"aar Sort behooren, komt eene plaats toe aan het lende el.]nngen, te weten te komen wie in de redactie toespe, vau pet nieuw verschenen Amsterdamsch Week- o'j mlad Burgerplicht. Een geheimzinnige sluier bedekt ;oeval i30raiSD0g de namen dergenen die daaraan mede- diende, er]jen; men wist vooraf dat er een Weekblad ri°'k,der bovengenoemd opschrift zou verschijnen, nit de omstandigheid dat eene advertentie ,vingen enaangaanc]e in de Amsterdamsche Courant was 1 zeer Splaatst, hadden sommige hypothesen-fabrikan- ziensun,; afgeleid dat het een conservatief tijdschrift istemt ,eFj dat onder dezelfde leus als de kiesvereeni- net zeing Burgerplicht alle pogingen en handelingen we'> vu deze zou trachten te ontzenuwen en te ver- gering.jjp,!^ yet programma in N°. 1 van 't Week- de anii|ad opgenomen, ontneemt aan deze hypothese ile waarschijnlijkheid, tenzij men veronderstelle, geweza|. pe(. nieuwe blad, beginnende met een liberale er' '3e:leur te vertoonen, langzamerhand en langs om- ;elswVegen zijne volgelingen met zoet gefluit naar zÜn ';cn valstrik van het conservatisme wil lokken. kzeSfJaar niets wettigt vooralsnog zulk een verdeu- ;ing en al zijn de medewerkers onbekend, efctwe,eeft toch het eerste nummer volstrekt geen blijk roP 8 an| die meesterschap over stof en vorm, zonder >tet. llyeipe een dergelijke onderneming geen de minste ;rootiL;ans van siagen kan hebben. Alles wel beschouwd kuiu:omt het mij voor dat de redactie volkomen eer- vraagyij ;s wanneer zij zich homogeen verklaart met 'l"°f«e beginselen die bij de oprichting der kiesver- ^aar',eniging Burgerplicht hebben voorgezeten. Wan- 1 oeilicer ik nu beweer dat het bedoelde weekblad liet la,C3t achterwege had kunnen blijven, dan wil ik 'e eerlaarmede volstrekt geen smet werpen opdeeer- breni:iji{heid der oprichters, die waarschijnlijk schrijf- -eSer'euk in hunne vingers gevoelden en tevens der ertegtiberale zaak een dienst wilden doen. Maar wat ine vt,eoft pet nieuwe orgaan, dat niet reeds lang be- k v^n)tond, of waarin munt het uit boven de andere er stc;iberale bladen? Gaat het programma na, waar- t u zijnde het aanvangt, is er éene verklaring in t W0Cjp„en0tnenj dje niet ook Vaderland, Handelsblad, uisse $/icuwe Rotterdammer, enz. enz. zouden overnemen geseling vraag daargelaten, of die bladen zich daar- achtiijan houden)? Is de vorm dan zooveel beter, prektwaamnder de liberale beginselen hier worden een ^voorgesteld? Burgerplicht is een Weekblad dat in beCKden volkstoon de volkszaak wenscht te bespre- :n voken. O volkstoon, is uw naam dan saaiheiden riJis er geen beter peroratie te vinden voor een liberale ontboezeming dan de in lamheid onover- ln e troffen verzen van Van Alphen nten: t „Een vriend, die mij mijn feilen toont, I Oprecht bestraft en nooit verschoont, W IJ; r staa Heeft op mijn hart een groot vermogen." rk'>Ziellier nu deu inhoud: Een binnenlandsch er politiek overzicht van 25 December tot 1 Januari, snaa waarjn alleen gehandeld wordt over hetgeen vóór wem 22 Dec. in de Tweede Kamer voorgevallen is, een buitenlandsch politiek overzicht dat overal e had kannen staan, behalve alleen de merkwaar dige opmerking dat Ollivier een republikein van ,r^ nature is, waaruit schijnt te blijken, dat de schrijver van 't artikel een nog ongemotiveerde uitbreiding geeft aan het gebied der ideae innatae; eene korte bladvulling waarin de Amsterdamsche ge- '0- meenteraad, trouwens zeer terecht, wordt aange vallen wegens de verwerping van het voorstel mij tot oprichting eener middelbare school voor meisjes; g sti een verslag der laatste zitting van den gemeen- 1 he teraad, dat bij de schandelijke leemte die de on Amsterdamsche journalistiek tot nog toe op dat we: pnut ontsiert, eenigszins doch niet voldoende in ig <1 de bestaande behoefte voorziet, en twee brie- euv ven, éen uit den Haag, een andere uit Rotter- tve dam, die meer als inleiding schijnen te moeten sche dienen voor latere correspondentie; maar waarvan wel de eerste reeds een uitval doet tegen het Vaderland, eke: volgens den correspondent, ,/t blad van de vleesch- tats. geworden, befaamde, Hollandsche, witgedaste „fat- socn l ij kheid" met aspiraiiën van onverdraagzaam- rste' heid tegen al wat niet modern denkt of zelfs It h gelooft," alles omdat het Vaderland niet met het dei Dagblad van Zuid-Holland en 's-Grauenhage polemiseert, a gi De groote misdaad trouwens, de onvergeeflijke zonde in de oogen der medewerkers van Burger- n plicht", is, witgedast te zijn, want behalve het mi£ Vader/and, worden in het binnenlandsch overzicht ook zij daarvan beticht, die in het politieke leven ie» geen belang stellen. Deze opvatting, en het verslag der gemeenteraadszitting, dat echter nog veel beter kou zijn, ziedaar het eenige wat het nieuwe wrekblad vooralsnog van andere liberale bladen roe: onderscheidt. Is dat nu genoeg om de oprichting ■tsei van een nieuw blad als dringend gevoelde be- ho I to voor te stellen 1 Ik weet het niet, maar zou af du .'0 r voorspellen, dat indien Burgerplicht niet 1111 ilcer en beter geeft dan in zijn eerste nummer te vinden is, het oude maar goede spreekwoord „woorden vliegen, schrift blijft", waarvan het A'- programma gewaagt, geen toepassing zal vin den op de bijdragen der medewerkers. Uit een uwer laatste nummers bespeur ik dat )L' de reorganisatie van het Leesmuseum te Leiden 111 eeu punt van onderzoek uitmaakt. Ik wensch u 11 gebik met de pogingen, die gij daartoe in het Wrr't stelt. Gij wijst op het voorbeeld van de A; ulerdamsche en Rotterdamsche Leesmusea. Of het mogelijk zou zijn te Leiden eene dergelijke inrichting tot stand te brengen, zult ge beter weten te beoordeelen dan ik; slechts dit weet ik, dat de uitgaven waarin de Amsterdamsche instel ling moet voorzien, al zeer hoog zijn, en dat zij met haar 860 leden, waarvan 500 f 15 en de overigen f 25 contributie betalen, jaarlijks ter nauwernood toekomt, Wel is de journalistiek op het Leesmuseum te Amsterdam veel vollediger dan in de meeste inrichtingen van dien aard (te Amsterdam wordt bijna dubbel zooveel aan cou ranten en tijdschriften besteed als te Rotterdam), wel ook drukken de kosten van aankoop en inrichting van 't gebouw nog steeds op het budget, in den vorm van verplichte aflossingen der opge nomen gelden, en in deze opzichten zou het Leidsche Leesmuseum in een voordeeliger positie kunnen staan dan het Amsterdamsche, doch ik beaam ten volle hetgeen ge in uw nummer van 31 Dec. volhieldt, dat alleen zeer algemeene deel neming van het publiek het mogelijk maakte met eene contributie van f 10 iets werkelijk nut tigs tot stand te brengen. Dat ge die medewer king bij honderden moogt aantreffen, is weer een der tallooze nieuwjaarswenschen van uwen correspondent. Q- N. BUITENLAND. Rusland. Te Odessa meent de politie, onder de daar stu- deerende jongelingschap, een koinplot tegen het leven des keizers ontdekt te hebben. Verschei dene studenten zijn in verzekerde bewaring ge steld, en men spreekt van papieren die sommi gen hunner zeer zouden compromitteeren. Engeland. Ben. Disraeli is door een ernstigen aanval van jicht aan het ziekbed gekluisterd. De Daily News gelooft dat de gewezen premier bestemd is om de leider te worden van de Tories in het Hoo- gerhuis. Op de gouvernementswerf te Chatham is de kiel gelegd voor een gepantserd ramschip, dat bestemd is het sterkste der Engelsche marine te worden. De afmetingen zijn als volgt: lengte250 voet, breedte 53 voet, diepgang 22% voet. Het schip zal 3159 ton meten. De pantsering is 12 centimeters dik, en de houten bekleeding van de pantserplaten zal nog eens met platen van 1& centimeter worden bekleed. De bewapening be staat uit twee kanonnen, die ieder 18 ton wegen en die geplaatst zijn in een eenvoudigen draai- toren, en wel 11 voet boven de watervlakte. Tot bescherming van het geschut is het dek met een zwaar gepantserde borstwering toegerust. De ram, voorzien van een weerhaak, is geplaatst acht voet onder water, waardoor de Rupert zoo zal dit schip heeten andere pantserschepen op de zwakste plaats, dat is onder den ram zal kun nen treffen. De machines zijn van 700 paarden kracht. Frankrijk. Van het nieuwe kabinet zijn alleen de minis ters van oorlog, van marine en van het huis des Keizers geen leden van het Wetg. Lichaam, en van de acht afgevaardigden, die in het nieuwe kabinet zitting nemen, hebben de HH. Ollivier, Chevandier de Valdróme, Ségris, de Talhoüet, Louvet en Richard het manifest van het rechter- centrum, Buffet en Daru, dat van het linker centrum onderteekend; wel een waarborg, dat in Frankrijk voor goed gebroken is met het persoonlijk regime. Thans, nu de eerste vreugde over de samenstelling van dit ministerie tot be daren is gekomen, gaat men zich afvragen welke concessiën rechter- en linker-centrum elkaar ge daan hebbeo, om tot die fusie te geraken, waaruit het kabinet geboren is: vooral is die vraag van groot belang wat het linker-centruin betreft, dit toch heeft steeds de ontbinding der kamer als een deel van haar programma beschouwd en 't is niet zeer waarschijnlijk, dat ze dat punt heeft opgeofferd. Voorloopig zal het kabinet zeker wel op eene meerderheid in de Kamer kunnen reke nen, maar er kan een tijd komen, dat het noodig is, de volksvertegenwoordiging een grooter en minder betwist gezag te verleenen, door haar in het algemeen stemrecht, in zijne meest uitge strekte beteekenis, een zuiveringsbad te geven. Wat het rechter-centrum betreft, van dit wordt verzekerd dat het niet op de ontbinding van het Wetgevend Lichaam zal aandringen. Waarschijn lijk zal het linker-centrum het nieuwe kabinet onmiddellijk interpelleeren over de bezetting van Rome en over het handelsverdrag. Van eenige zijden wordt beweerd, dat het nieuwe kabinet vooral is benoemd geworden op aandrang van prins Nepoleon, die tijdens de af wezigheid der Keizerin weer grooten invloed zou hebben verkregen op den Keizer en dien invloed sedert heeft behouden. Hij zou den Kei zer de noodzakelijkheid hebben aangetoond van eene besliste keuze, en óf rondborstig Rouher op Forcade weer aan het bewind te plaatsen óf aan het land zekere waarborgen te geven, dat het hem met de liberale hervormingen ernst en hij zelf van de noodzakelijkheid van deze overtuigd was. Of die invloed van den neef werkelijk be staat of niet, 't is een feit dat diens recepties al het aanzien hebben van iemand wiens gunst toeneemt, want ze zijn dezen winter talrijker bezocht dan ooit te voren. Ook Thiers moet niet vreemd zijn aan de op lossing der ministerieele crisis in dezen zin, en men voegt er bij, dat hij, zoo hij gewild had, zelfs eene portefuille had kunnen bekomen. Waarschijnlijk zal het rijk van den Seine- prefect Haussmann nu ook weldra een einde hebben; men blijft steeds spreken van zijne aftre ding en van zijne vervanging door den heer Chévreau, prefect van Lyon. Over de nieuwe leden van het nieuwe kabinet wordt het volgende gemeld: Buffet, de nieuwe min. van financiën (geb. 26 Oct. 1818 te Mirecourt in de Vogesen) behoort tot die staatslieden, die sinds laug hunne sporen hebben verdiend. Tot op de Februari-omwente- ling advocaat, werd hij met 73.761 st. door het departement der Vogesen tot afgevaardige geko zen, als hoedanig hij Cavaignae en Bixio trouw ter zijde stond. Na de verkiezing van Louis Na poleon op 10 Nov. en na het aftreden van Bixio aanvaardde hij de portefeuille van landbouw en koophandel, waarvan hij op 31 Oct. 1849, tegelijk met de aftreding van Odillon Barrot, afstand deed. In 1S50 was hij lid van de commissie, die onder leiding van Baroche de wet op de kies- hervorming in gereedheid bracht, en had hij een overwegend aandeel aan de wet van 31 Mei. Den lOden April trad hij met Leon'Fraucher weder in het kabinet, doch verliet dit weder op 14 Oct. 1851 toen de president zich voor intrek king van de wet van 31 Mei uitsprak. Sinds den Coupd'Etat had hij zich onthouden van elke openbare deelneming aan de staatszaken en goldt hij als een persoonlijkheid, die Napoleon verre van aangenaam was. In de tegenwoordige kamer was hij een der leiders van het linker centrum. Na Ollivier is Buffet ontegenzeggelijk de meest beteekenende zijner ambtgenooten. Reeds zijne gestalte maakt een diepen indruk. Voor hij nog den leeftijd van dertig jaren bereikt had, was hij onder de republiek reeds tweemalen minister geweest en wel van koophandel. Aan oud-ro- meinsche integriteit paart hij een groote kennis van zaken en een onvermoeide werkzaamheid. Hij ziet niet ver en bezit geen der edele op wellingen van Ollivier, maar zijn gezichtskring overziet en beheerscht hij volkomen. Minder begaafd dan Buffet is graaf Napoleon Daru, wanneer de nieuwe minister van buitenl. zaken ook al in de hoogste mate de kunst bezit, zich vrienden te maken. In 1851, tijdens den staatsgreep, president der wetg. vergadering, kwamen in den morgen van 3 Dec. ten zijnent de afgevaardigden bijeen, die der constitutie trouw waren gebleven, om zich naar de mairie van het 10da arrondissement te begeven, en te protesteeren tegen de misdaad van den afgeloo- pen nacht. Graaf Daru, wiens geslacht door Na poleon in den adelstand werd verheven (zijn vader was de bekende chef der militaire interdance van Napoleon I) keerde na den coup d'état inliet privaatleven terug, tot Mei jl, toen hij zich can- didaat stelde voor het Wetg. Lichaam. De nieuwe minister van buitenl. zaken is een vriend van Thiers, doch volgde vroeger met nog grooter nauw gezetheid de politieke leiding van zijne geestver wanten Tocqueville en Dufaure. Tegenover het buitenland zal zijne houding ten hoogste vrede lievend zijn, ook tegenover den loop der zaken in Duitschland. De min. van binnenl. zaken, Chevandier de Valdróme, heeft in het Wetg. Lichaam, én als leider der vroegere 45 én als aanlegger van de manifestatie der 116 in Juni jl. eene belangrijke rol gespeeld. Hij is een man van fijne vormen, die steeds elk verschil weet uit den weg te rui men, zonder zijne beginselen op te offeren. Vrij van de naieviteit van Olllivier, zal zijne houding, vooral ook tegenover de proefecten, krachtig zijn, en zullen de „administratieve eischen en nood zakelijkheden" geen sterken invloed op hem uitoefenen. Hij is een vriend van decentralisatie en juist daarom kan men van hem als min. van binnenl. zaken veel goeds verwachten. Ségris, de min. van onderwijs, een advocaat uit Angers, is een fatsoenlijk man, die de gaven bezit gedurende tien minuten zeer welsprekend te zijn en gedurende dien tijd de Kamer te be- heerschen. Zonder clericaal te zijn, zal hij mo gelijk de langbegeerde vrijheid van het hooger onderwijs invoeren en in gelijke mate trachten te voldoen aan de wenschen van clericalen en vrijzinnigen. De min. van koophandel en landbouw, Lou vet, een bankier uit Saumur, brengt in zijn ambt niets mede dan een goeden wil en eerlijke libe rale beginselen. Het overige zal de zaak zijn der mannen van het vak, die zijne omgeving moeten uitmaken. De markies de Talhouët kleinzoon van moederszijde van den graaf Roy, min. van fin. tijdens de restauratie, is de volboed edelman. Met alle groote familiën van den Faubourg St. Germain op het nauwst verbonden, is hij de ware groote heer onder zijne ambtgenooten, die jaarlijksch van 7 tot 800,000 frs. rente heeft te verteeren. In 1842 begon hij zijne staatkundige loopbaan als lid van den staatsraad en van den algemeenen raad van het departement der Sarthe In 1S49 in het Wetg. Lichaam gekozen, was hij een ijverig lid der meerderheid. Na den coup d'état met Daru te Vincenes gevangen gezeten, werd hij later weder in het Wetg. Lichaam ge kozen. Zijn invloed op de kamer is groot en zijne politieke eerlijkheid boven allen twijfel verheven. Maurice Richard, de nieuwe min. van fraaie kunsten, is de meest getrouwe vriend van Ollivier, wi«n niemand het euvel zal duiden, dat hij iemand naast zich heeft geplaatst, op wien hij zich in alle opzichten verlaten kan. TELEGBAMJ1EN. Lissabon, 4 Januari. Blijkens berichten uit Paraguay was Lopez van alle hulpbronnen be roofd en vluchtende. Er is eene conventie geteekend tusschen Bra zilië en de Argentijnsche confederatie, krachtens welke Brazilië 14000 man en de Argentijnsche republiek het geheele contingent uit Paraguay zal terugroepen. De ministerieele crisis duurt voort. De troonrede waarmede de zitting is ge opend, beteekent weinig. Daarin wordt beloofd dat er evenwich zal komen tusschen de ontvang sten en uitgavenvoorts wordt verzekerd, dat Portugal op den besten voet is met de overige mogendheden en dat allerwege rust heerscht. Madrid, 4 Januari. De Impartial zegt dat de koning van Italië thans officieel geantwoord heeft, dat aangezien de hertogin van Genua volhardt bij hare weigering om de kroon van Spanje te aanvaarden voor haren zoon, de koning gemeend heeft dien wil te moeten eerbiedigen. De hertog van Montpensier zou heden te Ma drid aankomendoch de Impartial is van gevoe len dat hij van zijne reis, op raad zijner vrien den, heeft afgezien. De Politica acht het waarschijnlijk, dat Zo- rilla, Martos en Echezarag hunne ministerieele portefeuilles zullen neerleggen. Silvela zal waar schijnlijk Martos vervangen, en Collantes of Ortiz Zorilla. Topeta zal wellicht deel uitmaken van het nieuwe kabinet. De Impartial verzekert, dat al de ministers hun ontslag hebben ingediend, om de organisatie van een nieuw ministerie gemakkelijker te maken. Parijs, 4 Januari. Het Journal Officiel zegt dat de heer Parieu benoemd is tot president van den staatsraad. De nieuwe ministers zijn gisteren, na den eed te hebben afgelegd, door de keizerin ontvangen. H. M. zeide van deze gelegenheid te willen ge bruik maken om de ministers, die met hel ver trouwen des keizers vereerd zijn, de verzekering te geven, dat zij bij haar steeds het beste ont haal zullen vinden. Londen, 4 Januari. Men verwacht binnenkort het prospectus eener Chinecsche telegraaf-maat- schappij, met een kapitaal van 350,000 pd. st. Kopenhagen, 4 Januari. Het oorlogsfregat Tor- denskjold vertrekt naar China. Aldaar zal een te legraafkabel worden gelegd. Wecnen, 5 Jan. De Presse verneemt, dat de Koning van Italië den Italiaanschen gezant bij ons hof heeft opgedragen om de noodige inlich tingen in te winnen, ten einde te weten te ko men, of de Keizer zich in de aanstaande week in zijne residentie zal bevinden. Men maakt hieruit op, dat de Koning van Italië voornemens is, het voorgenomen bezoek des Keizers, door 's Ko- nings ongesteldheid verhinderd, tc Wecnen te beantwoorden. Praag, 3 Jan. In de zitting, heden door den gemeenteraad gehouden, is tot burgemeester ge kozen de heer Houke. De benoemde behoort tot de ijverigste leden der zoogenaamde Boheemsche deklaratie partij. LAATSTK BJERICHTJEIV. Amsterdam, 3 Jan. De Salon des Variétés zal met primo Mei e. k. aan deu heer Victor Dries- sens behooren, die met zijn gunstig bekend gezel schap dit lokaal zal bespelen, terwijl de heer Judels voor geruimen tijd als acteur aan de zaak verbonden blijft. 's-Gravenhaqe, 4 Januari. Gisterenavond was in de zaal der Sociëteit de „Vereeniging" op de daartoe gedane uituoodiging door den heer Lelèbre alhier, een 30 a 40tal geaboneerden voor de voor stellingen van de Hoogduitsche Opéra te Rotterdam opgekomen. De reden voor die bijeenkomst was dat de heer Lefèbre de mededeeling wenschte te doen, dat de Hoogduitsche Opéra te Rotterdam zeer veel moeite heeft zich voor het volgende jaar staande te houden, ja zelfs dat het vooruit zicht bestaat, dat deze onderneming tegen April a. s. geheel zal moeten worden opgegeven, waar door de ware kunstliefhebbers niet meer in de gelegenheid waren zich in de klassieke werken van Mozart, Weber en andere groote meesters te verlustigen. Wanneer nu echter aan deze onder neming werd toegestaan zich hier meermalen, bv. 18 a 20 keer, te doen hooren, dan zou dit eene ruimere bron van inkomsten voor haar op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3