JV°. 3049
Woensdag
A0» 1870.
19 Januari.
Feuilleton van het „Leidsch
H Dagblad".
■erlil
verb! 5
sten
irnei
LEIDSCH
MGBLAD.
H<!
PRIJS DEZER COURANT
rtdii;.
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
w 3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dageliks, met uitzondering van
Zon- en Feestdaten, uitgegeven.
PRIJS DKR ADVKRTENTIKN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 18 Januari.
BUlTENLANDSCIl OVERZICHT,
binds wij ons vorig overzicht schreven heeft
iet iu Europa niet ontbroken aan belangrijke
;ebeurtenissen en Frankrijk spant hier, gelijk
lflj{ni>ijna altijd, weder de kroon.
3EL1 Het was den 2d'1' Januari dat daar het nieuwe
atioininisterie optrad. Dit ministerie in de plaats ge-
.reden van het bewind, waaronder de liberale
t. vijzigingen in de coustitutie zijn gebracht, is ge-
oepen, om voor 't eerst die liberale constitutie
n toepassing te brengen. Wij behoeven onze le
ers niet te herinneren, hoe lang van alle zijden
ip de vorming van een dusdanig ministerie, vrij
an antecedenten, met novi homines althans
ieuw voor het keizerrijk was aangedrongen.
)en 2d«n Januari was het dan, dat dit nieuwe
iewind tot stand kwain, door Euiile Ollivierge-
ormd uit de twee partijen, die in de Kamer het
neest elkander naderen, en daar over de meer-
lerheid der stemmen kunnen beschikkenwaarin
lechts twee der vroegere ministers behouden
I verden, die van marine en die van oorlog, en
vaarvan de twee belangrijkste posten werden
ugenomen door Daru en Buffet, beide behoorende
ot die partij, wier programma het meest met
dat der linkerzijde overeenkwam.
Het was zeker geen gemakkelijke taak, die
het nieuwe ministerie te volbrengen had. Men
stelle zich vooreen land, dat tot nu toe geregeerd
s geworden geheel naar de persoonlijke inzichten
au éen man, waar alle ambtenaren, van de
lOOgste tot de laagste, sinds jaren geweten heb-
ien, dat het werken in het belang van dien man,
an zijn regeeringsslelsel, het eenige middel van
ooruitkomen waswaar het niet alleen door de
ingers werd gezien, maar nog meer, waar het,
lank zij Frankrijks gecentraliceerden regeerings-
'Orm, eene verplichting voor ieder ambtenaar was,
lat zij altijd als advocaten van de regeering op
noesten treden, bij verkiezingen, en bij alle ge-
egeuheden waar het te pas kwam in dit land
:omen nu aan de regeering mannen, die lange
aren oppositie tegen dit gouvernement hebben
evoerd, om een constitutionneel regeeringsslelsel
n te voeren
Zij moeten dit doen, terwijl reeds maanden lang
ol ongeduld zoovele wenschen zijn geuit. Zij
ioeteD dit doen iu Frankrijk, waar men geen
ijd heeft om te wachten, waar een ministerie,
at met een: „wacht op onze daden!" opkwam,
een dag rust zou vinden. En het nieuwe bewind
eeft dan ook reeds blijk gegeven van een merk-
vaardigen tact, door vóór alles die maatregelen
nemen, die deze goede zijde hadden, dat zij effect
naakten.
Hieronder rekenen wij de vergunning aan
.edru-Rollin gegeven om in Frankrijk terug
keeren. Men zal zich herinneren hoe bij de
latste verkiezingen de vraag werd behandeld, of
e amnestie van 15 Augustus ook voor hem gold,
u hoe het Journal Officiel dit toenmaals heeft ont-
end. Verder is aan eenige dagbladen, die niet
op straat mochten verkocht worden, aan de Rappel,
de Réveil en de Marseillaise, daartoe verlof gegeven,
terwijl de vreemde bladen, zonder visa van de
regeering, mogen ingevoerd worden. De heer Hauss-
man, de prefect van de Seine, die te Parijs het
absolute regeeringsstelsel zonder controle repre
senteerde, werd vervangen door een ander.
Vooral verdient vermelding een wetsontwerp,
dat. in gereedheid is gebracht en zeer spoedig
ingediend zal worden, om de jury voor druk
persdelicten in te voeren. Maar terwijl nu velen
het nieuwe ministerie willen steunen, niet alleen
van de rechterzijde, maar ook zij, die tot nu toe
steeds tegen het keizerrijk oppositie voerden, blijft
de zoogenaamde republikeinsche partij onver
zoenlijk. Geen oogenblik heeft zij zich laten
meeslepen door de zoogewenschte verandering, die
in Fvankrijk's regeering tot stand kwam, geen
oogenblik heeft zij het willen toejuichen, dat
men aan de vertegenwoordigers van het volk een
invloed op de regeering heeft gegeven, die niet
dan weldadig op den gang van zaken kan wer
ken. Van den eersten dag af aan, heeft de
republikeiosche partij oppositie gemaakt, en het
is alsof zij vergeten heeft, wat de 18 laatste jaren
aan Frankrijk gekost hebben, en wat zij hebben
geleden, het is alsof zij alles vergeten hebben,
wat in Frankrijks geschiedenis van de daaraan
voorafgaande jaren met zulke bloedige letteren
staat geschreven: idealisten als zij zijn, zien zij
voor Frankrijk nog eenig en alleen heil in de
Republiek?
En omdat die oppositie nog zoo fel, zoo on
verzoenlijk is, was de vorige week een week van
bange angsten. Een Bonaparte had een onge-
lukkigen jongen, die medewerkte aan een der
heftigste barer organen, verraderlijk doodgeschoten.
De geschiedenis van het gebeurde behoeven wij
thans niet te verhalen. Een ieder heeft het zeker
gelezen; ook welk een rol Henri Rochefort
hier weder gespeeld heeft. De dag van de be
grafenis, had deze aan de Parijzenaars gezegd,
zou over den toestand van de democratie beslissen
een ontzettende menigte kwam ook op de been
maar de rust bleef zoo ongestoord, als het6lechts
zijn kon; van waar dat? Zeker had de regeering
er het hare toe bijgebracht; met een prijzens
waardige voortvarendheid had zij den prinselij
ken misdadiger in staat van beschuldiging doen
stellen, en de bijzondere rechtbank, die over hem
als lid van de keizerlijke familie, moest vonnis
sen, hijeen geroepen. Alle lof komt haar in dezen
toemaar in de tweede plaats mag zonder twij
fel de eer van den afloop aan de Parijsche be
volking zelve gegeven worden, die wel bewezen
heeft, dat zij althans niet vergeten heeft, wat in
de laatste 25 jaren geschied is. Welk een verschil
toch met de tijden der Julimonarchie, toen de minste
kleinigheid tot de heftigste oproeren aanleiding gaf!
Een daad van het ministerie heeft zelfs bij de
regeeringsgezinde bladen geen sympathie gevon
den het verzoek om Rochefort, wegens een ar
tikel in de Marseillaise, te mogen vervolgen: daar
hij lid van het Wetgevend Lichaam is, moet dit
zijne toestemming tot de vervolging geven. Het
oogenblik was zeker slecht gekozen. Rochefort
tegen wien de aanslag van prins Pierre ÏS'apo-
eon eigenlijk gemeend was, had nu wel eenige
verschooning mogen vinden, al vielen de woor-
(ien door hem geschreven ook zonder eenigen
'twijfel ouder de strafwet! Doch het ministerie
[vilde blijkbaar de vervolging niet opgeven, en,
gelijk de telegraaf ons heden meldt, heeft het
Wetgevend Lichaam met een overgroote meer
derheid zijne goedkeuring gegeven.
In Spanje is weder eene wijziging in het mi
nisterie gebracht. Toen het gebleken was, dat
(ie candidatuur van den hertog van Genua voor
de Spaansche kroon onmogelijk was, moesten de
ijverigste voorstanders van deze candidatuur het
ministerie verlaten, en zoo werden Martos en
Zorilla vervangen door Montero Rios en Rivero.
De partij van den hertog van Montpensier heeft
hierdoor dus niets gevvonuen.
Het ministerie in Italië gaat voort met plan
nen te beramen, om den linancieelen toestand van
het rijk te verbeteren. Er wordt reeds gemeld,
dat er groote bezuinigingen zullen plaats hebben,
op de begrooting van oorlog o. a. van niet min
der dan 16 millioen Daarbij zal de minister van
financiën Sella de zoo gehate gemaal belasting op
zoodanigen voet regelen, dat zij geen bezwaar
zal ontmoeten, iets wat hem lichter zal zijn, dan
zijn voorganger, daar hij de ontwerper er van is.
In Oostenrijk is, gelijk gisteren ons de telegraaf
meldde, eindelijk eene beslissing genomen. De
minderheid in het Cisleithaansche ministerie heeft
zijn ontslag gekregen, nadat het Heerenhuis een
adres van antwoord had aangenomen, dat geheel
in den geest van de meerderheid was ontworpen.
De twee programma's van beide partijen ziju
onderwijl publiek gemaakt. Dat van de meer
derheid wil strikte handhaving van de consti
tutie van 1867; de groote oppositie die in de Oos-
tenrijksche landen, aan deze zijde van de Leitha,
daartegen bestaat, en de wenschen naar meer
zelfstandigheid, die daar worden uitgesproken, mo
gen naar hun inzien, niet leiden tot eene andere
gedragslijn, dan tot nu toe gevolgd is. De eenheid
van het rijk zou verloren gaan, en slechts voor
een tijd zouden concessiën van nut zijn, terwijl
diegenen die bijna overal in de minderheid zijn,
en toch het gewichtigste deel der bevolking uit
maken, de Duitschers, van de regeering zouden
vervreemd worden. De minderheid daarentegen
wil den tegenwoordigen rijksraad ontbinden, ter
wijl de nieuw gekozene in de eerste plaats eene
wijziging der kieswet, en voorts zoodanige ver
anderingen in de constitutie in behandeling zou
nemen, als tot verzoening van de Czecheu, Polen
en, in 't algemeen van alle partijen in de ver
schillende Oostenrijksche landen, zou kunnen
leiden.
De nu genouiene beslissing zal de regeering
wellicht in niet geringe moeilijkheden brengen,
en velen uieeuen dat zij toch niet zal kunnen
volgehouden worden. Men wijst op de spanning,
die in de Slavische lauden heerscht; de opstand
in Dalmatië thans, volgeos de laatste berich
ten, bijna geheel onderdrukt heeft doen zien,
met welke moeielijkheden de regeering bij een
opstand te kampen heeft; en oppervlakkig kan
men ook rneenen, dat een toegeven aan de ei-
schen in Bohemen, Galicië, Moravië, enz., in over
eenstemming is, met hel ware beginsel, dat
verlangt, dat een volk geregeerd worde, niet
naar de wenschen van zijn monarch, maar naar
zijne eigene wil. Doch men bedenke wel, dat in
al die landen, die thans zoo op meerdere vrij
heid aandringen, twee partijen zijn, die zeer
vijandig tegen elkander over staan, en dat de
meerderheid slechts al te veel voorbeelden gege
ven heelt, hoe zij de vrijheid haar geschonken
wil misbruiken, nam. door onderdrukking dei-
mi nderheden. Men vergete het voorts niet, dat
zoo de Oostenrijksche regeering slechts een zwak
ken band tusschen de verschillende landen liet
beslaan, er vele naburen zijn, die gaarne van de
gelegenheid zouden gebruik maken, om voor den
wijkenden Oostenrijkschen invloed den hunne in de
plaats te stellen.
En de sympathie die nu reeds de Czecheu, en
ook andere der Slavische stammen, in Rnsland
ondervinden, maken het Oostenrijk tot een dure
taak, om in de landen tot zijn gebied behoorende
juist een tegenwicht te stellen, tegen den alles
gelijkmakende!), en zoo weinig Ueschavenden in
vloed van het Russische keizerrijk. Ten slotte, ver
leent de Oosteurijksche regoering die zoo gewen-
schte autonomie aan hare landen, welk heil zal dit
den ingezetenen brengen? Van grieven is toch geen
sprake; als kinderen verlangen zij vrijheid, zon
der te weten waartoe zij die willen gebruiken.
Voor een deel kumt Ierland» toestand overeen met
dien van Bohemen en van zoovele andere landen,
die onder den Oostenrijkschen schepter zuchten.
Ouk daar is nationale afgunst, ook daar geldt het
een strijd tusschen de verschillende rassen. Maar in
Ierland zijn de klachten toch bepaald en gefor
muleerd. En de Engelsche regeering zal in de
eerstvolgende zitting van het Parlement, die in
Februari geopend wordt, weder een nieuw wets
ontwerp indienen, om aan die klachten te gemoet
te komen. Na de kerkwet, in het vorige jaar be
handeld, die een zoo sprekend onrecht in Ierland
herstelde, zal nu de quaestie ter sprake komen
van de betrekkingen tusschen de landeigenaars
en de pachters.
Het was hierover dat men in de vorige week
eenige ophelderingen van de zijde van den Minis
ter Bright verwachtte, toen hij te Birmingham
voor zijne kiezers optrad. Doch de Minister liet
zich hierover zeer weinig uit, en handelde breed
voeriger over het Fransch-Engelsch handelstrac-
taat, waarvan hij de wedervernieuwing, natuurlijk
inet warmte verdedigde.
In Pruisen is het ministerie van buitenlandsche
zaken overgegaan tot den Noord-Duitschen Bond,
zoodat de Pruisische gezanten nu Noord-Duitsche
gezanten zijn geworden, en graaf Von Bismarck
in zijne qualiteit van Bondskanselier, met zijnen
Secretaris Von Thile, thans het departement van
-
Por.
ïhe !i i
eb.
EEN PROEFJAAR.
Vervolg.)
l :A
Gerard Balding is als eenige zoon een van
B beste partijen uit de geheele provincie, zoodat,
len hij voor drie jaar aanzoek om Emma deed,
jdereen ons geluk wenschte en benijdde. Wij
n. 'aren er ook zelf trotsch op, want al krijgt zij
in ons, hetzij zij trouwt of niet, evenveel alsof
,fl j onze dochter is zij deed een schitterend
ort,
lAwelijk. Men sprak wel nu en dan van hem
s van iemand die wat los en wild leefde, maar
'"''it zegt men van zooveel jODgelui. Wij hadden
ilfs iets hooren fluisteren van eene vroegere
aison met iemand die ons lieve kind nooit had
vogen opvolgen. Maar door de kracht zijner be
tuigingen en Emma's innige liefde voor hem
'Mt dsterden wij niet naar die stemmen. Twee jaar
sleden zouden zij al getrouwd zijn; alles was
E'iartoe gereed de dag bepaald de gasten
itgenoodigd het arme kind in zulk eene glorie
an onbeneveld geluk als zij nooit meer zal onder
vinden toen een wreede slag alles kwam ver
storen. Op zekeren avond kwam er een bode van
Klarenveen niet een brief voor Hagenaar. Hij
was van Gerard Balding en bevatte de tijding
dat hij verplicht was op reis te gaan, dat onvoor
ziene omstandigheden zijn huwelijk op den be
stemden tijd onmogelijk maakten, maar dat hij
binnen weinige weken terug hoopte te komen
j om uitleg van alles te geven en Emma's vergif
fenis te verkrijgen. Denk eens welk eene sensatie
dit maakte! Denk eens hoe er over gesproken
werd, toen hij in plaats van weken, maanden
wegbleef. Toen hij eindelijk waarlijk terug kwam,
gebruikten wij al onzen invloed, alles wat onze
liefde voor Emma ons maar kon ingeven om
haar te overtuigen dat zij niets meer met hem
te doen moest hebben; alles te vergeefs, zij
schonk hem vergiffenis, ofschoon hij niet eens
voldoende opheldering van zijn gedrag gaf, en wij
werden gedwongen onze toestemming tot de ver
nieuwing van het engagement te geven, indien
hij de proef van standvastigheid doorstond die
hij zelf voorstelde en die in tijd en afwezigheid
j van haar bestond. Hij verzekert nu die proef te
hebben doorgestaan en komt, zooals gij weet,
terug om het huwelijk iu Juni te doen plaats
hebben."
I „Zij moet al heel veel van hem houden," zei ik.
„Zij is geheel en al verblind voor hem," ant
woordde mevrouw Hagenaar, „hoe slecht hij haar
ook behandeld heeft. De hoop alleen van later
met hem vereenigd te worden heeft haar staande
gehouden. Haar ooui en ik wilden voor eenigen
tijd met haar van huis gaan, maar zij wilde niet.
Zij zeide dat dit den schijn zou hebben alsof zij
zich om zijnentwil of over zich zelve schaamde.
Maar haar geest werd van toen af gedrukt en
hare stemming ongelijkmatig; wij zochten gezel
schap voor haar, gij kwaamt hier het overige
is u bekend. Ik verzeker u dat ik slapelooze
nachten heb doorgebracht van angst dat die onze
kerheid en twijfel haar noodlottig zouden wor
den."
„Maar het is nu haast voorbijzeide ik op
vroolijken toon, doch mevrouw Hagenaar zuchtte
diep terwijl zij antwoordde:
„Ja, nu zal spoedig alles voorbij zijn."
Weinige dagen later verscheen de schuldige
minnaar en toen ik hem zag, verwonderde ik mij
niet meer dat Emma zoo toegevend geweest was.
Hij had fijne en hoogst beschaafde manieren,
bezat schoonheid, kennis, natuurlijke goedhartig
heid en scheen éene aanbidding voor zijne bruid.
Hij overlaadde haar met attenties en rijke ge
schenken. Hij maakte veel haast met de veran
deringen op Klarenveen en de voorbereidselen
tot de bruiloft op Jachllust. Opnieuw was de dag
bepaald en waren de gasten uitgenoodigd. Emnia
leefde in een hemel van zaligheid. Zelfs de Hage
naars konden niet anders dan hartelijk en wel
willend zijn tegen den man, die hunne lieveling
het leven zoo heerlijk maakte. De „corbeille"
was alles wat eene vrouw zich maar droomeii
kan en in al de ongebruikte slaapkamers van het
huis waren prachtige zijden stoffen en kostbare
kanten uitgespreid. Het trouwkleed was een pronk
stuk van wit satijn en kant, de krans van oranje
bloesem, de sluier en de zakdoek waren kunst
werken en Emma riep mij wel tienmaal opeen
dag om ze opnieuw te bewonderen.
De dag van het huwelijk kwam. Om lialf-
twaalf zouden wij naar de kerk rijden en tien
minuten vóór dien tijd kwam ik pas voor het
eerst uit Emma's kamer en ging naar beneden.
De heer Balding zou tijdig op Jachtlust gekouien
zijn, maar hij was er nog niet. Men sprak er van
of er ook een misverstand had plaats kunnen
hebben en of hij ook aan de kerk wachten zou;
er werden zelfs boden uitgezonden om te zien
of dit zoo was. De eene ininuut volgde langzaam
op de andere. Ik keerde nuar Emma terug, die
ieder oogeublik verwachtte geroepen te zullen
worden. Zij vroeg mij iets over Gerard en ik
zeide liaur hetgeen wij dachlen, dal er een mis-