N°. 3027, Woensdag A0. 1869. 1212 December. feuilleton van het „Leidsch Dagblad". KORNELIS PLANK. LËIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. lij, die zich met 1 Januari 1870 op ons blad qnneeren, tegen den prijs van f 3, in de 3 ^nden voor binnen, en ƒ3.85 franco per post, de slad, ontvangen van heden af gratis de deze maand verschijnende nummers. Lelden, 21 December. genoegen hebben we gisterenavond, weder bijeenkomst der Volksvoorlezingen bijge- bnd. De bekende kapel, onder directie van heer van Pijpen, voerde in het voor-uur met juistheid en smaak een inderdaad schoon bamma van een zevental muziekstukken uit, leindigde met, als gewoonlijk, onder de luide dlaus der aanwezigen, een paar Volksliederen floen hooren. Jervolgens hield de heer Dr. D. de Loos de pekers ruim een uur hoogst nuttig en onder- dend bezig over: Lucht. Na eenige algemeene ^thouwingen over lucht, hare betrekking tot aarde die wij bewonen en de onmisbaarheid tan voor menschen en dieren, stond de spreker Jereenvolgens stil bij hare hoofdbestanddeelen, zuurstof, stikstof en ammoniak en maakte jsfbij, door eenige uitmuntend geslaagde proe- n, het medegedeelde voor zijn talrijke hoorders jdelijk, die met veel belangstelling deze voor- acht volgden, en, zoowel bij de verschillende 0£ven, als aan het slot, door hunne toejuichin- n van hunne ingenomenheid met het gehoorde ijk gaven. Beden middag had eene vrouw, bezig zijnde ad te spoelen, het ongeluk in het water aan Aalmarkt alhier te vallen, doch werd daaruit (Idig door te hulp snellende personen gered. I. M. heeft goedgevonden de gemeente Leiden i te wijzen als standplaats van het kantoor jl den ijk der maten, gewichten en weegwerk- gfen, voor het rechterlijk arrondissement van in naain; en te benoemen tot ijker der maten, vichten en vveegwerktuigen alhier, den heer laisser. weide nabij deze stad in huur. In den avond van den 2i,l,D September jl. ontsnapte uit die weide eene koe, die zich door de niet op behoorlijke diepte gehouden sloot en met verbreking van een zwak staketsel, uit ijzerdraad aan palen vastge hecht bestaande, op de spoorbaan begaf en kort daarna door de machine van den uit Amsterdam komenden avondtrein werd overreden en vermor zeld. De rechtbank had bij haar vonnis geoor deeld dat dit feit daarstelde eene overtreding der wet op de spoorwegen van 21 Augustus 1859, in art. 36 bepalende, dat het verboden is zonder toe stemming van de bestuurders vee op den spoor weg te drijven of te laten loogen. Op het daarvan ingesteld hooger beroep en op de pleidooien voor den appellant, door zijn raadsman, den advocaat Mr. Van Blaricum, gehouden, besliste het Hof in substantie, dat in de voorzegde bepaling niet slechts begrepen was het geval, dat de eigenaar of bruiker zijn vee willens had doen loopen, maar ook indien, zulks te wijten was aan zijn verzuim of nalatigheid; dat echter hiervan geen zoodanig verzuim of nalatigheid was gebleken, dewijl de afsluiting volgens reglement in een sloot en afrastering bestaande geheel het eigen dom was en onder beheer stond van de Ned. Rijn spoorweg-maatschappij, waarvoor de appellant niet aansprakelijk was, en dat hij zulks evenmin was bij gemis aan voorzorgen die niet redelijker wijze van den eigenaar of bruiker worden gevor derd, en waarvan het bewijs moest worden ge leverd door het U. M. Bij een op deze en andere gronden breed gemotiveerd arrest werd door het Hof geoordeeld, dat de bewezen feiten nietdaar- stelden eenig wanbedrijf of overtreding, en de appellant te dier zake van alle rechtsvervolging ontslagen. dit laatste werk heeft reeds de 3de druk het licht gezien en is, zoo wij ons niet vergissen, op de hoogere burgerscholen vrij algemeen in ge bruik De volmaakte timmerman, enz. Blijkt reeds uit deze opsomming, die overigens waarschijnlijk vrij onvolledig is, de verscheiden heid van zijn vernuft, die vruchtbaarheid ver dient te meer erkenning als men nagaat, dat Van Lee autodidactisch was gevormd en zijne veel zijdige kennis veelal aan eigen vlijt, inspanning en volharding, gepaard aan een gelukkigen aan leg, had te danken. Ook op staatkundig gebied- was hij geen vreemdeling, en arbeidde hij waar het pas gaf, door woord en schrift, aan de ont wikkeling en verbreiding der liberale beginselen, aan welke hij menigmaal, hoewel ook minder algemeen bekend, de zege hielp behalen. W. o. Volgens de Middelb. Courant zal ook uit Middel burg een adres betrekkelijk het liooge bedrag der militaire budgetten aan de Tweede Kamer worden gericht. M. heeft met ingang van 1 Januari 1870 de heeren Dr. A. J. Boon en D. Visser alhier, wdissements-ijkers der maten en gewichten, ens een nieuwe regeling van het dienstvak tartoe zij behooren, behoudens aanspraak op nsioen of wachtgeld, eervol ontslag uit hunne trekking als zoodanig verleend. Door het tooneelgezelschap van de HH. Louis uw meester en C. zal op Woensdag 22 Dec. Rotterdam eene voorstelling worden gegeven, .arvan de opbrengst zal strekken ten voor de der nagelaten betrekkingen van veronge- ;te loodsen en visschers te Terschelling, Kat- jk en Noordwijk. Jij arrest van het Hof in Utrecht, van den dezer, is eene voor eigenaren van aan spoor- ge.n grenzende landerijen of voor bruikers daar- i eene zeer belangrijke uitspraak gegeven, iekere G. W. had van den heer v. N. eene Up 7 dezer is te Amsterdam een man overle den, die wel verdient herdacht te worden: wij bedoelen den heer A. Van Lee, lid der academie van beeldende kunsten en van verscheidene ge leerde genootschappen. Hij was een gelukkig be oefenaar der kunst en der letteren, en niet onbe langrijk zijn de vruchten zijner pen, die van tijd tot tijd door den druk voor het publiek toegan kelijk werden gemaakt. Voor zoover wij ons ze kunnen herinneren, laten wij hier eene lijst zijner, deels oorspronkelijke, deels vertaalde werken vol gen: Eene menigte biographieën van beroemde personen, kunstenaars, enz.; een groot aantal be oordeelingen van muziekfeesten, tentoonstellingen van schilderkunst, enz.; Stemmen der oudste ra- hijnen over de Piutiem, met een aanhangsel; Hartelijk woord aan mijne mede-IsraëlietenCoup d'oeil sur les représentations de mile. Rachel; Uver het recht der boekdrukkunst; Het schilders modelDe Postwet; Beredeneerde geschiedenis der Nederl. schilder-, houtsnij- en graveerkunst, met aanteekeningenGeschiedenis der merkwaar digste uitvindingen; De heilige hoeken der Chi- neezen of de vier classieke boeken van Con fucius en Mencius; De Koran; Vinet, Fransche Christomathie, met aanteekeningen en noten. Vari Men schrijft uit Rotterdam aan het Hdbl.: Van het stoomschip „the Creek" is sedert het vertrek van Glasgow op 3 dezer niets vernomen, zoodat wij alle reden hebben om te gelooven dat het verongelukt is. De „lord Byron", kapit. J. Walsch, zal daarom de reis naar Dublin en Belfast maken. Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden zou, volgens gerucht, hebben bepaald, dat het huwe lijk van HDs. dochter met Z. D. H. Prins Von Wied, op 21 Mei a. s., den eenenveertigsten huwelijksdag van den grijzen Prins, zal gesloten worden. Z. K. H. de Prins van Oranje is, naar men verneemt, Donderdag als trouwgetuige versche nen voor den Burgemeester ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Loos duinen, bij de huwelijksvoltrekking van Jonkh. de Constant Rebecque en Jonkvr. Hora Siccama. Men verneemt, dat eenige officieren au liet 3de reg. inf. zich als commissie gevormd hebben, om te bewerken, dat voortaan, even als thans door het Rijk ten behoeve van de mindere mili tairen geschiedt, ook voor officieren de benoodigde kleedingstukken bij aanbesteding worden gele verd ten einde hij de bestaande moeilijkheid, om met hunne traktementen toe te komen, een hoog noodige bezuiniging in het aanschaffen hunner uniformen te brengen. De genoemde commissie heeft de medewerking en toetreding van alle officieren bij de korpsen en de wapens te voet tot dit doel ingeroepen. Hbl Op den 18d,° December is door Zijne Majesteit in een bijzonder gehoor ontvangen de heer Von Siginund, ten einde aan Hoogstdenzelve te over handigen zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den Koning van Beieren bij het Nederlandsche Hof. Z. M. heeft aan den heer H. Schiff, te Naga saki, vergunning verleend tot het aannemen der betrekking van consul van Denemarken aldaar. Z. M. heeft benoemd tot procnrenr bij het pro vinciaal gerechtshof in Noord-Holland en de arron- dissements-rechtbank te Amsterdam Mr. L. H. Povel, advocaat te Amsterdam. Alphen, 18 December. Gisterenmorgen hield de afdeeling Alphen en omstreken der Holland- sche maatsch. van landbouw een gewone verga dering in het lokaal de St.-Joris alhier. Over den toestand van den waterstaat in diverse polders, gelegen in de gemeenten bezuiden en benoorden den Rijn in het ressort dezer afdeeling, in ver band met Rijnlauds boezem, werden levendige discussiën gevoerd door de heeren Van der Vlies, Fynje, Spruyt, Ramp, Zaalberg enz. Na de deli beratie werd besloten deze aangelegenheid te stellen in handen eener commissie tot onderzoek naar de middelen, welke kunnen en moeten worden aangewend tot het verkrijgen van een beteren waterstaatstoestand, dan de tegenwoor dige regeling in Rijnland voor vele polders aan biedt. In die commissie zijn benoemd de heeren Fynje te Alphen, Mr. C. Van der Vlies, en Gol- berg te Hazerswoude, P. Ramp te Woubruggen, en A. Oosthoek te Alphen. Men vleit zich, dat deze bemoeiing ten gevolge moge hebben een radicale voorziening in een lang en algemeen erkende behoefte. 's-Gravenhage, 20 December. Het heeft Z. K. H. Prins Frederik behaagd aan de dames en heeren die door hunnen solozang de uitvoering der feest cantate op 17 November hebben opgeluisterd, prachtige cadeaux te doen toekomen. Mevrouw Offermans-Van Hove werd vereerd met een paar kostbare diamanten oorbellen; de overige solisten met geschenken van veel waarde. Aan den heer P. W. J. Bodiuot, eersten geëm ployeerde van het bureau der hoofdcommissie, en aan den hoofdopzichter van het monument in het Willemspark, heeft Z. K. H. doen toekomen elk een gouden horloge met dito ketting, het horloge versierd met eene inscriptie van den Hoogen Schenker. Rotterdam, 20 Dec. In eene hedenavond hier ter stede gehouden vergadering der maatschappij tot Nut ran den Javaan, is besloten eene afdeeling Rotterdam van die maatschappij te vestigen. Tot leden van het bestuur werden verkozen de hee ren C. P. Tiele, Hendrik Muller Sz., Mr. J. J. Schneither, J. C. Neurdenburg en Mr. H. J. Burger. Verscheidene dier heeren lieten zich echter de keus slechts welgevallen onder het be ding dat zij, na de afdeeling geconstitueerd en de zaken in gang gebracht te hebben, voor an deren als bestuursleden zouden plaats maken. Zevenhuizen, 19 Dec. Door de stemgerechtigde leden der Hervormde gemeente alhier zijn tot leden van het Kiescollege verkozen Simon Bos, Abraham Krijgsman Az., Cornelis Van Leeuwen, Jan Vente Lz. en Martinus Tuinzaad, terwijl over éen lid nog eene herstemming moet plaats hebben. NOVELLE DOOK H. TILLEMA. (Vervolg.) Maor zol ie hum. 't geld, dat ie hum beloofd >t, neet geven vroeg ze. 't Kan 't vort alle gelieke neet missen, maar zal hum te vrêen stellen." Lr Iviel den hebzuchtigen hoer een pak van hart, toen zijn dochter om eenig noodzake- s werk te doen, zich verwijderde. Heuries Kernelis," begon hij tot den wachtende kan oe in alles gien uutsluutsel geven, en zul ie ook wel kunnen begriepen. Maar ie t, too k init oe meu Geeze trouën gungt, op n woord vertrouwd, dan moo ie wieders blie- doon. Ten bewieze dat ik 't good mit oe zal maken, heb ie dit," zei hij, Plank twee guldens toestekende. „Geef dat aan een bedelaar" zei deze. „Nou mannechien, dee 'l kleine neet eert, is 't groote neet weerd. Dat weet ie toch wel?" zei Jan Karstens op smalenden toon. „Weet ie wat ie weerd bint?" schreeuwde Plank. „Geen spektakel mannechien of daor is'tveer- kante gat," vermaande de boer, naar de deur wij zende. „Jaag ie 'n hond oe huus uut, maar neet iene die over zien recht komt spreken." „Geen woord meer of nargens komt wat van," zei de boer met de vuist op de tafel slaande. „Wol is over recht praoten? Wol ie mij recht lee- ren? Dat kende Jan Kartstens al veur ie kwamt kieken, mannechien," voegde hij er op spottenden toon bij. „En 't bedreegen ook," schreeuwde Plank. „Dat zul ie mij waar maken." Plank herinnerde hem, zoo goed als hij 't in zijn drift kon, de bekende feiten. Ie hint 'n kiend, ie hebt oe deur mij wat wies laoten maken, 'k was oe te loek of, en. ie zult nog veul mooten leeren," merkte Jan Karstens aan. u'k Zal 't oe ook leeren," donderde Plank ter wijl hij den ouden man in de horst greep en van zich stiet. De aangevallene viel met zijn achterhoofd tegen een eikenhouten kast en stortte daarop schijnbaar levenloos ter aarde. De jonge ling zag in, dat hij door zijn drift vervoerd, te ver was gegaan. Verschrikt nam hij de vlucht. „Dat ik mijn handen aan zoo'n ouden kerel heb geslagen," dacht hij't is schande." „Ie meugt wel ies nao de olde boer kieken," zei hij tot een dienstmaagd, die nevens het huus aan 't werk was, „ik leuve dat hij 'n tooval hef." In een oogenblik waren de meeste huisgenoo- ten van Jan Karstens verzameld, die zijn bewust zijn verloren had. Weldra keerde het weder. Wild blikte hij in 't rond. „En zoo'n moordenaar zol ie nog boven oe va der stellen? vroeg hij zijn dochter, wier tranen zijn gezicht besproeiden. „Ik heb verkeerd over hum edacht," stamelde, ze. De verstokte grijsaard, die door den stoot, wel ken Plank hem toegebracht had, weinig letsel had bekomen, verhaalde daarop, dat Plank hem niet alleen naar 't leven had gestaan, maar ook had willen berooven. Hoe hij dit boos opzet niet volvoerd had, was, volgens zijne verklaring, hem een raadsel. Gaarne had de wraakzuchtige boer, een aanklacht bij den rechter ingediend, doch daar hij vreesde, dat, 't geen aanleiding tot den twist gegeven had, ruchtbaar zoo worden, moest hij zich vergenoegen, met het uitstrooiten van valsche en lasterlijke geruchten. „Ik wil de jongen niet ongelukkig maken," zei hij tot zijn dochter, „maar om iene, die mij naar 't leven stiet geld te geven, zal toch gien redelek mense kunnen verlangen." De misstap, door Plank begaan, deed haar zon der aarzelen besluiten het legaat te aanvaarden. TIENDE HOOFDSTUK. De zon was ondergegaan, 't Natuurschoon, 't welk een heideveld in de Augustusmaand ople vert, werd door een valen sluier bedekt. Geen nijvere bij gonsde over de heerlijke bloesems, waarmee thans de boekweit, op de veengronden prijkte, of verzamelde zijn wintervoorraad uit de heideplant, die in vollen bloei stond. Alom heerschte stilte en duisternis, want 't was nacht. Duisternis, doch geen stilte heerschte in de ziel des zwervers, die doelloos als een krankzinnige over de heide zwierf, 't Kronkelend voetpad, dat eerst door hem gevolgd was, had hij door de in vallende duisternis verlaten. Doch wat bekom merde 't hem, waar hij heenging? W elke waarde hechtte hij nog aan een leven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1