N°. 3025
Maandag
20 December.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
LEID
A°. 1860.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADVEKTENTIEN.
Voor iederen regelJ 0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Leiden, 18 December.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Sedert we ons vorig overzicht schreven, kwam
er al zeer weinig verandering in den loop der
zaken. Het voornaamste wat in Frankrijk de
aandacht trok was het rapport van den minister
van financiën aan den keizer, 't Meest belang
wekkende in de finantieele plannen van den
heer Mague is, dat ze met een overschot sluiten,
ten minste op het papier.,... maar de Fransche
titularis kon toch niet achterstaan bij zijn
Griekschen collega, want die deed nog grooter
tour de force en liet zijne begrooting met een
overschot van anderhalf millioen sluitende
houders van Grieksche fondsen behoeven zich
daar echter niet over te verheugen, want ook
dat overschot is slechts fictief. Maar om op Frank
rijk terug te komen. Nog steeds is in het Wetg.
Lichaam het onderzoek naar de wettigheid der
verkiezingen aan de orde, en geeft daar tot
velerlei discussiën, dikwijls tot heftige debatten
aanleiding. Hij een dier duscussiën werd de
heer Forcade la Roquette, de min. van binnenl.
zaken, in het debat gelokt door den heer Ferry.
Hij hield tengevolge daarvan eene. voor zijn per
soon hoogst liberale rede, die voor een oogenblik
veel sensatie maakte; in de toepassing bleken
echter zijne fraaie theoriën niet ernstig gemeend
te zijn, want die parade van liberale beginselen
is toch moeielijk te rijmen met de vervolgingen,
wederom tegen de drukpers ingesteld, en waar
van de Rappel het eerst al de nadeeleu heeft on
dervonden.
In de quaestie der kabinetswijziging is nog
niets beslist: wel verwacht men, sterker dan
ooit, dat het tegenwoordig kabinet zal aftreden,
maar of het element Forcade eene nieuwe om
lijsting zal ontvangen, of een kabinet uit liet
rechter-centrum zonder Ollivier of met Ollivier
zal gevormd worden, 'tzijn allen quaestiën, waar
omtrent de pers in Frankrijk zich in beschouwin
gen verdiept, maar waarover niets inet zekerheid
valt te zeggen. De hernieuwing van het handels-
tractaat met Engeland is ook nog steeds aan de
orde; in het Wetg. Lichaam hebben de HH.
Brame en 10 andereu daarover eene interpellatie
ingediend.
Napoleon heeft op het oogenblik dus de han
den vol en genoeg dat hem slapelooze nachten
kan bezorgen. In éen punt is Victor-Emmanue)
voor het oogenblik gelukkiger; de Re Gualanl'
homo wordt tenminste niet meer gekweld door
de zorg 0111 voor Italië een ministerie te kiezen;
daarmede is bij voor het oogenblik klaar; ol liet
nieuwe kabinet zal kunnen beantwoorden aan
het vele wat er van gevraagd wordt, dat moet
de tijd leeren. lntusschen heeft het comité dei-
kamer het voorloopig budget voor 1870, vooreen
trimester aangevraagd, goedgekeurd. Van het te
genwoordig kleurloos kabinet is Lanza, de ge
wezen president der kamer, voorzitter; Sella was
reeds minister van financiën in 1862 onder Ra-
tazzi en in 1864 onder Lamarmora; Visconti-Ve-
nosta is evenzeer tweemalen niet zijne tegen
woordige portefuille en wel in de kabinetten
Minghetti (1863) en Ricasoli (1866) belast geweest.
In liet laatste had ook Oorrensi zitting, terwijl
Gadda secretaris-generaal onder Menabrea was.
Govone is daardoor bekend, dat hij bet verbond
tusschen Pruisen en Italië in 1866 te Berlijn
ingelijfd heeft.
Het concilie, te Rome is in vollen gang; het
voornaamste wat daarvan te melden valt is dat
de Gallicaansche beginselen van Mgr. Dupanloup
er weinig bijval vinden. We hopen later op die
bijeenkomst terug te komen.
De hertog van Genua, de candidaat van den
Spaanschen troon, die in Engeland zijne oplei
ding ontving, is naar zijn land teruggekeerd,
waarschijnlijk op verlangen van zijne moeder,
die zeker bevreesd is, dat zoonlief, zooals men
weet tegen haar zin, rechtstreeks van Londen
naar Madrid zal overstappen. En werkelijk, voor
een zestienjarig prinsje uit een zijtak van een
regeerend vorstenhuis zal toch de kroon van
Spanje zeker veel uitlokkends hebben. Of haal
last echter op zijne slapen zal drukken, is verre
van zeker en zeer moeilijk te. voorspellen waar
Castelar zegtde hertog van Genua zal de
Spaansclie kroon niet dragen en Prim daarop
volhardend blijft antwoordende hertog van
Genua zal koning van Italië worden. Het schan
daal der kroonjuweelen, waarvan we dezer dagen
melding maakten, heelt in de (Jortes lot levendige
debatten aanleiding gegeven. lntusschen is de
zaak naar eene commissie van enquête verwe
zen, die zal hebben uit te maken of Figuerola's
beschuldigingen, dan wel de tegenspraak van den
secretaris van Isabella waarheid bevatten. De
Cortes-zittingen zijn thans tot 2 Januari verdaagd.
Moge liet nieuwe jaar de leden in de vergade
ring zién treden, bezield met een geest, om eigen
wil op te offeren, waar de belangen des Vader
lands er door gehaat wordenmet een gemoed,
dat het begrijpt en gevoelt, dat Spanje genoeg
geleden heeft van de veten van hof-coteriën en
priesler-d wang; mogen de republikeinen, hoe
eerlijk ze het meenen en wat goed doel ze be-
oogen, het begrijpen, dat een waarlijk constilu-
tioneele monarchie, die toch hunne beginselen
gelegenheid geeft tot zegepralen, de beste waar
borgen biedt voor de toekomst van hun land,
nadat éen krachtige hand, éen helder hoofd aan
den bestaanden verwarden toestand een einde
heeft gemaakt.
De Spaansche revolutie heeft ook hareu in
vloed in het naburige Portugal doen gevoelen.
De gemoederen verkeeren daar in hevige gisting,
naar men beweert ten gevolge der pogingen door
Saldanlia, den voorstander der Iberische Unie
aangewend, om den regeerenden koning over te
halen, de kr on ook over Spanje te aanvaarden.
't Wordt langzamerhand de tijd, dat de natio
naliteiten tot ontwaken komen; dat ondervindt
ook Engeland, het rijk, dat zeker de minste in
menging duldt in zijne binnenlandsche aangele
genheden; vandaar dan ook dat ze meestal slechts,
behalve waar het rehgieuse geschillen belieft in
het anti pausgezind land bij uitnemendheid, de
aandacht trekken zonder op de toestanden van
andere lauden eene krachtige terugwerking te
oefenen. Zóo met de quaestie der Fenians: her
haaldelijk wordt weer melding gemaakt van
moordaanslagen op landbezitters in Ierland en
I het gouvernement heeft het dan ook noodig ge-
j acht versterking van troepen er heen te zenden.
Het concilie vindt in het Britsche rijk weinig
bijval: de talrijke demonstratiën, waarvan we
dezer dagen gewaagden, leveren daarvoor het
bewijs.
Het Parlement is inmiddels tegen 8 Februari
bijeengeroepen en zal de handen vol werk vin
den. De debatten zulleo zeker niet minder be
langwekkend zijn dan die van het vorige jaar;
want golden ze toen de Iersche kerk-quaestie,
door welker oplossing Gladstone zich een onver
welkbaren eerekroon heeft gevlochten, thans is
hét de Iersche landquaestie die van hem hare
oplossing wacht.
lil de Oostenrijksch-IIong. Ronarclile zijn
de parlementaire werkzaamheden geopend met
eene troonrede door den keizer uitgesproken,
en die we- dezer dagen onder ons buitenland
mededeelden. Ook uit het rijk der Habsburgen
wordt van eene ministeriëele crisis gewaagd;
maar de berichten daaromtrent zijn geheel met
elkaar in tegenspraak; het is daarom onmogelijk
er iets met zekerheid van te zeggen. De laatste
tijdingen van het tooneel van den opstand in
Dalmatië melden, dat de opstandelingen zich op
sommige punten hebben onderworpen.
Pruisen houdt zich thans met de financiëele
aangelegenheden bezig. De plannen van conver
sie der schuld van den minister Cuinphausen zijn
thans' aan de orde, en zullen waarschijnlijk
worden goedgekeurd. Von Bismarck is nog steeds
ongesteld, van sommige zijden wordt beweerd
wordt, ernstiger dan men vermoedt; vooral moet
zijn zenuwgestel sterk geschokt zijn door het
bekende ineideut uiet zijn zouu aan de academie
te Bonn.
In Beieren verkeert de ministeriëele quaestie
in statu quo-, de min. van justitie zal zich voor-
loopig heiasten met het beheer over het depar-
tenient van eeredienst: het zoeken is dus thans
alleen naar een min. van binnenl. zaken.
Het geschil tusschen den Sultan en den Kliedive
is geschikt; men ziet daaraan, waar financiëele
noud iemand al niet toe kan brengenhad de
Egyptische vorst een goedgevulde schatkist ge
had, waarschijnlijk zou zijn antwoord op den
verre van zoetsappigen firman van zijn suzerein
die wij dezer dagen mededeelden, niet bestaan
hebben in een bezoek aan dezen in zijne hoofd
stad te brengen.
Menige zindelijke huismoeder of ijverige dienst
bode zal zeker met genoegen vernemen, dat in
den Gemeenteraad alhier een voorstel is gedaan
om de artikelen in de policieverordeniug betref
fende liet schrobben der straten in te trekken
of te wijzigen.
Onder de rechten toch, waarop eene Neder-
landsche vrouw aanspraak maakt, behoort de
vrijheid van schrobben. Deze wordt hier op de
vreesselijkste wijze aan banden gelegd; maar
gelijk met alle wetten geschiedt, die in strijd
zijn met den volksaard, wordt ook deze bepaling
niet gehandhaafd, zonder dat telkens de rech
terlijke macht door veroordeelingen hare wer
king moet verzekeren. Elke week hebben er ver
oordeelingen plaats, wegens hel schrobben der straat
zonder last. Doch niet alleen is liet verbod in strijd
met de overtuiging der huismoeders en dienst
boden, ook de gezondheidsleer verzet er zich
tegen. Voor eenige weken citeerden wij het oor
deel van Dr. Pous Koolhaas, den redacteur van
het Tijdschrift voor Gezondheidsleer. Deze keurt het
verbod om de straat te schrobben ten sterkste
af, omdat het schrobben de stof wegneemt, waar
van men bij droog, en den modder, waarvan
men bij vochtig weer last heeft in de straten.
En dat de inademing van dat stof niet bevor
derlijk voor de gezondheid kan zijn, en van rein
heid in de woningen te minder sprake wezen
kan, naarmate die der straten meer te wenschen
overlaat, zal geen betoog behoeven.
Het dagelijksch bestuur der gemeente Deventer
heeft ook reeds voorgesteld om het verbod op te
heffen.
Wij mogen verwachten, dat onze gemeenteraad
thans ook weder de vrijheid van schrobben zal
proclameerenHet ongerief voor de wandelaars
blijft 't zelfde: nu toch stellen velen zich scha
deloos door massa's water over de straat te gooien I
De commissie in zake de Vereeniging tot be
vordering van geregeld schoolbezoek heeft Vrij
dagavond, onder de leiding van Dr. Hagen, een
bijeenkomst gehad, 0111 voorloopig eenige punten
te bespreken en een concept reglement voor die
Vt,oon%i..s ataxic.». Uofc beginsel der scliool-
plicbtigheid is in die bijeenkomst sterk bestre
den. Tot aansluiting aan den Schoolbond weid
vooralsnog geen noodzakelijkheid ingezien. Aan
staanden Maandag zal er weer een voorberei
dende vergadering gehouden wordenen nog vóór
het einde des jaars verwacht men de oproeping
tot een algemeene vergadering, waartoe allen,
die in het openbaar en het bijzonder onderwijs
belangstellen, dringend zullen worden uitge
nood igd.
Woensdag hielden de leden van het voorloopig
hoofdbestuur van het Nederlandsch Schoolverbond
eene bijeenkomst, waartoe verscheidenen ook van
elders waren opgekomen, en waarin onder ande
ren het ontwerp-reglement ter tafel gebracht en
vastgesteld werd. Van dat concept zullen, zoodra
het gedrukt is, exemplaren worden toegezonden
aan de afdeelingen, die van hare oprichting offi
cieel kennis hebben gegeven of keunis zullen
geven aan het voorloopig bestuur. Te gelijker tijd
zal het voor belangstellenden tot een geringen
prijs bij den boekhandelaar J. L. Beijers verkrijg
baar worden gesteld.
In die bijeenkomst is verder besloten, dat de
KORNELIS PLAN K.
NOVELLE
DOOR
H. TILLEMA.
Vervolg.)
„Heurees," begon Jan Karstens, „ie bint'n goo
jonge, maar ie kunt toch wel begriepen, dat too
de olde vrouwe, die zoo biester veule van mij
hold, mien niachien dee veerduzend gulden mit
nuterst geweld wol maken, ik 't neet tegen kon
gaon. Elk mense is zich zuivers de naoste."
Niettegenstaande Plank de woorden haast in
den keel bleven steken, poogde hij Jan Karstens
f te herinneren, dat diens huwelijk men Geezemeu
door zijn toedoen tot stand was gekomen.
„As ik zoo edaclit had as de anderen, was van
oe trouwerij met. beur niks ekomen," eindigde hij.
„Dat weet ik zoo krek neet," zei Jan Karstens-
„Ik weet wel, dat ie beur urn heur geld etroud
hebt," schreeuwde Kornelis.
„Dan bin we in dat opzicht veugelties van de
zelfde veeren," zei de hoer. „Ie hebt ook '11 han-
die ehölpen, utn au wat geld te komen. Non bin
ie misschien wat kivaod, umdat ik oe 'n bechien
te loek of ewest hebbe."
Plank beefde van woede, doch hield zich in.
„Jan Karstens," begon hij met inspanning om
bedaard te blijven, „ie kunt mij toch niet onge
lukkig willen maken. Dat heb ik neet an oe ver-
deend. Handel eerlek en oprecht, met inij.Vraog
ies an oe geweten, of oe. machien dee veerdu
zend gulden toekomt en of ze 't ooit veur God
zal kunnen verantwoorden, dat ze riek eworden
is ten koste van 'n olderloozen en armen jongen."
„Ie moot mij er buten laoten; ik wil er niks
mit te doon hebben," bracht de dochter in 't
midden.
„Jan Karstens," hervatte Plank, „ie bint old. Jonge
mensen kunt, maor olde mensen inoèu star
ven. Ie hebt dat nou weer aan Geezemeu ezeene.
Wee wet, hoo gou of ie operoopen kunt worden
om rekenschap te geven van oe rentmeisterschap.
Ie weet krek zoo good as ik, dat er geschreven
stiet
„Schei maor uut, schei maor uut mit oe pree-
kaotie," viel de boer hem in de rede; „wij kunt
daar Zundags genoeg van beuren. En ik wed,"
spotte hij, „dat we er nooit van beuren zollen
as we gien traktement an den domeneer gaffen-
Och, dee luu moot toch wat zeggen, want ze
wordt er je veur betaald. Ie liadt, leuf ik, hiel
veul anleg ehad veur pestoor. As ik oe was, dan
zag ik nog lvoksche domeneer te worden."
„Heuries," hervatte Plank met trillende stem,
„ik mag neet hiele loek wezen, toch bin ik eerlek
Wees te dat ook; oe machien," vleide hij, „is je
rieke genog, ze is de riekste uut de umtrek.
Onthold mij 't miene neet, dat mij wettig
emaokt is."
„'t Miene? 't miene? wettig, wettig?" bromde
de boer. „!t Is mij wettig emaakt en daorum
is het mien," zei hij, met bijzonderen klem
op liet laatste woord drukkende. „Probeer ies
uianuecliien," spotte hij, „of de maok wettig
is. Denk inaor, dat Jan Karstens ook 'n tikkel-
tien van de wet kent," zei lnj, op een tafeltje
wijzende, waarop eenige boeken stonden.
„O," vleide Plank, „ie bint loek, dat wet ieder.
Maar wees ook ies goedeg. Ie hebt mien lot in
j de hand. As 'k er zoo schaop ofkome, zal van
mèifi trouërij mit Dina niks komen, en o, dan
weet ik neet...." brak hij af, terwijl eenige
tranen langs zijn wangen biggelden.
„Oho!" troostte de boer, „zoo wied is 't nog
neet, laot dat maor an mij over. Mit 'n beechien
overleg komt dat te rechte. Ie zult toch wel zoo
loek wezen om alles neet an olden Freerk te zeg
gen. Maok maor dat ie zien dochter binnen kriegt,
dat is veur oe het veurnaomste."
De jongeling kon niet langer bedaard blijven.
Wat helpt mij mijn vleien en mijn beroep op
zijn geweten en op Gods oordeel? dacht hij. Eu
had hij in tegenwoordigheid van een fielt als Jan
Karstens niet „eraosd as 'n kiend?"
„En hoo denk ie aover de viefhonderd gulden
dee ik nog van oe kriege?" vroeg hij op vasten
toon, zich voor den geldzuchtigen boer plaat
sende.
„Heuries inannechien, ik kan oe de veu
gelties op de hoornen wiezen; ie hebt, nou de
olde vrouwe dood is, gien ander getuge as den
olden Freerk en dat gef oe niks. Ie liadt zwart op
wit moên hebben. Maor dat hebt ie neet. Wat
zul ie nou begunnen met recht?''
Plank beet zich op de lippen.
„Maor ik zal 't good mit oe maken as ie 'n
poosien geduld hebt," hervatte Jan Karstens. „Ik
kan vort gien geld missen, want ie zult begrie
pen kunnen, dat ik in den lesten tied'n boel on
kosten ehad hebbe. Kiekies," ging hij op de vin
gers lellende voort, „de kosten van't beschrieven
en van de groeve, nou dee miseraobele sucessie-