUNiD HOEFER.
(Vervolg.)
De Frisingen waren, gelijk ik nu niet slechts
uit zijn mond, maar later ook van andere zijden
vernam, een dier oud-adellijke geslachten, die
nooit uit een kring van hun eenzaam en een
voudig, tevreden en toch eerzuchtig aartsvaderlijk
leven waren getreden. Tot aan de komst van den
grooten laud- en volken-roover, in het begin
dezer eeuw, vrij en zelfstandig, had geen hof
kring ooit iets aantrekkelijks voor hen gehad, of
waren zij nooit bij eenigen vorst in dienst getre
den, met uitzondering van eenige jongere zonen,
die zich met hun degen in vreemde legers een
positie zochten te verwerven. In dezen toestand
was neg niets veranderd. De loten van den ou
den stam, die in hunne jeugd, tot hunne onbe
schrijfelijke ergernis, van vrije aauhoorigen van
het rijk onderdanen van een vorst waren ge
worden, lieten zich in hun oude, voorvaderlijke
levenswijze niet storen, en verlangden van den
staat voorrecht noch onderscheiding. Zij zorgden
voor zich zeiven, en de laatst overgeblevene, onze
buur en kennis, was, gelijk wij reeds aanstipten,
geen uitzondering op den regel geworden.
De omstandigheden, waarin hij zich bevond,
de plichten die hij meende, dat op hem rustten,
en het leven, dat hij geleid had, hadden hem
noodwendig tot den man moeten maken, dien
wij in hem hebben leeren kennen. Op de kiem,
door de natuur in hem gelegd, ja, op alles, wat
in hem was, kwam het zijns inziens verduiveld
weinig aan, en van aankweeking en ontwikke
ling kon slechts dan sprake zijn, waar deze een
practische strekking hadden, en aan zijn leven
en zijn bezitting dienstbaar konden zijn. „Prac-
tisch" was alles aau hem en in hem, in dezelfde
mate, onverschillig of het oorspronkelijk aldus
geweest, of door het leven allengs geworden was.
Overal wilde hij beweging en werkzaamheid
zien, en voor zich zeiven had hij beide hoog noo
dig; nooit verloor hij uit het oog, wat hij zich
als levenstaak gesteld had, de uitbreiding en ver
betering van zijn bezitting, en alles, wat hij daarbij
voor zijn district en den grond daarvan deed,
geschiedde allerwaarschijnlijkst weder alleen met
het oog op eigen voordeel en belang. Kortom,
hij was een mensch, in wien eigenbelang en
baatzucht heerschappij voerdenzelfs was er iets
in hem, dat men bijkans met den naam van
hebzucht zou hebben bestempeld. Hij wilde be
zitten en zijn eigendom noemen, wijl hij beter
en in wijderen omvang dan anderen wist te
verbeteren en te beheeren. Maar van gierigheid,
die zich zoo lichtelijk aan deze soort van egoisme
paart, bestond geen zweem in hem. Voor de ver
anderingen en verbeteringen, die hij met zijn
doordringend verstand als zoodanig erkende, had
hij geheel zijn vermogen veil, terwijl hij zelf,
schoon ook binnen verstandige grenzen, als aan
zienlijk inan en als vertegenwoordiger van een
oud, edel geslacht leefde.
Van zoogenaamde hoogere en geestelijke belan
gen wilde hij niets hooren, terwijl hij voor anderer
meeuing in dit opzicht geen den minsten eerbied
had. Indien ooit al eenig gevoel daarvoor in hem
mocht hebben bestaan, hij had tijd noch gelegen
heid gehad, om het aan te kweeken, wijl er in
zijn huiselijken en dagelijkschen kring waarschijn
lijk nooit sprake van was geweest. Ook hierin
was, gelijk ik herhalen moet, alles aan en in
hem practisch geworden. Diep en warm gevoelen
kwam hem, in zijn leven van onverpoosden arbeid,
minder te pas, dan vastberadenheid en een vaste
wil, zachtheid en toegevendheid minder
barsch, snel en onweerstaanbaar aanvatte
doorzetten. Zijn leven was in den grond der;
nooit een gemakkelijk leven geweest, ent
niemand, allerminst door hem zeiven, ve:.
geworden. Was het, na dit alles, vreemd,
niet slechts koel en zelfzuchtig, maar ook
en stug was geworden, dat zijn scherts lickl
vorm van spot aannam, en het goede en
het schoone en edele, dat toch ook in
mensch aanwezig was, niet dan hoogst zeil
en dan nog als onder zware barensweeën
het licht kwam, en zich gelden deed?
Wordt vervolg