man; terwijl bovendien de kleurschakeeriog in
zijne vroegere politiek oorzaak is geweest, dat hij
allerminst op populariteit aanspraak kan maken.
TELEGRAMMEN.
Parijs, 29 Dee. Volgens de Patrie is de eerste
stap van den heer Ollivier geweest om door
bemiddeling des heeren Daru den heer Buffet
eene portefeuille aan te bieden. De heer Buffet
heeft echter tot nu toe geweigerd haar aan te
nemen.
Bij de voortzetting van het proces Traupmann
zijn de gendarmes Ferrand, Calfat en Henguel,
benevens andere getuigen, gehoord. De President
prees het gedrag van Ferrand en Henguel, het
geen toejuichingen uitlokte. Dokter Bergeron zeide,
dat een enkel man al deze moorden kan bedrij
ven. Dr. Tardieu getuigde in gelijken geest.
Traupmann echter protesteerde, zeggende dat hij
<^een Hercules was. Dr. Bergeron, die Traupmann
onderzocht heeft, zeide dat diens mechanische
toestand hem eene zekere kracht en lenigheid
gaf. Morgen overlegging van het rapport van den
chemist Roussin, requisitoir en pleidooi.
Madrid, 28 Dec. Zorilla is Zondag-avond te
Barcelona aangekomen en aldaar zeer goed ont
vangen. De gezondheid van Salaveria verbetert;
de bandiet Pacheco is gedood.
Bern, 29 Dec. De heer Ruffy, president van
den Bond, is plotseling overleden.
Venetië, 29 Dec. De Tempo deelt een telegram
mede van het eiland Santa Maura, gedateerd 28 de
zer, meldende dat gisteren aldaar eene aardbeving
heeft gewoed, waardoor de geheele stad totaal
vernield is.
Gemeenteraad.
Zitting van heden.
Voorzitter: de heer Burgemeester.
Tegenwoordig de HH. Stoffels, ïïubrecht, Hoog,
De Fremery, Hartevelt, Tieleman, Lezwijn, Le Poole,
EigemaD, Buys, Bijleveld, Verster, Cock, Dercksen,
Van Heukelom, Krantz, v. Wensen, VVttewaall,
Goudsmit en Scheltema.
De notulen worden voorgelezen en vastgesteld.
De HH. v, Outeren en Tollens hebben bericht,
dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
Ingekomendispositie van Ged. Staten houdende
goedkeuring: der begrooting voor 1870, van de beide
onderhandsche verhuringen van het vischwater en
van de woning boven het telegraafkantoor, en van
een staat van af- en overschrijving der begrooting
van dit jaar.
Voor kennisgeving aangenomen.
Adressen van den raad van administratie der Holl.
IJzeren Spoorweg Maatschappij om in eigendom te
mogen bekomen een strook gronds, en van de HH.
Hopman en Kuypers om een kraan voor hunne
branderij te mogen plaatsen. Beide in handen gesteld
van Burg. en Weth.
Verzoek van de HH. v. d. Binkhorst en Tak, prae-
ses en secr. van de stndenten-societeit Minerva, om
een gebouw op de Ruïne te mogen oprichten gedu
rende de feestweek in de maand Juni. Toegestaan.
Verzoek van de Typografische Vereeniging Laurens
Koster om kosteloozen afstand van de Gehoorzaal op
Koppermaandag. Toegestaan.
Nog deelt de Voorz. mede dat de oudheidscom-
missie een plan van verbouwing en inrichting van
de Lakenhal heeft ingezonden, dat door B. en W.
in handen van de comm. van fabricage is gesteld.
Daarop wordt overgegaan tot de behandeling der
aan de orde zijnde onderwerpen.
1°. Benoeming van vier leden in de pl. school
commissie. De voordracht luidt als volgt
1. Dr. D. Bierens de Haan. Dr. E. Verwijs.
2°. Dr. W. N. Du Rieu. W. Pleyte.
3°. Mr. J. T. Buys. J. A. E. Coebergh.
4®. Dr. W. P. Weebers. Mr. G. A. Van Hamel.
Alle aftredende leden worden met groote meer
derheid herbenoemd.
2°. Adres van Mr. J. T. Buys, om ontslag als
gecommitteerde tot de administratie der Vereenigde
Gast- en Leprooshuizen. Toegestaan.
3°. Voordracht tot verkoop van boomen in en om
de stad staande.
De heer Wttewaall maakt de opmerking dat het be
ter zou zijn om linden dan om iepenboomen daar
voor in de plaats te zetten, vooral op de Hooglandsche
Kerkgracht.
De heer Krantz geeft in bedenking, naar aanlei
ding van ingezonden adressen, om de boomen niet te
dicht bij elkander te plaatsen.
De heer Hubrecht verklaart beide deze aanmer
kingen in overweging te nemen,
De voordracht w ordt met algemeene stemmen aan
genomen.
4°. Voordracht tot overdracht van het onderhoud
van bet voetpad buiten de voormalige Koe-poort,
aan het gemeentebestuur van Zoeterwoude.
Aangenomen met algemeene stemmen.
5®. Adres van mej. M. A. De Vriese, om het ge
bruik van het locaal der openbare school n°. 1 voor
onvermogenden, ten behoeve van hare christelijke
school voor volwassen meisjes.
Voor éen jaar toegestaan met algemeene stemmen.
6°. Begrooting voor 1870 van het Gereformeerd
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Met algemeene stemmen vastgesteld
7°. Adres van J. J. Jansen, om afschrijving van
den aanslag in de plaatselijke directe belasting 1869,
van nu wijlen zijn broeder Dr. L. J. E. Janssen:
Overeenkomstig de voordracht van B. W. toege
staan.
De vergadering wordt gesloten.
discussie over de wetsontwerpen te bepalen op mor
genochtend te elf uren.
Daartoe wordt besloten.
De heer De Vos van Steen wijk verwacht dat er
morgen, na afloop van de onderwerpen, aan de orde
van den dag gesteld, zal worden bepaald of men de
werkzaamheden zal voortzetten, dan wel of men te
gen de helft van de volgende maand hier zal terug-
keeren.
De voorzitter zegt dat hij, daar er geen voorstel
gedaan is, zeer lijdelijk blijft.
De heer De Vos van Steenwijk doet nu het voor
stel, dat de Kamer'na afloop van de werkzaamheden,
op morgen bepaald, hare werkzaamheden schorse tot
de helft van de volgende maand, op een dag door
den voorzitter te bepalen. De Kamer bevindt zich
opnieuw in de onaangename positie dat zij bij over
haasting de begrootingswetten moet behandelen. Het
verslag over de middelen, heden uitgebracht, zal daar
van reeds de blijken dragen. Dat is niet alleen na-
deelig voor den gang van zaken, maar ook voor de
achting van deze vergadering. Wanneer men het
onderzoek in de afdeelingen voortzet, dan zullen vele
leden dat onderzoek niet kunnen bijwonen. En op
die wijze wordt de begrooting niet zoodanig behan
deld als wenscbelijk is.
De heer Duymaer van Twist bestrijdt dat voorstel
en de gronden waarop het rust. Hij ziet volstrekt
niet in waarom de begrooting met overhaasting zou
moeien worden afgedaan, en hij gelooft veeleer dat,
als de Kamer eerst tegen de helft van Januari we
der bijeenkomt, dan met de behandeling der begroo
ting veel meer haast zou worden gemaakt. Hij wenscht
derhalve dat het onderzoek der begrooting in de af
deelingen behoorlijk worde voortgezet. Ook hij be
klaagt er zich over dat het regel schijnt te worden
de Eerste Kamer zoo laat in staat te stellen de be
grooting te behandelen. Het is van belang dat eene
begrooting even goed als elke andere wet wordt af
gekondigd voor den dag dat zij in werking treedt.
Dat is dit jaar, evenals in het vorige, eene onmoge
lijkheid maar het blijft daarom toch wenschelijk dat
dit zoo spoedig mogelijk geschiede. Nu bevinden de
meeste leden zich hier, maar het is zeer wel mogelijk
dat dit in de helft van Januari zeer moeilijk of on
mogelijk zijn zal. Hij is dus tegen het voorstel en
wenscht dat met de behandeling van het voorstel
worde voortgegaan.
De heeren Rahusen en Van Beeck Vollenhoven
ondersteunen het voorstel.
De heeren Michiels van Kessenich en Van Rhemen
bestrijden het.
De heer Van Nispen van Pannerden is het eens
met den heer Van Twist. Hij begrijpt niet, dat men
nu zegt dat men nog niet op de hoogte der zaak
is. Voor dat hij hier kwam, heeft hij alle stukken
der begrooting en de discussiën gelezen. De leden
dezer Kamer hebben voldoenden tijd gehad om al
de stukken na te gaan. In dat opzicht kan bij dus
de geopperde bedenkingen niet deelen. Als men de
eer heeft lid dezer Kamer te zijn, dan moet men
weten of men trouw hare werkzaamheden kan bij
wonen en volbrengen. Wat het zwaarste is, moet
het zwaarste wegen. Als wij nu op 12 of 14 Januari
terugkeeren, dan zal de begrooting zeker met met
minder spoed moeten worden afgehandeld dan nu.
Daardoor zal de behartiging der zaak zeker niet
winnen. Wordt het voorstel aangenomen, dan ver
liest men twee dagen geheel nutteloos voor heen-
en terugreis, en zal het voor velen zelfs zeer moeilijk
yallen hier terug te keeren. Waarom zou men het
ondovzo^lc der böprooting in de afdeelingen nu sta
ken, terwijl het reeds omtrent eenige hooldstukken
is afgeloopen
De Minister van Financiën (de heer Van Bosse)
zegt, dat de regeering zoozeer als iemand den min
aangenamen toestand begrijpt, waarin de Eerste Ka
mer zich bij de late indiening der begrooting be
vindt. De regeering heeft al gedaan wat in hare
macht was om de afdoening der begrooting te be
spoedigen en heeft zelfs nooit eenig bezwaar gemaakt
tegen het houden van langdurige avondzittingen, in
de hoop dat de Eerste Kamer daardoor meer tijd
zou verkrijgen tot behandeling der begrooting. Wat
nu de zaak zelve betreft, blijft het voor de regeering
altijd hoogst wenschelijk dat de begrooting zoo spoe
dig mogelijk worde afgedaan. Door het voorgedragen
uitstel zal wel niet dadelijk eene stremming in den
dienst worden veroorzaakt, maar toch zal de regee
ring daardoor verplicht worden noodzakelijke uitga
ven voorloopig vast te stellen. De regeering wenscht
dus, dat de tijd tot vaststelling der begrooting zoo
veel mogelijk worde bekort.
In omvraag gebracht wordt het voorstel van den
heer De Vos van Steenwijk verworpen met 17 tegen
14 stemmen.
Voor de heeren: Rahusen, Hartsen, Storck, Ver
schoor, Van Swinderen, Hengst, Van Eysinga, Nobel,
De Lek de Clercq, Viruly, Messchert, Schot, De
Vos en Van Beeck Vollenhoven.
Tegen de heeren: Van Twist, Van Aylva, Huyde-
coper, Smit, Joost Van Vollenhoven, Sasse Van
IJsselt, Beerenbroek, Michiels Van Kessenich, Villers
de Pité, Fransen Van de Putte, Van Rhemen, Van
Nispen, Van Meeuwen, Cost Jordens, Taets, Van
Bylandt en de Voorzitter.
Daarop wordt de vergadering tot morgenochtend
te 11 uren gescheiden
De minister van binnenlandsche zaken heeft geant
woord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp, houdende regeling van het
onderwijs van rijkswege in de beeldende kunsten.
De minister verdedigt dit wetsontwerp, waarmede
vele leden in de afdeelingen der Kamer zich niet
hebben vereenigd, met nadruk. Hij betoogt, dat het
doel, hetwelk hij zich voorstelt te verwezenlijken
het leggen der breede grondslagen van echte kuns
tenaars-ontwikkeling niet beter zal worden be
reikt door uitbreiding van //goede" plaatselijke tee-
kenscholen dan door stichting van eene academie.
De minister denkt er niet aan, alle krachten op éen
punt samen te trekken; hij wenscht de instandhou
ding der //goede" gemeentelijke scholen, maar hij
verlangt slechts een naar de eischen van den tijd
ingericht middelpunt tot stand te brengen, rechts
streeks tot hoogere kunstontwikkeling bestemd, maar
middellijk tevens terugwerkende op die scholen, welke
in meerdere of mindere mate met de nijverheid in
verband staan.
iin evenzeer als de Great-Eastern, welk schip
echts tot legging van kabels wordt gebezigd
et tot alledaagsche ondernemingen doeltreffend
De werkelijk kolossale ruimten van dit
ibouvv zullen nu voor de lyrische muze
orden ingericht en in een komediegebouw
orden veranderd, welks grootte en kosten
,in oprichting al wat bestaat zal over-
effen. Terwijl toch het grootste gebouw van
en aard, La Scala in Milaan, 105 voet diep en
J voet breed, en het tooneel 49 voet breed on
7 voet diep is, zullen de afmetingen van het
ïtworpen gebouw zijn als volgt: lengte 110,
reedte 108, tooneel-breedte 64, tooneel-diepte
100 voeten. Deze afmetingen overtreffen die van
3 theatergebouwen te Muuchen, Darmstadt, Ber
in en Weeneu. Daarenboven zal het nieuwe ge-
)uw al het bestaande in doelmatigheid en in-
chting ver achter zich laten. De decoratiën zullen
x>r stoomkracht worden verwisseld, en doordie-
ilfde machine zal de ventilatie gedurende de voor-
ellingen onderhouden en aangewend worden tot
et drijven der fonteinen en watervallen, die bij
e mise-en-scèue benoodigd kunnen zijn. Ook
i den toegang zal, in vergelijking van die tot
ndere bestaande opera gebouwen, een werkelijk
ier belangrijke verbetering worden daargesteld.
eze zal plaats hebben door een prachtigen win-
trtuin, afgesloten door dubbele deuren die voor
:der rijtuig van zelve open- en dichtgaan.
Gedurende de tusschenbedrijven zal deze win-
irtuin als wandelplaats gebruikt worden.
Het geheele gebouw zal uit de vuurvaste ma-
irialen bestaan, en voortdurend zal er een zoo
roote voorraad water aanwezig zijn, dat brand-
evaar, van welken aard dan ook, als voorkomen
an beschouwd worden. Ten einde het uitzicht
e hebben dat de onderneming goed rentegevend
ïoge zijn, zullen de voorstellen naar het seizoen
fwisselen: de Italiaansche opera zal door Fransche
n Duitsche opera's, door Eogelsche en Fransche
rama's gevolgd en daarna besloten worden door
questrische voorstellingen. Om de laatste te
runnen uitvoeren, wordt een vloer over het
arterre, benevens eene afsluitheining aangelegd,
'ver het algemeen laat zich dit reusachtig plan
iet kwaad aanzien, maar of het verwezenlijkt
i\ worden, zal, bij den tegenwoordigen min-
unstigen toestand van het tooneel in Engeland,
i bezien staan.
Frankrijk.
Officieel is dan Ollivier met de vorming van
sn ministerie belast, en wel met een ministerie
it de meerderheid van het Wetgevend Lichaam,
oegt de keizerlijke boodschap er bij. Daar ovon-
/el geene enkele partij de meerderheid heeft,
oo blijft nog de vraag over, aan welke zijde
•llivier de stemmen, die zijne partij ontbreken,
il zoeken, aan de rechter of aan de linkerzijde?
De partij van Ollivier, het Centre droit, telt 129
•den in het Wetgevend Lichaam, de Droite 83,
s Centre gauche 43 en de Gauche 37; te zamen
stemmen.
Over Ollivier schrijft een onzer bladen het
olgende
Emile Ollivier heeft iets van een kameleon in
848, op tweeëntwiutigjarigen leeftijd, zien wij
em als commissaris-generaal de republiek ver-
?genwoordigen in twee van de zuidelijke depar-
ïmenten; in 1857 zien wij hem den eed afleg-
en op de keizerlijke constitutie, om zitting te
emen in het Wetgevend Lichaam, en daar eene
plaats te vinden in dat vijfmanschap, dat in de
geschiedenis van Frankrijk zal worden genoemd
als het grootste voorbeeld van wat de kracht
van beginselen vermag; in 1860 hooren wij hem
verklaren, dat hij republikein isin 1864 zien
wij hem op eens in betrekking met de Morny,
die hem tot eene zachtere oppositie weet over
e halen en daarvoor beloont met het rappor-
surschap over een weinig vrijzinnig wetsontwerp,
etreffende het recht van vereeniging van arbei-
ers; in 1867 zien wij hem steeds meer van
ijne vrienden vervreemd en als lid der door
em gestichte derde partij een bezoek op de
'uilerieën afleggen, gereed om den ministerieelen
stel te gaan bekleeden, die hem door eene in
nige van Rouher wordt onthouden; in 1869
indelijk vinden wij hem terug als den stichter
an het rechter-centrum op het oogenblik dat hij
oor den keizer wordt aangewezen om zijne ge
wichtige betrekking te aanvaarden.
De meest sprekende trek in het karakter van
en nieuwen premier is eene onvergelijkelijke
delheid en eerzucht; hij verlangt de rol van
lirabeau te vervullen, maar weet zeker dat hij
eter zal slagenhij zal Napoleon III zoo vrij-
nnig en zoo constitutioneel maken als maar
iet redelijkheid kan worden verwacht, mits hij
linister is. Zijn hoogste streven was minister
zijn -, of hij daartoe de noodige vereischten
3zit, weten wij niet en willen wij niet beoor-
selenzijne werkzaamheid aan de Parijsche balie
ïoge verdienstelijk zijn geweest, de aanmatiging
n zijn talent met dat van Mirabeau te vergelij-
eu, grenst aan het bespottelijke. Van staats-
lanswijsheid heeft hij weinig blijk gegeven, en
ijne ijdelheid is bijkans onbestaanbaar met het
ïodel van een wezenlijk superieur man en staata-
ST ATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 29 December.
Geopend te drie uren.
Na mededeeling van ingekomen stukken, van de be
noemingen der afdeelingen enz., stelt de voorzitter voor
de Eindverslagen te doen drukken en ronddeelen en de
Zitting van Donderdag 30 December.
De voorzitter deelt mede dat is ingekomen een
adres van het prov. college van beheer en toezicht
der kerkelijke goederen van de Hervormde kerk, te
gen de weglating der som uit het Hoofdstuk VII C.
aer staatsbegrooting, voor de kosten van dat college
uitgetrokken.
Aan de orde zijn de volgende wetsontwerpen
1°. tot toestemming der huwelijksverbintenis van
H. K. H. Prinses Marie. Met algemeene stemmen
aangenomen.
2#. De wet op de middelen.
De minister van financiën (de heer Van Bosse)
beantwoordt de aanmerkingen in het verslag der
commissie van rapporteurs voorkomende a. het late
tijdstip voor het behandelen der begrooting. Is de
regeering bij machte daaraan iets te doen de
minister betwijfelt het. De Tweede Kamer komt tel
kens op afgedane zaken terug. Een aantal quaestiën,
die reeds voor 20 jaren zijn beslist, worden telkens
opnieuw fer sprake gebracht en aan kritiek onder
worpen. De tweede oorzaak van de vertraging is het
ongelukkige vasthouden aan het beginsel, dat bij de
sluiting der zitting, wat aanhangig blijft als niet ge
daan wordt beschouwd. Daaruit vloeit voort een nieuw
sectie-onderzoek, sectieverslagen en antwoorden der
regeering. Het indienen eener algemeene wet, waarbij
voor het geval dat geene definitieve begrooting voor
het einde des jaars kan vastgesteld worden, het aan
bieden van credietwetten voorgeschreven wierd, of
iets dergelijks zou niet tot bekorting van beraadslaging
leiden. Het eenige is, dat de Tweede Kamer zoo spoe
dig mogelijk de staatsbegrooting ontving en dat
zij vooraf geen andere belangrijke wetten in behan
deling nam. En wat de Indische begrooting be
treft, deze is afhankelijk van de stukken uit Indië.
b. de aandrang tot herziening van het kadaster der
gebouwde eigendommen. De minister refereert zich
aan het antwoord in de andere Kamer gegeven.
c. de vermindering van den accijns op de zeep. De
regeering zal dit gaarne in overweging nemen.
d. de staatsloterij en de aandrang tot de afschaf
fing van de splitsing der loten. Reeds in het verslag
is er op gewezen, dat daaruit andere misbruiken zou
den ontstaan, en de min. is ook van die opinie. Voorts
wijst de min. op de onmogelijkheid om van zijn stand
punt de deelneming aan vreemde loterijen uit te slui
ten. Sommige rechterlijke collegièn meenen, dat de
wet van 1814 niet toepasselijk is op negotiatie van
leeningen. Nu is het raoeielijk te onderscheiden of
de leening eene gewone of eene negotiatie is. De
min. van justitie heeft een ontwerp gereed om in dit
bezwaar te voorzien.
e. De uitgifte van schatkistbiljetten in verband
met de vraag of de wet van 1851 toepasselijk is op
de biljetten die, krachtens het ontwerp dat nog aan
hangig is, zullen vastgesteld worden. Hierop moet
de minister onvoorwaardelijk toestemmend antwoor
den. Hij staat ook stil bij het gevoelen dat de uit
gifte van schatkistbiljetten zeer geschikt is om een
tijdelijk te kort te dekken. De minister van finan
ciën is nu na de vaststelling van de koloniale be
grooting bij de wet, meer dan ooit afhankelijk van
de koloniale baten, zoodat, als juiste opgaven uit
Indië ontbreken, en de minister van koloniën niet
geneigd is om de koloniale bijdragen ter beschikking
van den minister van financiën te stellen, er on
zekerheid is bij den minister van financiën omtrent
den stand der begrooting.
Wat moet nu de minister van financiën dan bij
het opmaken der begrooting doen? Moet hij tot ver
hooging van belastingen overgaan? Of voorbarig
eene leening sluiten, die rentebetaling vordert? Hij
gelooft niet, dat dit eene goede financiëele staat
kunde zou zijn. Hij moet dus wel zoeken naar een
middel om de begrooting te doen sluiten, en daartoe
is het beste schatkistbiljetten uit te geven, die bij
eene nader te sluiten leening door obligatiën kunnen
worden vervangen.
Voorts zet de min. uiteen, dat het voor de finan-
tiële administratie geen groot bezwaar oplevert schat
kistbiljetten uit te geven. Voor een klein bedrag
schatkistbiljetten, tot eene zeer lage rente duut zaam in
circulatie te brengen, dat acht hij een groot voordeel
voor de schatkist.
De heer Sasse van IJsselt bespreekt het creëeren
van nieuwe tienden in het land van Cuyk.
De heeren VaD Nispen van Pannerden en Schot
achten de herziening van 't kadaster der gebouwde
eigendommen noodig. De laatste betoogt, dat die
belasting veel meer moet opbrengen.
Enkele leden bespreken nog de late indiening
der begrooting, de uitgifte van schatkistbiljetten,
terwijl de heer Viruly verklaart dat niet verminde
ring van den accijns op de zeep maar afschaffing
noodig is.
Nadat de min. van finantien nog geantwoord heeft
wordt de wet op de middelen aangenomen met 29
stemmen tegen 1. Tegen de heer Van Nispen. Daarna
worden nog verschillende kleinere wetsontwerpen
zonder discussie goedgekeurd.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Gravenhagk, 30 Dec. Z. M. heeft benoemd
tot directeur van de grootboeken der Nationale
schuld den heer E. R. Schultz, thans referendaris,
belast met de functien van verificateur bij de
directie van de grootboeken tot agent van het
ministerie van financien te Amsterdam, den heer
J. VV. Blaauw, thans referendaris bij dat agent
schap.
Aan het ministerie van binnenlandsche zaken
is heden aanbesteed: Het maken van de beide
landhoofden der brug over het Hollandsch Diep
met de aansluitende spoorwegdammen in twee
perceelen en in massa. Minste inschrijver was:
perceelen 1 en 2 de heer B. P. De Groot te Gies-
sendam voor f 231000 en 569000. Voor de massa
de heer J. Kraayevelt te Sliedrecht voor f 666000.
Daar dit laatste wellicht eene vergissing is, kan
men als minste inschrijvers voor de massa aan
nemen, de heeren: D. Volker te Dordrecht en
A. Volker Lz. te Sliedrecht voor f768000.
Heden heeft de A rrondissements-Recht bank
alhier uitspraak gedaan in de zaak van de ge
broeders Kaffa, beschuldigd van rustverstoring en
verzet tegen de politie, in den avond van 15
November jl., legen welke feiten door den sub
stituut-officier Jhr. Mr. De Jonge bij de behan
deling der zaak voor de rechtbank, op II. Don
derdag 23 Dec., straffen werden geëischl. De
rechtbank heeft hen schuldig verklaard aan ge-
weldadig verzet tegen de politie en hen respec-
tivelijk veroordeeld tot eene gevangenisstraf van
eene maand, en daarenboven den eerste, Hendrik
Kaffa, tot eene geldboete van 50, wegens het
inslaan van glasruiten, en ook eene boete van
f 8 wegens het wanbedrijf van het toevoegen van
scheldwoorden aan een agent van politie.