man; terwijl bovendien de kleurschakeeriog in zijne vroegere politiek oorzaak is geweest, dat hij allerminst op populariteit aanspraak kan maken. TELEGRAMMEN. Parijs, 29 Dee. Volgens de Patrie is de eerste stap van den heer Ollivier geweest om door bemiddeling des heeren Daru den heer Buffet eene portefeuille aan te bieden. De heer Buffet heeft echter tot nu toe geweigerd haar aan te nemen. Bij de voortzetting van het proces Traupmann zijn de gendarmes Ferrand, Calfat en Henguel, benevens andere getuigen, gehoord. De President prees het gedrag van Ferrand en Henguel, het geen toejuichingen uitlokte. Dokter Bergeron zeide, dat een enkel man al deze moorden kan bedrij ven. Dr. Tardieu getuigde in gelijken geest. Traupmann echter protesteerde, zeggende dat hij <^een Hercules was. Dr. Bergeron, die Traupmann onderzocht heeft, zeide dat diens mechanische toestand hem eene zekere kracht en lenigheid gaf. Morgen overlegging van het rapport van den chemist Roussin, requisitoir en pleidooi. Madrid, 28 Dec. Zorilla is Zondag-avond te Barcelona aangekomen en aldaar zeer goed ont vangen. De gezondheid van Salaveria verbetert; de bandiet Pacheco is gedood. Bern, 29 Dec. De heer Ruffy, president van den Bond, is plotseling overleden. Venetië, 29 Dec. De Tempo deelt een telegram mede van het eiland Santa Maura, gedateerd 28 de zer, meldende dat gisteren aldaar eene aardbeving heeft gewoed, waardoor de geheele stad totaal vernield is. Gemeenteraad. Zitting van heden. Voorzitter: de heer Burgemeester. Tegenwoordig de HH. Stoffels, ïïubrecht, Hoog, De Fremery, Hartevelt, Tieleman, Lezwijn, Le Poole, EigemaD, Buys, Bijleveld, Verster, Cock, Dercksen, Van Heukelom, Krantz, v. Wensen, VVttewaall, Goudsmit en Scheltema. De notulen worden voorgelezen en vastgesteld. De HH. v, Outeren en Tollens hebben bericht, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. Ingekomendispositie van Ged. Staten houdende goedkeuring: der begrooting voor 1870, van de beide onderhandsche verhuringen van het vischwater en van de woning boven het telegraafkantoor, en van een staat van af- en overschrijving der begrooting van dit jaar. Voor kennisgeving aangenomen. Adressen van den raad van administratie der Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij om in eigendom te mogen bekomen een strook gronds, en van de HH. Hopman en Kuypers om een kraan voor hunne branderij te mogen plaatsen. Beide in handen gesteld van Burg. en Weth. Verzoek van de HH. v. d. Binkhorst en Tak, prae- ses en secr. van de stndenten-societeit Minerva, om een gebouw op de Ruïne te mogen oprichten gedu rende de feestweek in de maand Juni. Toegestaan. Verzoek van de Typografische Vereeniging Laurens Koster om kosteloozen afstand van de Gehoorzaal op Koppermaandag. Toegestaan. Nog deelt de Voorz. mede dat de oudheidscom- missie een plan van verbouwing en inrichting van de Lakenhal heeft ingezonden, dat door B. en W. in handen van de comm. van fabricage is gesteld. Daarop wordt overgegaan tot de behandeling der aan de orde zijnde onderwerpen. 1°. Benoeming van vier leden in de pl. school commissie. De voordracht luidt als volgt 1. Dr. D. Bierens de Haan. Dr. E. Verwijs. 2°. Dr. W. N. Du Rieu. W. Pleyte. 3°. Mr. J. T. Buys. J. A. E. Coebergh. 4®. Dr. W. P. Weebers. Mr. G. A. Van Hamel. Alle aftredende leden worden met groote meer derheid herbenoemd. 2°. Adres van Mr. J. T. Buys, om ontslag als gecommitteerde tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen. Toegestaan. 3°. Voordracht tot verkoop van boomen in en om de stad staande. De heer Wttewaall maakt de opmerking dat het be ter zou zijn om linden dan om iepenboomen daar voor in de plaats te zetten, vooral op de Hooglandsche Kerkgracht. De heer Krantz geeft in bedenking, naar aanlei ding van ingezonden adressen, om de boomen niet te dicht bij elkander te plaatsen. De heer Hubrecht verklaart beide deze aanmer kingen in overweging te nemen, De voordracht w ordt met algemeene stemmen aan genomen. 4°. Voordracht tot overdracht van het onderhoud van bet voetpad buiten de voormalige Koe-poort, aan het gemeentebestuur van Zoeterwoude. Aangenomen met algemeene stemmen. 5®. Adres van mej. M. A. De Vriese, om het ge bruik van het locaal der openbare school n°. 1 voor onvermogenden, ten behoeve van hare christelijke school voor volwassen meisjes. Voor éen jaar toegestaan met algemeene stemmen. 6°. Begrooting voor 1870 van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Met algemeene stemmen vastgesteld 7°. Adres van J. J. Jansen, om afschrijving van den aanslag in de plaatselijke directe belasting 1869, van nu wijlen zijn broeder Dr. L. J. E. Janssen: Overeenkomstig de voordracht van B. W. toege staan. De vergadering wordt gesloten. discussie over de wetsontwerpen te bepalen op mor genochtend te elf uren. Daartoe wordt besloten. De heer De Vos van Steen wijk verwacht dat er morgen, na afloop van de onderwerpen, aan de orde van den dag gesteld, zal worden bepaald of men de werkzaamheden zal voortzetten, dan wel of men te gen de helft van de volgende maand hier zal terug- keeren. De voorzitter zegt dat hij, daar er geen voorstel gedaan is, zeer lijdelijk blijft. De heer De Vos van Steenwijk doet nu het voor stel, dat de Kamer'na afloop van de werkzaamheden, op morgen bepaald, hare werkzaamheden schorse tot de helft van de volgende maand, op een dag door den voorzitter te bepalen. De Kamer bevindt zich opnieuw in de onaangename positie dat zij bij over haasting de begrootingswetten moet behandelen. Het verslag over de middelen, heden uitgebracht, zal daar van reeds de blijken dragen. Dat is niet alleen na- deelig voor den gang van zaken, maar ook voor de achting van deze vergadering. Wanneer men het onderzoek in de afdeelingen voortzet, dan zullen vele leden dat onderzoek niet kunnen bijwonen. En op die wijze wordt de begrooting niet zoodanig behan deld als wenscbelijk is. De heer Duymaer van Twist bestrijdt dat voorstel en de gronden waarop het rust. Hij ziet volstrekt niet in waarom de begrooting met overhaasting zou moeien worden afgedaan, en hij gelooft veeleer dat, als de Kamer eerst tegen de helft van Januari we der bijeenkomt, dan met de behandeling der begroo ting veel meer haast zou worden gemaakt. Hij wenscht derhalve dat het onderzoek der begrooting in de af deelingen behoorlijk worde voortgezet. Ook hij be klaagt er zich over dat het regel schijnt te worden de Eerste Kamer zoo laat in staat te stellen de be grooting te behandelen. Het is van belang dat eene begrooting even goed als elke andere wet wordt af gekondigd voor den dag dat zij in werking treedt. Dat is dit jaar, evenals in het vorige, eene onmoge lijkheid maar het blijft daarom toch wenschelijk dat dit zoo spoedig mogelijk geschiede. Nu bevinden de meeste leden zich hier, maar het is zeer wel mogelijk dat dit in de helft van Januari zeer moeilijk of on mogelijk zijn zal. Hij is dus tegen het voorstel en wenscht dat met de behandeling van het voorstel worde voortgegaan. De heeren Rahusen en Van Beeck Vollenhoven ondersteunen het voorstel. De heeren Michiels van Kessenich en Van Rhemen bestrijden het. De heer Van Nispen van Pannerden is het eens met den heer Van Twist. Hij begrijpt niet, dat men nu zegt dat men nog niet op de hoogte der zaak is. Voor dat hij hier kwam, heeft hij alle stukken der begrooting en de discussiën gelezen. De leden dezer Kamer hebben voldoenden tijd gehad om al de stukken na te gaan. In dat opzicht kan bij dus de geopperde bedenkingen niet deelen. Als men de eer heeft lid dezer Kamer te zijn, dan moet men weten of men trouw hare werkzaamheden kan bij wonen en volbrengen. Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Als wij nu op 12 of 14 Januari terugkeeren, dan zal de begrooting zeker met met minder spoed moeten worden afgehandeld dan nu. Daardoor zal de behartiging der zaak zeker niet winnen. Wordt het voorstel aangenomen, dan ver liest men twee dagen geheel nutteloos voor heen- en terugreis, en zal het voor velen zelfs zeer moeilijk yallen hier terug te keeren. Waarom zou men het ondovzo^lc der böprooting in de afdeelingen nu sta ken, terwijl het reeds omtrent eenige hooldstukken is afgeloopen De Minister van Financiën (de heer Van Bosse) zegt, dat de regeering zoozeer als iemand den min aangenamen toestand begrijpt, waarin de Eerste Ka mer zich bij de late indiening der begrooting be vindt. De regeering heeft al gedaan wat in hare macht was om de afdoening der begrooting te be spoedigen en heeft zelfs nooit eenig bezwaar gemaakt tegen het houden van langdurige avondzittingen, in de hoop dat de Eerste Kamer daardoor meer tijd zou verkrijgen tot behandeling der begrooting. Wat nu de zaak zelve betreft, blijft het voor de regeering altijd hoogst wenschelijk dat de begrooting zoo spoe dig mogelijk worde afgedaan. Door het voorgedragen uitstel zal wel niet dadelijk eene stremming in den dienst worden veroorzaakt, maar toch zal de regee ring daardoor verplicht worden noodzakelijke uitga ven voorloopig vast te stellen. De regeering wenscht dus, dat de tijd tot vaststelling der begrooting zoo veel mogelijk worde bekort. In omvraag gebracht wordt het voorstel van den heer De Vos van Steenwijk verworpen met 17 tegen 14 stemmen. Voor de heeren: Rahusen, Hartsen, Storck, Ver schoor, Van Swinderen, Hengst, Van Eysinga, Nobel, De Lek de Clercq, Viruly, Messchert, Schot, De Vos en Van Beeck Vollenhoven. Tegen de heeren: Van Twist, Van Aylva, Huyde- coper, Smit, Joost Van Vollenhoven, Sasse Van IJsselt, Beerenbroek, Michiels Van Kessenich, Villers de Pité, Fransen Van de Putte, Van Rhemen, Van Nispen, Van Meeuwen, Cost Jordens, Taets, Van Bylandt en de Voorzitter. Daarop wordt de vergadering tot morgenochtend te 11 uren gescheiden De minister van binnenlandsche zaken heeft geant woord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp, houdende regeling van het onderwijs van rijkswege in de beeldende kunsten. De minister verdedigt dit wetsontwerp, waarmede vele leden in de afdeelingen der Kamer zich niet hebben vereenigd, met nadruk. Hij betoogt, dat het doel, hetwelk hij zich voorstelt te verwezenlijken het leggen der breede grondslagen van echte kuns tenaars-ontwikkeling niet beter zal worden be reikt door uitbreiding van //goede" plaatselijke tee- kenscholen dan door stichting van eene academie. De minister denkt er niet aan, alle krachten op éen punt samen te trekken; hij wenscht de instandhou ding der //goede" gemeentelijke scholen, maar hij verlangt slechts een naar de eischen van den tijd ingericht middelpunt tot stand te brengen, rechts streeks tot hoogere kunstontwikkeling bestemd, maar middellijk tevens terugwerkende op die scholen, welke in meerdere of mindere mate met de nijverheid in verband staan. iin evenzeer als de Great-Eastern, welk schip echts tot legging van kabels wordt gebezigd et tot alledaagsche ondernemingen doeltreffend De werkelijk kolossale ruimten van dit ibouvv zullen nu voor de lyrische muze orden ingericht en in een komediegebouw orden veranderd, welks grootte en kosten ,in oprichting al wat bestaat zal over- effen. Terwijl toch het grootste gebouw van en aard, La Scala in Milaan, 105 voet diep en J voet breed, en het tooneel 49 voet breed on 7 voet diep is, zullen de afmetingen van het ïtworpen gebouw zijn als volgt: lengte 110, reedte 108, tooneel-breedte 64, tooneel-diepte 100 voeten. Deze afmetingen overtreffen die van 3 theatergebouwen te Muuchen, Darmstadt, Ber in en Weeneu. Daarenboven zal het nieuwe ge- )uw al het bestaande in doelmatigheid en in- chting ver achter zich laten. De decoratiën zullen x>r stoomkracht worden verwisseld, en doordie- ilfde machine zal de ventilatie gedurende de voor- ellingen onderhouden en aangewend worden tot et drijven der fonteinen en watervallen, die bij e mise-en-scèue benoodigd kunnen zijn. Ook i den toegang zal, in vergelijking van die tot ndere bestaande opera gebouwen, een werkelijk ier belangrijke verbetering worden daargesteld. eze zal plaats hebben door een prachtigen win- trtuin, afgesloten door dubbele deuren die voor :der rijtuig van zelve open- en dichtgaan. Gedurende de tusschenbedrijven zal deze win- irtuin als wandelplaats gebruikt worden. Het geheele gebouw zal uit de vuurvaste ma- irialen bestaan, en voortdurend zal er een zoo roote voorraad water aanwezig zijn, dat brand- evaar, van welken aard dan ook, als voorkomen an beschouwd worden. Ten einde het uitzicht e hebben dat de onderneming goed rentegevend ïoge zijn, zullen de voorstellen naar het seizoen fwisselen: de Italiaansche opera zal door Fransche n Duitsche opera's, door Eogelsche en Fransche rama's gevolgd en daarna besloten worden door questrische voorstellingen. Om de laatste te runnen uitvoeren, wordt een vloer over het arterre, benevens eene afsluitheining aangelegd, 'ver het algemeen laat zich dit reusachtig plan iet kwaad aanzien, maar of het verwezenlijkt i\ worden, zal, bij den tegenwoordigen min- unstigen toestand van het tooneel in Engeland, i bezien staan. Frankrijk. Officieel is dan Ollivier met de vorming van sn ministerie belast, en wel met een ministerie it de meerderheid van het Wetgevend Lichaam, oegt de keizerlijke boodschap er bij. Daar ovon- /el geene enkele partij de meerderheid heeft, oo blijft nog de vraag over, aan welke zijde •llivier de stemmen, die zijne partij ontbreken, il zoeken, aan de rechter of aan de linkerzijde? De partij van Ollivier, het Centre droit, telt 129 •den in het Wetgevend Lichaam, de Droite 83, s Centre gauche 43 en de Gauche 37; te zamen stemmen. Over Ollivier schrijft een onzer bladen het olgende Emile Ollivier heeft iets van een kameleon in 848, op tweeëntwiutigjarigen leeftijd, zien wij em als commissaris-generaal de republiek ver- ?genwoordigen in twee van de zuidelijke depar- ïmenten; in 1857 zien wij hem den eed afleg- en op de keizerlijke constitutie, om zitting te emen in het Wetgevend Lichaam, en daar eene plaats te vinden in dat vijfmanschap, dat in de geschiedenis van Frankrijk zal worden genoemd als het grootste voorbeeld van wat de kracht van beginselen vermag; in 1860 hooren wij hem verklaren, dat hij republikein isin 1864 zien wij hem op eens in betrekking met de Morny, die hem tot eene zachtere oppositie weet over e halen en daarvoor beloont met het rappor- surschap over een weinig vrijzinnig wetsontwerp, etreffende het recht van vereeniging van arbei- ers; in 1867 zien wij hem steeds meer van ijne vrienden vervreemd en als lid der door em gestichte derde partij een bezoek op de 'uilerieën afleggen, gereed om den ministerieelen stel te gaan bekleeden, die hem door eene in nige van Rouher wordt onthouden; in 1869 indelijk vinden wij hem terug als den stichter an het rechter-centrum op het oogenblik dat hij oor den keizer wordt aangewezen om zijne ge wichtige betrekking te aanvaarden. De meest sprekende trek in het karakter van en nieuwen premier is eene onvergelijkelijke delheid en eerzucht; hij verlangt de rol van lirabeau te vervullen, maar weet zeker dat hij eter zal slagenhij zal Napoleon III zoo vrij- nnig en zoo constitutioneel maken als maar iet redelijkheid kan worden verwacht, mits hij linister is. Zijn hoogste streven was minister zijn -, of hij daartoe de noodige vereischten 3zit, weten wij niet en willen wij niet beoor- selenzijne werkzaamheid aan de Parijsche balie ïoge verdienstelijk zijn geweest, de aanmatiging n zijn talent met dat van Mirabeau te vergelij- eu, grenst aan het bespottelijke. Van staats- lanswijsheid heeft hij weinig blijk gegeven, en ijne ijdelheid is bijkans onbestaanbaar met het ïodel van een wezenlijk superieur man en staata- ST ATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Zitting van Woensdag 29 December. Geopend te drie uren. Na mededeeling van ingekomen stukken, van de be noemingen der afdeelingen enz., stelt de voorzitter voor de Eindverslagen te doen drukken en ronddeelen en de Zitting van Donderdag 30 December. De voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres van het prov. college van beheer en toezicht der kerkelijke goederen van de Hervormde kerk, te gen de weglating der som uit het Hoofdstuk VII C. aer staatsbegrooting, voor de kosten van dat college uitgetrokken. Aan de orde zijn de volgende wetsontwerpen 1°. tot toestemming der huwelijksverbintenis van H. K. H. Prinses Marie. Met algemeene stemmen aangenomen. 2#. De wet op de middelen. De minister van financiën (de heer Van Bosse) beantwoordt de aanmerkingen in het verslag der commissie van rapporteurs voorkomende a. het late tijdstip voor het behandelen der begrooting. Is de regeering bij machte daaraan iets te doen de minister betwijfelt het. De Tweede Kamer komt tel kens op afgedane zaken terug. Een aantal quaestiën, die reeds voor 20 jaren zijn beslist, worden telkens opnieuw fer sprake gebracht en aan kritiek onder worpen. De tweede oorzaak van de vertraging is het ongelukkige vasthouden aan het beginsel, dat bij de sluiting der zitting, wat aanhangig blijft als niet ge daan wordt beschouwd. Daaruit vloeit voort een nieuw sectie-onderzoek, sectieverslagen en antwoorden der regeering. Het indienen eener algemeene wet, waarbij voor het geval dat geene definitieve begrooting voor het einde des jaars kan vastgesteld worden, het aan bieden van credietwetten voorgeschreven wierd, of iets dergelijks zou niet tot bekorting van beraadslaging leiden. Het eenige is, dat de Tweede Kamer zoo spoe dig mogelijk de staatsbegrooting ontving en dat zij vooraf geen andere belangrijke wetten in behan deling nam. En wat de Indische begrooting be treft, deze is afhankelijk van de stukken uit Indië. b. de aandrang tot herziening van het kadaster der gebouwde eigendommen. De minister refereert zich aan het antwoord in de andere Kamer gegeven. c. de vermindering van den accijns op de zeep. De regeering zal dit gaarne in overweging nemen. d. de staatsloterij en de aandrang tot de afschaf fing van de splitsing der loten. Reeds in het verslag is er op gewezen, dat daaruit andere misbruiken zou den ontstaan, en de min. is ook van die opinie. Voorts wijst de min. op de onmogelijkheid om van zijn stand punt de deelneming aan vreemde loterijen uit te slui ten. Sommige rechterlijke collegièn meenen, dat de wet van 1814 niet toepasselijk is op negotiatie van leeningen. Nu is het raoeielijk te onderscheiden of de leening eene gewone of eene negotiatie is. De min. van justitie heeft een ontwerp gereed om in dit bezwaar te voorzien. e. De uitgifte van schatkistbiljetten in verband met de vraag of de wet van 1851 toepasselijk is op de biljetten die, krachtens het ontwerp dat nog aan hangig is, zullen vastgesteld worden. Hierop moet de minister onvoorwaardelijk toestemmend antwoor den. Hij staat ook stil bij het gevoelen dat de uit gifte van schatkistbiljetten zeer geschikt is om een tijdelijk te kort te dekken. De minister van finan ciën is nu na de vaststelling van de koloniale be grooting bij de wet, meer dan ooit afhankelijk van de koloniale baten, zoodat, als juiste opgaven uit Indië ontbreken, en de minister van koloniën niet geneigd is om de koloniale bijdragen ter beschikking van den minister van financiën te stellen, er on zekerheid is bij den minister van financiën omtrent den stand der begrooting. Wat moet nu de minister van financiën dan bij het opmaken der begrooting doen? Moet hij tot ver hooging van belastingen overgaan? Of voorbarig eene leening sluiten, die rentebetaling vordert? Hij gelooft niet, dat dit eene goede financiëele staat kunde zou zijn. Hij moet dus wel zoeken naar een middel om de begrooting te doen sluiten, en daartoe is het beste schatkistbiljetten uit te geven, die bij eene nader te sluiten leening door obligatiën kunnen worden vervangen. Voorts zet de min. uiteen, dat het voor de finan- tiële administratie geen groot bezwaar oplevert schat kistbiljetten uit te geven. Voor een klein bedrag schatkistbiljetten, tot eene zeer lage rente duut zaam in circulatie te brengen, dat acht hij een groot voordeel voor de schatkist. De heer Sasse van IJsselt bespreekt het creëeren van nieuwe tienden in het land van Cuyk. De heeren VaD Nispen van Pannerden en Schot achten de herziening van 't kadaster der gebouwde eigendommen noodig. De laatste betoogt, dat die belasting veel meer moet opbrengen. Enkele leden bespreken nog de late indiening der begrooting, de uitgifte van schatkistbiljetten, terwijl de heer Viruly verklaart dat niet verminde ring van den accijns op de zeep maar afschaffing noodig is. Nadat de min. van finantien nog geantwoord heeft wordt de wet op de middelen aangenomen met 29 stemmen tegen 1. Tegen de heer Van Nispen. Daarna worden nog verschillende kleinere wetsontwerpen zonder discussie goedgekeurd. LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhagk, 30 Dec. Z. M. heeft benoemd tot directeur van de grootboeken der Nationale schuld den heer E. R. Schultz, thans referendaris, belast met de functien van verificateur bij de directie van de grootboeken tot agent van het ministerie van financien te Amsterdam, den heer J. VV. Blaauw, thans referendaris bij dat agent schap. Aan het ministerie van binnenlandsche zaken is heden aanbesteed: Het maken van de beide landhoofden der brug over het Hollandsch Diep met de aansluitende spoorwegdammen in twee perceelen en in massa. Minste inschrijver was: perceelen 1 en 2 de heer B. P. De Groot te Gies- sendam voor f 231000 en 569000. Voor de massa de heer J. Kraayevelt te Sliedrecht voor f 666000. Daar dit laatste wellicht eene vergissing is, kan men als minste inschrijvers voor de massa aan nemen, de heeren: D. Volker te Dordrecht en A. Volker Lz. te Sliedrecht voor f768000. Heden heeft de A rrondissements-Recht bank alhier uitspraak gedaan in de zaak van de ge broeders Kaffa, beschuldigd van rustverstoring en verzet tegen de politie, in den avond van 15 November jl., legen welke feiten door den sub stituut-officier Jhr. Mr. De Jonge bij de behan deling der zaak voor de rechtbank, op II. Don derdag 23 Dec., straffen werden geëischl. De rechtbank heeft hen schuldig verklaard aan ge- weldadig verzet tegen de politie en hen respec- tivelijk veroordeeld tot eene gevangenisstraf van eene maand, en daarenboven den eerste, Hendrik Kaffa, tot eene geldboete van 50, wegens het inslaan van glasruiten, en ook eene boete van f 8 wegens het wanbedrijf van het toevoegen van scheldwoorden aan een agent van politie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3