eerste district Carnot, in het derde Crémieux, in
het achtste Emmanuel Arago. In het vierde district
is men het nog niet eens omtrent de candidatu-
ren van Glais-Biioin en llenri Bisson.
Het geheele gouvernement bevindt zich thans
te Compiègne en viert daar feestongetwijfeld
zal men er echter ook wel een oog in het zeil
houden, omtrent hetgeen te Parijs gebeurt.
De heer Ed. Laboulaye. heeft aan den redacteur
van de Liberté een brief gezonden, waaruit duide
lijk blijkt, dat, zoo Henri Rochefort in het lsl°
district tot afgevaardigde gekozen wordt, dit niet
de schuld zal zijn van den heer Laboulaye, doch
uitsluitend van de kiezers. Dit schrijven luidt
als volgt:
Waarde heer!
„Duizendmaal dank voor uwe goede bedoeling;
doch, dat uw stem geen weerklank vond, ver
wondert mij niet. Ons land is nog niet rijp voor
de vrijheidvertooning alles is vertooning in
Frankrijk. Tot nu toe zagen de Parijzen aars een
Masaniello slechts op het tooneel; thans willen
ze hem gaarne ook eens in levenden lijve aan
schouwen. Zij weten volmaakt wel, dat, vóór een
maand verloopen zal wezen, de heer Rochefort
in het slijk getreden zal zijn door dezelfde lieden,
die hem nu verheerlijken tenzij hij zich op
een barricade als een ellendige late neerschieten.
De Parijzenaavs voorzien dien afloop en toch
gaan ze hem rustig te gemoet, zonder te begrij
pen, dat zij zoodoende hunne vrijheid op het spel
zetten.
„Wat mij betreft als een comité mij had
voorgedragen, zou ik mij volgaarne op den voor
grond hebben gesteld al ware het slechts om,
in naam van de vrijzinnige democratie, protest
in te dienen tegen die onzedelijke leerstukken,
welke even noodlottig werken in het politieke
als in het burgerlijk leven. Ik geloof aan de.hei
ligheid van den eed zoo al niet aan zijn nut;
en van rede en gematigdheid alleen durf ik de
zegepraal der vrijheid verwachten."
België.
De Koning heeft zich gisterenmorgen met prin
ses Louise naar Londen begeven. De koningin
was door ongesteldheid verhinderd. Z. M. reist
incognito en is te halftwaalf te Calais aange
komen.
TELEGRA MMEN.
Londen, 11 Nov. Volgens de Observer is door de
inschrijvingen in Engeland de Italiaansche Do-
mein-leening gedekt.
Konstantïnopel, 14 Nov. De dagbladen melden
dat de leening definitief is gesloten a 54, met het
Coinptoir d'Escompte, te Parijs.
Napels, 15 Nov. De prins van Napels heeft
gisteren bij den doop de volgende namen ont
vangen: Victor Emanuel Ferdinand. De stad Na
pels was vertegenwoordigd door den maire en
de junta.
Parijs, 15 Nov. Gisteren had ten huize van den
heer Jules Favre een vergadering van 19 afge
vaardigden der linkerzijde plaats; men kwam
echter tot geen besluit, zoodat de bijeenkomst
heden hervat zal worden.
Op eene in de Folies Belleville gehouden open
bare bijeenkomst, heeft Rochefort ontkend, dat
hij in verstandhouding staat met de Orleanisten.
„Ik heb een zoon van acht jaren" zeide hij
onder anderen „die niet gedoopt is, en het
ook nooit zal worden." Verder trok Rochefort
de woorden in, die hij gisteren omtrent Ledru-
Rollin gesproken heeft. Hij had alleen willen
zeggen: dat Ledru-Rollin zich geen rekenschap
heeft gegeven van de stemming der gemoederen,
en dat hij den waren toestand niet kent.
In het manifest der 27 afgevaardigden der
linkerzijde wordt gezegd, dat met de interpella
tion, welke de linkerzijde ontwerpt om te komen
tot hervorming, wordt beoogd om de militaire
wet af te schallen; om het recht den oorlog te
verklaren aan den nationalen wil te onderwer
pen; terwijl voorts het algemeen stemrecht als
middel zal worden aangeprezen om te komen
tot een vernieuwden toestand.
Berlijn, 15 November. In het Heerenhuis is
een voorstel van graaf Munster, waarin verklaard
wordt dat de concessie voor de premieleening
van 100 millioen onvereenigbaar is met het be
lang des Staats, aangenomen.
Het Huis heeft het wetsontwerp goedgekeurd,
waarbij de leeftijd, vereischt om meerderjarig te
zijn, op 21 jaren vastgesteld wordt.
Marktberichten.
Rotterdam, 15 November. Tarwe en Rogge 10
ets. en Kanariezaad 25 ets. lager; Boekweit ƒ3 hoo-
ger; Schokkers 50 ets. lager.
Door de Ned. H.-Maatsch. is heden aangekon
digd dat de eerstvolgende koffieveiling te Am
sterdam zal gehouden worden den 24,ten Novem
ber a. s. en bestaan uit ongeveer:
77400 Balen Java liggende te Amsterdam;
18S00 Rotterdam;
4600 Dordrecht;
8500 Schiedam.
109300 Balen te zamen.
Meekrap. De handel was heden niet groot; op
de bestaande vraagprijzen is de kooplust niet le
vendig.
De circa 19000 kilogrammen meekrapwortel
uit den Wilhelminapolder werden tot 25.75 ver
kocht.
Promotiën.
Leiden, 16 November. Bevorderd tot doctor in
de rechten de heer J. Staal, geb. te Soest, met
Stellingen.
Utrecht, 15 Nov. De heer A. H. W. Crommelin,
geb. te Amsterdam, werd heden aan onzeliooge-
school bevorderd tot doctor in de rechten, na
verdediging van Stellingen.
Otticieele Berichten.
afkondiging.
De BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van
KATVVIJK, doen te weten:
dat door den raad dier gemeente, in zijne vergade
ring van den 26 October 1869, is vastgesteld de
volgendo
VERORDENING op het begraven van
lijken, en op de algemecne gemeente
lijke begraafplaats in de gemeente
KATWIJK.
Artikel 1. De gewone tijd voor het begraven van
lijken binnen de gemeente, wordt bepaald: In de
vijf wintermaanden, dat zijn: Januari, Februari, Oc
tober, November en December van des voormiddags
acht tot elf en des namiddags van drie tot vijf uur.
In de overige zeven maanden en alzoo van 1 Maart
tot ultimo September des morgens van zes tot tien
uur en des namiddags van drie tot zes uur. De Bur
gemeester is bevoegd, op grond van dringende om
standigheden, machtiging te verleenen dat op andere
uren van den dag worde begraven, en zal in dat
geval daarvan een schriftelijk bewijs afgeven, houdende
opgavu van den naam van den te begravene, het
tijdstip wanneer en de begraafplaats alwaar de be
grafenis zal plaats hebben.
Artikel 2. De lijken zullen naar de begraafplaats
moeten worden vervoerd, hetzij met een voertuig
bespannen met een of meer paarden of met een zoo
genaamde handbaar, gedragen wordende door mans
personen niet jonger dan 15 jaren, langs den openbaren
weg. Lijken van kinderen beneden de 2 jaar oud,
zullen naar de begraafplaats kunnen worden gedragen,
zonder vervoermiddel. In ieder geval zal do kist door
een kleed overdekt moeten zijn.
Artikel 3. De in artikel 2 genoemde bepalingen
bij het brengen van lijken naar de begraafplaats in
acht te nemen, zijn ook van toepassing op de lijken
die op kosten der gemeento worden begraven.
Artikel 4. Een ieder zal op de algemeene begraaf
plaats een grafkelder of grafstede kunnen aankoopen
volgens de bepalingen opgenomen in het besluit tot
heffing van begrafenisrechten. Hij zal die voor eigene
rekening kunnen doen bemetselen, mits de aangeno
men rangorde der graven op aanwijzing volgende.
Artikel 5. Het onderhoud van kelders of grafste
den, welke bijzonder eigendom zijn, blijft voor reke
ning van de eigenaars. Ingeval dezelve daarin nalatig
zijn, zal, op last van Burgemeester en Wethouders,
het noodigo worden verricht ten koste der eigenaars
Bij weigering van vergoeding of teruggave der ge
maakte onkosten, zullen de eigenaars, op eene een
voudige aanzegging bij deurwaarders-acte, van het
recht op den eigendom der graven verstoken zijn en
dezelve aan de gemeente vervallen.
Artikel G. Het is aan een ieder eigenaar van eene
gemetselde grafstede of kelder vergund, daarop, ten
zijne koste, eene liggende bedekking van hout of
steen, deszelfs naam of geslachtswapen bevattende, te
doen aanbrengen. Voor de oprichting van alle andere
gedenkteekenen en kruisen, het aanleggen van grat-
tuinen, het planten van hoornen of andere gewassen,
zal de vergunning van Burgemeester en Wethouders
vooraf verkregen moeten worden.
Artikel 7. Het is verboden om met paarden of
rijtuigen zich op de begraafplaats te begeven, alsmede
om daarop vee te doen grazen.
Artikel 8. Iedere overtreding der bepalingen dezer
verordening zal gestraft worden met eene boete van
drie tot vijf en twintig gulden, en eene gevangenis
straf van een tot drie dagen, samen of afzonderlijk.
Artikel 9. Deze verordening treedt in werking op
den eersten Januari 1870.
Gedaan te KATWIJK ter openbare raadsver
gadering van den 26 October 1869.
De Burgemeester,
(get.) BLANKEN.
De Secretaris
(get.) W. YAN DER VLIES.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Sta
ten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den
1 November 1S69, B, Nu. 6170 (4e Afd. A) G. S.
N®. 32, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort den 10 November 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, L. C. J. BLANKEN.
De Secretaris, W. VAN DER VLIES.
Gemeenteraad.
Aarlaiitïervcen.
Openbare Vergadering van Maandag den 15dB"
November 1869.
Voorzitterde Burgemeester.
Absent de heer D. Binnendijk.
1°. Lezing der Notulen van den 6Jcn October jl.
2°. Mededeeling van ingekomen stukken.
3°. Aangenomen een voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot daarstelling van twee Nortonsche
pijpwellen, een op het dorp en een op de Lagezijde.
4". Vastgesteld eeue verordening regelende het
toezicht op het vleesch en spek, voor menschelijke
consumtie bestemd.
5". Vastgesteld eene instructie voor de gemeente-
geneesheeren.
6°. Benoemd tot gemeente-geneesheeren voor het
jaar 1870 afdeelmg //Dorp", de heer J. A. De
Boer; afdeeling „Lagezijde", de heer J. J. M.
Richelle, beiden op eene jaarwedde van f 150.
7°. Afwijzend beschikt op een adres van de klap
wakers op het dorp, om afschaffing van het klapgeld
en bezoldiging uit de gemeentekas.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering
gesloten.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag, 16 November.
Aan de orde is de voortzetting der beraadslaging
over de begrooting van Ned. Indië, dienst 1870, en
wel over de Wet op de Middelenhoofdstuk II en
het daarop voorgestelde amendement van den heer
Nierstrasz, tot wederinvoering van de pacht der
pandjeshuizen.
De heer Durabar merkt op dat er een groot be
zwaar is tegen 't amendement, omdat, ook al wordt
het aangenomen, het geen effect kan sorteren. Als
't waar is dat de afschaffing van belastingen in Indië
aan den Koning behoort, dan kan het amendement
geen gevolg hebben. De pacht is reeds bij Kon. be
sluit opgeheven en zal opgeheven blijven. Inderdaad
daardoor zou 't aannemen van 't amendement eene
ongerijmdheid worden. Het schijnt hem echter toe
dat het amendement de strekkeng heeft om een vo
tum van afkeuring tegen den minister uit te lokken.
Het recht daartoe bestaat voorzeker alleszins, zegt
spr., maar daarvoor bestaan andere wegen.
De heer Heemskerk Az. gelooft, dat men 't debat
zou kunnen bekorten door de quaestie zuiver te stel
len. Wat de bevoegdheid der Regeering tot afschaf
fing dier pacht betreft, zegt spr., dat hij daarover
geheel eenstemmig met den minister denkt. Na uit
voerig betoog komt spr. tot de conclusie dat de ver
ordening tot afschaffing van de pacht der pandjes
huizen volkomen rechtsgeldig is. Op zichzelf dus zou
't hem kunnen brengen tot afstemming van 't amen
dement, maar zijn bezwaar is gelegen in de afschaf
fing zonder equivalent en daarom zou hij bijna ge
neigd zijn voor 't amendement te stemmen, maar
hij wil nog inlichtiogen afwachten. De Kamer moet
pal staan voor het begineel om in de tegenwoordige
omstandigheden geene belastingen af te schaffen zon
der equivalent.
De heer Nierstrasz wil het punt der bevoegdheid
van de uitvoerende macht geheel ter zijde laten. De
minister is een sterk voorstander van die afschaffing,
ook blijkens zijne vroegere geschriften. Maar even
min als men hier kan overgaan tot afschaffing der
banken van leening, evenmin kan men in Indië over
gaan tot afschaffing der pandjeshuizen. Zij zijn niet
te missen. Daarbij zijn nog ten minste eenige waar
borgen voor de bevolking in bet weten van stille
pandjesbuizen. Wat liet finantieel bezwaar betreft,
dit is zoo even reeds door den heer Heemskerk Az.
besproken en hij deelt geheel in het gevoelen van dien
spreker. Als wij hier nog de belasting op 't geslacht
op zout, zeep, patent belasting enz., moeten laten
bestaan, omdat er geen behoorlijk equivalent voor
de afschaffing is, waarom dan hier eene afschaffing
van 4 ton zonder eqnivalent? Op wien komt dat
neer? Op de beurs der Hollandsche contribuabelen.
De heer v. Q-oltstein zegt het eens te zijn met
den heer Heemskerk, wat de quaestie der bevoegd
heid van den Koning tot afschaffing van belastingen
betreft, maar wat door den minister is aangevoerd,
heeft hem niet overtuigd van de wenschelijkbeid der
afschaffing.
De beer Kransen v. d. Putte is het wat de be
voegdheid der regeering en dc uitlegging der comp
tabiliteitswet betreft, geheel eens met den heer
Heemskerk. Spr. heeft overigens het debat van het
vorige jaar geraadpleegd, en bij do onbevooroordeelde
lezing der discussie van verleden jaar is zijn indruk
geweest dat de minister daaruit niet kon opmaken
dat de Kamer verlangde die belasting te behouden.
Nu de minister lot de afschaffing is overgegaan, zal,
zoo 't amendement wordt aangenomen, dit eene be
paalde afkeuring van de handelingen des ministers in
zich sluiten; bij zou 't Kon. besluit moeten intrek
ken of aftreden.
De heer 's Jacob is ook overtuigd dat de minister
in zijn recht was tot afschaffing en daarom zal hij
niet voor 't amendement stemmen.
De heer De Brauw zal een woord in 't midden
brengen, naar aanleiding van de rede van den heer
v. d. Putte, die de quaestie op politiek terrein ge
bracht en beweerd heelt dat de aanneming van 't
ameuderaent der minister noodzaken zou het Kon.
besluit in te trekken of af te treden. Ware dit laatste
het geval, dit zou voor spr. een reden zijn tot af
stemming van 't amendement, want hij stelt er prijs
op dat deze Minister aan 't roer blijven en dat de
zaken van Indië behandeld worden met overleg en
zonder onbesuisdheid of oudoordackt, waaraan 't mis
schien te wijten is dat de zaken in Indië verer
gerd zijn.
De heer Kransen v. d. Putte zal zich onthouden
iets te zeggen over de qualificatie van //onbesuisd
en ondoordacht," die de vorige spreker, keonelijk op
een vroeger bewind doelende, heeft geuit. Maar hij
weerspreekt dat hij eene politieke quaestie opgewor
pen heeft.
De heer v. Eek stelt op den voorgrond, dat de
regeering alleen zoodanige belasting kan opheffen,
die op de begrooting is uitgetrokken, en hij meent
ook dat de Kamer volkomen bevoegd is aan te wij
zen dat het middel der pacht van de pandjeshuizen
eene inkomst zal zijn. Dan eerst is de regeering bij
machte die belasting te heffen. Zij die dus tegen de
afschaffing ziju, moeten die belasting weder op de
begrooting brengen. Als hij stemt over de pandjes
huizen, dan is 't daarover en niet over de aftreding
van een minister.
De minister van koloniën, de heer De Waal, zegt,
dat hij, naar den loop dien de discussie genomen
heeft, het gemis der bevoegdheid geheel kan ter zijde
laten. En wat de vraag betreft, of hij aanleiding
had, te gelooven dat de Kamer met het denkbeeld
der afschaffing verleden jaar ingenomen was, heeft
de heer Kransen van de Putte reeds aangevoerd wat
bij, minister, meende, en dat is de toejuiching van de
alschaffing in het Yoorloopig Verslag, de afkeuring
van het middel door den heer Koorders, en het zwij
gen der Kamer in verband met al het voorafgegane.
Wat het opgemerkte door den heer Nierstrasz be
treft, alsof een vroeger voorstel tot afschaffing te
ruggezonden zou zijn, antwoordt de minister dat dit
onjuist is. Dezelfde spr. zeide dat de pandjeshuizen
niet te missen waren; goed, zegt de minister, maar
neem er geen geld voor uit 's lands kas. De verge
lijking met de opiumpacht gaat ook niet op. Het
verbod van verbruik van opium heeft nooit geholpen.
Zulk een verbod zou een oorlog kunnen ten gevolge
hebben met die lieden, die gewoon zijn opium te
schuiven. Nu heeft men er op uitgevonden het gebruik
zoo duur mogelijke temaken. Daarin is niets onzedelijks,
maar wel is 't onzedelijk dat het gouvernement deelt
in de winst van den pachter op het houden van
pandjeshuizen, waartoe de minvermogenden toevlucht
nemen.
Nu het finantieel motief. Men zeide: geen afschaf
fing van belastingen zonder equivalent. De minister
antwoordt, dat het niet aan equivalent heeft ontbro
ken, want de landrente is aanmerkelijk verhoogd.
Maar ook afgescheiden daarvan, vraagt de minister,
of als er nog zoovele millioenen overblijven op de
begrooting, moet er dan, als het de afschaffing geldt
van eene belasting, die beneden de waardigheid der
regeering is (het zijn de woorden van den heer Yan
Nispen verleden jaar) nog gevergd worden, dat er
een equivalent zal zijn? Nu zegt de heer Yan Eek
wel: Nederland en Indië zijn een; toegestemd, ant
woordt de min., maar dan vraagt de min. of men
dan niet gezamenlijk moet zorgen dat dergelijke be
lastingen opgeheven worden.
De heer Van Nispen zegt dat hij nooit de af
schaffing heeft aangeraden zonder equivalent. Hij
vindt het ook niet voorzichtig vau den minister, dat
hij met zooveel nadruk gewezen heeft op de vele
millioenen, die nog op de begrooting overblijven.
De heer Yan Eek meent dat de quaestie is niot
over de afschaffing, maar over de afschaffing zonder
equivalent. Hij vraagt niet meer van Indië maar
wenschte, dat men nu een balans houde, en tot geene
vermindering van inkomsten besluite, wanneer die niet
door anderen gedekt worde.
De heer Heemskerk Az. betreurt het met den heer
Yan Nispen, dat de Min., die zoo bedachtzaam is,
een beroep beeft gedaan op de vele millioenen, die
nog over zijn. Wat nu betreft het amendement,
zoo raadt hij den heer Nierstrasz aan zijn amende
ment in te trekken, daar het genoegzaam blijkt dat
de Kamer in 't vervolg geene alschaffing wil zonder
equivalent. Intusschen zal hij, zoo 't amendement
gehandhaafd blijft, zich er niet tegen verklaren.
Na nog eenige discussie werd het amendement
verworpen met 54 tegen 13 stemmen, en daarna de
wet op de middelen in Nederlandsch Indië aangeno
men met 48 tegen 19 stemmen.
Na de schorsing kwam in discussie Hoofdstuk II
(wet op de middelen in Nederland).
De eerste quaestie die hierbij ter sprake kwam was
de raming der koffieprijzen door do Regeering op
40 cents per Mj kilo gesteld. De discussie loste zich op in
een amendement van den heer Blussó om de raming-
som der koffieprijzen te wijzigen naar eene bereke
ning van 38 cent per kilo. Hiertegen verzette
zich de voorzitter op grond dat evenmin als op de
Rijksbegrooting op die voor Nederl.-Indië amende
menten kunnen voorgesteld worden op de raming
der middelen.
Na eene langdurige gedachtenwisseliug werd een
amendement Fokker aangenomen om uit de wet van
de middelen de woorden te ligten die verband daar-
stelden tusschen de raming der prijzen. Hierdoor
verviel het amendement, van den heer Blussé.
Art. 1 en 2 van dit hoofdstuk werden hierop aan
genomen, waarna de beraadslagingen teruggevoerd
werden tot art. 43 van hot Hoofdstuk II (uitgaven
in Nederland).
Bij dit artikel vingen de beraadslagingen aan over
de quaestie dor vaste bijdrage, waaraan deelnamen
de heeren Yan Goltstein, 's Jacob en Moens. Een
amendement van den heer Yan Delden om de discussie
hedenavond voort te zetten werd verworpen, waarop
voortzetting van het debat werd vastgesteld op Don
derdag te 11 uren.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Gravenhage, 16 November. De heeren J. Bos
scha, J. H. Van der Ileim en Lindo, leden van
het voorloopig bestuur van het Schoolverbond,
hebben allen, die medewerken willen om hier
ter stede eene afdeeling van het schoolverbond
te vestigen, uitgenoodigd, tot dat doel bijeen te
komen in het lokaal Diligentia op Donderdag 25
dezer, des avonds te 7 uren.
De Ilooge Raad heeft bij arrest van lieden
uitspraak gedaan in de zaak van Z. Exc. den
minister van financiën, eischer, tegen Ch. Th. Stork,
gedaagde. De raad heeft den gedaagde schuldig
verklaard aan de overtreding welke hem ten laste
is gelegd en hem veroordeeld in eene geldboete
van ƒ25 en de kosten.
Reeds heden heerscht er in de residentie
eene groote levendigheid, daar aan dc eene zijde
de toebereidselen tot den feestdag van morgen
zich allerwege ontwikkelen, en, aan den anderen
kant is het getal bezoekers uit alle oorden des
lands zeer aanzienlijk.
Amsterdam, 16 November. Luidens een hier ter
stede ontvangen telegram is de boot, waarop zich
vele Nederlandsche genoodigden van den Khedive
van Egypte bevonden, na een stormachtigen over
tocht gelukkig aangekomen. Onderweg is een
Italiaansche brik aangevaren. (Hdbl.)
Parijs, 16 Nov. Het Journal 0(Jicieltdeelt mede
dat gisteren de baron Von Werther, de nieuwe
Pruisische gezant bij ons hof^ bij het overhandi
gen zijner geloofsbrieven, heeft gezegd dat hij
op het door zijnen souverein uitdrukkelijk te ken
nen gegeven verlangen, al zijne pogingen zal wij
den aan de handhaving en de bevestiging van de
betrekkingen van vriendschap en volkoinene over
eenstemming tusschen Frankrijk en Pruisen, en
den Noord-Duitschen Bond. Ook hij wenscht de
handhaving der goede verstandhouding, evenzeer
als de ontwikkeling der vriendschappelijke be
trekkingen tusschen Pruisen, den Noord-Duit
schen Bond en Frankrijk. „Ik kan mij niet
anders dan verheugen over de keus des konings,
die u naar Parijs zond en verzoek u overtuigd
te willen zijn van de welwillende ontvangst,
welke gij in ons midden zult vinden."
Florence, 16 Nov. Bij koninklijk besluit is eene
amnestie uitgevaardigd voor alle politieke de
licten.
Het hof heeft Lobbia veroordeeld tot een jaar
vestingstraf, Martinat tot zes maanden, Caregnato
en Novelli tot drie maanden gevangenisstraf.
HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN.
Uit de verschillende Dagbladen.
NOV. GEHUWD.
11. A. A. Paling en M. A. Boom. 's-Bosch.
11. C. J. Hertstein en H. C. Vau der Ploeg. Zierikzee.
Nov. BEVALLEN.
10. A. M. P. Verbernc, geb. Janzen, I). Nicuwediep.
12. W. C. Van Hooro, geb. Bok, D. Zaandam.
12. L. A. Hesiiug, geb. Van Pelt, 2 Z. Rotterdam-