eerste district Carnot, in het derde Crémieux, in het achtste Emmanuel Arago. In het vierde district is men het nog niet eens omtrent de candidatu- ren van Glais-Biioin en llenri Bisson. Het geheele gouvernement bevindt zich thans te Compiègne en viert daar feestongetwijfeld zal men er echter ook wel een oog in het zeil houden, omtrent hetgeen te Parijs gebeurt. De heer Ed. Laboulaye. heeft aan den redacteur van de Liberté een brief gezonden, waaruit duide lijk blijkt, dat, zoo Henri Rochefort in het lsl° district tot afgevaardigde gekozen wordt, dit niet de schuld zal zijn van den heer Laboulaye, doch uitsluitend van de kiezers. Dit schrijven luidt als volgt: Waarde heer! „Duizendmaal dank voor uwe goede bedoeling; doch, dat uw stem geen weerklank vond, ver wondert mij niet. Ons land is nog niet rijp voor de vrijheidvertooning alles is vertooning in Frankrijk. Tot nu toe zagen de Parijzen aars een Masaniello slechts op het tooneel; thans willen ze hem gaarne ook eens in levenden lijve aan schouwen. Zij weten volmaakt wel, dat, vóór een maand verloopen zal wezen, de heer Rochefort in het slijk getreden zal zijn door dezelfde lieden, die hem nu verheerlijken tenzij hij zich op een barricade als een ellendige late neerschieten. De Parijzenaavs voorzien dien afloop en toch gaan ze hem rustig te gemoet, zonder te begrij pen, dat zij zoodoende hunne vrijheid op het spel zetten. „Wat mij betreft als een comité mij had voorgedragen, zou ik mij volgaarne op den voor grond hebben gesteld al ware het slechts om, in naam van de vrijzinnige democratie, protest in te dienen tegen die onzedelijke leerstukken, welke even noodlottig werken in het politieke als in het burgerlijk leven. Ik geloof aan de.hei ligheid van den eed zoo al niet aan zijn nut; en van rede en gematigdheid alleen durf ik de zegepraal der vrijheid verwachten." België. De Koning heeft zich gisterenmorgen met prin ses Louise naar Londen begeven. De koningin was door ongesteldheid verhinderd. Z. M. reist incognito en is te halftwaalf te Calais aange komen. TELEGRA MMEN. Londen, 11 Nov. Volgens de Observer is door de inschrijvingen in Engeland de Italiaansche Do- mein-leening gedekt. Konstantïnopel, 14 Nov. De dagbladen melden dat de leening definitief is gesloten a 54, met het Coinptoir d'Escompte, te Parijs. Napels, 15 Nov. De prins van Napels heeft gisteren bij den doop de volgende namen ont vangen: Victor Emanuel Ferdinand. De stad Na pels was vertegenwoordigd door den maire en de junta. Parijs, 15 Nov. Gisteren had ten huize van den heer Jules Favre een vergadering van 19 afge vaardigden der linkerzijde plaats; men kwam echter tot geen besluit, zoodat de bijeenkomst heden hervat zal worden. Op eene in de Folies Belleville gehouden open bare bijeenkomst, heeft Rochefort ontkend, dat hij in verstandhouding staat met de Orleanisten. „Ik heb een zoon van acht jaren" zeide hij onder anderen „die niet gedoopt is, en het ook nooit zal worden." Verder trok Rochefort de woorden in, die hij gisteren omtrent Ledru- Rollin gesproken heeft. Hij had alleen willen zeggen: dat Ledru-Rollin zich geen rekenschap heeft gegeven van de stemming der gemoederen, en dat hij den waren toestand niet kent. In het manifest der 27 afgevaardigden der linkerzijde wordt gezegd, dat met de interpella tion, welke de linkerzijde ontwerpt om te komen tot hervorming, wordt beoogd om de militaire wet af te schallen; om het recht den oorlog te verklaren aan den nationalen wil te onderwer pen; terwijl voorts het algemeen stemrecht als middel zal worden aangeprezen om te komen tot een vernieuwden toestand. Berlijn, 15 November. In het Heerenhuis is een voorstel van graaf Munster, waarin verklaard wordt dat de concessie voor de premieleening van 100 millioen onvereenigbaar is met het be lang des Staats, aangenomen. Het Huis heeft het wetsontwerp goedgekeurd, waarbij de leeftijd, vereischt om meerderjarig te zijn, op 21 jaren vastgesteld wordt. Marktberichten. Rotterdam, 15 November. Tarwe en Rogge 10 ets. en Kanariezaad 25 ets. lager; Boekweit ƒ3 hoo- ger; Schokkers 50 ets. lager. Door de Ned. H.-Maatsch. is heden aangekon digd dat de eerstvolgende koffieveiling te Am sterdam zal gehouden worden den 24,ten Novem ber a. s. en bestaan uit ongeveer: 77400 Balen Java liggende te Amsterdam; 18S00 Rotterdam; 4600 Dordrecht; 8500 Schiedam. 109300 Balen te zamen. Meekrap. De handel was heden niet groot; op de bestaande vraagprijzen is de kooplust niet le vendig. De circa 19000 kilogrammen meekrapwortel uit den Wilhelminapolder werden tot 25.75 ver kocht. Promotiën. Leiden, 16 November. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer J. Staal, geb. te Soest, met Stellingen. Utrecht, 15 Nov. De heer A. H. W. Crommelin, geb. te Amsterdam, werd heden aan onzeliooge- school bevorderd tot doctor in de rechten, na verdediging van Stellingen. Otticieele Berichten. afkondiging. De BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van KATVVIJK, doen te weten: dat door den raad dier gemeente, in zijne vergade ring van den 26 October 1869, is vastgesteld de volgendo VERORDENING op het begraven van lijken, en op de algemecne gemeente lijke begraafplaats in de gemeente KATWIJK. Artikel 1. De gewone tijd voor het begraven van lijken binnen de gemeente, wordt bepaald: In de vijf wintermaanden, dat zijn: Januari, Februari, Oc tober, November en December van des voormiddags acht tot elf en des namiddags van drie tot vijf uur. In de overige zeven maanden en alzoo van 1 Maart tot ultimo September des morgens van zes tot tien uur en des namiddags van drie tot zes uur. De Bur gemeester is bevoegd, op grond van dringende om standigheden, machtiging te verleenen dat op andere uren van den dag worde begraven, en zal in dat geval daarvan een schriftelijk bewijs afgeven, houdende opgavu van den naam van den te begravene, het tijdstip wanneer en de begraafplaats alwaar de be grafenis zal plaats hebben. Artikel 2. De lijken zullen naar de begraafplaats moeten worden vervoerd, hetzij met een voertuig bespannen met een of meer paarden of met een zoo genaamde handbaar, gedragen wordende door mans personen niet jonger dan 15 jaren, langs den openbaren weg. Lijken van kinderen beneden de 2 jaar oud, zullen naar de begraafplaats kunnen worden gedragen, zonder vervoermiddel. In ieder geval zal do kist door een kleed overdekt moeten zijn. Artikel 3. De in artikel 2 genoemde bepalingen bij het brengen van lijken naar de begraafplaats in acht te nemen, zijn ook van toepassing op de lijken die op kosten der gemeento worden begraven. Artikel 4. Een ieder zal op de algemeene begraaf plaats een grafkelder of grafstede kunnen aankoopen volgens de bepalingen opgenomen in het besluit tot heffing van begrafenisrechten. Hij zal die voor eigene rekening kunnen doen bemetselen, mits de aangeno men rangorde der graven op aanwijzing volgende. Artikel 5. Het onderhoud van kelders of grafste den, welke bijzonder eigendom zijn, blijft voor reke ning van de eigenaars. Ingeval dezelve daarin nalatig zijn, zal, op last van Burgemeester en Wethouders, het noodigo worden verricht ten koste der eigenaars Bij weigering van vergoeding of teruggave der ge maakte onkosten, zullen de eigenaars, op eene een voudige aanzegging bij deurwaarders-acte, van het recht op den eigendom der graven verstoken zijn en dezelve aan de gemeente vervallen. Artikel G. Het is aan een ieder eigenaar van eene gemetselde grafstede of kelder vergund, daarop, ten zijne koste, eene liggende bedekking van hout of steen, deszelfs naam of geslachtswapen bevattende, te doen aanbrengen. Voor de oprichting van alle andere gedenkteekenen en kruisen, het aanleggen van grat- tuinen, het planten van hoornen of andere gewassen, zal de vergunning van Burgemeester en Wethouders vooraf verkregen moeten worden. Artikel 7. Het is verboden om met paarden of rijtuigen zich op de begraafplaats te begeven, alsmede om daarop vee te doen grazen. Artikel 8. Iedere overtreding der bepalingen dezer verordening zal gestraft worden met eene boete van drie tot vijf en twintig gulden, en eene gevangenis straf van een tot drie dagen, samen of afzonderlijk. Artikel 9. Deze verordening treedt in werking op den eersten Januari 1870. Gedaan te KATWIJK ter openbare raadsver gadering van den 26 October 1869. De Burgemeester, (get.) BLANKEN. De Secretaris (get.) W. YAN DER VLIES. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Sta ten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 1 November 1S69, B, Nu. 6170 (4e Afd. A) G. S. N®. 32, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 10 November 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, L. C. J. BLANKEN. De Secretaris, W. VAN DER VLIES. Gemeenteraad. Aarlaiitïervcen. Openbare Vergadering van Maandag den 15dB" November 1869. Voorzitterde Burgemeester. Absent de heer D. Binnendijk. 1°. Lezing der Notulen van den 6Jcn October jl. 2°. Mededeeling van ingekomen stukken. 3°. Aangenomen een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot daarstelling van twee Nortonsche pijpwellen, een op het dorp en een op de Lagezijde. 4". Vastgesteld eeue verordening regelende het toezicht op het vleesch en spek, voor menschelijke consumtie bestemd. 5". Vastgesteld eene instructie voor de gemeente- geneesheeren. 6°. Benoemd tot gemeente-geneesheeren voor het jaar 1870 afdeelmg //Dorp", de heer J. A. De Boer; afdeeling „Lagezijde", de heer J. J. M. Richelle, beiden op eene jaarwedde van f 150. 7°. Afwijzend beschikt op een adres van de klap wakers op het dorp, om afschaffing van het klapgeld en bezoldiging uit de gemeentekas. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag, 16 November. Aan de orde is de voortzetting der beraadslaging over de begrooting van Ned. Indië, dienst 1870, en wel over de Wet op de Middelenhoofdstuk II en het daarop voorgestelde amendement van den heer Nierstrasz, tot wederinvoering van de pacht der pandjeshuizen. De heer Durabar merkt op dat er een groot be zwaar is tegen 't amendement, omdat, ook al wordt het aangenomen, het geen effect kan sorteren. Als 't waar is dat de afschaffing van belastingen in Indië aan den Koning behoort, dan kan het amendement geen gevolg hebben. De pacht is reeds bij Kon. be sluit opgeheven en zal opgeheven blijven. Inderdaad daardoor zou 't aannemen van 't amendement eene ongerijmdheid worden. Het schijnt hem echter toe dat het amendement de strekkeng heeft om een vo tum van afkeuring tegen den minister uit te lokken. Het recht daartoe bestaat voorzeker alleszins, zegt spr., maar daarvoor bestaan andere wegen. De heer Heemskerk Az. gelooft, dat men 't debat zou kunnen bekorten door de quaestie zuiver te stel len. Wat de bevoegdheid der Regeering tot afschaf fing dier pacht betreft, zegt spr., dat hij daarover geheel eenstemmig met den minister denkt. Na uit voerig betoog komt spr. tot de conclusie dat de ver ordening tot afschaffing van de pacht der pandjes huizen volkomen rechtsgeldig is. Op zichzelf dus zou 't hem kunnen brengen tot afstemming van 't amen dement, maar zijn bezwaar is gelegen in de afschaf fing zonder equivalent en daarom zou hij bijna ge neigd zijn voor 't amendement te stemmen, maar hij wil nog inlichtiogen afwachten. De Kamer moet pal staan voor het begineel om in de tegenwoordige omstandigheden geene belastingen af te schaffen zon der equivalent. De heer Nierstrasz wil het punt der bevoegdheid van de uitvoerende macht geheel ter zijde laten. De minister is een sterk voorstander van die afschaffing, ook blijkens zijne vroegere geschriften. Maar even min als men hier kan overgaan tot afschaffing der banken van leening, evenmin kan men in Indië over gaan tot afschaffing der pandjeshuizen. Zij zijn niet te missen. Daarbij zijn nog ten minste eenige waar borgen voor de bevolking in bet weten van stille pandjesbuizen. Wat liet finantieel bezwaar betreft, dit is zoo even reeds door den heer Heemskerk Az. besproken en hij deelt geheel in het gevoelen van dien spreker. Als wij hier nog de belasting op 't geslacht op zout, zeep, patent belasting enz., moeten laten bestaan, omdat er geen behoorlijk equivalent voor de afschaffing is, waarom dan hier eene afschaffing van 4 ton zonder eqnivalent? Op wien komt dat neer? Op de beurs der Hollandsche contribuabelen. De heer v. Q-oltstein zegt het eens te zijn met den heer Heemskerk, wat de quaestie der bevoegd heid van den Koning tot afschaffing van belastingen betreft, maar wat door den minister is aangevoerd, heeft hem niet overtuigd van de wenschelijkbeid der afschaffing. De beer Kransen v. d. Putte is het wat de be voegdheid der regeering en dc uitlegging der comp tabiliteitswet betreft, geheel eens met den heer Heemskerk. Spr. heeft overigens het debat van het vorige jaar geraadpleegd, en bij do onbevooroordeelde lezing der discussie van verleden jaar is zijn indruk geweest dat de minister daaruit niet kon opmaken dat de Kamer verlangde die belasting te behouden. Nu de minister lot de afschaffing is overgegaan, zal, zoo 't amendement wordt aangenomen, dit eene be paalde afkeuring van de handelingen des ministers in zich sluiten; bij zou 't Kon. besluit moeten intrek ken of aftreden. De heer 's Jacob is ook overtuigd dat de minister in zijn recht was tot afschaffing en daarom zal hij niet voor 't amendement stemmen. De heer De Brauw zal een woord in 't midden brengen, naar aanleiding van de rede van den heer v. d. Putte, die de quaestie op politiek terrein ge bracht en beweerd heelt dat de aanneming van 't ameuderaent der minister noodzaken zou het Kon. besluit in te trekken of af te treden. Ware dit laatste het geval, dit zou voor spr. een reden zijn tot af stemming van 't amendement, want hij stelt er prijs op dat deze Minister aan 't roer blijven en dat de zaken van Indië behandeld worden met overleg en zonder onbesuisdheid of oudoordackt, waaraan 't mis schien te wijten is dat de zaken in Indië verer gerd zijn. De heer Kransen v. d. Putte zal zich onthouden iets te zeggen over de qualificatie van //onbesuisd en ondoordacht," die de vorige spreker, keonelijk op een vroeger bewind doelende, heeft geuit. Maar hij weerspreekt dat hij eene politieke quaestie opgewor pen heeft. De heer v. Eek stelt op den voorgrond, dat de regeering alleen zoodanige belasting kan opheffen, die op de begrooting is uitgetrokken, en hij meent ook dat de Kamer volkomen bevoegd is aan te wij zen dat het middel der pacht van de pandjeshuizen eene inkomst zal zijn. Dan eerst is de regeering bij machte die belasting te heffen. Zij die dus tegen de afschaffing ziju, moeten die belasting weder op de begrooting brengen. Als hij stemt over de pandjes huizen, dan is 't daarover en niet over de aftreding van een minister. De minister van koloniën, de heer De Waal, zegt, dat hij, naar den loop dien de discussie genomen heeft, het gemis der bevoegdheid geheel kan ter zijde laten. En wat de vraag betreft, of hij aanleiding had, te gelooven dat de Kamer met het denkbeeld der afschaffing verleden jaar ingenomen was, heeft de heer Kransen van de Putte reeds aangevoerd wat bij, minister, meende, en dat is de toejuiching van de alschaffing in het Yoorloopig Verslag, de afkeuring van het middel door den heer Koorders, en het zwij gen der Kamer in verband met al het voorafgegane. Wat het opgemerkte door den heer Nierstrasz be treft, alsof een vroeger voorstel tot afschaffing te ruggezonden zou zijn, antwoordt de minister dat dit onjuist is. Dezelfde spr. zeide dat de pandjeshuizen niet te missen waren; goed, zegt de minister, maar neem er geen geld voor uit 's lands kas. De verge lijking met de opiumpacht gaat ook niet op. Het verbod van verbruik van opium heeft nooit geholpen. Zulk een verbod zou een oorlog kunnen ten gevolge hebben met die lieden, die gewoon zijn opium te schuiven. Nu heeft men er op uitgevonden het gebruik zoo duur mogelijke temaken. Daarin is niets onzedelijks, maar wel is 't onzedelijk dat het gouvernement deelt in de winst van den pachter op het houden van pandjeshuizen, waartoe de minvermogenden toevlucht nemen. Nu het finantieel motief. Men zeide: geen afschaf fing van belastingen zonder equivalent. De minister antwoordt, dat het niet aan equivalent heeft ontbro ken, want de landrente is aanmerkelijk verhoogd. Maar ook afgescheiden daarvan, vraagt de minister, of als er nog zoovele millioenen overblijven op de begrooting, moet er dan, als het de afschaffing geldt van eene belasting, die beneden de waardigheid der regeering is (het zijn de woorden van den heer Yan Nispen verleden jaar) nog gevergd worden, dat er een equivalent zal zijn? Nu zegt de heer Yan Eek wel: Nederland en Indië zijn een; toegestemd, ant woordt de min., maar dan vraagt de min. of men dan niet gezamenlijk moet zorgen dat dergelijke be lastingen opgeheven worden. De heer Van Nispen zegt dat hij nooit de af schaffing heeft aangeraden zonder equivalent. Hij vindt het ook niet voorzichtig vau den minister, dat hij met zooveel nadruk gewezen heeft op de vele millioenen, die nog op de begrooting overblijven. De heer Yan Eek meent dat de quaestie is niot over de afschaffing, maar over de afschaffing zonder equivalent. Hij vraagt niet meer van Indië maar wenschte, dat men nu een balans houde, en tot geene vermindering van inkomsten besluite, wanneer die niet door anderen gedekt worde. De heer Heemskerk Az. betreurt het met den heer Yan Nispen, dat de Min., die zoo bedachtzaam is, een beroep beeft gedaan op de vele millioenen, die nog over zijn. Wat nu betreft het amendement, zoo raadt hij den heer Nierstrasz aan zijn amende ment in te trekken, daar het genoegzaam blijkt dat de Kamer in 't vervolg geene alschaffing wil zonder equivalent. Intusschen zal hij, zoo 't amendement gehandhaafd blijft, zich er niet tegen verklaren. Na nog eenige discussie werd het amendement verworpen met 54 tegen 13 stemmen, en daarna de wet op de middelen in Nederlandsch Indië aangeno men met 48 tegen 19 stemmen. Na de schorsing kwam in discussie Hoofdstuk II (wet op de middelen in Nederland). De eerste quaestie die hierbij ter sprake kwam was de raming der koffieprijzen door do Regeering op 40 cents per Mj kilo gesteld. De discussie loste zich op in een amendement van den heer Blussó om de raming- som der koffieprijzen te wijzigen naar eene bereke ning van 38 cent per kilo. Hiertegen verzette zich de voorzitter op grond dat evenmin als op de Rijksbegrooting op die voor Nederl.-Indië amende menten kunnen voorgesteld worden op de raming der middelen. Na eene langdurige gedachtenwisseliug werd een amendement Fokker aangenomen om uit de wet van de middelen de woorden te ligten die verband daar- stelden tusschen de raming der prijzen. Hierdoor verviel het amendement, van den heer Blussé. Art. 1 en 2 van dit hoofdstuk werden hierop aan genomen, waarna de beraadslagingen teruggevoerd werden tot art. 43 van hot Hoofdstuk II (uitgaven in Nederland). Bij dit artikel vingen de beraadslagingen aan over de quaestie dor vaste bijdrage, waaraan deelnamen de heeren Yan Goltstein, 's Jacob en Moens. Een amendement van den heer Yan Delden om de discussie hedenavond voort te zetten werd verworpen, waarop voortzetting van het debat werd vastgesteld op Don derdag te 11 uren. LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhage, 16 November. De heeren J. Bos scha, J. H. Van der Ileim en Lindo, leden van het voorloopig bestuur van het Schoolverbond, hebben allen, die medewerken willen om hier ter stede eene afdeeling van het schoolverbond te vestigen, uitgenoodigd, tot dat doel bijeen te komen in het lokaal Diligentia op Donderdag 25 dezer, des avonds te 7 uren. De Ilooge Raad heeft bij arrest van lieden uitspraak gedaan in de zaak van Z. Exc. den minister van financiën, eischer, tegen Ch. Th. Stork, gedaagde. De raad heeft den gedaagde schuldig verklaard aan de overtreding welke hem ten laste is gelegd en hem veroordeeld in eene geldboete van ƒ25 en de kosten. Reeds heden heerscht er in de residentie eene groote levendigheid, daar aan dc eene zijde de toebereidselen tot den feestdag van morgen zich allerwege ontwikkelen, en, aan den anderen kant is het getal bezoekers uit alle oorden des lands zeer aanzienlijk. Amsterdam, 16 November. Luidens een hier ter stede ontvangen telegram is de boot, waarop zich vele Nederlandsche genoodigden van den Khedive van Egypte bevonden, na een stormachtigen over tocht gelukkig aangekomen. Onderweg is een Italiaansche brik aangevaren. (Hdbl.) Parijs, 16 Nov. Het Journal 0(Jicieltdeelt mede dat gisteren de baron Von Werther, de nieuwe Pruisische gezant bij ons hof^ bij het overhandi gen zijner geloofsbrieven, heeft gezegd dat hij op het door zijnen souverein uitdrukkelijk te ken nen gegeven verlangen, al zijne pogingen zal wij den aan de handhaving en de bevestiging van de betrekkingen van vriendschap en volkoinene over eenstemming tusschen Frankrijk en Pruisen, en den Noord-Duitschen Bond. Ook hij wenscht de handhaving der goede verstandhouding, evenzeer als de ontwikkeling der vriendschappelijke be trekkingen tusschen Pruisen, den Noord-Duit schen Bond en Frankrijk. „Ik kan mij niet anders dan verheugen over de keus des konings, die u naar Parijs zond en verzoek u overtuigd te willen zijn van de welwillende ontvangst, welke gij in ons midden zult vinden." Florence, 16 Nov. Bij koninklijk besluit is eene amnestie uitgevaardigd voor alle politieke de licten. Het hof heeft Lobbia veroordeeld tot een jaar vestingstraf, Martinat tot zes maanden, Caregnato en Novelli tot drie maanden gevangenisstraf. HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN. Uit de verschillende Dagbladen. NOV. GEHUWD. 11. A. A. Paling en M. A. Boom. 's-Bosch. 11. C. J. Hertstein en H. C. Vau der Ploeg. Zierikzee. Nov. BEVALLEN. 10. A. M. P. Verbernc, geb. Janzen, I). Nicuwediep. 12. W. C. Van Hooro, geb. Bok, D. Zaandam. 12. L. A. Hesiiug, geb. Van Pelt, 2 Z. Rotterdam-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3