N°. 2970.
Vrijdag
A®. 1869.
15 October.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden.3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKR AnVKRTBNTIEN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 11 October.
L'Avenir National bevat de volgende correspon
dentie uit Brussel, betreffende de Fransch-Belgisch-
Nederlandsche spoorweg-quaestie, die afwijkt van
hetgeen vroeger hieromtrent is medegedeeld
„In de Maand Juli, toen de Fransch-Belgische
conventie geteekend was, hief de officieuze pers
te Parijs juichkreten aan. Men zou, daarnaar oor-
deelende, meenen, dat het kabinet der Tuileriën
op België en op Pruisen zelfs eene belangrijke
overwinning had behaald. Men ging zelfs zoover
om te zeggen, dat België de sleutels van Berlijn
aan Frankrijk had gegeven.
„Aan l'Avenir National kostte het weinig moeite
otn te bewijzen, dat tusschen de oorspronkelijke
eischen van het Fransche gouvernement en het
geen het verkregen had, een zeer groot verschil
bestond; dat, na gedurende twee maanden den
vrede van Europa in gevaar te hebben gebracht,
door zijne bedreigingen tegen België, het thans
tevreden was met eene overeenkomst betreffende
den dienst regelende de gemeenschappelijke spoor
treinen.
„Welnu, ook deze geringe voldoening ontvalt
thans aan het Fransche gouvernement. Om de
organisatie van den rechtstreekschen doorvoer
van Antwerpen naar Bazel en, anderzijds, van
de grenzen van Nederland tot dezelfde plaats van
bestemming, te voltooien, moest men laatstge
noemden dienst uitstrekken tot Utrecht en Rot
terdam. Maar daartoe had men de medewerking
van de Nederlandsche maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen noodig, en men kwam
overeen, dat, wanneer die maatschappij en het
Nederlandsch gouvernemeut weigerden toe te tre
den tot de Fransch-Belgische conventie, deze rech
tens zou komen te vervallen.
Dit VOOtbchoud io thans vorwoTPnlijhè dp
Nederlandsche maatschappij waarmede de Fran
sche Ooster-spoorwegmaatschappij onderhande
lingen had gevoerd, heeft aan de zaak een einde
gemaakt, door eenvoudig de voorstellen, die haar
gedaan waren, te verwerpen. Het kabinet van
's-Gravenhage, dat onlangs tot dat van Berlijn
weer is genaderd, heeft misschien een blijk van
sympathie willen geven aan zijn nieuwen bond
genoot door het keizerlijk gouvernement een
échec te doen ondergaan.
„Aldus eindigt het geruchtmakend geschil om
trent de Belgische spoorwegen, en België, dat
het niet heeft geopperd, heeft geen reden om
over dit afspringen van het plan zich te bekla
gen. Integendeel."
In een correspondentie uit Brussel aan het
Vaderland leest men:
Onze Vorst heeft zooeven verschillende uwer
landgenooten met onderscheidingen begiftigd.
Hoewel ons regeeringsblad de benoemingen van
buitenlanders nimmer mededeelt, ben ik desniet
temin in staat die uit authentieke bronnen te
doen kennen. Terugkomende op een vroegere
schikking tusschen de Ned. en Belgische Regee
ringen, heeft de Koning vooreerst den heer Dr
Jonckbloet, voorzitter van het 10do taal- en let
terkundig congres, bevorderd tot officier der
Leopoldsorde; te gelijk zijn de heeren Zilcken,
eerste commies aan het Ministerie van Buiten-
landsche Zaken, en Loncq, voormalig referendaris
bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken,
beiden te 's Hage, eveneens tot officier dier Orde
bevorderd. Voorts zijn benoemd tot ridders: de
heeren Hennequin, lid der Prov. Staten van
Zeeland, Steyaard, gepensioneerd landmeter te
Middelburg, en Van Oldenbarneveld, genaamd
Witte Tullingh, attaché bij het Ned. gezantschap
alhier. Deze laatste vijf onderscheidingen zijn
uitgereikt naar aanleiding van de sluiting der
Nederlandsch-Belgische overeenkomst omtrent
het Zwin.
De Nederlandsche Regeering zal nu, zegt men,
eerlang van hare zijde de versierselen van den
Ned. Leeuw aan verschillende Belgen uitreiken.
De te Malta gevestigde correspondent van de
Times zegt, dat, volgens tijdingen uit Tripoli ont
vangen, het Turksche Gouvernement er in ge
slaagd is de moordenaars van freule Tinne in
handen te krijgen, De negerin Jasmin, welke door
de moordenaars werd medegevoerd alsmede de
gestolen goederen zijn ontdekt en in veiligheid
gebracht. Het hoofd Touaregs Ichenuchen ver
klaart ten stelligste dat hij van den aanslag op
het leven der reizigster niets wist; hij heeft krach
tig medegewerkt om de moordenaars te vatten.
In de residentie is aangekomen en aan het
Hotel Paulez afgestapt de heer H. Howard,
nieuw benoemd secretaris bij de Engelsche
legatie.
In de maand Maart des volgenden jaars zal er
te 's Hage een vergelijkend examen plaats hebben
van onderofficieren, dingende naar den rang van
Allo 1 uUouuuk-U v> UX
De Ceylon met de mail uit Java en China is
den Uien dezer van Alexandrië naar Marseille
vertrokken, en wordt den IS11811 dezer te Marseille
gewacht.
Kapitein Liernur heeft bij den Keulschen ge
meenteraad concessie aangevraagd om zijn riool-sy
steem aldaar in toepassing te brengen. Hij stelt voor
de noodige buizen en vergaarbakken aan te leggen
tegen 1 silbergroschen per hoofd en per jaar. De
goede resultaten die zijn stelsel in Praag hebben
gehad, in de Ferdinands-kazerne aldaar, maakt het
waarschijnlijk dat hij de verlangde concessie zal
krijgen.
Wij maken onze lezers opmerkzaam op de hier
achter voorkomende advertentie der vereeniging
Harmonie. Den vorigen winter mocht zij zich voort
durend in eene talrijke opkomst zoowel van leden
als geïntroduceerde verheugen. We vertrouwen
dan ook, dat die opkomst thans niet minder zal
zijn, en het ijverig Bestuur en de werkende leden
daarin eene belooning mogen vinden voor hun
onvermoeide pogingen, om der burgerij genot
volle avonden te verschaffen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken gelet
op art. 13 der wet van den 1««» Juni 1865 (Staats
blad N". 59), maakt bekend dat in de maand De
cember aanstaande, voor de tweede maal in het
loopende jaar, gelegenheid zal worden gegeven
tot het afleggen der examina bedoeld in art. 9
dier wet, ter verkrijging van de akte van bevoegd
heid als apotheker, en voor de derde maal tot
het afleggen der natuurkundige examina bedoeld
in art. 4.
Z. M. heeft herbenoemd tot plaatsverv. kantonr.
te Ginneken en Bavel P. H. J. G. Jonckheer;
tot griff. bij het kantonger. te Oosterhout A. J.
Hamelton; tot plaatsv. kantour. te Oosterhout H.
M. F. Van Weel; tot plaatsv. kantonr. te Gorin-
chem Mr. H. J. Dijckmeester; tot plaatsv. kan
tonr. te Weesp W. Bruyn Jz.tot plaatsv. kan
tonr. te Edam G. J. Versteegh; tot plaatsv. kantr.
te Haarlem Mr. A. J. Enschedé; tot plaatsv.
kantonr. te Sluis K. F. Koksma; tot plaatsv.
kantonr. te Rhenen Mr. R. C' Immink; tot kan
tonr. te Zwolle Mr. L. J. Rietberg; tot griff. bij
het kantonr. te Steen wijk G. W. Daems; tot
plaatsv. kantonr. te Oldenzaal T. De Voogt; tot
plaatsv. kantonr. te Assen Mr. A. Vos.
Als blijk van goedkeuring en tevredenheid is
toegekend de bronzen med., ingesteld bij Kon.
besluit dd. 22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk
getuigschrift: aan J. M. Bertram en J. Keiler
matrozen 1 en 3 kl. op Zr. Ms. fregat met stoomv.
Admiraal van Wassenaer, wegens de redding van
een over boord gevallen schepeling, op 12 Sept.
jl. te Willemsoord; en aan J. C. Iloltgrege, ma
troos 1ste kl. op genoemd fregat, wegens derge
lijke redding op 23 Sept. jl. aldaar.
Aan den majoor J. Ekkart, comm. der dd.
schutt. te Nijmegen, is als blijk van Z. M. tevre
denheid wegens de door hem bewezen langdu-
ugy uu iwitwuu uu JyilUCIC
rang van luitenant-kolonel
Boskoop, 13 October. In de jongste vergadering
van het departement Boskoop der Maatschappij tot
Nut van 'l Algemeen is na eene samenspreking
over het op te richten Schoolverbond, door de hee
ren Harting, besloten éen der leden af te vaardigen
tot bijwoning van de bijeenkomst, welke op den
aanstaanden 278ten October te Utrecht zal gehou
den worden.
Amsterdam, 13 October. De uitslag der stemming
voor den gemeenteraad is, dat de heer Mr. J. R.
Corver Hooft met 1479 stemmen de zege behaalde
tegenover den heer H. M. De Vries, die 1152
stemmen verkreeg.
De arrondissements-rechtbank alhier heeft he
den voor de door het overlijden van den heer
G. J. Rookers opengevallen betrekking van pro
cureur een nominatie opgemaakt, bestaande uit
de heeren: Mr. J. L. Wolterbeek, P. Van der
Hiel Jr. en Mr. L. A. Povel.
Scheveningen, 14 Oct. Voor eergisteren werd
door een oud-visscher, Cornelis Pronk genaamd,
met de saaijen naar garnalen visschende bij la
gen waterstand, op ongeveer 150 ellen van het
strand, tusschen Scheveningen en ter Heijde, een
jongen zalm gevangen van een rijnU voet lengte
en ongeveer ter zwaarte van een kilogram. De
visscher, die goede zorg voor zijn buit had ge
dragen, aangezien zulk een vangst alhier tot de
groote zeldzaamheden behoort, haastte zich het
zalmpje bij den heer Franjois P. L. Pollen te
brengen, die den visschersman dan ook door eene
ruime belooning aanspoorde om hem, mocht het
gebeuren dat hij meerdere visschen van die soort
meester werd, dezen dadelijk te Scheveningen,
daar zulks, met het oog op het door gemelden
heer in het belang der natuurlijke historie van
den zalm ingesteld wordend onderzoek van veel
nut kan zijn.
Begunstigd door den 6edert gisterennamiddag
in het Noordwesten geschoten wind zijn in den
afgeloopen nacht niet minder dan zeven met goede
vangsten beladen haringschuiten alhier aange
komen.
Rotterdam, 13 October. Gisterenavond te half-
acht is aan het einde der Leuvehaven alhier de
gezagvoerder van een Amerikaansch schip door
eenige personen aangevallen, die hem mishandeld
en verwond hebben. De mishandelde heeft zich
door de vlucht weten te redden in de woning
van den heer Monje, aan de Boompjes, waar hij
geneeskundig is behandeld, 't Bleek dat men hem
eenige wonden had toegebracht aan 't hoofd eu
de schouders, vermoedelijk met een mes; hij ver
keert echter buiten gevaar. Een ander persoon
zou eenigen tijd te voren door een Amerikaan
verwond zijn; men denkt dat de mishandeling
daarmede in verband staat. De politie heeft zich
deze zaak onmiddellijk aangetrokken endoetonder-
zoek naar de daders.
Gouda, 14 October. Morgen vertrekken de mili
ciens van 1865, die een maand geleden zijn opge-
naar hunne hoo-J-'-J-- -----m-.
met de kennis dei bchauucinig van liet nieuwe
geweer.
Gisteren ontvingen zij een afscheidspartij, waar
aan hunne makkers die niet met verlof gaan
deel mochten nemen; er werd na een marsch
van bijna 3 uren in den omtrek van Oudewater
een soort van spiegelgevecht geleverd, dat, om het
meer overeenkomst met den slag van Waterloo
te geven, door uitstekend slecht weder werd „be
gunstigd." De huiswaarts keerende miliciens ue-
men alzoo eene aangename herinnering mede aan
de laatste dagen van hun verblijf alhier.
Brielle, 13 October. De heer G. F. Lette, Bur
gemeester dezer gemeente, is alhier gekozen tot
id der Provinciale Saten van Zuid-Holland met
131 stemmen. De heer Vlielander Hein bekwam
42 stemmen.
Brouwershaven, 11 October. Naar men ver
neemt, bestaat er plan om eene stoomboot voor
vervoer van passagiers en goederen, tusschen
Rotterdam en Brouwershaven in de vaart te
brengen.
Hoorn, 12 October. De Enkhuizer geestdrijvers
hebben dezer dagen hier weer een oefening ge
houden. De policie hiervan verwittigd, ontwik
kelde dien avond eene groote macht en bewaakte
ROMANESKE J0NGEJUFVR0UWEN.
NAAR HET FRANSCH VAN
JULES KERGOMARD.
(Vervolg.)
V.
aan mevrouw maroelle bonnet, de gury.
Kasteel Garlan, den 19d,n September 1858.
Wij zijn sedert vijf dagen hier terug, lieve
Marcelle, na eene reis zonder ongevallen,
maar zoo vervelend als maar mogelijk was tus
schen drie personen, die naar den geest evenvèr
van elkander verwijderd waren als zij stoffelijk
beschouwd dicht bij elkaar waren gezeten: mijn
moeder, altoos nog geweldig boos over mijn bre
ken met den markies, au misschien meer nog
over zijne hardnekkigheid om voor haar de we
zenlijke beweegreden daarvan te verzwijgen,
beweegredenen, die ik u zoo aanstonds zal mee-
deelende Chevalier, ook een weinig ontevreden
op mij, omdat de verzen, die hij voor mijn hu
welijk vervaardigd had, nu zonder emplooi wa
ren; maar reeds denkende over die, welke hij
voornemens is in te zenden bij den aanstaanden
wedstrijd der academie, ten einde in den omgang
met de muzen troost te vinden voor de wonden,
die de liefde hem door uwe hand heeft toege
bracht; en ik meer denkende aan hetgeen mij
op Garlan te wachten stond, dan over hetgeen
ik te Parijs had verlaten. Maar geloof daarom
niet dat zulks mij zal beletten om mij te ver
eenigen met mijne moeder en mijnen oom in de
dankbetuigingen, die zij mij opdragen aan u,
mitsgaders aan uwen echtgenoot, voor de meestal
gelukkige pogingen, door ulieden aangewend,
om ons het verblijf te Parijs aangenaam te ma
ken. Als ik niets anders te schrijven had gehad,
zou ik u reeds sinds lang hebben geschreven.
Maar hetgeen ik u te zeggen heb is zeer ernstig
voor u en voor mij, en eer ik er u over schreef,
wilde ik er met meer ernst over nadenken dan
ons leven van iederen dag en van iederen
nacht het mij daar veroorloofd had te doen.
Zeg mij, Marcelle, zijt gij gelukkig? Word niet
gramstorig en overhaast u niet met mij te ant
woorden: „Wel zeker 1" zooals gij altoos ge
daan hebt sedert uw huwelijk, iederen keer dat
ik u diezelfde vraag deed. Maar, als gij dat hu
welijk nog doen moest, zoudt gij dan niet terug
treden, of zoudt gij althans niet aarzelen, op het
oogenblik van „ja!" te zeggen? Ik moet u be
kennen dat er bij mij ten dien opzichte twijfe
lingen bestaan, twijfelingen, die reeds dagtee-
kenen van des anderendaags na de plechtigheid
en die toenmaals nog maar eerst onbepaald wa
ren, doch later slechts bevestigd zijn geworden
door alles wat eene aandachtige opmerkzaamheid
mij veroorloofd heeft te zien, te hooren en te
raden.
Ja, kind, terwijl gij, evenals iedereen, meendet
dat ik uitsluitend bedwelmd was door de feesten,
de beweging en de toiletten, gedurende de twee
maanden, die wij samen hebben doorgebracht,
volgde ik u onophoudelijk met de oogen; ik ver
loor niet éen van uwe woorden noch van uwe
gebaren; ik gaf acht op al de bewegingen
van uwe gelaatstrekken; niet tengevolge van
eene kinderachtige en landmeisjes-achtige nieuws
gierigheid, maar in de eerste plaats uit belang
stelling in u, en ten tweede, ik beken het, met
het doel om precies te weten hoe ik over uw
geluk moest denken, en om, zoo mogelijk, met
die kennis mijn voordeel te doen in het berei-
keD van mijn eigen geluk. Reken mij dus dat
scherpe onderzoek niet al te zeer toe; gij zelve
hadt er mij het eerst van op het denkbeeld ge
bracht.
Herinnert gij u dat ik u, toen ik u d en volgen
den dag weerzag, in alle naïeviteit de vol
gende hoogst natuurlijke vraag deed:
„Welnu?"
Ik had daarbij, op mijn woord, geene neven
bedoeling of geheime gedachte. Ik begrijp wel
zoowat dat er sommige dingen zijn, die eene
vrouw aan een meisje niet kan en niet mag
vertellen, al ware het ook zelfs aan hare beste
vriendin, en daarover was ik ook niet ongerust;
maar uw blik werd zoo verward, en uw gelaat
nam, terwijl mijn blik daarop rustte, zulk eene
onbeschrijfelijke uitdrukking aan van verwarring,
van ongeduld, zelfs van toorn, dat ik, zonder
nog te spreken van de tranen, die ik in uwe
oogen zag opkomen, niet kon nalaten eenig ge
wicht te hechten aan den uitroep, die u ont
snapte, in plaats van het antwoord, dat ik ge-
wenscht had.
„Foei!" riept gij uit, terwijl gij het hoofd
schuddet, al6 wildet gij daaruit eene weinig aan
gename gedachte verdrijven; „willen we naar 't
„Bosch" gaan?"