miezen ter controle van de rijkstel.; en benoemd
tot inspecteur van de rijkstegraaf Ah. Van Thiel,
tot dusver controleur van de rijkstelegraaf; tot
hoofdcommies H. J. Stokvis, tot dusver commies
ter controle van de rijkstelegraaf; tot adjunct-
commies P. W. H. Linckeiis, A. Kruyt, W. J.
Geerling, C. M. J. Plokker, M. P. De Jonge Lughten
en P. C. G. Engelbregt.
Voorts is bepaald dat de ingenieur ter adsis-
tentie van de rijkstelegraaf J. J. Van Kerkwijk,
als ingenieur in algemeenen dienst, bij de rijks-
telegraaflijnen werkzaam blijft.
Z. M. heeft 1*. aan J. G. H. Gallois, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking
van administrateur van het kroondomein, zulks
onder dankbetuiging voor zijn trouwe en ijverige
diensten; 2*. benoemd tot admin, van het kroon
domein Jhr. Th. Van Capellen.
Z. M. heeft bij het Kabinet des Konings: 1°. be
vorderd tot lsten klerk, den 2den klerk D. G.
Tinbergen2°. aan den bode en concierge A Dohna
verleend den titel van kaïnerbewaarder en con
cierge.
Z. M. heeft den luit. ter zee 2de kl. H. C. Juta,
op zijn verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen
en den adelborst 1ste kl. E. Voetelink bevorderd
tot luit. ter zee 2de kl.; den oflicier van gez.
8de kl. bij de zeemacht J. Van Lith Harrebomée,
met ingang van 1 dezer, bevorderd tot officier
van gez. 2de kl.
Oudshoorn, 1 Januari. Dat de aloude mild
heid onzer voorvaderen nog niet geheel vreemd
aan het tegenwoordige geslacht is, daarvan strekke
ten bewijze de mededeeling dat zich op den Oude
jaarsavond bij de Hervormde gemeente alhier in
een der zakjes voor de armen eene buitenge
wone gift van f 500 en in het zakje voor de ker
kelijke administratie eene gift van f150 bevond,
onder bepaling dat beide giften ingeschreven
moesten worden in het Grootboek der Neder-
landsche werkelijke schuld.
Dank en eere kome daarvoor den milden ge
ver of geefster toe en uioge dit voorbeeld tot na
volging aansporen.
Reeds meerdere jaren mochten de armen en
kerkelijke administratie zich in buitengewone
giften verheugen.
Naar men verneemt, bestaat alhier het voor
nemen om in vereeniging met de gemeenten Aar-
landerveen, Alphen en Zwammerdam, pogingen
aan te wenden tot de oprichting eener afdeeling
van het Schoolverbond, waartoe het plan tot eene
binnenkort te houden oproeping voorbereid wordt.
's-Gravenhage, 1 Jan. Hedenmiddag is er ter
gelegenheid van den nieuwjaarsdag bij HH. MM.
den Koning en de Koningin receptie gehouden
van de hier aanwezige leden der Koninklijke
familie, HU. exc. de ministers en de dignitarissen
van het Koninklijk civiel en militair huis.
Burgemeester en Wethouders hebben aan
den raad dezer gemeente eeu voorstel ingediend,
dd. 27 Dec., dat a. s. Dinsdag zal behandeld wor
den en van den volgenden aard is„onder me
dedeeling dat B. en W., bij de opdracht der
nieuwe directie, aan het gemeentebestuur de be
voegdheid zullen voorbehouden om enkele malen
gezelschappen van elders ten tooneele toe te la
ten, nemen zij de vrijheid den raad voor testel
len om aan den Franschen schouwburg, onder
de gewone voorwaarden, voor het tooneeljaar
1870/71 wederom te verleenen een subsidie van
f15,500."
Vlaardingen, 30 December. In eene op heden
gehouden vergadering van deelhebbers, zijn de
statuten vastgesteld van de naamlooze vennoot
schap Nederlandsche Maatschappij de Noordzee"
tot uitoefening van Zeevisscherij, onder directie
van de heeren Pieter Kikkert Hz. en Paulus
Kikkert, en zijn tot commissarissen benoemd de
heeren Jonkh. E. Van Heemskerck van Beest,
Henri Krütholfer en Mr. B. C. Mees.
Het kapitaal dezer Maatschappij is, in plaats
van f300,000, waarop het prospectus was uitgege
ven, verhoogd tot op f325,000, in aandeelen van
f1000 elk. Tegen Juni eerstkomende zullen zes
loggerschepen voor de haringvisscherij in gereed
heid worden gebracht en vervolgens nog eenige.
Veenendaal, 1 Januari. Door den kerkeraad
der Herv. gemeente alhier is beroepen Ds. P.
Huet vroeger predikant aan de Kaap, thans
reizend predikant der confessioneele vereeniging;
de autorisatie tot die beroeping is ontvangen,
doch Ds. Huet zal zich moeten onderwerpen
aan het wetenschappelijk onderzoek, dat van de
predikanten bij erkende zusterkerken wordt ge
vorderd; dit examen zal plaats hebben op 2 Fe
bruari.
's-Hertogenbosch, 30 December. De schipbrug
over de rivier de Maas bij Hedel, is hedenna-
middag opgeruimd en in de veiligheidshaven
gebracht; de overtocht moet alzoo met pont en
schuit plaats hebben, hetwelk voor reizigers, die
met het staatsspoor van Utrecht tot Hedel spo
ren, om naar Noord-Brabant te gaan, een groot
bezwaar oplevert.
Breda, 30 Dec. Met 1' Jan. a. s. heeft de vol
gende mutatie plaats bij het personeel der Kon.
Mil. Academie: De 1ste luit. der inf. C. Van Maanen
is op verzoek eervol uit zijne betrekking als docent
ontheven en overgeplaatst bij het 6de reg. inf., al
hier in garnizoen, terwijl ook de oflicier van politie
C. O. Van Kesteren op verzoek bij genoemd reg.
is geplaatst. De 1ste luit. J. H. Weenink van
het instructie-bat., tijdelijk bij de akademie ge
detacheerd, ia daarbij definitief aangesteld, terwijl
de 1ste luit. J. A. Ardesch van Hamel van het
3de reg. tijdelijk bij de academie wordt gedeta
cheerd.
Tilburg, 31 December. Hedenavond te zes uren
ontstond er alhier brand in de ijzergieterij van
den heer Smulders; bijna het geheele gebouw
is een prooi der vlammen geworden; de schade
is aanzienlijk. Alles was tegen brandschade ver
zekerd. Bij het instorten van een zijmuur heeft
een burger zulke zware wODden bekomen, dat
men voor het behoud van zijn leven vreest.
Gemengde Berichten.
Onlangs wandelde een onzer talentvolste en
het spreekt wel van zelf?! beminnelijkste ad
vocaten in het Vondelspark te Amsterdam. Eene
schoone van 17 of 18 jaren nadert hem en vraagt
of hij haar ook den koetsten weg naar den Sin
gel kan zeggen. Onze vriend wij zullen hem
Mr. Q. noemen getroffen door de bevalligheid
der onbekende, wijst haar den weg, en loopt een
eindje met haar op. Aan het hek gekomen, zegt
de kleine hem dank, en poetst vlug als een haas
de plaat. Na verloop van eenige oogenbliken be
speurt Mr. Q. dat zijn gouden horloge en ketting
„en et" zijn nieuwe kennis zijn verhuisd. Doch dat is
het „aardigste" niet van het geval. Den volgen
den morgen ontmoette Mr. Cf. de lieve dievegge
op den Dam, en had den barbaarschen moed haar
in hechtenis te doen nemen. Toen nu de jeug
dige „coquine" vernam, dat het een „advocaat"
was, die, door haar koedoen, niet langer wist
„hoe laat het was," vroeg zij ijlings zijn naam en
adres, en koos „hem zeiven" om haar voor de
rechtbank te verdedigen!
In rechtsgeleerde kringen vraagt men elkander
al, of Mr. Q. de verdediging wel goedschiks zal
kunnen weigeren? (A. D. v. N.)
Men weet dat Christophorus Columbus op zijn
ontdekkingsreis een uitgestrekt veld van zeewier
ontmoette, thans bekend onder den naam van
Sargasso Zee. Een Fransch ingenieur heeft ge
tracht de uitgestrektheid dier massa te bereke
nen en bevonden dat zij ieder jaar genoeg op
levert om negenhonderd millioen hectaren land
te bemesten. Hij heeft daarom aan de Engelsche
landbouwmaatschappij voorgesteld de schepen,
die in de lente en den zomer op de kabeljauw
vangst uitgaan, tot overbrenging van die natuur
lijke meststof te gebruiken. Mocht hieraan gevolg
gegeven worden en het wier een goede meststof
blijken te zijn, dan zal hieruit blijken hoe on
gegrond de vrees was van sommigen voor gebrek
aan goede meststof sedert de opbrengst van de
guano zoo merkbaar vermindert.
De Engelsche bladen waarschuwen het Lon-
densch publiek voor een nieuwe industrie: Een
gentleman, die waarschijnlijk jegens cognac nog
al niet vijandig gezind is, heeft het volgend mid
del uitgedacht tot bekoming van zijn dagelijksche
portie. Hij wandelt eenige straten door en valt
eensklaps neer als door een beroerte getroffen.
De voorbijgangers snellen ter hulp. Men maakt
zijn kleederen los en vindt op het vest een kaartje
bevestigd, bevattende: „Geen aderlating; tracht
mij een glas ouden cognac te doen slikken I"
Een Deensch lithograaf heeft, volgens een
Kopenhaagsch dagblad, aan de bank aldaar een
pak bankbiljetten gezonden, door hem, door mid
del van pho.olithographie vervaardigd, die in geen
opzicht van de echte te onderscheiden waren.
Geen der ambtenaren zag kans de valschheid
daarvan aan te toonen. De photograaf gaf in een
begeleidend schrijven aan de directie te kennen
dat hij en dus ook ieder ander in staat
was, alle papieren van geldswaarde even getrouw
na te bootsen. Zeker zal de wetenschap met deze
zegepraal hooger zijn ingenomen dan de directie
van banken enz.
BUITENLAND.
Zwitserland.
In den nacht van 28 op 29 December is de
benoemde Bondspresident voor 1870,de heer Victor
Ruflij, in Ifijarigen leeftijd gestorven. Twee
jaren lang had hij in den Bondsraad zitting gehad,
in welke betrekking hij zich door zijnen ijver,
zijne bekwaamheid en zijn edel karakter onder
scheiden had. Als eene merkwaardigheid wordt
medegedeeld, dat hij op den laatsten dag van zijn
leven, wel reeds ziek zijnde doch zonder te ver
moeden dat zijn einde zoo nabij was, aan zijne
dochter verschillende belangrijke inededeelingen
over zijn leven gedicteerd heeft.
Ooateni'ijksch.Haug. AXosiai-eliie.
Over de ministerieele crisis leest men in de
Nette Freie Presse:
„De rechtstreeks door Z. M. uitgesproken wensch
heeft de vijf ministers, Griska, Herbst, Hasner,
Brestel en Von Plener, overgehaald om een memo
rie op t» stellen; het door Herbst vervaardigde
document werd door graaf Taaffe, als minister
president, den keizer overhandigd. Op denzelfden
dag kreeg graaf Taaffe ook den last, de mee
ning der andere ministers eveneens te formulee
ren. Berger heeft toen de tweede memorie voor
gesteld, die op 25 December in handen des keizers
is gekomen. Beide ministerieele fractiën hebben
daarbij hun ontslag ingediend."
Hngelaud.
Met 1 Januari is in Engeland een nieuwe wet
op faillissementen in werking getreden, die veel
strengere bepalingen inhoudt dan de vroegere. Dat
velen, die wrak stonden, alzoo nog in het vorige
jaar zich aangaven, spreekt van zelf, maar dat
de meesten juist den laatsten dag van het jaar
daartoe uitkozen had men zeker niet verwacht;
aan de rechtbank voor faillissementen te Londen
was den 31"en December letterlijk gedrang, zoodat
toen het wat laat op den dag werd, verscheidene
door de ramen naar binnen klommeu. Niet mitjin] bu
dan 300 aangiften van faillissementen wetten an
dan ook op dien dag gedaan. 'euille
Het oude jaar in Ierland is slecht geëind'e Ver
Te Askenton in het graafschap Limerick zijn'en>
Oudejaarsavond twee politiecommissarissen óbuilles
een schot getroffen, terwijl beiden voor een wiiiH>ar'e
aan het spreken waren. De wouden van heer 8'
eene worden als doodelijk beschouwd. De d;delc va'
werd niet aangehouden. De S
De verkiezing van den veroordeelden Fen°'gend
O'Donavan Rossa tot lid van het Engelsche |?!ïasse'
lement in het Iersch graafschap Tipperary, h(lancier
eene petitie aan de Koningin doen richten og'
het verleenen van gratie aan den verkozene.'env'-'s
de Iersche dagbladen vindt men thans een bi^f1116"
opgenomen van den minister Gladstone, waaf
ceizerli
andboi
hij verklaart te weigeren om een besluit tot gr.
aan Koningin Victoria ter onderteekening jTeclen
te bieden. Hij verklaart, zich bovendien veraitaan
woordelijk te stellen voor al de gevolgen
weigering om aan het verzoek van adressant' Jat
te voldoen. Iiet
Frankrijk. ils Roi
Op de receptie ten Hove heeft de Pauseli*at de
nuntius uit naam van het corps diplomaticnaar
den keizer gelukgewenscht en de bede ge3n ove
dat Frankrijk in bloei mocht toenemen. zu'
Volgens het Journal Ofjiciel heeft de keizer Xv> '1(
volgende antwoord op den uitgebrachlen gelitls ge
wensch gegevenOmti
„Uwe tegenwoordigheid, mijne heeren, eniespon'
woorden tot mij gericht, zijn voor mij een niei°fet'ke
bewijs van de goede verstandhouding, die ti<fer z
schen mijn gouvernement en uwe regeeringvoegde
bestaat. Het jaar 1870 zal naar ik hoop, i8U Lcn
vriendschappelijke banden nog nauwer toeha!z'cl' 11
in het belang der algemeene beschaving." zl^n' ,c
De keizer voegde den voorzitter van den
naat toe: v00r
„Ik wensch den Senaat geluk mei de widan Z
waarop de leden sedert eenige maanden ziminStC
kwijten van de liberale taak, die hun tot wijvier 1
ging der constitutie is toevertrouwd. Souvei
„Stel vertrouwen in den nieuwen weg diimandl
wij zijn ingeslagen; ik vlei mij dat ik altijd Het
kunnen rekenen op uwe medewerking, uwe vode N.
lichting, uwe vaderlandsliefde." Na
Den voorzitter van het Wetgevend Lichasen sp
antwoordde de keizer: vonnis
„Ik acht mij gelukkig de betuiging uwer tc plaadi
wijding uit uwen mond te vernemen, en die digde
tot mij hebt gericht in naam van het Wetgeve spraal
Lichaam; nimmer was het noodiger en nuttig Nad
dat er eene goede verstandhouding tusschen c doen
bestond. De nieuwe omstandigheden hebben ten ei
prerogatieven van het Wetgevend Lichaam vt laatst!
meerderd, zonder mijne autoriteit, mij door eenig
natie verleend, te schaden. Nu ik de verantwov „Pa
delijkheid met de groote wetgevende staatsinsti hem
lingen deel, koester ik te meer vertrouwen c volgei
ik de moeilijkheden der toekomst te boven 2 heel 1
komen. Wanneer een reiziger een langen w wat t
heeft afgelegd en zich van een deel van zijn la dood
hem op de schouderen gelegd, ontdoet, dan v®i Toe
zwakt hem dit nietintegendeel hij erlangt nieuv genis
krachten om zijn weg te vervolgen. eerde
Der geestelijkheid antwoordde de keizer: „Web
„Ik ben erkentelijk voor de wenschen well deeld
de geestelijkheid van Parijs mij bracht. Dat mindt
op hare beurt mijne gelukwenschen ontvang een -
voor den ijver door haar aan den dag gelegd.' bruik
't I» een zware taak die Ollivier op zich naii ®el
een nieuw ministerie te vormen, een taak d kleed
hem echter tot nog toe niet is gelukt, hoewel l a"e8§
Parijs voor eenige dagen het tegendeeel we: hebbe
verzekerd, dat nam. eene combinatie was gevorm l'i11
waarbij de volgende HH. zouden zitting nemen n"ssc
het kabinetChevandier de Valdröme voor binnei S n'
zaken, Maurice Richard openbare werken, Ga
Menig landman, die hein ontmoette, verwon
derde zich, dat iemand met zulk een bleek en uit
geteerd gelaat, zoo opgeruimd en vroolijk kon zijn.
Al langer werden de schaduwen bij het onder
gaan der zon, die als een guldenschijf, achter
een hoog dennehosch verdween.
„Hoe heerlijk en schoon is het hier," stamelde
hij, terwijl hij zich op een heuveltje nederzette.
En in langen lijd had hij zoo smakelijk niet ge
beten als hij nu deed in de sneden roggebrood,
die hem door een der bewaarders waren mede
gegeven. Na eenige oogenblikken uitgerust te
hebben, zette hij zijn reis verder voort.
Als oude bekenden, die hij in laDg niet ge
zien had, begroete hij de sterren, die als diaman
ten aan den helderen hemel schitterden. En 't
was hem, of zijn dierbare afgestorvenen, vol liefde
uit den hooge op hem nederblikten. De nachte
lijke stilte stemde hem tot zachte gewaarwordin
gen. Hoe dichter hij het dorpje H. naderde des
te weemoediger werd hij. Oude herinneringen
ontwaakten weer krachtig in zijn ziel. De ge
dachte aan het voorwerp zijner eerste liefde
kon hij niet onderdrukken en hij gevoelde, dat
zijn verstand niet bij machte was de neiging zijns
harten geheel te overwinnen.
De dag begon aan te brekeu toen hij zijn dorpje
op een halfuur afstands genaderd was. Doch ver
der kon hij niet. Uitgeput van vermoeienis en
met gezwollen voeten zette hij zich onder een
ouden eik neer, die eenige schreden van den
grooten weq stond. Weldra lag hij in vasten slaap.
De zon stond reeds eenige graden boven de
kimmen, toen een tweetal landlieden hem op
merkte en herkende.
„Zou hij uit het tuchthuis ontsnapt zijn?" vroe
gen ze elkander.
Zonder hem te doen ontwaken keerden ze
ijlings naar H. terug en weldra ging van mond
tot mond de tijding, „dat Kerneles, dee Jan Kars
tens vermoord had, onder de dikke iekenboome
in Albert Jans land lag."
„Wat zal ons nou overkomen?" zuchtte de we
duwe van Olde Freerk, toen meu haar, terwijl
ze nauwelijks ontwaakt was, deze onverwachte
tijding mededeelde.
„As hij ies kwam um Peter, men kan nooit
wieten, wat de wraakzucht hem ingef," zei ze
tot haar dochter, die eerstdaags met den rijken
weduwnaar in 't huwelijk zou treden.
„Och," ging ze na eenige oogenblikken voort,
dat oe vader 't veurgangen winter 't er too
daooe hef."
Geen hartelijker! groet klonk den ontslagene
toe. Bijna niemand scheen hem te herkennen;
zelfs intieme kennissen beantwoorden zijn groet
zoo stijf en zoo koel, als slechts mogelijk was.
Al was hij door de rechters vrijgesproken, de
openbare meening, hield hem sedert hij als mis
dadiger voor een crimineele rechtbank gestaan had
geenszins onschuldig.
Slechts een tweetal kennissen en daaronder
Berend, die op deu Allerhielegen jaarmarkt, op
zijn aansporing een milde gift voor dat schooiers
kind had uitgereikt, schoot toe en verwelkomde
hem met tranen van blijdschap.
„Wij hebt altied het beste van oe eleufd, krek
zoo good as Pouwel, dee veur de heeren zoo
deksels moo van oe etuugd hef," zeiden ze.
Nimmer waren de vriendschapsbetuigingen van
deze ruwe, doch eerlijke jongelieden door Plank
zoo op prijs gesteld dan thans, nu zij zich boven
de openbare ineening wisten te verheffen.
„Ie kunt wel begriepen, dat we oe nou neet
meer neudig bint; wij hebt al'n knecht," voegde
de vrouw van zijn laatsten patroon hem toe.
Bij den dokter viel Plank een hartelijke ont
vangst ten deel.
Weldra was hij bij dezen in dienst. Nergens
had hij zoo'n goede behandeling genoten als hij
hier ondervond. Doch zijn vroegere opgeruimd
heid keerde niet weder.
Doordien de moordenaar van Jan Karstens nii
ontdekt was geworden, bleef hij in de oogen va1
het publiek de misdadiger.
„Laten die boeren babbelen als oude wijvei
Aai
ontlef
Hel
klassf
ons
hun gezanik zal hun zeiven het eerst vervelen; jje(jei
meende de dokter. „Ge moet u even als voorheel
nedei
in 't openbaar vertoonen zei hij tot zijn knecli twaaj
„Wat kan men toch weinig staat maken o| jjeej
de openbare meening," dacht Plank toen hij zicjBL-erjt
voor het eerst weer naar de kerk begaf. jl.
Elkeen scheen hem te ontwijken. ï^Te
De leeraar sprak in zijn rede over het voo:
oordeel. Hij schetste den toestand van iemanc L
die, niettegenstaande zijn onschuld, gebukt gin'en g
onder de vooroordeelen zijner medeburgers, val£en
welke het meerendeel in ontwikkeling ver be
neden hem stond.
Men moest een vr
geslo
lucht
reemdeling in de gemeeni g
]p OT7Prfn 1 rrinrr holx\:irarr» rtalii
zijn, zoo men niet de overtuiging bekwam,
verst
de leeraar in zijn rede op Plank en zijn lot zis-
speelde. Zijn woorden vonden bij zijn hoordetft-
weinig bijval. Lfer
1866
Schol
(Wordt vtrvtlfd.)
lijk
dezei
jaar,