heeft echter het misdadige plan in duigen doen vallen. De vrouw, die haar snoode daad reeds heeft bekend, is in voorloopige bewaring gesteld. Gemengde Berichten. Een dief plunderde het vertrek van eene we duwe, die nog jong en niet misdeeld van schoon heid was. Bij het doorsnuffelen der laden vond hij een brief waarin naam en toenaam van de weduwe vermeld stonden. Te midden zijner be zigheid werd hij echter gestoord door de weduwe die te huis kwam. Tijdig bemerkte hij haar nog en schoof voorzichtig de grendel voor de deur. Terwijl zij nu verschrikt de buren ging roepen deed hij het licht uit, opende het venster en de deur en stapte iu het bed. Toen nu de weduwe met drie buren in den stik donkeren kamer kwam, klonk het met bewogene stem uit het bed: Zijt gij het lieve Laura? Waar zijt ge zoo lang geweest? Ik hen naar bed gegaan, want het wachten duurde zoo lang. - Zonder eenige ex plicatie van de weduwe te willen hooren, maak ten de buren zich, om geen onbescheidenheid te begaan zoo spoedig mogelijk uit de voeten. De dief had nu gelegenheid om te ontsnappen. Welke vorderingen de emancipatie der vrouw iu de Vereenigde Staten maakt, blijkt uit de volgende „particuliere berichten" van een Ame- rikaansch blad: „Mevrouw Arabella Mansfeld is de grade en schoonheid van de bureaux in Jowa. Mejufvr. Ella Yates heeft bij de pistoolwedstrij den in Danville den eersten prijs behaald. Aan mejufvr. Mary Howey is het professoraat in de tuinbouwkunst bij het landhuishoudkundige college te Kansas opgedragen. Mejufvrouw Julia C. Ad- diugton is tot ópper-inspecteur der gemeenteschool te Mithel (Jowa) verkozen. Amy Wilkinson van Benton (Indiana) gaf zich uit vertwijfeling, dat zij om hare kunne hare rechten niet kon hand haven, zoozeer aau het tabakkauwen over, dat zij haar verstand verloor en in een gekkenhuis moest opgesloten worden. In den nacht van 2 tot 3 December heeft er een vreeselijk onheil op den Mont-Cénis plaats gehad. Een geheele goederentrein werd onder een ontzaglijke lawine begraven, terwijl van de acht personen, die den trein begeleidden, geen enkel is kunnen gered worden. De heer De Lesseps is getrouwd, zoo stil mo gelijk in de kerk te Ismaïlia. De bruid heet mejufvrouw Bragar. Het jonge paar - de bruid is 21 jaar oud - doet hun huwelijksreisje naar den berg Sinaï. De Figaro vermeldt, dat de scheikundigen in de overblijfsels van Jeau Kinck nog bijna twee milligrammen Pruisisch zuur hebben kunnen aanwijzen, hetgeen vermoeden doet, dat dit ver gif, hetwelk zich zeer spoedig ontleedt, in aan zienlijke hoeveelheid aan het slachtoffer moet zijn toegediend. Telkens laat Traupmaun zich nieuwe wenken ontvallen omtrent zijn medeplichtigen. Zijn stre ven blijft immer nog, de rechtbank er toe te brengen dat men hem naar den Elzas vervoere, alwaar hij hoopt te kunnen ontsnappen. Om dit doel te bereiken, geeft hij voor, dat de bewijzen der medeplichtigheid van drie zijner makkers zich in de portefeuille van Jean Kinck bevinden, welke portefeuille hij, Traupmann, zóo begraven heeft, dat niemand, buiten hem, die vinden kan. Het spreekt van zelf, dat het gerecht aan die voorwendsels geen geloof hecht. Indertijd is zoo dikwijls melding gemaakt van verdwijningen van kassiers met min of meer aanzienlijke sommen, dat we ook wel de terug keer, zij het ook slechts van éen hunner, mogen mededeelen. Dezer dagen heeft zich namelijk bij de Parijsche politie een persoon aangemeld, die verklaarde in de maand Februari van dit jaar is, dat hij geneeskunde heeft uitgeoefend zonder daartoe gerechtigd te zijn. 't Spreekt van zelf dat gij in deze zaak als eerste getuige moet optre den, en dat de rechters u bij die gelegenheid ern stig onder 't oog zullen brengen, hoeveel gij in uwe verplichtingen als vader zijt te kort geko men, door uw eenigst kind aan de bedrieglijke kunsten van een duivelbanner toe. te vertrouwen. Maar ten andere," ging de burgemeester, hem strak in 't gezicht ziende, voort, „zie ik, wanneer de zaak ruchtbaar wordt, mij als notabele der gemeente verplicht, u bij den kerkeraad aan te klagen, daar ge in strijd der voorschriften der H. S. u hebt gewend tot duivelbezweerders en waarzeggers." „En wat zol de karkeraod mij daorumme kun nen maken?" vroeg de boer. „U censureeren, dat is, als een melaatsche van de gemeente afsnijden, u de bijwoning van het Heilige Avondmaal kunnen ontzeggen en u voor altoos van eenige kerkelijke bediening uitsluiten Ten derde zal ik onderzoeken welke termen van vervolging tegen Kornelis Plank kunnen ingesteld worden." „Maor börgemeister," viel nu de boer in, „zol 't neit 'n tikkelien minder kunnen." „Hoe bedoelt ge dat?" vroeg de burgemeester. „Och," stotterde de boer, ,/k bin zoo bange veur een diefstal van 620,000 franken begaan te heb ben. Hij verklaarde tevens thans door honger tot zijn aangifte genoopt te zijn. Men verzekert dal de weduwe van den op 15 April 1865 vermoorden president der Vereenigde Staten Lincoln in het huwelijk zal tredeu met graaf Schneidenbutzen, kamerheer van den groot hertog van Baden. Op eene reis in Jutland trad Frederik VI, ko ning van Denemarken, eene dorpschool binnen. De knapen zagen er vroolijk en gezond uit, en de koning vroeg: „Jongens, wie zijn de grootste koningen van Denemarken?" Uit éen adem riepen de jongens: „Kanut de groote, Waldemar, Christiaan IV." Een jongen, dien de schoolmeester iets had ingefluisterd, hield de hand omhoog. „Weet gij er nog een?" vroeg de koning.„Ja, Frederik VI." „Wat heeft die dan voor roem rijks gedaan?" De knaap zweeg verlegen en stotterde eindelijk: „Ik weet het niet!" „Troost u, mijn jongen," zeide de koning: „ik weet het ook niet!" „Een vader zegende zijne vijf kinderen, is zegenen hier een bedrijvend of een lijdend werk woord?" „Een bedrijvend werkwoord mees ter." „Hoe moet men dan zeggen, als het een lijdend werkwoord zal worden?" „Een vader werd gezegend met vijf kinderen." Het ontbreekt tegenwoordig niet aan gezel schappen of vereenigingen van allerlei aard. Een zonderling verbond zal eerlang te Londen wor den opgericht. Men heeft zich onlangs beklaagd over geweldadigheden, door politie-beambten op de openbare straat ten aanzien van particulieren begaan. Om dit in het vervolg tegen te gaan, heeft men besloten, een verbond te stichten, ten einde een waakzaam oog te houden op de poli cemen, en diegenen voor den rechter te vervolgen, die hun mandaat te buiten gaan. Met veel ijver wordt aan het stichten van dit nieuwe verbond gewerkt, en het is waarschijn lijk, dat men binnenkort in Engeland zal heb ben eene Society for the protection of the Subject against the violence of the police. (4. D. v. N.) Genezing van watervrees. In de Abeille Me dicate van Parijs deelt Dr. Buisson mede, dat hij deze verschrikkelijke ziekte op zeer eenvou dige wijze geneest door een dampbad van 42 tot 48° Réaumur, gedurende welk bad de wond goed wordt uitgeperst. Op den eersten dag der ziekte toegepast, heeft deze behandeling een ze ker gunstig gevolg; op den tweeden is de uitkomst onzeker; op den derden niet meer mogelijk. (Ned. Ind.) INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Met mijne beschouwingen over het Leesmuseum ben ik gisteren genaderd tot het derde punt. 3°. De inwendige inrichting. Deze is waarlijk al zeer primitief. De dagbladen zijn in de rondte op een tafel uitgespreid. Een dejeuner of diner van journalistiek voor zooveel couverten! Waar om ze niet in 't midden vastgehecht aan stok ken, zooals overal plaats heeft? Dan konden ze midden op tafel naast elkaar gelegd en zóó ge schikt worden, dat die verworpen paria's, nu naar een afzonderlijk tafeltje verwezen, er ook een plaatsje zouden kunnen vinden. En dan die kolossale gevaarten voor de tijdschriften, met die groote hokken, met die etiquetlen die er telkens afraken! Wat een verspilling van ruimte! Zijt ge wat klein van persoon, dan doet ge wel u zeiven te overtuigen dat de Godgeleerde Bijdra gen, de Economist, Nederland, de Revue des deux mondes en dergelijke hoogliggende tijdschriften boven uwe bevatting zijn, omdat gij ze niet be reiken kunt. Voor de onderste tijdschriften dient ge wel op de knieën te gaan liggen, om ze te voor- opspraoke. Kiekas ie met 't leste ies eerst be- gundet." „Mij onverschillig," zei de burgemeester, „maar in elk geval heeft dit muisje een staart." „Kiek," ging de boer na eenig bedenken voort, „as 't kon, zo'k 't wel laoten zitten willen, en veur klein tikkeltien 't willen ofmaken." „Afmakenen met wien stoof de burgemees ter op. „Wel init de boeven, dee 't edaone hebben," zei de boer. De burgemeester betoogde, dat er van geen verge lijk of schadeloosstelling sprake kon zijn, zoolang men de personen, welke de schade berokkend hadden, niet kende. „Als hoofd der politie," vervolgde hij, „was hij tegen elk vergelijk, daar het kwaad gestraft moest worden, maar bij deze zaak, waardoor een smet op de gemeente kon geworpen worden, te laten rusten, wilde hij wel eenigszins toegeven. Ge loof maar," ging hij voort, „men zal te Assen ver wonderd zijn over't bijgeloof, dat hier nog heerscht. Laat het gat in het dak maken, misschien ont dekken wij de schuldigen, en kunnen later de onkosten op hen verhalen." „Maor 'k bin bange, dat ze mij naoderhand altied kattesteker zullen numen," klaagde de boer. schijn te halen. Hoeveel doelmatiger zou het zijn wanneer men een viertal meubels had, met schuins oploopende gleuven, en een paar planken van onderen voor geïllustreerde tijdschriften en bladen. Alle periodieke geschriften moesten dan, behoor lijk in portefeuilles geborgen, van buiten met ti tels voorzien, daar boven in geplaatst worden. Zoo is 't te Amsterdam, te Rotterdam, te Utrecht, ja waar niet al. De plaatsing der brochures kan er nog door, maar de rest is aller ongelukkigst. Ik zeg dit niet om er commissarissen een ver wijt van te maken dat het niet beter is. Dat ver wijt zou evenzeer de leden treffen, en dus ook mij zeiven. Op de gewone vergaderingen kunnen veranderingen en verbeteringen worden voorge steld en aangenomen. Maar radicale, ingrijpende maatregelen zijn er niet te nemen, omdat de kas zulks natuurlijk niet toelaat. Zal hierin eene wij ziging worden gebracht, dan moet men beginnen met pogingen aan te wenden om het ledental te verdubbelen. 4'. De bediening en wat men daaronder begrijpen kan. Deze laat bijzonder veel te wenschen over. El ders is altijd een knecht in het locaal aanwezig, die volkomen op de hoogte is, die voor vuur en lichtzorgt, die terstond bij de hand is, wanneer ge koffie of iets anders verlangt. Hier is niemand. Ge schelt en er verschijnt een stoffel van een jongen. Hoe veel van die jongens ik al heb zien verschijnen en verdwijnen sedert de jaren dat ik lid ben weet ik niet. En 't schijnt dat deze specie er gaandeweg niet op verbetert. Er wordt dus alle toezicht gemist. Ge neemt iets meê, men vergeet het te noteereu. Er is niemand die er op let. Bij herhaling zijn er brochures en num mers van tijdschriften aangeplakt, die vermist worden. Voegt hierbij, dat ge soms een half uur wachten moet, op hetgeen ge hebt besteld; dat ge Zondagsavond te 6 uren in 't geheel geen kop koffie kunt krijgen; dat ge alles gesloten vindt, als ge 's avonds, komende van eene lezing of een concert, nog eens even de nieuwe couranten wilt inzien, en ge zult toestemmen, dat het zoo toch niet blijven kan. Dit is wederom geen verwijt aan commissa rissen gericht. Zij kunnen het niet helpen, dat er geen geld is om een knecht in dienst te ne men; dat de zuinigheid gebiedt 's avonds te 9 uren het licht uit te doen, omdat er dan zelden lezers zijn; dat men den kastelein geene behoor lijke schadeloosstelling, gelijk ik onderstel, kan geven, om voor een goed buffet te zorgen, dat altijd open is. Doch dit vermindert de rechtma tigheid niet vau onze klacht, en bewijst te meer, dat het Leesmuseum op dien voet niet blijven kan. 5°. Eindelijk de lectuur. Wat is ze rijk en wat is ze arm, te vergelijken bij hetgeen men elders, zelfs in veel kleiner plaatsen aantreft. Boeken lezen we hier niet, ze zijn door de statuten uit gesloten. Zou 't toch niet hoogst wenschelijk zijn hierin eene wijziging te brengen, en belangrijke werken, op 't gebied van wetenschap en letter kunde, werken waarvan ieder spreekt, toe te laten? Maar we lezen de brochures van den dag. Lezen we ze allen? Er scheelt veel aan. Geld gebrek is er zeker weder de oorzaak van. We hebben dagbladen, ja maar hoe weinigen En dan zijn er onder, die bij gratie door een of ander lid ter lezing worden gegeven. Dat heeft ten gevolge, dat ze eerst op de leestafel komen, wanneer dat lid ze te huis gelezen heeft, of ook dat ze er in het geheel niet komen, wanneer dat lid eens uit de stad is. Aan tijdschriften is ons Leesmuseum betrekkelijk rijker dan eenig ander misschien, ten minste aan we tenschappelijke. Want de academische bibliotheek en die van de maatschappij der Nederl. Letter kunde leggen er ter lezing alles wat zij van pe riodieke lectuur of van genootschapswerken be zitten. Op elk gebied van studie kan men hier De burgemeester beloofde den veldwachter te gelasten, daartegen te waken. Van Ampel werd in 't vervolg door de jeugd nimmer kattesteker genoemd. Helaas! zijn weldra hersteld kind werd na derhand, wanneer over haar gesproken werd, nooit anders dan de dochter van den speksteker ge noemd. De meening des dokters, dat door den streek dien Kornelis uitgevoerd had, het bijgeloof op het dorp zou worden uitgeroeid, werd niet bewaar heid. „En ik geleuve," zei op een koffiepartijtje buur vrouw Dörkien, terwijl ze voor den zesden keer haar kopje ledigde, „dat gien iene anders as Ker nelis de hekse ewest hef. Hij hef je,"ging ze fluis terend voort, „lange mit 'n rauwe neuze eloopen. En ik heb de katte ter dege met de blaospiepe op de snoete eslaogen. Maor de duuvel zat op de zolder om hum te verlossen. Hij kon niet nae beneden komen, want ik had den biebel eupen- eslagen op de tafel elegd. As dee twie aonderen, dee 't heksen bij hum leert, maor 't nog neet good kent, neet in huus ekomen wassen, hij zol er neet levend uut ekomen hebben." Een tweetal van Planks vrienden werden door haar als zijn discipelen in de tooverkunst genoemd. Haar ge voelen werd echter niet door al de aanwezen- terecht komen Vraagt echter niet naar onzi letterkundige en populaire tijdschriften. Enkeli zijn er, ja, en daaronder ook alweer die doo leden worden gedeponeerd, soms 14 dagen nada ze in 't licht zijn verschenen; of die er, zooal de Tijdspiegelmaar gedurende een 14 dagen blij ven liggen. Ik zou u evenwel te veel plaats vra gen als ik een lijst wilde geven van alle tijd schriften die er niet zijn, en er toch zijn moesten Ziedaar, mijnheer de Redacteur, mijne beschou wingen over het Leesmuseum. Mogen ze iets bij dragen om anderen op te wekken tot het bera men van middelen, om aan Leiden eindelijk een een goed leesmuseum te bezorgen, dat onze aca demie stad waardig is. Uw. Dienstw. Dienaar Q. N. Mijnheer de Redacteur. Zondag avond reed ik met. den laatsten trein van Amsterdam naar Leiden, een sneltrein, waar mee de reis spoedig was gedaan, doch niet zoo spoedig of ze duurde mij en zeker menige dame en ouden heer veel te lang. In dien wagen, die goed bezet was, werd zoo sterk gerookt, ja, sterker nog dan bij de Volks voorlezingen alhier, dat ik na die reis medelij den gevoelde, vooral met de welwillende lezers bij de Volksvoorlezingen, maar ook met de reizi gers 3de klasse op onze Spoorwegen. Zoude de Directie der Holl. Spoorweg Maat schappij niet kunnen goedvinden voor de 3de klasse 't zelfde te doen als voor de 1ste en 2de, door op eenige wagens te doen plaatsenniet rooken, zooals er bij de 1ste en 2de klasse wa gens voor rooken zijn? waarmede dan zeker, bij behoorlijk toezigt der conducteurs, den reizigers, die er niet tegen kunnen, groote dienst zoude bewezen zijn. Met de plaatsing dezer regelen zult U zeker 't publiek wel willen verpligten; welligt wordt hierdoor de Commissie voor de Volksvoorlezingen ook opgewekt maatregelen te nemen, om de wel willende medewerkers tot haar doel aan de rookmarteling bij latere lezingen te onttrekken. U. D. Leiden, 7 Dec. 1869. K. BUITENLAND. Spauj e. De bladen, die de candidatuur van den Itali- aanschen prins zijn toegedaan, bewaren thans evenals het gouvernement een diep stilzwijgen. Eeue uitzondering maakt echter hierop de Iberia, welk blad meldt, dat het gouvernement aan de Cortes weldra zijn candidaat zql voorstellen. Te Madrid vindt die verzekering weinig geloof. Er loopt daar ter stede bovendien een gerucht, dat in Andaluzië eene militaire samenzwering is ontdekt, ten doel hebbende, maarschalk Serrano tot koning van Spanje uit te roepen; 'tzal waar schijnlijk wel niet meer dan een bruit a sensation zijn, maar men had ook zoo lang niets van dien goeden hertog de la Torre gehoord, die door vriend Prim zoo langzamerhand geheel op den achter grond wordt geschoven. Van een anderen kant wordt verzekerd, dat er weder in het geheim onderhandelingen wor den gevoerd met den hertog de Saldanha over de candidatuur van Dom Ferdinand van Portu gal, voor het geval dat de Italiaansche candida tuur schipbreuk mocht lijden, wat intusschen hoogst waarschijnlijk is. Knoeierijen der Bourbons. In de zitting der Cortes van 1 Dec. jl., bij het debat, over het ontwerp van wet, houdende machtiging tot verkoop ,van een gedeelte der kroongoederen, richtte de afgevaardigde Ramon Calderon eene interpellatie tot de regeering, om trent het al of niet juiste der geruchten over den gedeeld. „Dat Kernelis meer kon as recht too, kiek, daor wollen ze niks van zeggen, maor dat manlu zoo goed konden heksen as partij wieven, konden ze niet best geleuven." „Ze mog zuk wel wat stille holden," fluisterden een tweetal buurvrouwen, bij 't naar huis gaan, elkander toe, „ze is je zölf van 't heksenvolk Heur böppe was je 'n zuster van Jan Alberts wief, dee de koên en 'tkiend van de olde Scholte zoo behekst hef." Hierop rakelden ze een oude hekseuhistorie op, die voor meer dan een halve eeuw zou voorgevallen zijn. Bij de meeste inwoners van het dorpje was het geloof aan hekserij uitgestorven. De weten schap, waarin de kinderen in de school onderwe zen werden, was in strijd met en overwon dit geloof. Echter kon men de bevolking, wat het vasthouden aan het verouderde bijgeloof betrof, verdeelen in geheel-geloovigen, in half-geloovigen en in ongeloovigen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2