-—-
eene compagnie van de genie met vier bergmor-
Heren en twee raket-kanonnen, onder leiding
van den overste Fischer uit Trinita (bij Cattaro).
De insurgenten der omstreken, die, zooals bekend
lig, reeds eenmaal en wel op 23 Oct., een niet
gelukten aanval op Trinita waagden, marcheer
den de troepen te gemoet, en het kwam tot een
gevecht, dat drie uren duurde; bij den voorloo-
pigen tegenstand, dien de hardnekkige Boccharen
altoos bieden, moeten de wederzijdsche verliezen
niet gering zijn geweest; in de officieele dépêche
zijn zij nog onbekend, maar toch constateert dat
document, dat de oproerlingen tot voorbij Soet-
wara werden teruggedrongen, waaruit men wel
mag afleiden, dat het aan onze strijdmacht gelukt
is in Soetwara en op de omliggende bergen post
te vatten."
Engeland.
Zaterdag jl. had te Londen een dubbele plech
tigheid plaats: de Koningin vereerde hare goede
City met een bezoek, ten einde de feestelijke ope
ning van de nieuwe Blackfriarsbrug en het Hol-
born-viaduct bij te wonen. De bladen maken ge
wag van de meer dan hartelijke ontvangsi die
aan Victoria van de zijde der burgerij ten deel
viel: een ontvangts, zegt de Daily News, zooals
slechts het Britsche volk kan geven en slechts
een Britsche souverein te beurt kan vallen.
Frankrijk.
Wat wij vermoedden is geschied, en dank zij
de regeering heeft Henri Rochefort Zaterdag als
martelaar der vrijheid, te Parijs een ongewoon
succes genoten. Eene vergadering van kiezers
was bijeen; -3000 personen verdrongen zich in de
Grand Salon van den Boulevard de la Chapelle,
terwijl het bureau louter uit onverzoenlijken was
samengesteld. De candidatuur van Clément Lau
rier, en van Cantagrel wordt besproken. Ver
scheidene personen bijna alle behoorende tot
de arbeidende klasse noemen reeds den naam
van Henri Rochefort. De heer Laurier is absent,
en het is, nadat daarover klachten zijn geuit, dat
het bureau hem laat vragen, in de vergadering
te komen, om zelf zijn candidatuur te verde
digen.
Haar ziet, nog is Laurier niet gekomen, of een
der leden van het comité démocratique komt
binnen en zegt; „Burgers, er is een nieuwe aan
slag op onzen candidaat gedaan. Rochefort is op
de grenzen gearresteerd."
Van dit oogenblik af hebben de vrienden van
Rochefort hunne zaak gewonnenen Laurier
zoowel als Cantagrel doen vrijwillig afstand van
hunne candidatuur.
Reeds spoedig verschijnt Rochefort, die intus-
schen in vrijheid was gesteld, te Parijs;'s avonds
komt hij in de vergadering de la Chapelle; maai
de nieuwsgierigheid is zóo groot, de zaal is zóo
stampvol, dat hij door het raam moest binnen
komen. De opgewondenheid van het publiek is
ontzettend, om den grooten martelaar der vrijheid
te hooren. Hij beklimt de tribune; en na het
houden van eene korte rede, wordt hij als eenige
candidaat in het eerste kiesdistrict van Parijs ge
steldHoewel velen hem uitgeleide deden, schijnt
de rust ongestoord gebleven te zijn.
Rochefort en niets dan Rochefort is thans het
onderwerp der gesprekken in Parijs. De Rappel
geeft de geheele geschiedenis van zijne aanhou
ding, en de belangstelling van het publiek is
Slechts op hem gericht.
Men acht het reeds waarschijnlijk dat hij ge
kozen zal worden. Ernes Renan, die in een be
langrijk artikel den politieken toestand van
Frankrijk beschrijft en beoordeelt, zegt dat de
verkiezingen te Parijs niet ernstig geschieden,
dat de kiezers er altijd op uit zijn om eene de
monstratie te doen. Welnu, kan er een treffender
bewijs voor zijne stelling gegeven worden dan
deze candidatuur.
telegrammen.
Konstanllnopel, 6 Nov. Het gerucht is ter
beurze in omloop, dat de nieuwe leening door
het Crédit Ottoman volteekend is.
Lissabon, 6 Nov. De geheele dagbladpers ver
klaart zich tegen de woorden, die door de Epoca
aan den heer Martos, den nieuwen Minister van
Buitenlandsche Zaken, toegeschreven zijn betref
fende eene gedwongen vereeniging tusschen Spanje
en Portugal, en brengt hulde aan den Portugee
schen gezant te Madrid, wegens zijne ophelde
ringen te dier zake.
Madrid, 6 Nov. Er had hedenavond eene
algemeene bijeenkomst plaats van progressistische
afgevaardigden, om over eene ineensmelting der
progressisten en democraten en over hunne toe
komstige gedragslijn te onderhandelen.
Florence, 6 November. Prins Humbert is al
hier aangekomen.
Volgens de Economista Italia zal de min. van
financiën vooreerst de finantieele overeenkomsten,
die in de vorige zitting ingetrokken werden, niet
weer indienen.
Cattaro, 6 November. Gisteren zijn Oosten-
rijksche troepen voor Pobori verschenen, zon
der veel tegenstand te ontmoeten. Zij zullen die
plaats beschieten. De opstandelingen hebben het
fort Stansevich in de lucht laten springen.
Het district Zuppa heeft zich onderworpen, met
uitzondering van drie plaatsen.
Bndua, 7 November. Een colonne onder bevel
van den overste Fischer nam gisteren, na een
strijd van eenige uren, Pobori in, terwijl de mili
taire afdeeling, onder bevel van den overste
Schönfeld, zonder eenigen tegenstand Mania pas
seerde. De opstandelingen hebben zich onderwor
pen of werden doodgeschoten.
De plaatsen Arte, Pobori en Mania, die had
den deelgenomen aan de verraderlijke overrom
peling van het fort Stansevich, werden gedeel
telijk verbrand. In het gebergte tusschen Cattaro
en Budua behoeft men geen gewapenden tegen
stand ineer te duchten.
Lissabon, 6 November. De heer Corvo, onlangs
benoemd tot gezant bij het hof van Madrid, is
teruggeroepen.
De Spaansche gezant heeft Lissabon verlaten;
de secretaris fungeert ad interim.
Florence, 7 November. (Des middags te éen
uur). Sedert den morgen is er in den toestand
des Konings eenige verbeteriug merkbaar; zijne
krachten zijn eenigszins toegenomen.
Madrid, 7 November. Morgen zal Topete zich
tegenover de Cortes omtrent zijne aftreding ver
klaren.
De staat van beleg zal in de volgende week
opgeheven worden.
De dagbladen maken een manifest van de ex-
koningin Isabella openbaar, waarbij deze van
hare rechten op de kroon afstand doet ten be
hoeve van den prins van Asturië.
Parijs, 8 November. De Figaro meldt, dat het
ministerie ontbonden is, en de heeren Magne en
Chasseloup-Laubat met de vorming van een nieuw
kabinet zijn belast, waarvan de heeren Ségris,
Talhouët en Ollivier deel zouden uitmaken. De
heer Forcade la Roquette zou de portefeuille van
openbare werken weigeren.
staten-genebaal.
TWEEDE KAMER.
Bij de beantwoording van het Yoorloopig Verslag
der Kamer over Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken), ver
klaart de minister ten opzichte van de door enkele
leden voorgestane meening, dat, bij de verbeterde mid
delen van gemeenschap en het snelle vervoer van
brieven en dépêches, het voor Nederland niet meer
noodzakelijk is vaste gezantschappen aan alle groote
vreemde Hoven gevestigd te houden; dat wel verre dat
de verbeterde middelen van gemeenschap het nut van
diplomatische zendingen zouden verminderen, zij die
des te meor noodzakelijk maken. Immers juist door
die verbeterde middelen van gemeenschap wordt het
internationaal verkeer ieder jaar grooter, en de steeds
toenemende aanraking der Nederlanders met den
vreemde doet iederen dag meer omstandigheden ont
staan, waarvoor de tusschenkomst der gezantschappen
onontbeerlijk is.
De werkiDg der gezantschappen ondervindt dan ook
gaandeweg eene toenemende uitbreiding. Niet alleen
dat zij, zoo lang men onder de beschaafde Staten
geene andere regelen daaromtrent heeft aangenomen,
de eenige toegelaten tolken zijn tusschen de verschil
lende regeeringen, maar zij zqn ieder oogenblik ge
roepen oin de belangen van Nederlanders te beharti
gen, hetzij door de moeilijkheden waarin deze som
tijds in het buitenland verkeeren, uit den weg ruimen,
hetzij door aan Nederlanders of aan vreemdelingen
die met Nederlanders in aanraking wenschen te ko
men, inlichtingen en raad te geven.
Over de vervolging der Christenen in Japan ver
klaart de min, dat deze nog wel plaats vindt; maar,
dank zij de bemoeienissen van Christelijke regeerin
gen en hare in Japan geaoorediteerde diplomatische
agenten, bemoeienissen, waarbij de regeering en de
diplomatie van Nederland eene eerste plaats innamen,
is de vervolging zeer verminderd en bestaat er uitzicht
dat ztj eerlang geheel ophouden zal.
Daar de onderhandelingen over de zalmvisschertj
nog niet zijn afgeloopeu, komt het den min. dus niet
raadzaam voor daarover thans reeds mededeelinven
te doen.
Ten aaDzien der aansluiting van onzen Noorder
spoorweg aan de Pruisische Westbaan, vleit de re
geering zich eerlang een bepaald voorstel aan de
Staten-Generaal te zullen kunnen onderwerpen.
Aangaande de onderhandelingen tusschen de Maat
schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de
Fransche Ooster-spoorwegniaatschappij, berichtte de
directeur-generaal van eerstgenoemde Maatschappij in
de vorige maand aan den Minister van Binneuland-
selie Zaken, dat zij niet tot het gewenschte resultaat
hadden geleid en dat in eene op den 7dc" September
door wederzijdsche gedelegeerden te Brussel gehouden
conferentie was besloten, om, in plaats van eene over
eenkomst voor doorloopende treinen, gewone tariev
in rechtstreeks verkeer op te maken.
De indiening der voorstellen betredende die tarieven
in reohtstreeksch verkeer werd bij dat bericht toege
zegd. Die voorstellen zijn echter nog niet ontvangen.
De Minister verdedigt ten slotte de voorgestelde
missie in China.
Uitvoerige en vriendschappelijke gesprekken, welke
de Minister met het hoofd van het hier thans aanwezige
Chineesch gezantschap had, en waarin de heer Bur-
lingame bem den aard der zending in Europa ont
wikkelde, hebben hem overtuigd dat, terwijl onze
handel in het uitgestrekte Rijk voor aanzienlijke uit
breiding vatbaar is en groote voordeelen belooft, ook
Nederland jegens China eene roeping van rechtvaar
digheid te vervullen heeft, die onze zending aldaar
tot eene der vereerendste zal maken. Dat er in China
hooge prijs op gesteld wordt, is eene welverdiende
hulde aan het gedrag, waardoor onze landgenooten
zich doorloopend in den vreemde onderscheiden. Door
het weigeren der ten behoeve eener voor onzen han
del zoo gewichtige missie aangevraagde som, zou de
Kamer eene verantwoordelijkheid op zich nemen,
welke de ondergeteekende haar ongedeeld laten moet.
In het antwoord op Hoofdstuk VII D (departement
van financiën) verklaart de regeering dat eene vaste toe
zegging eener nieuwe comptabiliteitswet binnen korten
li/tl door haar thans niet kan gedaan worden.
Eene verandering van ons tegenwoordig muntstel
sel acht de min. misplaatst, op grond van de onze
kerheid, welke nog op dit punt bestaat zelfs in de
landen, welke in der tijd de conventie van 1S65 op
den voet van den dubbelen standaard hebben aan
gegaan.
Naar het gevoelen van den min. is de handhaving
der bedoelde verbodsbepalingen, tegenover loterijen
welke, volgens de jurisprudentie medegedeeld bij Léon
De rechtspraak enz, deel 11, pag. 331, het karakter
van verboden loterij bezitten, nog altijd wenschelijk,
niet ter bescherming der staatsloterij, maar in het
algemeen belang, tot voorkoming der misbruiken
waartoe het exploiteoren hier te lande van vreemde
loterijen zoo licht aanleiding geeft. Wilde men de
wet van 1814 geheel in onbruik laten komen, en ze
liever intrekken, het zou moeilijk worden het hou
den van geldloterijen binnenslands te verbieden. Doch
de min. voorziet wel, dat dit vooral tot schromelijk
misbruik leiden zou.
Gaarne wil de min. in overweging nemen, in hoe
verre het mogelijk zal zijn, de herziening der post-
wet en de invoering van het uniformport nog in
deze zitting ter sprake te brengen, mits dit laatste
niet voor 1°. Januari 1871 worde ingevoerd, en mits
blijke van de mogelijkheid om voor 's Rijks schatkist
de vergoeding te vinden, welke zij volstrekt vordert.
Een amendement van den heer Nierstrasz om den
post met f 40,000 te verminderen om het beginsel
uit te maken wordt, na bestrijding door den minister
met 47 tegen 20 stemmen verworpen. Morgen
voortzetting.
Pi-omotiën.
Zitting van Maandag, 8 November.
Beraadslaging over een verzoekschrift.
In den aanvang der zitting heeft de commissie
voor de petitiën, bij monde van den heer Pijls, rap
port uitgebracht op onderscheiden verzoekschriften,
waaronder een van den heer Francis, oud-directeur
van de Java-bank, zich beklagende over de te lager
berekening van zijn pensioen als O.-I. ambtenaar.
De heer Nierstrasz geèft in overweging dit adres
te verzenden aan den minister van koloniën ter fine
van inlichting. Het hoog-gerechtshof heeft de vorde
ring van den heer Francis toegewezen, doch de hooge
raad heeft den eisch ontzegd. In het adres wordt ook
uiteengezet dat er geene gelijkmatige handeling plaats
heeft, daar er op dit oogenblik een ambtenaar is, die
te gelijk met bezoldiging als president van de Java-
bank, tevens geniet zijn pensioen als ambtenaar. En
zoo al de verzending naar den minister voor den
heer Francis geen gevolg mocht hebben, dan zal zij
toch kunnen bijdragen tot eene gelijkmatige toepas
sing van do pensioenwet, waardoor de een niet boven
den ander worde bevoorrecht. Hij stelt dus voor, de
verzending der petitie aan den minister van koloniën
met verzoek om inlichting.
De heer Pijls, lid der commissie, ontvouwt de
gronden van deze die baar tot haar besluit hebben
geleid. De regeling van dit pensioen heeft plaats
gehad onder het bewind van den heer Rochussen.
Het is niet aan te nemen, dat deze dit willekeurig
zou hebben geregeld. Ook heeft adressant berust iu
dat besluit van den Gouverneur-Generaal, gedurende
al den tijd dat hij het praesidium van de J ava-bank
waargenomen heeft.
De heer Nierstrasz geeft nog een ander motief aan
om bij deo minister aan te dringen om voortaan de rege-
liog van dat onderwerp op zich te nemen, opdat er
niet, zuoals nu, een president der bank zij met
f 3Ü.OUU met bijberekening van zijn pensioen, terwijl
voor een ander dat pensioen heelt stilgestaan.
De heer Pijls antwoordt dat de grouden en bezwa
ren van den adressant bij het depart, van koloniën
bekend zijn, zoodat er geen bijzondere verzendiug
noodig is om de aandacht van den minister van ko
loniën op 't adres te vestigen.
Het voorstel van den heer Nierstrasz in stemming
gebracht, wordt verworpen met 42 tegen 21 stemmen,
en de conclusie der commissie aangenomen, alsmede
eenige andere conclusion.
Daarna is aan de ordo de voortzetting der beraad-
slagmg over de begrooting voor Ned. Indie, dienst
1870, en wel over Hoofdstuk II lst» afdeeling [Re-
geering).
Uuder-afdeeling 7avoorbereiding van de reorga
nisatie der departementen van algemeen burgerlijk
beheer 5U,00ü, waarover reeds zoowel in de stukken
als bij de algemeene beraadslagingen bedenkingen zijn
medegedeeld. Het strekt tot betere taakverdeeling
der directeuren en voorbereiding tot oprichting van
twee nieuwe departementen, éeu voor de buitenbezit
tingen en de andere voor diverse middelen.
De heer Nierstrasz, die reeds bij de algemeene
beraadslagingen zijne bezwaren daartegen heeft aan
gevoerd, wegens vermeerdering van schrijfwerk, omslag,
bureaucratie en centralisatie, zegt, dat hij vooral tegen
de oprichting van het geprojecteerde nieuwe departe-
meut voor de buitenbezittingen is.
Do heer Llasselinan wijst er op, dat reeds vroeger
onder den heer Baud dergelijk plan heeft bestaan,
doch dut deze er tegen was, als aanleiding gevende
tot grooie complicatie en centralisatie. Hij blijtt tegen
de oprichting van departementen voor de buitenbezit
tingen en wil daarmede atwachten de wijzigingen in
de comptabiliteitswet vooral wat de details betreft,
om daarna tot eene reorganisatie van sommige deptn.
over te gaan.
De heer Van Naamen is er ook tegen, omdat het
onderwerp niet genoegzaam is toegelicht. Hij geeft
den minister in overweging dien post in te trekkeu,
eu later bij eene afzonderlijke wet de reorganisatie
voor te dragen.
De heer Fransen v. d. Putte beantwoordt sommige
beweringen vau den heer Hasselman en geeft, wat
de zaak zelve betreft, te kennen dat hij zich in strek
king vereenigen kan met den heer Van Naamen,
maar op andere gronden. Na 't antwoord van den
minister van kolomen is 't duidelijk wat de minister
wil, en spr. kan dit tot zekere hoogte beamen. De
minister schijnt eene geheele reorganisatie der depar
tementen van algemeeu bestuur op 't oog te hebben,
terwijl het departement voor de buitenbezittingen,
als 't ware, behalve dat het een historisch bureau
zal zijn, ook een poiitieken werkkring zal hebben.
Hij is niet zoo legen een departement voor de bui
tenbezittingen. Hij gaat zells verder door ie beweren
dat-, als 't vroeger had bestaan, eeu langdurige oorlog
had kunnen worden voorkomen en vele kosten be
spaard hadden kunneu worden. Ook met het oog op
de goede redactie der traktaten met de inlandsche
vorsten, zou een bekwaam directeur aan 't hoold,
van veel nut zijn. Er is dus veel goeJs in 't plan,
maar de Kamer is niet genoeg voorbereid en de zaak
zelve ook nog niet. De minister zou beter doen in
't belang van het welslagen van zijn eigen plan, den
post dit jaar af te voeren. Spr. houdt zich overtuigd
dat de post afgestemd wordt, en als dit het geval
zou zijn, dan zou er wellicht eene verkeerde betee-
kenis aan gegeven worden.
De min. verklaart daaraan niet te kunnen voldoen.
Ten slotte is na, velerlei discussie het art. aange
nomen met 34 tegen 33 stemmen.
Bij de onder-aideeling 12 komt de quaestie ter
sprake van de afscheiding der administratieve en
rechterlijke macht welko Nierstrasz, 's Jacoben Hassel
man een te zeer ingrijpenden maatregel achten, waardoor
de eenheid en de klem van het bestuur zouden kun
nen benadeeld worden. De minister verdedigde de
zaak ook met het oog op de rapporten der rechter
lijke autoriteiten.
Groningen, 6 November. De heer A. Busscher,
tned. dr. te Winschoten, werd heden aan onze
hoogeschool bevorderd tot doctor in de Verlos
kunde, na verdediging van Stellingen.
laatste berichten.
's-Gravenhage, 8 November. Z. M. de Koning
is hedenavond te kwartier voor zevenen van het
Loo in de residentie teruggekeerd.
Naar wij vernemen zijn de uitnoodigings-
en toegangskaarten', voor heeren afgevaardigden
en leden van de plaatselijke commissiën, ter bij
woningder onthulling van het monument in het
Willemspark op 17 November eerstkomende, gis
teren (7 dezer) allen verzonden.
Was de strafkamer van den Hoogen Raad in
de laatste jaren over het algemeen weinig be
zocht door belangstellenden, heden was dit an
ders; een aantal heeren advocaten woonden de
zitting bij, kennelijk voorbereid op hetgeen lieden
zou voorvallen. Men zal zich herinneren, dat
kort na de invoering der nieuwe Nederlandsche
Wetgeving de bekwame „een der premiers van
de Hangsche balie", zooals hij genoemd werd, de
heer Dirk Donker Curtius, eene vruchtelooze
poging had beproefd om bij den Hoogen Raad
in cassatie het woord te mogen voeren, nadat
de procureur-generaal zijne conclusie had geno
men. Het was heden de heer Mr. A. De Pinto,
die een gelijk verzoek deed, nadat de heer ad
vocaat-generaal Romer zijne conclusie had voor
gedragen in de zaak van G. C. Van Leeuwen,
requirant van cassatie tegen een vonnis der
rechtbank te Tiel, welke conclusie strekt tot
vernietiging van het vonnis en verwijzing der
zaak naar het Hof in Gelderland.
De heer vice president vergunde daarop het
woord aan den raadsman van den requirant,
doch alleen om toe te lichten de gronden, waar
op hij het onderwerpelijk verzoek deed.
Mr. De Pinto is vervolgens, wijzende op het
geen te dezer zake reeds jaren geleden had plaats
gehad, in eene zeer breede ontwikkeling getre
den der stelling, ook naar aanleiding der jongste
brochure over dit punt, dat het verbod om in
het cassatie-proses aan den verdediger het laatste
woord te verleenen, ligt noch in den geest noch
in de letter der wet, en hij beriep zich daarbij
op den tekst van art. 403 van het wetboek van
strafvord., in verband met de geschiedenis der
wet. Hij leverde daarbij het betoog, dat de geest
der wet medebrengt, dat in elk proces tegenover
den beklaagde of beschuldigde het openbaar Minis
terie moet staan als tegenpartij en vragen terwijl
het openbaar ministerie dat. werkelijk is bij de
andere rechterlijke colleges liet niet denkbaar
is, dat de procureur-generaal in cassatie dat niet
zou zijn. Hij bestreed dan ook de opvatting van
den heer Prof. De Wal, dat de procureur gene
raal bij den Hoogen Raad in cassatie alleen ware
aan te merken als de onpartijdige adviseur van
dat college.
De heer advocaat-generaal Rümer heeft insge
lijks breedvoerig dat verzoek en de gronden,
waarop het berustte, bestreden, en daarbij ver
klaard de zienswijze van den heer De Wal te dee-
len. Hij toonde nader aan, dat juist de wet ten aan
zien der behandeling van zaken in het cassatie-
proces duidelijk had doen uitkomen den wil
om in dat proces den procureur-generaal bij den
Hoogen Raad niet te doen optreden als tegen
partij, daar geene dagvaardingen van hem uit
gaan, noch andere handelingen van hem uit
gaan, die bij de andere colleges door hetopenb.
min. geschieden. Op deze en andere gronden
concludeerde hij tot afwijzing van het verzoek.
De Hooge Raad zal dat verzoek in beraad
nemen; zijnde de beslissing daarover bepaald op
23 November.
I)en ijze» dezer zijn door den Minister van
Binnenlandsche Zaken aan Jhr. Mr. P. J. W.
Teding van Berkhout de voorwaarden voorgelegd,
waaronder hem bij Koninklijk besluit van 16
October jl. no. 17, behoudens de goedkeuring,
zooveel noodig, van de wetgevende macht, con
cessie is verleend tot landaanwinning en bedij
king van een gedeelte van het Friesche Wad,
door verbinding van het eiland Ameland met
den vasten wal. De Stoomposl deelt die voorwaar
den hoofdzakelijk mede.
Amsterdam, 8 November. Tarwe onveranderd,
b. Pools. 338 op tijd. Rogge flauw, levering iets
lager; Galatz 198, 200, 201; gebr. dito 18S; Ta
ganrog 195; N- Pruis. 209, Petersburg 190 van
boord, alles c. z.|k.; op levering p Maart 191,
190; p. Mei 190, 189. Raapolie vliegend 39»;
voorjaar 41», najaar 39%. Lijnolie vliegend
30»; voorjaar 31», 32; najaar 30%.
Parijs, 7 Nov. De Réveil deelt een brief mede
van den heer Ledru Rollin, waarin deze verklaart
de candidatuur voor het Wetgevend Lichaam aan
te nemen als onbeëedigd candidaat.